Regeling vervallen per 01-07-2017

Beleidsregels parkeervergunningen Dordrecht

Geldend van 11-09-2014 t/m 30-06-2017

Intitulé

Beleidsregels parkeervergunningen Dordrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gezien het voorstel d.d. 11 augustus 2014 inzake Beleidsregels parkeervergunningen Dordrecht;

gelet op de Parkeerverordening Dordrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende

Beleidsregels met betrekking tot het aanvragen, verlenen en gebruiken van parkeervergunningen

Afdeling I Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    autodate: een overeenkomst tussen een autodateaanbieder en een autodatedeelnemer betreffende het tijdelijk gebruik van een motorvoertuig die de autodateaanbieder ter beschikking stelt aan een autodatedeelnemer;

  • 2.

    autodate aanbieder: rechtspersoon die motorvoertuigen voor autodate ter beschikking stelt en in het bezit is van een autodatevergunning;

  • 3.

    autodate deelnemer: natuurlijk persoon of rechtspersoon die een overeenkomst heeft gesloten met een autodateaanbieder inzake autodate;

  • 4.

    autodate stand plaats: een vaste parkeerplaats die is aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate en is aangeduid met verkeersbord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 en een onderbord met de vermelding "alleen autodate";

  • 5.

    autodatevergunning: een vergunning, bestemd voor een autodateaanbieder voor het gebruik van een autodatestandplaats;

  • 6.

    bedrijf: een door één of meer natuurlijke personen gevoerd, daadwerkelijk activiteiten kennend bedrijf of beroep, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel of anderszins geregistreerd. Onder bedrijf wordt tevens en in ieder geval verstaan: naamloze vennootschap, besloten vennootschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap, maatschap, eenmanszaak, vrij beroep, overheidsinstelling, vereniging en stichting;

  • 7.

    beroeps - of bedrijf svaartuig: het voor beroeps- of bedrijfsmatig gebruikt vaartuig;

  • 8.

    bewonersvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken van het motorvoertuig, bestemd voor bewoners in een vergunninghoudersector;

  • 9.

    bezoekersvergunning: een vergunning, in de vorm van een kraskaart, die geldt voor drie uur parkeren, voor bewoners van door het college aan te wijzen gebieden en te gebruiken door bezoekers van deze bewoners op voor vergunninghouders bestemde parkeerplaatsen;

  • 10.

    BRP: Basisregistratie Personen van de gemeente Dordrecht;

  • 11.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht;

  • 12.

    dagvergunning: een tijdelijke vergunning, voor motorvoertuigen, die verleend kan worden aan een organisatie die bijv. een congres organiseert.

  • 13.

    dienstenparkeerplaats: een vaste parkeerplaats die is aangewezen voor de houder van een dienstenvergunning en is aangeduid met verkeersbord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 en een onderbord met het kenteken van het motorvoertuig ten behoeve waarvan een dienstenvergunning is verleend;

  • 14.

    dienstenvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken van het motorvoertuig, bestemd voor een in de gezondheidszorg werkzame persoon voor gebruik op diens dienstenparkeerplaats;

  • 15.

    duplicaat: vergunningbewijs dat wordt afgegeven ter vervanging van het eerder afgegeven vergunningbewijs in geval van diefstal en/of vermissing.

  • 16.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het kentekenregister als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • 17.

    kampeermiddel: een middel dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief (nacht)verblijf;

  • 18.

    kampeermiddelvergunning: een vergunning ten behoeve van een kampeermiddel, bestemd voor bewoners in een vergunninghouderssector;

  • 19.

    kentekenregister: het register betreffende opgegeven kentekens, bedoeld in artikel 42 van de WVW 1994;

  • 20.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 (alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen) inclusief hetgeen onder een brommobiel wordt verstaan in het RVV 1990 (bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie);

  • 21.

    p arkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • 22.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren wordt geregeld door parkeerapparatuur;

  • 23.

