Regeling vervallen per 01-01-2015

Wmo-verordening Dongeradeel 2014

Geldend van 16-01-2014 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Wmo-verordening Dongeradeel 2014

De raad van de gemeente Dongeradeel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2013, no. 84/’13;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

b e s l u i t :

  • a.

    In te stemmen met de Wmo – Verordening Dongeradeel 2014;

  • b.

    Deze verordening van kracht te laten worden met ingang van 01 januari 2014 onder gelijktijdige intrekking van de huidige Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dongeradeel.

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Lid 1. Wet

Wet maatschappelijke ondersteuning.

Lid 2. College

College van burgemeester en wethouders.

Lid 3. Compensatie

Compensatie is gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van een belanghebbende en stelt hem in staat:

  • a.

    een huishouden te voeren;

  • b.

    zich te verplaatsen in en om de woning;

  • c.

    zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel;

  • d.

    medemensen te ontmoeten, sociale verbanden aan te gaan en te onderhouden.

Lid 4. Aanmelding

De mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

Lid 5. Gesprek

Het contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke, collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.

Lid 6. Aanvraag

Het verzoek na een gesprek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere collectieve of individuele voorzieningen.

Lid 7. Belanghebbende

Een inwoner van de gemeente die een beperking, een lichamelijk, een psychisch of een psychosociaal probleem ervaart en dit niet zelf of in eigen omgeving denkt te kunnen oplossen.

Lid 8. Algemene voorziening

Een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op een eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is.

Lid 9. Algemeen gebruikelijke oplossing

Een oplossing die door de belanghebbende zelf kan worden betaald.

Lid 10. Voorliggende voorziening

Een voorziening die in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

Lid 11. Wettelijk voorliggende voorziening

Een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

Lid 12. Collectieve voorziening

Een voorziening die wordt toegekend maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt.

Lid 13. Individuele voorziening

Een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon wordt verstrekt.

Lid 14. Gebruikelijke zorg

De zorg die voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.

Lid 15. Voorziening in natura

Een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik) leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

Lid 16. Persoonsgebonden budget

Een geldbedrag om, onder bepaalde voorwaarden, een individuele voorziening mee aan te schaffen.

Lid 17. Financiële tegemoetkoming

Een geldbedrag bedoeld om een individuele voorziening mee aan te schaffen. Het geldbedrag is niet persé een kostendekkende vergoeding, maar een bedrag, bedoeld als tegemoetkoming in de kosten

(= forfaitaire bedrag).

Lid 18. Mantelzorger

Een persoon die langdurige zorg biedt die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden. De zorg wordt geleverd aan een hulpbehoevende uit diens directe omgeving. De zorgverlening vloeit rechtstreeks voort uit de sociale relatie en deze overstijgt de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar.

Lid 19. Hoofdverblijf

De plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.

Lid 20. Eigen bijdrage en eigen aandeel

Een inkomensafhankelijk bedrag dat de gemeente oplegt. Eigen bijdrage geldt bij een voorziening in natura of Pgb. Eigen aandeel bij een financiële tegemoetkoming. Het CAK berekent, stelt vast en int de eigen bijdrage en het eigen aandeel.

Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie

Artikel 2. De te bereiken resultaten

Door compensatie te bereiken resultaten zijn:

  • a.

    een leefbaar huis;

  • b.

    wonen in een geschikt huis;

  • c.

    beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

  • d.

    beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

  • e.

    het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

  • f.

    zich verplaatsen in en om de woning;

  • g.

    zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

  • h.

    de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten;

  • i.

    een gezonde financiële huishouding

Hoofdstuk 3 De vraagverheldering

Artikel 3 Aanmelding

Aan een aanvraag voor compensatie gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

  • a.

    De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;

  • b.

    De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

  • c.

    Belanghebbende of het college een gesprek wenselijk achten.

Artikel 4 Aanmelding voor een gesprek

Om deelname aan het maatschappelijke verkeer te bevorderen kan een aanmelding voor een gesprek schriftelijk, via de mail, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de gemeente of daarvoor aangewezen organisatie.

Artikel 5 Het verslag van het gesprek

Lid 1.

Het gesprek wordt afgesloten met een verslag.

Lid 2.

Opmerkingen van belanghebbende of diens vertegenwoordiger over dit verslag worden als bijlage aan het verslag toegevoegd.

Lid 3.

