Regeling vervallen per 01-08-2016

Nadere regels subsidie voor Maatschappelijke Ondersteuning Dordrecht 2012

Geldend van 20-12-2012 t/m 31-07-2016

Intitulé

Nadere regels subsidie voor Maatschappelijke Ondersteuning Dordrecht 2012

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Dordrecht 2010;

  

B E S L U I T :

 

vast te stellen de navolgende

Nadere regels subsidie voor Maatschappelijke Ondersteuning Dordrecht 2012

HOOFDSTUK 1.  ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    organisatie: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit, die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de maatschappelijke ondersteuning van ingezetenen van de gemeente Dordrecht;

  • b.

    doelgroep: burgers uit de gemeente Dordrecht die zonder ondersteuning niet voldoende zelfstandig zijn en niet voldoende participeren in de samenleving.

Artikel 2 Doel

Het college kan op aanvraag van een organisatie een subsidie verstrekken voor activiteiten die als doel hebben de maatschappelijke participatie van de doelgroep in de samenleving te bevorderen.

Artikel 3 Subsidievormen

Het college verstrekt subsidie

  • a.

    eenmalig, in de vorm van maximaal 25.000 euro per activiteit;

  • b.

    in de vorm van een jaarlijkse subsidie als tegemoetkoming in de structurele kosten voor activiteiten gericht op mantelzorg- en vrijwilligersondersteuning, maatschappelijk werk en sociaal raadslieden, ondersteuning van de activiteiten van de Wmo adviesraad en overige maatschappelijke ondersteuning zoals beschreven in hoofdstuk 3 van het Wmo beleidsplan 2012-2014.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    Jaarlijks stelt het college voor deze regeling subsidieplafonds vast voor eenmalige en voor de jaarlijkse subsidies, onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de raad.

  • 2.

    Het college kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

  • 3.

    Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden kenbaar gemaakt via de huis-aan-huis bladen in de gemeente.

Artikel 5 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Subsidieaanvragen op grond van artikel 3 sub a worden behandeld op volgorde van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Subsidieaanvragen op grond van artikel 3 sub b dienen uiterlijk voor 1 oktober van elk jaar te zijn aangevraagd.

Artikel 6 Beoordeling aanvragen

  • 1.

    Alle aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3 sub a en sub b worden beoordeeld op de volgende aspecten:

    • a.

      de mate waarin de activiteiten een bijdrage leveren aan de zelfstandigheid en de participatie van de doelgroep;

    • b.

      de mate van betrokkenheid van verschillende lokale organisaties, instellingen en andere maatschappelijke actoren;

    • c.

      de mate van actieve inzet van de samenleving (vrijwillige inzet, informele zorg).

  • 2.

    Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3 sub a worden tevens beoordeeld op de volgende aspecten:

    • a.

      de mate waarin de activiteit vraaggericht is en een incidenteel karakter heeft;

    • b.

      de mate van innovatie en voorbeeldwerking;

HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE

Artikel 7 Aanvraag van de subsidie

Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 bevat naast de in artikel 6 Algemene subsidieverordening Dordrecht 2010 genoemde gegevens met uitzondering van artikel 6, lid 2 sub d Algemene subsidieverordening Dordrecht 2010, in ieder geval een gemotiveerde onderbouwing van de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de in artikel zes genoemde criteria.

HOOFDSTUK 4. SUBSIDIEVERPLICHTINGEN

Artikel 8 Subsidieverplichtingen

Onverminderd de verplichtingen uit hoofdstuk 7 van de Algemene Subsidieverordening Dordrecht is de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 3 sub b verplicht:

  • a.

    Structureel te werken aan kwaliteitsverbetering van haar dienstverlening;

  • b.

    In het belang van de doelgroep samen te werken metverschillende lokale organisaties, instellingen en andere maatschappelijke actoren.

HOOFDSTUK 5. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 9 Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval – naast het bepaalde in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht 2010 - geweigerd, indien:

  • a.

    de subsidieaanvraag grotendeels de reguliere persoon- of organisatiekosten van de aanvrager betreft;

  • b.

    voor zover in de subsidiabele kosten subsidie kan worden of werd verstrekt op grond van een andere rijks-, provinciale-, of gemeentelijke subsidieregeling;

  • c.

    de kosten van de activiteiten niet in redelijke verhouding staan tot het aantal te bereiken personen;

  • d.

    de activiteit bedoeld is voor één individu, dan wel voor (de doelgroep van) één organisatie;

  • e.

    het een eenmalige subsidieaanvraag (artikel 3 a) betreft en voor deze activiteit reeds voor drie achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt.

