Subsidieverordening schoolbegeleiding gemeente Dongen 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening schoolbegeleiding gemeente Dongen 2008

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen;

  • b.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Dongen;

  • c.

    school: een binnen de grenzen van de gemeente Dongen gevestigde en door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen erkende en bekostigde school voor primair onderwijs;

  • d.

    schoolbegeleiding: het ondersteunen van scholen bij het vernieuwen en verbeteren van het onderwijs door het verrichten van begeleidingsactiviteiten, ontwikkelingsactiviteiten, advisering, informatieverstrekking en evaluatie en het verrichten van activiteiten die dienen tot bevordering van een optimale schoolloopbaan van leerlingen;

  • e.

    schoolbestuur: het bevoegde gezag van een school;

  • f.

    schooljaar: periode van 1 augustus tot en met 31 juli;

  • g.

    subsidie: de aanspraak op een door het college bepaald en te verstrekken bedrag met het oog op de uitvoering van schoolbegeleiding;

  • h.

    subsidievaststelling: de beschikking van het college waarin het subsidiebedrag definitief wordt vastgesteld en waardoor aanspraak ontstaat op betaling van het vastgestelde bedrag;

  • i.

    subsidieverlening: de beschikking van het college waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor schoolbegeleiding;

  • j.

    subsidieplafond: het bedrag dat voor een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op basis van deze verordening;

  • k.

    lokale prioriteit: een door het college vastgesteld specifiek doel waarvoor subsidie beschikbaar kan worden gesteld.

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van de verordening is het vaststellen van de kaders voor het verlenen van subsidie aan Dongense schoolbesturen ten behoeve van schoolbegeleiding op Dongense scholen.

Artikel 3 Subsidieplafond

De raad stelt jaarlijks als onderdeel van het subsidieprogramma het subsidieplafond vast. Bij die vaststelling wordt tevens de verdeling over twee kalenderjaren bepaald.

Artikel 4 Subsidieperiode

Subsidie kan worden aangevraagd voor een periode van één schooljaar.

Hoofdstuk 2 Subsidievoorwaarden

Artikel 5 Subsidievoorwaarden

Een schoolbestuur komt voor subsidie voor schoolbegeleiding in aanmerking indien:

  • a.

    de schoolbegeleiding wordt verzorgd door landelijke pedagogische centra, bureaus of zelfstandig gevestigde personen die werken op het terrein van (ortho)pedagogiek, psychologie, onderwijskunde, organisatiekunde en informatie- en communicatietechnologie, waarbij geen (extra) personele verplichtingen bestaan of ontstaan voor het schoolbestuur;

  • b.

    het schoolbestuur minimaal de helft van de kosten van schoolbegeleiding uit eigen middelen bijdraagt.

Hoofdstuk 3 De aanvraag

Artikel 6 Tijdstip van indiening aanvraag

De aanvraag om subsidie wordt voor 1 juni voorafgaand aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft door het bevoegd gezag ingediend bij het college. Het college kan besluiten de aanvraag niet te behandelen, indien de aanvraag niet tijdig is ingediend.

Artikel 7 Bij de aanvraag te overleggen stukken

Bij de aanvraag dient een plan overgelegd te worden waarin staat hoe de middelen ingezet gaan worden. Dit plan omvat de volgende gegevens:

  • a.

    Een overzicht van de activiteiten per school die het schoolbestuur met de middelen voor reguliere schoolbegeleiding bekostigt en de beoogde resultaten;

  • b.

    Een overzicht van de activiteiten per school die het schoolbestuur van de middelen voor de lokale prioriteit bekostigt en de beoogde resultaten;

  • c.

    De totale begrote kosten voor de schoolbegeleiding per school.

Hoofdstuk 4 Subsidiering lokale prioriteit

Artikel 8 Vaststelling lokale prioriteit

Het college kan, in samenspraak met de schoolbesturen, voor een bepaalde periode voor een specifiek doel een lokale prioriteit vaststellen, die in aanmerking komt voor subsidiering. Deze lokale prioriteit kan een bepaald project betreffen of een thema waar de schoolbesturen zelf invulling aan geven.

Artikel 9 Middelen lokale prioriteit

  • 1.

    Het college bepaalt het subsidieplafond voor de lokale prioriteit. Dit subsidieplafond bedraagt maximaal 30% van het bedrag dat op grond van artikel 3 beschikbaar is.

  • 2.