Het verslag bevat een omschrijving van het probleem, de inventarisatie van mogelijkheden en een plan van aanpak dat moet leiden tot een resultaat.

Lid 4.

Een door belanghebbende ondertekend verslag kan als aanvraagformulier worden gebruikt.

Hoofdstuk 4 Voorwaarden voor compensatie

Artikel 6 Verantwoordelijkheid van de belanghebbende

Lid 1.

Van belanghebbende wordt verwacht dat deze zoekt naar mogelijkheden om zelf te voorzien in adequate oplossingen voor zijn ondersteuningsvraag. Hierin worden betrokken de eigen mogelijkheden, de mogelijkheden van zijn sociale netwerk en alle beschikbare voorzieningen.

Lid 2.

Van belanghebbende wordt verwacht dat deze tijdig anticipeert op ondersteuningsvragen die verband houden met levensloopgerelateerde fasen en hier ook binnen zijn eigen mogelijkheden, de mogelijkheden van zijn sociale netwerk en beschikbare wettelijke voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen treft.

Lid 3.

Van belanghebbende wordt verwacht dat deze verantwoordelijkheid neemt voor het verbeteren en of optimaliseren van de lichamelijke en geestelijke gezondheid en individuele psychosociale omstandigheden. Waar nodig met ondersteuning van zijn sociale netwerk beschikbare wettelijke voorliggende voorzieningen, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen en of hulpverleners, mantelzorgers of vrijwilligers.

Lid. 4

Van belanghebbende wordt verwacht dat deze meewerkt aan een onderzoek om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de woon- en leefsituatie in relatie tot de benodigde en gevraagde compensatie.

Lid 5.

Van belanghebbende wordt verwacht de gegevens te verschaffen die noodzakelijk zijn voor het onderzoek naar de noodzaak van compensatie.

Artikel 7 Verantwoordelijkheid van het college

Lid 1.

Het college handelt vanuit het respect voor en vertrouwen in de kennis en vaardigheden van belanghebbende, en hun verlangen zelf verantwoordelijkheid te nemen. Het college bevordert de zelfredzaamheid en de zelfregie van belanghebbenden.

Lid 2.

Als dat nodig is, staat het college belanghebbenden bij, bij het zoeken, vinden, en treffen van een oplossing voor een hulpvraag. Het college doet dit op objectieve wijze, waarbij zij tevens verantwoordelijk is voor de doelmatige besteding van beschikbaar gestelde middelen.

Lid 3

Oplossingen voor een hulpvraag, als bedoeld in het vorige lid, worden bij voorkeur gezocht in dat wat een belanghebbende zelf, of met diens sociale netwerk redelijkerwijs kan realiseren. Worden daar onvoldoende oplossingen gevonden, dan worden de oplossingen achtereenvolgend gezocht in algemeen gebruikelijke oplossingen, voorliggende voorzieningen, en collectieve voorzieningen. Het college besluit alleen dan een individuele voorziening te verstrekken, als er onvoldoende andere oplossingen zijn.

Lid 4

Het college heeft oog voor alle omstandigheden van een belanghebbende en diens gezin. Bij het doen van onderzoek maakt het college waar mogelijk gebruik van al beschikbare informatie.

Lid 5.

Het college is bevoegd de dienstverlening in dit kader uit te laten voeren door derden.

Artikel 8 Uitsluitingsgronden

Er vindt geen compensatie plaats indien:

  • a.

    de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente Dongeradeel of het hoofdverblijf feitelijk buiten de gemeente valt;

  • b.

    de kosten, waarop de compensatie betrekking heeft, naar oordeel van het college vermeden hadden kunnen worden;

  • c.

    de belanghebbende, kosten heeft gemaakt of verplichtingen is aangegaan door zelf de voorziening aan te schaffen, waardoor het probleem al is opgelost;

  • d.

    er bij belanghebbende geen sprake is van aantoonbare meerkosten, in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor compensatie wordt gevraagd;

  • e.

    een voorziening, waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, of een voorgaande verordening is verstrekt, en de technische levensduur van de voorziening nog niet is verstreken. Tenzij de voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de belanghebbende zijn toe te rekenen.

  • f.

    het een woonvoorziening betreft en de belanghebbende in een hotel / pension, trekkerswoonwagen, klooster, tweede woning, vakantiewoning, recreatiewoning en onzelfstandige woonruimte zoals kamerverhuur woont.