HOOFDSTUK 6. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 10 Citeertitel

De nadere regels worden aangehaald als "Nadere regels subsidie voor Maatschappelijke Ondersteuning Dordrecht 2012".

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt na bekendmaking in werking op 1 april 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 maart 2012.
Het college van Burgemeester en Wethouders
de wnd. secretaris de burgemeester
K.J. van Hengel A.A.M. Brok

Artikelsgewijze toelichting

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 2 Doel

Het doel van deze nadere regels is om aan organisaties subsidie te verlenen voor activiteiten die qua inhoud, aanpak of werkwijze bijdragen aan de zelfstandigheid en participatie van kwetsbare groepen aan de samenleving. Deze activiteiten passen binnen de doelstelling van het beleid Wmo beleidsplan 2012-2014, Hoofdstuk drie, ondersteuning vanuit de samenleving, van de gemeente Dordrecht.

Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn: ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Maar ook het ondersteunen van de activiteiten van de Wmo adviesraad en activiteiten voor kwetsbare burgers. Tevens wordt er in de lijn van de Wmo gewerkt aan de eigen kracht van kwetsbare burgers en het inzetten van het informele netwerk hiervoor.

Artikel 3 sub b Structurele subsidie

De jaarlijkse structurele subsidie is bedoeld voor instellingen die zich onder andere richten op mantelzorgondersteuning, maatschappelijk werk, sociaal raadslieden, ondersteuning van de activiteiten van de Wmo-adviesraad, vrijwilligersondersteuning, overige maatschappelijke ondersteuning. Als voorbeelden van instellingen kunnen genoemd worden: MEE, SSKW, Dorswedo, SVVG en Via Lumina.

HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND

Artikel 4. Subsidieplafond

Jaarlijks stelt het college een subsidieplafond vast. Dit is een maximum bedrag dat de gemeente beschikbaar stelt in een kalenderjaar. Eerder vastgestelde subsidieplafonds kan het college verhogen of verlagen. Het college stelt twee subsidieplafonds vast, daarmee is er een budget voor incidentele activiteiten en een budget voor een subsidie op jaarbasis.

Artikel 5 Aanvraagtermijn

Slechts volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvraag is aangevuld, als datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 6 Beoordeling aanvragen

Beoogd wordt om door middel van collectieve arrangementen aanbod te creëren, dat gericht is op begeleiding en ondersteuning van groepen en individuen, waarbij de zelfstandigheid en maatschappelijke participatie wordt vergroot, dan wel behouden. Geen individuele oplossingen, maar oplossingen gericht op de samenleving (minimaal wijkniveau) is gewenst. Door middel van actieve samenwerking met andere instellingen, maar ook door inzet van de wijk/regio dient het doel te worden bereikt.

Aanvragen worden beoordeeld op de genoemde aspecten in artikel 6. De genoemde aspecten zijn tevens wegingsfactoren bij de beoordeling van de aanvragen. De aspecten staan in volgorde van belang, waarbij het bovenste aspect het hoogste gewicht krijgt toegekend, en de laatste factor het laagste gewicht.

Artikel 8 Subsidieverplichtingen

Sub a kwaliteitsverbetering

Door middel van een structurele tevredenheidsmeting bij de cliënten, wordt gekeken in hoeverre het aanbod nog toereikend is. De organisatie werkt aan een systeem van horizontale verantwoording zoals bijvoorbeeld het betrekken van burgers door middel van klanttevredenheidsonderzoeken en visitatie.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Sub d

Het doel van deze nadere regels is dat op minimaal wijkniveau de samenhang tussen de burgers wordt bevorderd. De activiteiten kunnen derhalve niet bedoeld zijn voor de individu, dan wel tot één organisatie. Een substantieel deel van de samenleving moet van de activiteiten kunnen gebruik maken.

- - - - -