    parkeergel egenheid op eigen terrein (POET ): parkeerplaats(en) op een terrein of in een garage waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur of ingebruikgeving of parkeerplaats(en) waarover de aanvrager kan beschikken op een terrein of in een garage waar in het kader van de verleende bouw- of omgevingsvergunning is overeengekomen dat deze is (zijn) bedoeld als parkeergelegenheid voor het gebouw waarvoor de bouw- of omgevingsvergunning is verleend. Een parkeerplaats op een terrein dient ten minste 2,30 meter bij 5,50 meter en een parkeerplaats in een garage dient ten minste 2,65 meter bij 5,50 meter te zijn. Op een parkeerplaats, deel uitmakende van een bouw- of omgevingsvergunning, op een terrein of in een garage waarover de aanvrager kan beschikken waar in het kader van de verleende bouw- of omgevingsvergunning is overeengekomen dat deze is (zijn) bedoeld als parkeergelegenheid voor het gebouw waarvoor de bouw- of omgevingsvergunning is verleend, zijn de genoemde afmetingen van de parkeerplaats niet van toepassing;

  • 24.

    p arkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • 25.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 (Staatsblad 1990, 459);

  • 26.

    s chippersvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken van het motorvoertuig, bestemd voor de schipper van een beroeps- of bedrijfsvaartuig dat afgemeerd is in een vergunninghouderssector;

  • 27.

    t ijdelijke vergunning: een vergunning bestemd voor bewoners of bedrijven met een parkeergelegenheid op eigen terrein in een vergunninghouderssector voor de duur van de werkzaamheden of activiteiten op, onder, in, boven, aan of nabij de weg door toedoen van derden waardoor geen gebruik kan worden gemaakt van de parkeergelegenheid op eigen terrein.

  • 28.

    v ergunning: een door het college op grond van de geldende parkeerverordening verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren in een vergunnninghouderssector;

  • 29.

    v ergunningbewijs: het schriftelijk bewijsstuk van de vergunning dat aan de vergunninghouder wordt verstrekt;

  • 30.

    v ergunninghouder: de natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • 31.

    v ergunninghoudersplaats: een parkeerplaats aangeduid met verkeersbord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 of een parkeerplaats gelegen binnen een zone aangeduid met verkeersbord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze parkeerplaats niet is uitgezonderd;

  • 32.

    vergunninghouderssector: een aangewezen gebied in de gemeente Dordrecht dat bestaat uit één of meerdere weggedeelte(n) dat is of die zijn aangewezen als bestemd voor het parkeren door vergunninghouders;

  • 33.

    vervangende vergunning: vergunning voor de duur van 14 dagen, bestemd voor degenen die de beschikking hebben over een bewonersvergunning, dienstenvergunning, schippersvergunning of zakelijke vergunning en wegens een calamiteit van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend tijdelijk een motorvoertuig met een ander kenteken berijden;

  • 34.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een parkeervergunning;

  • 35.

    weg(en): weg, als bedoeld in artikel 1 eerste lid onder b van de WVW 1994 (alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten);

  • 36.

    woonboot: boot, niet zijnde een pleziervaartuig, met de eigenschappen van een zelfstandige woning;

  • 37.

    WVW 1994 : de Wegenverkeerswet van 21 april 1994 (Staatsblad 1994, 475);

  • 38.

    zakelijke vergunning: een vergunning, afgegeven op bedrijfsnaam, bestemd voor bedrijven in een vergunninghoudersector die onbeperkt geldig is van maandag tot en met zaterdag van 9:00-22:00 uur;

  • 39.

    zelfstandige woning: een woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning. Het is een woning met:

    • -

      eigen (afsluitbare) voordeur;

    • -

      eigen toilet;

    • -

      eigen badkamer;

    • -

      eigen keuken.

Afdeling II Regels voor vergunningen

Artikel 2 Aanvragen van vergunningen

  • 1.

    De aanvraag voor een vergunning wordt op een door het college beschikbaar te stellen elektronisch of schriftelijk formulier ingediend.

  • 2.

    Het college beslist binnen acht weken op een aanvraag voor een vergunning.

Artikel 3 Verlenen van vergunningen

  • 1.

    Een vergunning wordt, afhankelijk van het moment van de aanvraag, verleend voor maximaal 6 maanden en daarna stilzwijgend verleend met perioden van 6 maanden.

  • 2.

    Voor een motorvoertuig dat langer is dan 6 meter en/of hoger is dan 2,40 meter wordt geen vergunning verleend.

Afdeling III Soorten vergunningen

Artikel 4 Autodatevergunning

  • 1.

    Een autodateaanbieder komt in aanmerking voor een autodatevergunning indien de autodateaanbieder aantoont dat in de omgeving waar de autodatestandplaats gewenst wordt een redelijke belangstelling voor en behoefte aan autodate bestaat en indien de parkeerdruk het toelaat;

  • 2.