  • g.

    het een woonvoorziening betreft aan specifiek op gehandicapten of ouderen gerichte woongebouwen voor voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.

Hoofdstuk 5 De aanvraag voor compensatie

Artikel 9 De aanvraag

Lid 1.

De aanvraag voor een individuele voorziening wordt ingediend door middel van het ondertekende verslag.

Lid 2.

Als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, wordt een aanvraag ingediend door middel van het meldingsformulier voor een gesprek.

Hoofdstuk 6 Een te bereiken resultaat

Artikel 10 Het maken van een afweging

Lid 1.

Het college zal, binnen de grenzen van deze verordening, onderzoek doen naar de noodzaak om door compensatie een resultaat te bereiken. Het college gaat hierbij uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Bij het onderzoek naar de noodzaak om een resultaat te bereiken neemt het college het ondertekende verslag van het gesprek als uitgangssituatie.

Lid 2.

Om een resultaat te bereiken, worden eerst onderstaande voorzieningen beoordeeld op daadwerkelijke beschikbaarheid en bruikbaarheid voor belanghebbende:

  • -

    eigen (financiële) mogelijkheden;

  • -

    alle eventueel aanwezige huisgenoten, het eigen netwerk, die beschikbaar zijn en in staat om werkzaamheden over te nemen;

  • -

    alle algemeen gebruikelijke oplossingen;

  • -

    alle algemene voorzieningen;

  • -

    alle (wettelijke) voorliggende voorzieningen;

  • -

    alle collectieve voorzieningen.

Lid 3.

Onderzoek om een resultaat te bereiken vindt plaats, als de voorzieningen genoemd in lid 2, in het gesprek niet tot een oplossing hebben geleid of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden.

Hoofdstuk 7 Vormen van verstrekkingen

Artikel 11 Mogelijke verstrekkingwijzen

Lid 1.

Bij het verstrekken van een individuele voorziening biedt het college, de keuze tussen verstrekking in natura, verstrekking als persoonsgebonden budget (Pgb) of een financiële tegemoetkoming.

Lid 2.

Het college kan bij beschikking nadere voorwaarden vaststellen.

Artikel 12 Verstrekking in natura

Bij het verstrekken van een individuele voorziening in natura is een (bruikleen) overeenkomst van de gemeente met de leverancier van toepassing.

Artikel 13 Verstrekking als persoonsgebonden budget

Lid 1.

De omvang van het budget is de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst individuele voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten bijvoorbeeld onderhoud aan de voorziening.

Lid 2.

Voor algemene voorzieningen en voor financiële tegemoetkomingen wordt geen persoonsgebonden budget verstrekt.

Lid 3.

Als uit onderzoek blijkt dat de belanghebbende met het budget kan omgaan, wordt deze verleend.

Lid 4.

Bij de beschikking wordt een program van eisen verstrekt, waarin is vastgelegd aan welke voorwaarden de met het budget te verwerven voorziening minimaal dient te voldoen.

Lid 5.

De vaststelling van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden vindt als volgt plaats:

  • a.

    Bij inschakeling door de budgethouder van een hulp die niet in loondienst is van een thuiszorgaanbieder wordt er een bedrag per uur beschikbaar gesteld ter hoogte van 110% van het bruto uurloon (inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering) per 1 januari van het betreffende jaar, van de loonschaal CAO VVT, FWG 10 trede 10 bij HH1, en FWG 20 trede 8 bij HH2. Budgethouders kunnen kosteloos gebruik maken van de administratieve ondersteuning welke door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) wordt aangeboden.

  • b.

    Bij inschakeling door de budgethouder van een hulp die in loondienst is van een thuiszorgaanbieder wordt er een bedrag per uur beschikbaar gesteld dat gelijk is aan het gemiddelde uurtarief van de thuiszorgaanbieders.

Lid 6.

Belanghebbende die een budget voor huishoudelijke hulp ontvangt hoeft per jaar € 150,00 niet te verantwoorden.

Lid 7.

De verantwoording van het budget voor huishoudelijke hulp door de budgethouder vindt periodiek plaats via een verantwoordingsformulier. Het college is bevoegd de budgethouder om nadere informatie of alle bewijsstukken te vragen.

Artikel 14 Verstrekking als financiële tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt vastgesteld aan de hand van een goedgekeurde offerte.

