Regeling vervallen per 01-01-2021

Woonschepenverordening Dongeradeel

Geldend van 27-03-2014 t/m 31-12-2020

Intitulé

Woonschepenverordening Dongeradeel

De raad der gemeente Dongeradeel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 september 1987, no. 136/'87;

gelet op de artikelen 168 en 169 van de Gemeentewet en artikel 31, 2e lid van de Wet op de Woonwagens en Woonschepen 1918, Staatsblad 492;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

WOONSCHEPENVERORDENING DONGERADEEL

Artikel 1 Definities

  • 1. Deze verordening verstaat onder:

    woonschip: elk drijvend of anderszins geheel of in hoofdzaak in het water geplaatst voorwerp, niet zijnde een bouwwerk in de zin van de bouwverordening der gemeente Dongeradeel dat uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of tot woning bestemd is, ook indien het nog in aanbouw is;

Artikel 2 Algemeen verbod

Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip verboden binnen de gemeente met een woonschip ligplaats in te nemen op een andere plaats dan die in artikel 4 van deze verordening daarvoor is aangewezen.

Artikel 3 Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod bedoeld in artikel 2 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie-inrichting bevinden.

Artikel 4 Aanwijzing ligplaats

ls ligplaats in te nemen door woonschepen bij verblijf binnen de gemeente wordt de volgende ligplaats aangewezen: een gedeelte van de westelijke oever van de Westergracht (Drie Pijpstergracht) tussen de Hanspoort en de houten loopbrug over genoemde gracht, zulks over een afstand van 91 meter, te rekenen vanaf 15 meter van genoemde loopbrug, een en ander zoals is aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening.

Artikel 5 Ontheffing ligplaatsenverbod

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen voor een daarbij aangegeven plaats ontheffing verlenen van het verbod, vervat in artikel 2.

  • 2. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 6 Ligplaatsvergunning

  • 1. Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip verboden, zonder vergunning van burgemeester en wethouders, ligplaats in te nemen met een woonschip op de ligplaatsen als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      geen ligplaats of geen ligplaats van voldoende grootte beschikbaar is;

    • b.

      het woonschip belemmeringen zal kunnen veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    • c.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat niet voldaan zal worden aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

    • d.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat het woonschip niet wordt gebruikt voor permanente bewoning

    • e.

      het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente.

  • 3. Voor de toetsing van artikel 6 lid 2 onder e kan het college van burgemeester en wethouders advies vragen bij een onafhankelijke welstandscommissie.

  • 4. De vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt gesteld ten name van de hoofdbewoner van het woonschip dan wel ten name van de in het woonschip duurzaam samenwonende personen; de vergunning vermeld tevens het ligplaatsnummer.

Artikel 7 Wachtlijst

  • 1. Indien een aanvraag om een ligplaatsvergunning op grond van het bepaalde in artikel 6, tweede lid onder a moet worden geweigerd, wordt de naam van de eigenaar van het woonschip op zijn verzoek op een door burgemeester en wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst.

  • 2. Indien een ligplaats vrijkomt, stellen burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste, per aangetekend schrijven in de gelegenheid een nieuwe aanvraag om een ligplaatsvergunning bij hun college in te dienen. In dit geval kan de vergunning slechts geweigerd worden op grond van één of meer van de omstandigheden vermeld in artikel 6, tweede lid onder b tot en met e.

  • 3. Indien een zodanige aanvraag niet binnen 4 weken na de datum van het bericht van ontvangst van het in het tweede lid bedoelde aangetekend schrijven is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op die ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de desbetreffende gegadigde onder aan de wachtlijst geplaatst.

Artikel 8 Wijzigen liplaatsvergunning

  • 1. Indien de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 6 het in de vergunning vermelde woonschip wil vervangen door een ander woonschip, of indien de overige gegevens vermeld in de vergunning om andere redenen niet meer zullen overeenstemmen met de werkelijke situatie, dient hij vooraf aan burgemeester en wethouders te verzoeken de vergunning te wijzigen.

  • 2. Op een verzoek om wijziging, bedoeld in het eerste lid, is het bepaalde in artikel 6, tweede lid, sub b tot en met d van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Intrekking ligplaatsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning, bedoeld in artikel 6, intrekken indien:

  • a.

    de gegevens zoals deze zijn vermeld in de vergunning, niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie en de vergunninghouder niet binnen 3 maanden na het tijdstip waarop deze omstandigheid is ingetreden, een verzoek tot wijziging van de vergunning bij burgemeester en wethouders heeft ingediend;

  • b.

    niet langer voldaan wordt aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • c.

    indien zich een omstandigheid, als bedoeld in artikel 6, tweede lid sub c, d of e voordoet dan wel indien de gebruiker van het woonschip belemmeringen veroorzaakt aan het verkeer te water of te land.

Artikel 10 Vervallen van een ligplaatsvergunning

  • 1. De ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 6 vervalt van rechtswege zodra het gebruik van de ligplaats door ontruiming wordt beëindigd.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt, niet in die gevallen waarbij er sprake is van tijdelijke beëindiging van het gebruik, mits:

    • a.

      de eigenaar of gebruiker van het betreffende woonschip voorafgaand aan de ontruiming van de ligplaats de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar van de tijdelijke beëindiging van het gebruik op de hoogte heeft gesteld;

    • b.

      de ligplaats binnen zes maanden na de dag van vertrek weer zal worden ingenomen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen de in het tweede lid onder b genoemde termijn verlengen tot maximaal één jaar.

Artikel 11 Verbod bouwwerk-zaamheden

  • 1. Het is verboden op de in artikel 4 genoemde ligplaatsen een woonschip of een ander vaartuig te bouwen, of te slopen, met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Aan een zodanige ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 12 Verbod gebruik generator

  • 1. Het is de eigenaar of gebruiker van een ligplaats als bedoeld in artikel 4 gelegen woonschip verboden gebruik te maken van generatoren ten behoeve van de opwekking van elektriciteit.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Aan een zodanige ontheffing kunnen voorschriften wordenverbonden

Artikel 13 Nakoming aanwijzingen

Bij het innemen van een ligplaats in de in artikel 4 genoemde ligplaats, dienen de door of namens burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen omtrent de ligplaatsen in acht te worden genomen.

Artikel 14 Nadere regelen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regelen stellen met betrekking tot het gebruik van ligplaatsen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de eigenaar of gebruiker van een woonschip verplichten een andere ligplaats in te nemen indien zulks noodzakelijk is met het oog op een evenredige verdeling van ligplaatsen. Zij gaan tot deze maatregel niet over dan na overleg met de betrokken eigenaar of gebruiker.

Artikel 15

Vervallen (raadsbesluit 30 maart 1988)

Artikel 16 Opsporingsambtenaren

Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de ambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

Artikel 17 Binnentreden van woningen

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij deze verordening gegeven voorschriften, welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid, of bescherming van het leven of de gezondheid, zijn bevoegd tot het binnentreden in een tot woning bestemd gedeelte van een woonschip zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 18 Strafbepalingen

Overtreding van de bepalingen van deze verordening, alsmede overtreding van de regelen, door burgemeester en wethouders op grond van artikel 14 vastgesteld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 19 Overgangsbepaling

Aan de eigenaren of gebruikers van een woonschip die op het in artikel 21 bedoelde tijdstip een daartoe ingerichte ligplaats op de in artikel 4 genoemde plaats innemen wordt binnen twee maanden een vergunning als bedoeld in artikel 6 van deze verordening verleend.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder titel "Woonschepenverordening Dongeradeel".

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar afkondiging.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Dongeradeel van 24 september 1987
secretaris voorzitter