Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013

Geldend van 13-12-2012 t/m 31-12-2013

De raad van de gemeente Doetinchem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2012;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de begraafplaatsen aan de Loolaan, aan de Kommendijk en De Slangenburg;

  • b.

    crematorium: het crematorium Slangenburg;

  • c.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • d.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere

    lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • g.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het

    uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

    • h.

      algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt

      geboden tot het doen begraven van lijken;

    • i.

      particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

    • j.

      algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

    • k.

      particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet

      houden van asbussen met of zonder urnen;

    • l.

      particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

    • m.

      verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

    • n.

      particuliere verstrooiings-: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon

      plaats het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;

    • o.

      grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of

      verstrooiingsplaats;

    • p.

      natuurbegraafplaats: de natuurbegraafplaats is een onderdeel van begraafplaats Slangenburg.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van overleden kinderen die met de overleden moeder in een kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten, genoemd in hoofdstuk 3, onderdeel 3.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

Artikel 9 Ontstaan van een belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten als bedoeld in de hoofdstukken 1, 2, 3.2, 4, 5, 6 en 7 van de tarieventabel worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De Verordening lijkbezorgingsrechten 2012 van 8 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in de periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening lijkbezorgingsrechten 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 6 december 2012,

griffier voorzitter

Bijlage Tarieventabel

Tarieventabel