Regeling vervallen per 01-07-2015

Nadere regels op grond van artikel 2 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Dordrecht 2010 voor subsidies aan speeltuinwerk en scouting 2010

Geldend van 01-07-2010 t/m 30-06-2015

Intitulé

Nadere regels op grond van artikel 2 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Dordrecht 2010 voor subsidies aan speeltuinwerk en scouting 2010

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gelet op de Algemene Subsidieverordening Dordrecht 2010;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende

Nadere regels op grond van artikel 2 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Dordrecht 2010 voor subsidies aan speeltuinwerk en scouting 2010

AFDELING 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Doelstelling

Op grond van deze nadere regels kan het college, mede met behulp van bijdragen uit het Speeltuin- en Scoutingfonds, subsidie verstrekken aan instellingen van vrijwilligers of plaatselijke afdelingen daarvan, die speeltuinwerk en scouting verzorgen voor kinderen en jongeren die wonen in Dordrecht.

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • a.

    afschrijving: post in de begroting van de instelling waarin gelden worden gereserveerd voor groot onderhoud aan gebouwen en de vervanging van werkmaterialen;

  • b.

    ASV: Algemene subsidieverordening 2010;

  • c.

    exploitatiekosten: de vaste en variabele lasten van huisvesting, terreinen en werkmaterialen en de organisatiekosten, met uitzondering van de kosten van het organiseren van activiteiten;

  • d.

    kinderen en jongeren: jeugdigen tot de leeftijd van 23 jaar;

  • e.

    Speeltuin- en Scoutingfonds: het fonds dat bij raadsbesluit van 8 april 1986 is opgericht met als doel het daaruit kunnen verstrekken van investeringssubsidies en in bijzondere situaties ook eenmalige subsidies aan instellingen die activiteiten ontplooien voor de jeugd in Dordrecht. In het fonds wordt jaarlijks een bedrag gestort dat kan worden aangevuld met overschotten van het subsidiebudget.

Artikel 3 Algemene bepalingen

  • 1.

    Naast de in artikel 10 van de ASV genoemde weigeringsgronden wordt geen subsidie verstrekt aan instellingen die bij hun activiteiten onderscheid maken naar godsdienst of levensbeschouwing, afkomst of nationaliteit van de kinderen en jongeren.

  • 2.

    Het college legt in beleidsregels vast aan welke kwaliteitseisen de instellingen en hun activiteiten moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen.

Artikel 4 Gebouwen en terreinen

  • 1.

    De subsidie voor gebouwen bedraagt 70% van de huisvestingskosten, waaronder afschrijvingen op de huisvestingskosten.

  • 2.

    De terreinen bestemd voor speeltuinwerk worden om niet ter beschikking gesteld aan de instellingen. De rechten en verplichtingen in verband met het gebruik, waaronder in ieder geval het onderhoud, worden vastgelegd in een gebruiksovereenkomst tussen de gemeente en de instelling.

Artikel 5 Overige exploitatiekosten

  • 1.

    De subsidie voor de overige exploitatiekosten, te onderscheiden in afschrijvingen, niet zijnde afschrijvingen zoals bedoeld in artikel 4 lid 1, onderhoudskosten en organisatiekosten, bedraagt 70% van deze kosten.

  • 2.

    Onder afschrijvingen zoals bedoeld in het vorige lid worden in ieder geval verstaan de afschrijvingen van:

    • a.

      werkmaterialen;

    • b.

      meergelegenheden.

  • 3.

    Onder onderhoudskosten worden in ieder geval verstaan de kosten van het onderhoud van:

    • a.

      werkmaterialen;

    • b.

      meergelegenheden;

    • c.

      speeltoestellen.

  • 4.

    Onder organisatiekosten worden in ieder geval verstaan:

    • a.

      kosten die noodzakelijk zijn om de organisatie van de instelling in stand te houden, waaronder bestuurskosten, contributies aan regionale of landelijke koepelorganisaties en administratiekosten;

    • b.

      kosten van kadervorming, waaronder opleidingen en cursussen voor jeugdleiders en bestuursleden;

    • c.

      kosten van vrijwilligers.

Artikel 6 Berekening van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is het totaal van de bedragen op grond van de artikelen 4 en 5.

  • 2.

    Grondslag van de berekening zijn de door het college goedgekeurde kosten op basis van de begroting die wordt ingediend bij de subsidieaanvraag.

  • 3.

    Bij het vaststellen van de subsidie kan het college verschuivingen toestaan binnen de huisvestingskosten zoals bedoeld in artikel 5, de onderhoudskosten zoals bedoeld in artikel 6 lid 3 en de organisatiekosten zoals bedoeld in artikel 6, lid 4.

Artikel 7 Het Speeltuin- en Scoutingfonds

  • 1.

    Voor zover de middelen die voor enig jaar zijn begroot voor het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening niet worden besteed worden deze in het daarop volgende jaar toegevoegd aan het Speeltuin- en Scoutingfonds.

  • 2.

    Uit het Speeltuin- en Scoutingfonds kunnen subsidies worden verstrekt voor eenmalige kosten die verband houden met de exploitatie, voor zover de middelen van het fonds dat toelaten.

Artikel 8 Eenmalige kosten die verband houden met de exploitatie

De hoogte van de subsidie uit het Speeltuin- en Scoutingfonds bedraagt maximaal:

  • a.

    30% van de kosten van nieuwbouw, verbouw, aankoop of inrichting van een gebouw;

  • b.

    50% van de kosten van aanschaf van groot werkmateriaal;

  • c.

    100% van de kosten van eenmalige of incidenteel voorkomende activiteiten of experimenten.

  • d.

    30% van de kosten van nieuwbouw, verbouw, aankoop of inrichting van een gebouw;

  • e.

    50% van de kosten van aanschaf van groot werkmateriaal;

  • f.

    100% van de kosten van eenmalige of incidenteel voorkomende activiteiten of experimenten.

AFDELING 2: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Nadere regels voor subsidies aan speeltuinwerk en scouting 2010.

  • 2.

    De Subsidieverordening jeugd- en jongerenwerk 1995 blijft van toepassing op de subsidieverstrekkingen voor afschrijvingen van voor 1 juli 2008 totdat de termijn van deze afschrijvingen is verstreken.

  • 3.

    Op de overige aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze Nadere regels blijft de Subsidieverordening speeltuinwerk en scouting Dordrecht van toepassing.

  • 4.

    Deze regeling treedt in werking op de dag nadat de gemeenteraad de Algemene subsidieverordening 2006 en de Subsidieverordening speeltuinwerk en scouting heeft ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 11 mei 2010.
Het college van Burgemeester en Wethouders
de secretaris de burgemeester
M.R. Schurink A.A.M. Brok