Beleidsregel Categoriale Bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten t.b.v. ouders met een minimum inkomen en met schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar (art. 35 Wet werk en bijstand).

Geldend van 22-09-2009 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 15-08-2010

Intitulé

Beleidsregel Categoriale bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten t.b.v. ouders met een minimum inkomen en met schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar (art. 35 Wet werk en bijstand)

Het college van burgemeester en wethouders van Dongen;

Besluit:

vast te stellen de Beleidsregel Categoriale Bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten t.b.v. ouders met een minimum inkomen en met schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar (art. 35 Wet werk en bijstand).

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders

  • b.

    wet: de Wet werk en bijstand

  • c.

    aanvrager: de ouders of de alleenstaande ouder van een rechthebbend kind;

  • d.

    directe schoolkosten: uitgaven t.b.v. schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar, waarvoor de Wtos c.q. overige rijksregelingen als voorliggende en toereikende voorziening wordt beschouwd, zoals school- en boekengeld;

  • e.

    indirecte schoolkosten: uitgaven t.b.v. schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar, voor zover deze niet op basis van een rijksregeling vergoed worden zoals: schrijfgerei en schriften, schooltas, vrijwillige schoolbijdrage onderwijs, schoolreisje en excursie, materiaalkosten, huur kluisje;

  • f.

    gezin: de gehuwden, zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand, met de tot hun last komende thuiswonende kinderen dan wel de alleenstaande ouder met de tot zijn last komende thuiswonende kinderen;

  • g.

    inwoner van Dongen: de Nederlander die op de datum aanvraag ingezetene is van de gemeente Dongen, en die op die datum ingeschreven is in de Gemeentelijke Basisadministratie van de gemeente Dongen;

  • h.

    kind: het in Dongen woonachtige thuiswonende ten laste komende eigen kind of stiefkind dat primair of voortgezet onderwijs volgt en de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft;

  • i.

    ouder: de ouder of verzorger van het ten laste komende en thuiswonende eigen kind of stiefkind;

  • j.

    bewijs van inschrijving: een door de school voor voortgezet onderwijs verstrekt bewijs, dat het betreffende kind als leerling van deze school aangemerkt moet worden;

  • k.

    bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet;

  • l.

    inkomen: de middelen zoals bedoeld op grond van artikel 31, lid 1 WWB;

  • m.

    vermogen: toepasselijk vrij te laten vermogen op grond van artikel 34 lid 3 WWB;

  • n.

    Voor zover niet anders bepaald, worden de begrippen in deze regeling in dezelfde betekenis gebruikt als de Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Doelstelling

Een tegemoetkoming in de indirecte schoolkosten van ouders met een inkomen tot maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm en wiens vermogen het toepasselijke vrij te laten vermogen op grond van artikel 34 lid 3 WWB niet overtreft en wier kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar op de datum van aanvraag kunnen worden aangemerkt als leerling van een school voor basis of voortgezet onderwijs.

Artikel 3 Kring van rechthebbenden

Voor de verstrekking van de categoriale bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten op grond van deze beleidsregels komt in aanmerking het kind dat voldoet aan alle voorwaarden in dit artikel.

  • 1.

    Het in Dongen woonachtige kind volgt volgens de gemeentelijke leerlingenadministratie primair of voortgezet onderwijs;

  • 2.

    Het inkomen van het gezin is op de datum van aanvraag niet hoger dan 110% van de voor het gezin toepasselijke bijstandsnorm;

  • 3.

    Het gezin heeft een vermogen dat minder bedraagt dan het vrij te laten vermogen, dat voor belanghebbende op de datum van aanvraag conform artikel 34 lid 3 Wwb geldt;

  • 4.

    Niet eerder gedurende het schooljaar is bijzondere bijstand ontvangen in deze kosten;

Artikel 4 De aanvraag

  • 1. De bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten wordt op aanvraag verstrekt;

  • 2. Aanvragen kunnen worden ingediend met het aanvraagformulier voor bijzondere bijstand. Op het aanvraagformulier dient de aanvrager te vermelden welke vorm van onderwijs het kind volgt;

  • 3. De aanvraag wordt getekend door beide ouders gezamenlijk dan wel door de alleenstaande ouder van het kind;

  • 4. De aanvraag dient te worden ondersteund met een bewijsstuk ten aanzien van de schoolkosten van het kind. Dit om te bevorderen dat de bijstand ten goede komt aan het kind;

  • 5. De aanvraag moet worden ingediend gedurende het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Het schooljaar loopt van 1 augustus tot 1 augustus. De bijstand voor indirecte schoolkosten moet ieder schooljaar opnieuw aangevraagd worden

  • 6. De reguliere draagkrachtperiode is hierbij van toepassing.

