Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractievergoeding 2010

Geldend van 29-05-2014 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 27-03-2014

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractievergoeding 2010

De Raad van de gemeente Dordrecht;

 

gezien het voorstel van het presidium van 10 december 2009, nr. GRI/2010/285723;

 

gelet op artikel 33 van de Gemeentewet; 

 

                                              

                                               b e s l u i t

 vast te stellen de

Hoofdstuk

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Fractie: een in de gemeenteraad vertegenwoordigde politieke groepering; 

  • b.

    Fractielid:eenlid van een fractie;

  • c.

    Commissielid: een burgerraadslid als genoemd in artikel 1 onder e van de Commissieverordening;

  • d.

    Vergoeding:de krachtens deze verordening aan de fracties te verstrekken financiële bijdrage;

  • e.

    College: het college van Burgemeester en Wethouders van Dordrecht.

Hoofdstuk I AMBTELIJKE BIJSTAND

Artikel 2 Informatie door de ambtelijke organisatie

  • 1.

    De gemeentesecretaris draagt zorg voor het verstrekken van bijstand door de ambtelijke organisatie aan raads- en commissieleden.

  • 2.

    De ambtelijke bijstand kan bestaan uit het verstrekken van informatie of advies, het verzamelen en verwerken van informatie en het verlenen van hulp bij de redactionele vormgeving van voorstellen, ontwerpbesluiten, ontwerpverordeningen, amendementen en moties.

  • 3.

    Informatie wordt schriftelijk, mondeling, digitaal, door inzage of in de vorm van een uittreksel of kopie verstrekt, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wens van het verzoekende raads- of commissielid.

Artikel 3 De procedure

  • 1.

    Verzoeken om ambtelijke bijstand, die geen omvangrijke inzet van de ambtelijke organisatie vragen, kunnen rechtstreeks worden gericht aan de betrokken medewerker(s).

  • 2.

    Verzoeken om bijstand, die wel een omvangrijke inzet van de ambtelijke organisatie vragen, worden gericht aan de griffier. De griffier dient het verzoek schriftelijk in bij de gemeentesecretaris.

  • 3.

    De gevraagde bijstand wordt bij voorrang verleend. Indien de gemeentesecretaris van oordeel is dat de gevraagde bijstand een dermate omvangrijke inzet van de ambtelijke organisatie vraagt dat deze de normale bedrijfsvoering van de betrokken organisatieonderdelen doorkruist, treedt hij in overleg met de verzoeker en de griffier over de wijze en het tijdstip waarop de bijstand kan worden verleend.

  • 4.

    Indien de verzoeker niet tevreden is over de kwaliteit van de ambtelijke bijstand of over de wijze en het tijdstip waarop deze wordt verleend, treedt hij in overleg met de gemeentesecretaris en de griffier.

  • 5.

    Indien het overleg, bedoeld in de leden 3 en 4, niet tot overeenstemming leidt, beslist het college dan wel, indien de gevraagde bijstand betrekking heeft op een beleidsterrein dat aan de Burgemeester is opgedragen, de Burgemeester. 

  • 6.

    Het verlenen van bijstand geschiedt onafhankelijk van de inhoud van de vraagstelling of de keuzes die de verzoeker maakt.

  • 7.

    Bijstand wordt niet verleend indien niet aannemelijk is dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad.

Hoofdstuk II FRACTIEVERGOEDING

Artikel 4 Aanspraak op vergoeding

  • 1.

    De fracties hebben aanspraak op de vergoeding.

  • 2.

    De vergoeding wordt per kalenderjaar verstrekt door overmaking op een ten name van de desbetreffende fractie gestelde bank- of girorekening.

Artikel 5 Gebruik van de vergoeding

  • 1.

    De vergoeding is bestemd als tegemoetkoming in de kosten van het functioneren van de fractie. Fracties besteden de vergoeding om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De vergoeding wordt niet gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen, anders dan als betaling van diensten of goederen geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een reële, gespecificeerde declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven die moeten worden betaald uit vergoedingen die de raads- en commissieleden ontvangen op grond van rechtspositieregelingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 6 Berekening van de vergoeding

  • 1.

    De vergoeding bestaat uit een vast bedrag per fractie en uit een bedrag per fractielid.

  • 2.

    Het vaste bedrag per fractie bedraagt €  6.676,--.

  • 3.

    Het bedrag per fractielid bedraagt €  1.700,--.

Artikel 7 Verstrekking van de vergoeding

  • 1.

    De vergoeding wordt bij wijze van voorschot verstrekt.

  • 2.

    Verstrekking geschiedt voor 31 januari van het desbetreffende kalenderjaar.

  • 3.

    Voor de berekening van de vergoeding wordt uitgegaan van de situatie per 1 januari van het jaar waarover de vergoeding wordt verstrekt.