    Voor de houder van een autodatevergunning wordt een autodatestandplaats aangewezen. Deze wordt aangegeven met een verkeersbord model E9 uit bijlage I van het RVV 1990 en een onderbord met de vermelding "alleen autodate".

Artikel 5 Bewonersvergunning

  • 1.

    Een bewoner van een zelfstandige woning of woonboot gelegen in een vergunninghouderssector komt in aanmerking voor een bewonersvergunning indien hij of zij op het adres waarvoor de vergunning wordt aangevraagd in de BRP is ingeschreven, in het bezit is van een geldig rijbewijs en het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd geregistreerd is op het adres waarvoor de bewonersvergunning word aangevraagd.

  • 2.

    Met een in de BRP ingeschreven persoon wordt gelijkgesteld de eigenaar of huurder die bij de aanvraag van de bewonersvergunning een kopie van het eigendomsbewijs of huurovereenkomst van de zelfstandige woning of woonboot gelegen in een vergunninghouderssector kan overleggen.

  • 3.

    Wanneer een bewonersvergunning wordt aangevraagd voor een leaseauto dient bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst overlegd te worden.

  • 4.

    Per zelfstandige woning of woonboot kunnen maximaal twee bewonersvergunningen verleend worden met dien verstande dat op het adres waarvoor de vergunning wordt aangevraagd in ieder geval twee personen voldoen aan de in lid 1 van dit artikel genoemde criteria.

  • 5.

    Indien een vergunninghouder gebruik maakt van een vervangend voertuig kan een vervangende vergunning verstrekt worden.

  • 6.

    Het college kan de aanvraag voor een eerste bewonersvergunning tijdelijk verlenen in een door het college aan te wijzen parkeergarage.

  • 7.

    Een tweede vergunning wordt verleend, mits het maximum aantal tweede vergunningen van de vergunninghouderssector waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven. Indien een aanvraag voor een parkeervergunning wordt ingediend wanneer het maximum aantal tweede vergunningen van de betreffende vergunninghouderssector reeds is uitgegeven, wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst voor de betreffende vergunninghouderssector. De vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar de datum van ontvangst van de aanvraag. Vergunningverlening vindt in dat geval plaats, zodra een vergunning voor de betreffende sector beschikbaar is en wel aan de eerst genoteerde op de wachtlijst. De aanvraag wordt op het moment van verlening van de wachtlijst verwijderd.

  • 8.

    Het aantal te verlenen bewonersvergunningen wordt verminderd met het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.

  • 9.

    De bewonersvergunning is kentekengebonden en kan voor maximaal één kenteken worden verleend.

  • 10.

    Indien op het adres van de aanvrager reeds een vergunning is verleend of parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is, komt de aanvrager slechts in aanmerking voor een tweede bewonersvergunning.

Artikel 6 Bezoekersvergunning

  • 1.

    Een bewoner van een zelfstandige woning of een woonboot gelegen in een vergunninghouderssector komt in aanmerking voor bezoekersvergunningen.

  • 2.

    Per zelfstandige woning of woonboot kunnen maximaal 15 bezoekersvergunningen per kwartaal worden verleend.

  • 3.

    Een bedrijf gelegen in een vergunninghouderssector komt niet in aanmerking voor bezoekersvergunningen.

Artikel 7 Dienstenvergunning

  • 1.

    Een in de gezondheidszorg werkzame persoon komt in aanmerking voor een dienstenvergunning indien hij of zij een spoedeisende medische hulp verleent waardoor hij of zij binnen een bepaalde termijn ter plaatse dient te zijn en er sprake is van parkeerdruk in de omgeving van zijn of haar woon- of werkadres. Tevens dient hij of zij in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs en dient het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd op zijn of haar naam te staan.

  • 2.

    Een in de gezondheidszorg werkzame persoon dient bij de aanvraag van de dienstenvergunning aannemelijk te maken dat hij of zij spoedeisende medische hulp verleent en binnen een bepaalde termijn ter plaatse dient te zijn. Een in de gezondheidszorg werkzame persoon verleent spoedeisende hulp, indien zij binnen 15 minuten ter plaatse moeten zijn. Van huisartsen en verloskundigen wordt aangenomen dat zij spoedeisende medische hulp verlenen.

  • 3.