    Het college bepaalt in een op te stellen beleidsregel de wijze waarop de voor lokale prioriteit beschikbare middelen worden verdeeld over de schoolbesturen.

Hoofdstuk 5 Subsidiering reguliere schoolbegeleiding

Artikel 10 Verdeling van middelen

  • 1.

    Het bedrag dat overblijft na het beschikbaar komen van het bedrag voor de lokale prioriteit, wordt beschikbaar gesteld voor de subsidiering van de overige schoolbegeleiding.

  • 2.

    Indien wordt voldaan aan de in artikel 5 bepaalde subsidievoorwaarden wordt per school een basisbedrag van € 2.000,-- beschikbaar gesteld alsmede een bedrag op basis van het leerlingenaantal via de t-1 systematiek. Het leerlingenaantal op de teldatum 1 oktober van enig jaar is bepalend voor de aanspraak in het schooljaar dat begint op 1 augustus in het jaar volgend op de teldatum.

Hoofdstuk 6 Subsidieverlening en –vaststelling

Artikel 11 Besluit

  • 1.

    Het college beschikt, op basis van de ingediende aanvraag, over de subsidieverlening.

  • 2.

    Op verzoek van het schoolbestuur kan het college bepalen dat een deel van de verleende subsidie voor het volgende schooljaar gebruikt mag worden.

  • 3.

    Op verzoek van het schoolbestuur kan het college bepalen dat een deel van de voor een school verleende subsidie voor het volgende schooljaar gebruikt mag worden voor een andere school van het schoolbestuur.

  • 4.

    De verzoeken als bedoeld in het tweede lid worden voor 1 mei van het lopende schooljaar ingediend.

Artikel 12 Uitbetaling

  • 1.

    Het college kan de subsidie bij wijze van voorschot uitbetalen.

  • 2.

    Het college bepaalt de hoogte van het voorschot en het aantal termijnen waarin dit betaalbaar wordt gesteld.

Artikel 13 Verslaglegging

  • 1.

    Het schoolbestuur is verplicht voor 1 juli van het jaar volgend op het schooljaar waarvoor subsidie is verleend aan het college een inhoudelijk en financieel verslag vergezeld van een goedkeurende accountantsverklaring te overleggen. In het verslag worden de perioden van 1 januari tot en met 31 juli en 1 augustus tot en met 31 december separaat beschreven. Het college kan nadere aanwijzingen geven omtrent de inhoud van het verslag.

  • 2.

    Indien op grond van artikel 11, lid 2 en/of artikel 11, lid 3 door het college toestemming is verleend om een deel van de verleende subsidie voor een volgend schooljaar te gebruiken dan wel een deel van de voor een school verleende subsidie voor het volgende schooljaar voor een andere school van het schoolbestuur te mogen gebruiken, wordt hierover voor 1 juli van het jaar volgend op dit schooljaar inhoudelijk en financieel verslag gedaan op de wijze zoals aangegeven in lid 1.

  • 3.

    Uit het verslag moet zowel inhoudelijk als financieel blijken waaraan de subsidie besteed is en of de beoogde resultaten zijn behaald.

  • 4.

    Indien de beoogde resultaten niet behaald zijn wordt hiervoor een verklaring gegeven.

Artikel 14 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt definitief vastgesteld binnen drie maanden na ontvangst van de in artikel 13 bedoelde bescheiden.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid bedoelde termijn bij gemotiveerd besluit met ten hoogste drie maanden verlengen. Zij stelt het schoolbestuur hiervan voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn in kennis.

Artikel 15 Meldingsplicht

Een schoolbestuur geeft van elke omstandigheid die kan leiden tot intrekken of wijzigen van een subsidie onverwijld schriftelijk kennis aan het college.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 16 Beslissingen in gevallen waarin de verordening niet voorziet

  • 1.

    Het college kan in uitzonderlijke gevallen één of meer bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegend aard.

  • 2.

    In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Overgangs- en slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking drie dagen na bekendmaking en is van toepassing op het schooljaar 2008/2009 en de schooljaren daarna.

  • 2.

    Voor de periode 1 januari 2008 – 31 juli 2008 worden de middelen door het college verdeeld op basis van de in deze verordening vastgestelde verdeelsleutel. De middelen moeten besteed worden op basis van deze verordening en zullen achteraf door middel van een verslag verantwoord worden volgens de voorwaarden in deze verordening.

  • 3.

    De verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening schoolbegeleiding Dongen 2008”.

  • 4.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.