Artikel 5 Verstrekking

  • 1. De indirecte schoolkosten ten behoeve van een ten laste komend kind als bedoeld in artikel 4 sub e WWB dat onderwijs volgt, worden aangemerkt als bijzondere noodzakelijke kosten.

  • 2. Als indirecte schoolkosten kunnen o.a. worden aangemerkt schrijfgerei en schriften, schooltas, vrijwillige schoolbijdrage onderwijs, schoolreisje en excursie, materiaalkosten, huur kluisje;

  • 3. Als tegemoetkoming in de indirecte schoolkosten wordt aan een belanghebbende op aanvraag bijzondere bijstand toegekend ter hoogte van een bedrag van maximaal € 50,00 per schooljaar per ten laste komend kind dat basisonderwijs volgt;

  • 4. Als tegemoetkoming in de indirecte schoolkosten wordt aan een belanghebbende op aanvraag bijzondere bijstand toegekend ter hoogte van een bedrag van € 100,00 per schooljaar per ten laste komend kind dat voortgezet onderwijs volgt;

  • 5. De bijstand wordt verstrekt om niet;

  • 6. De bijstand kan ten behoeve van het kind worden overgemaakt naar de school waar het kind onderwijs volgt, indien het college daartoe aanleiding ziet.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 15 augustus 2010.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregel kan aangehaald worden als : Beleidsregel Categoriale Bijzondere bijstand voorindirecte schoolkosten t.b.v. ouders met een minimum inkomen en met schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar (art. 35 Wet werk en bijstand).

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen, gehouden op 7 september 2010.

De secretaris, De burgemeester,

Toelichting Beleidsregel Bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten t.b.v ouders met een minimum inkomen en met schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar (art. 35 Wet werk en bijstand).

Algemeen

Onderwijsgerelateerde kosten zijn nodig als kinderen primair of voortgezet onderwijs of een beroepsopleiding volgen.

Voor deze indirecte schoolkosten bestaat geen voorliggende voorziening. Het staat de gemeente vrij om indirecte (secundaire) schoolkosten t.b.v. kinderen als noodzakelijke kosten aan te merken en te bepalen, wie voor een categoriale bijzondere bijstandregeling in aanmerking komt. De gemeente Dongen heeft ervoor gekozen om de indirecte schoolkosten, waaronder schrijfgerei en schriften, schooltas, vrijwillige schoolbijdrage onderwijs, schoolreisje en excursie, materiaalkosten etc. aan te merken als noodzakelijke kosten.

Voor vergoeding komen in aanmerking de kosten die daadwerkelijk zijn gemaakt en waarvan de bewijsstukken zijn overgelegd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Voor zover niet anders bepaald, worden de begrippen in deze regeling in dezelfde betekenis gebruikt als de Wet werk en bijstand.

Artikel 3

Er is sprake van categoriale bijzondere bijstand. Gezinnen met een inkomen van maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm komen in aanmerking voor de gemaximeerde vergoeding. Boven een inkomen van 110% van de van toepassing zijnde bijstandnorm zijn de gebruikelijke draagkrachtbepalingen van toepassing. Bij personen die niet tot de doelgroep behoren, kan de bijzondere bijstand individueel verstrekt worden. Dit betekent dat bij hen ook beoordeeld moet worden of de kosten in het individuele geval noodzakelijk zijn en daadwerkelijk zijn gemaakt.

Artikel 4

Zoals gebruikelijk bij kosten van bijzondere bijstand moeten aanvragen worden ingediend

voordat de kosten zijn gemaakt. Dit voorkomt teleurstelling en financiële problemen achteraf

indien de aanvrager onverhoopt niet in aanmerking komt voor de regeling.

Artikel 5

In dit artikel wordt aangegeven welke kosten onder de categoriale bijzondere bijstand kunnen worden gebracht.

Schoolkosten kunnen worden onderverdeeld in directe en indirecte schoolkosten. Voor de directe schoolkosten zijn de WTOS en overige rijksregelingen in beginsel een voorliggende voorziening.