Hoofdstuk 8 Eigen bijdragen

Artikel 15 Eigen bijdrage en eigen aandeel

Lid 1.

Bij compensatie op grond van deze verordening is de belanghebbende ouder dan 18 jaar een eigen bijdrage dan wel een eigen aandeel in de kosten verschuldigd.

Lid 2.

In afwijking van lid 1 is:

  • a.

    geen eigen bijdrage of eigen aandeel verschuldigd voor een algemene voorziening;

  • b.

    geen eigen bijdrage verschuldigd voor een collectieve vervoersvoorziening;

  • c.

    geen eigen bijdrage of eigen aandeel verschuldigd bij een financiële tegemoetkoming voor verhuiskosten en gebruik eigen auto;

  • d.

    geen eigen bijdrage of eigen aandeel verschuldigd in de kosten van een woningaanpassing als de kosten minder bedragen dan € 1.500,00;

  • e.

    geen eigen bijdrage of eigen aandeel verschuldigd in de kosten van een woonvoorziening als deze een tillift betreft;

Lid 3.

Het verschuldigde bedrag, bedoeld in lid 1, bedraagt het bedrag genoemd als maximum in artikel 4.1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Bmo).

Lid 4.

De eigen bijdrage overstijgt niet de kostprijs van de voorziening.

Lid 5.

De kostprijs van een voorziening en of het (jaarlijkse) onderhoudscontract wordt afgeleid van een vastgesteld normbedrag (bijvoorbeeld een eenheidsprijs van het kernassortiment), een goedgekeurde offerte, of de met de leverancier overeengekomen huur- of koopprijs of uurtarief.

Lid 6.

In geval van koop van een voorziening door het college bestaat de kostprijs van een voorziening uit de economische afschrijving van de voorziening, vermeerderd met het beheer- en onderhoudstarief. Mocht er na het verstrijken van de periode voor de economische afschrijving een vervangende voorziening ingezet moeten worden, dan gaat de periode van betaling van een eigen bijdrage voor dit deel opnieuw in.

Artikel 16 Duur inning eigen bijdrage

Lid 1.

Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt, dan wordt gedurende een periode van maximaal 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht.

Lid 2.

Indien een voorziening een bouwkundige of woontechnische aanpassing betreft, dan wordt gedurende een periode van maximaal 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht of, bij de vaststelling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming, gedurende die periode een eigen betaling in mindering dan wel in rekening gebracht.

Lid 3.

Bij voorzieningen die in bruikleen worden verstrekt en waarvoor de gemeente huur betaalt geldt een eigen bijdrage zolang iemand de voorziening gebruikt.

Lid 4.

Bij voorzieningen die in bruikleen worden verstrekt en die door de gemeente zijn gekocht is een eigen bijdrage verschuldigd op basis van de economische afschrijving en het onderhoudscontract. De eigen bijdrage op basis van de afschrijvingstermijn is verschuldigd gedurende:

  • -

    de periode van 39 maal vier weken in geval van hulpmiddelen uit het kernassortiment

  • -

    de economische levensduur in geval van hulpmiddelen buiten het kernassortiment.

Lid 5.

De eigen bijdrage over het door de gemeente te betalen onderhoudscontract voor een hulpmiddel is verschuldigd zolang de voorziening technisch nog niet is afgeschreven en nog door aanvrager wordt gebruikt.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 17 Wijziging situatie

Belanghebbende aan wie krachtens deze verordening compensatie is geboden, is verplicht zo spoedig mogelijk schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op de aanspraak op een individuele voorziening.

Artikel 18 Intrekking en terugvordering

Lid 1.

Het college kan een beschikking, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • -

    niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

  • -

    op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

Lid 2.

Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een Pgb kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling, dan wel de verantwoording huishoudelijke hulp Pgb, niet is aangewend voor de bekostiging van het doel waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Lid 3.

Ingeval een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een al uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

Lid 4.

In geval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens

Artikel 19 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 20 Indexering

Het college kan de op grond van deze verordening geldende bedragen jaarlijks per 1 januari verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de index volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Lid 1.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 01 januari 2014 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dongeradeel.

Lid 2.

Aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden beoordeeld op grond van de Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dongeradeel, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Dongeradeel op 26 februari 2013.

Artikel 22. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wmo - verordening Dongeradeel 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Dongeradeel van 19 december 2013
De griffier, De voorzitter,
A.J. Folbert M.C.M. Waanders