    Wanneer een dienstenvergunning wordt aangevraagd voor een leaseauto dient hij of zij bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst te overleggen.

  • 4.

    Indien een vergunninghouder gebruik maakt van een vervangend voertuig kan een vervangende vergunning verstrekt worden.

  • 5.

    Een dienstenvergunning wordt aan een huisarts of verloskundige verleend als men is geregistreerd als zelfstandig werkend persoon in de gezondheidszorg. Dit wordt getoetst aan de hand van registratie in het kader van de Wet BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg).

  • 6.

    Er is sprake van parkeerdruk in de omgeving van het woon- of werkadres, indien binnen een loopafstand van 100 meter van dit adres op diverse tijdstippen onvoldoende vrije parkeerplaatsen beschikbaar zijn.

  • 7.

    De in de gezondheidszorg werkzame persoon komt niet in aanmerking voor een dienstenvergunning bij zijn woon- of werkadres, indien hij/zij daar beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein.

  • 8.

    Voor de houder van een dienstenvergunning wordt bij zijn woon- of werkadres een dienstenparkeerplaats aangewezen. Deze wordt aangegeven met een verkeersbord model E9 uit bijlage I van het RVV 1990 en een onderbord met het kenteken van het motorvoertuig.

  • 9.

    De houder van een dienstenvergunning komt voor het adres waarvoor hij een dienstenparkeerplaats heeft toegewezen gekregen slechts in aanmerking voor een tweede bewonersvergunning of een tweede zakelijke vergunning.

Artikel 8 Kampeermiddelvergunning

  • 1.

    Een eigenaar of houder van een kampeermiddel komt in aanmerking voor een kampeermiddelvergunning indien hij/zij op het adres waarvoor de vergunning wordt aangevraagd in de BRP is ingeschreven, in het bezit is van een geldig rijbewijs en het kampeermiddel of het trekkende motorvoertuig op zijn of haar naam staat.

  • 2.

    De kampeermiddelvergunning is geldig voor maximaal drie achtereenvolgende dagen.

  • 3.

    De kampeermiddelvergunning is geldig voor de vergunninghouderssector waarin de aanvrager woont.

  • 4.

    De vergunningplicht voor een niet-gemotoriseerd kampeermiddel geldt zowel wanneer het is gekoppeld aan het trekkende motorvoertuig als wanneer het daarvan is losgekoppeld.

Artikel 9 Schippersvergunning

  • 1.

    Een schipper van een beroeps- of bedrijfsvaartuig komt in aanmerking voor een schippersvergunning (voor sector A en G) indien zijn of haar beroeps- of bedrijfsvaartuig afgemeerd is in een vergunninghouderssector, in het bezit is van een geldig rijbewijs en hij of zij eigenaar of houder van het motorvoertuig is waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.

  • 2.

    Een schipper van een beroeps- of bedrijfsvaartuig mag slechts van de schippersvergunning gebruik maken indien zijn of haar beroeps- of bedrijfsvaartuig afgemeerd is in een vergunninghouderssector.

  • 3.

    Per beroeps- of bedrijfsvaartuig kan maximaal één schippersvergunning verleend worden.

  • 4.

    Indien een vergunninghouder gebruik maakt van een vervangend voertuig kan een vervangende vergunning verstrekt worden.

  • 5.

    Wanneer een schippersvergunning wordt aangevraagd voor een leaseauto dient bij de aanvraag een kopie van de leaseovereenkomst overlegd te worden.

Artikel 10 Dagvergunningen

  • 1.

    Organisaties van evenementen komen in aanmerking voor dagvergunningen.

  • 2.

    De dagvergunning is geldig voor een periode van 24 uur.

Artikel 11 Tijdelijke vergunning

  • 1.

    Een bewoner van een zelfstandige woning of een bedrijf in een vergunninghoudersector met een parkeergelegenheid op eigen terrein komt in aanmerking voor een tijdelijke vergunning indien, door toedoen van derden, geen gebruik kan worden gemaakt van de parkeergelegenheid op eigen terrein vanwege werkzaamheden of activiteiten op, onder, in, boven, aan of nabij de weg;

  • 2.

    De duur van de tijdelijke vergunning is gelijk aan de duur dat er door toedoen van derden geen gebruik kan worden gemaakt van de parkeergelegenheid op eigen terrein.

Artikel 12 Zakelijke vergunning

  • 1.

