Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN 2015

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DONGEN;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 oktober 2014;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN 2015

Artikel 1 Belastbaar feit

Voor het inzamelen van afvalstoffen wordt onder de naam ‘reinigingsrechten’ rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maken.

Artikel 3 Tarieven

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5. De recht bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. Het recht bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Het recht bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen en wijze van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnbedragen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldag.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000,00, dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op dit aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer dan € 100,00 doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. Het recht moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel

      ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 5. De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.

  • 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten, genoemd in hoofdstuk 1 van de tarieventabel.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten, genoemd in hoofdstuk 2 van de tarieventabel.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend voor andere bedragen dan bedoeld in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. De ‘Verordening reinigingsrechten 2014’, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 12 Citeerartikel

De verordening wordt aangehaald als: ‘’Verordening reinigingsrechten Dongen 2015’’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2014.

De raad voornoemd,

,voorzitter.

, griffier.

Tarieventabel reinigingsrechten,

behorende bij de 'Verordening reinigingsrechten Dongen 2015".

Hoofdstuk 1

1.1

Het recht bedraagt per perceel per belastingjaar

258,24

1.2

In afwijking van onderdeel 1.1 bedraagt het recht, indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door één persoon:

166,68

1.3

Het recht, als bedoeld in onderdeel 1.1 en 1.2, wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht in bruikleen hebben van:

1.3.1

één of meer 240 liter containers, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per container met een bedrag van:

60,00

1.3.2

één of meer 140 liter containers, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, boven één standaard beschikbaar gestelde 140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met een bedrag van:

60,00

Hoofdstuk 2

2.1

Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van ongesorteerd huishoudelijk afval, per rit

75,00

2.2

Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen bedraagt de belasting voor het vervangen van een toegangspas voor het gebruik van een ondergrondse afvalcontainer, per pas

17,50

2.3

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden bedraagt de belasting voor het aanbieden/afgeven van afvalstoffen op de milieustaat ‘De Coolhof’, met inachtneming van het ‘Aanbiedings- en acceptatiereglement voor de milieustraat en het KCA-depot van de gemeente Dongen’, zoals dit op 1 september 1998 is vastgesteld en sedertdien gewijzigd:

soort afval

per hoeveelheid kubieke meters aangeboden afval

tot 0,25 m3

0,25-0,5 m3

0,5-1 m3

1-2 m3

schone grond

0,00

5,00

10,00

20,00

snoeihout

0,00

0,00

0,00

0,00

sloophout

0,00

5,00

10,00

20,00

puin / gipsplaten

0,00

10,00

20,00

40,00

dakleer / dakgrind

0,00

15,00

30,00

60,00

geïmpregneerd hout

0,00

10,00

20,00

40,00

grof vuil

0,00

0,00

0,00

0,00

ongesorteerd afval

5,00

10,00

20,00

40,00

soort afval

per eenheid

asbest:

a.kleine gebruiksvoorwerpen b. dakplaten, tot maximaal 5 stuks per aanbieding

€ €

0,00

1,00

autobanden (uitsluitend personenauto’s):

a.zonder velg b. met velg

€ €

0,00

5,00

Ondertekening

Behoort bij raadsbesluit van 13 november 2014
De griffier van de gemeente Dongen.