    Een bedrijf komt in aanmerking voor een zakelijke vergunning indien het bedrijf waarvoor de vergunning wordt aangevraagd is gevestigd in een vergunninghoudersector.

  • 2.

    Per bedrijf kunnen maximaal twee zakelijke vergunningen verleend worden.

  • 3.

    Bedrijven worden aangemerkt als één bedrijf en derhalve als één aanvrager, indien zij zijn gevestigd op één adres of naburige adressen en aldaar gezamenlijk gelijksoortige bedrijfsactiviteiten uitoefenen dan wel, indien zij, wanneer geen sprake is van gelijksoortige bedrijfsactiviteiten, uitsluitend op het niveau van verantwoordelijke functies, zoals de directie, gemeenschappelijke functies hebben. Hiervoor kunnen bewijsstukken worden verlangd. Onder meer worden de volgende criteria gehanteerd bij de beoordeling van de aanvraag:

    • -

      staan de bedrijven zelfstandig ingeschreven op het adres in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • -

      hebben de bedrijven een zelfstandig huur- of koopcontract ter zake van het betreffende adres;

    • -

      hebben de bedrijven verschillende werknemers;

    • -

      hebben de bedrijven verschillende bestuurders of directeuren;

    • -

      hanteren de bedrijven elk een eigen doelstelling, naam, telefoonnummer en briefhoofd;

    • -

      worden de bedrijven uitgeoefend in verschillende branches.

  • 4.

    Het college kan een eerste zakelijke vergunning tijdelijk verlenen in een parkeergarage.

  • 5.

    Een tweede vergunning wordt verleend, mits het maximum aantal tweede vergunningen van de vergunninghouderssector waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is uitgegeven. Indien een aanvraag voor een parkeervergunning wordt ingediend wanneer het maximum aantal tweedevergunningen van de betreffende vergunninghouderssector reeds is uitgegeven, wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst voor de betreffende vergunninghouderssector. De vermelding op de wachtlijst vindt plaats naar de datum van ontvangst van de aanvraag. Vergunningverlening vindt in dat geval plaats, zodra een vergunning voor de betreffende sector beschikbaar is en wel aan de eerst genoteerde op de wachtlijst. De aanvraag wordt op het moment van verlening van de wachtlijst verwijderd.

  • 6.

    Een zakelijke vergunning wordt afgegeven op bedrijfsnaam.

  • 7.

    Het aantal te verlenen zakelijke vergunningen wordt verminderd met de parkeergelegenheid op eigen terrein.

  • 8.

    Indien het bedrijf beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein komt het bedrijf in aanmerking voor een tweede vergunning.

Afdeling IV Parkeergelegenheid op eigen terrein

Artikel 13 Uitsluitingen

Een parkeerplaats op eigen terrein welke buiten toedoen van de aanvrager tijdelijk niet beschikbaar is voor het parkeren van het motorvoertuig van de aanvrager, wordt niet als parkeerplaats op eigen terrein beschouwd.

Artikel 14 POET door derden in gebruik

Indien een aanvrager over een parkeergelegenheid op eigen terrein beschikt, welke hij of zij aan een derde ter beschikking heeft gesteld, wordt deze parkeergelegenheid voor de toepassing van deze beleidsregels voor de aanvrager als een parkeergelegenheid op eigen terrein beschouwd.

Artikel 15 POET en uitbreiding vergunninghouderssector

Indien het besluit tot invoering van betaald parkeren in een bepaald gebied in werking is getreden, wordt een parkeerplaats die door een aanvrager aan een derde ter beschikking is gesteld voordat de inwerkingtreding heeft plaatsgevonden, gedurende een periode van 12 maanden na deze inwerkingtreding, niet als een parkeerplaats op eigen terrein beschouwd. De aanvrager dient dan door middel van een huur- of ingebruikgevingsovereenkomst aan te tonen dat hij niet over de parkeerplaats kan beschikken en dat hij de parkeerplaats aan een derde ter beschikking heeft gesteld.

Afdeling V Slotbepalingen

Artikel 16 Intrekking, citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    De Beleidsregels parkeervergunningen Dordrecht van 19 december 2006 worden ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: "Beleidsregels parkeervergunningen Dordrecht".

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking op 10 september 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 2 september 2014.
Het college van Burgemeester en Wethouders
de secretaris de burgemeester
M.M. van der Kraan A.A.M. Brok