  • 4.

    In een jaar waarin verkiezingen voor de gemeenteraad plaatsvinden wordt een evenredig deel van het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad heeft plaatsgevonden, wordt het resterende deel van het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 5.

    Na vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 8, wordt het voorschot verrekend met teveel ontvangen voorschotten.

Artikel 8 Wijziging vergoeding

  • 1.

    Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wordt de vergoeding als volgt aangepast:

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2.

    Bij splitsing van een fractie vindt in het kalenderjaar waarin de splitsing heeft plaatsgevonden geen herberekening plaats.

  • 3.

    De aanspraak op de vergoeding van het bedrag per fractielid van na splitsing ontstane fracties gaat in met ingang van het kalenderjaar volgend op de splitsing. De vaste vergoeding per fractie wordt niet verdeeld en blijft bij de oorspronkelijke fractie.

Artikel 9 Rekening en verantwoording

  • 1.

    Binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar legt elke fractie aan de raad rekening en verantwoording af over de besteding van de vergoeding, onder overlegging van een verslag.

  • 2.

    Het verslag vermeldt in elk geval:

    • a.

      het bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar aan vergoeding is ontvangen;

    • b.

      het bedrag van de uitgaven ten laste van de vergoeding over het voorafgaande kalenderjaar;

    • c.

      ten behoeve van welke uitgaven de vergoeding is besteed;

    • d.

      het saldo van de inkomsten en uitgaven per 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar; en

    • e.

      het bedrag van de reserve aan het eind van het voorafgaande kalenderjaar.

  • 3.

    Bij het verslag wordt gevoegd een verklaring van de fractie over de juistheid van de overgelegde gegevens. Deze verklaring wordt ondertekend door de fractievoorzitter en zo mogelijk een fractielid.

  • 4.

    Voor het verslag en de verklaring worden de formulieren gebruikt, die als bijlage bij deze verordening zijn gevoegd.

  • 5.

    De uitgaven worden onderbouwd met bewijsstukken die desgevraagd ter beschikking worden gesteld aan de accountant.

  • 6.

    Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

  • 7.

    In afwijking van het eerste lid wordt door fracties die na verkiezingen of tussentijds als zodanig ophouden te bestaan rekening en verantwoording afgelegd binnen 3 maanden na de verkiezingsdatum respectievelijk de datum van beëindiging van de activiteiten.

Artikel 10 Reserves

  • 1.

    De fracties kunnen het niet gebruikte deel van de vergoeding reserveren voor besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 100 % van de vergoeding die de fractie in het desbetreffende kalenderjaar op grond van artikel 6, tweede en derde lid, toekwam.

  • 3.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie, die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

Artikel 11 Vaststelling vergoeding

Binnen drie maanden na ontvangst van het advies van de accountant stelt de raad de bedragen vast van:

  • a.

    de voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven van de desbetreffende fracties;

  • b.

    de wijziging van de reserve;

  • c.

    de resterende reserve;

  • d.

    de verrekening tussen de in onderdeel a genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot, en voor zover van toepassing de hoogte van de terugvordering van de ontvangen voorschotten.

Artikel 12 Fractieruimte

  • 1.

    Elke in de raad vertegenwoordigde groepering kan aanspraak maken op een van gemeentewege beschikbaar te stellen ruimte voor fractiewerkzaamheden.

  • 2.

    Verdeling van de beschikbare ruimte geschiedt in onderling overleg tussen de fracties, waarbij de omvang van de fracties uitgangspunt is. Indien de fracties niet tot overeenstemming komen beslist de voorzitter van de raad, de griffier gehoord.

Hoofdstuk III SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening ambtelijke bijstand en fractievergoeding 2010’

Artikel 14 Inwerkingtreding en intrekken oude regelingen

  • 1.

    Met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid wordt deze verordening geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2010.

  • 2.

    Artikel 5 van deze verordening werkt terug tot 1 januari 2009.

  • 3.

    Artikel 3 van de Verordening fractievergoeding 2004 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2009.

  • 4.

    Met inachtneming van het derde lid worden met ingang van 1 januari 2010 de Verordening ambtelijke bijstand aan de raad en aan raadsleden en de fractieondersteuning alsmede de Verordening fractievergoeding 2004 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 februari 2010.
 
 
de griffier                                                    de voorzitter
 
 
 M. van Hall                                                   A.A.M. Brok

Nota-toelichting

Toelichting

 

Algemeen

 

Op grond van artikel 33 van de Gemeentewet hebben de raad en elk van zijn leden recht op ambtelijke bijstand en hebben de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen recht op ondersteuning. De uitwerking van deze aanspraken moet bij verordening worden geregeld. Totnogtoe waren er op deze materie twee gemeentelijke verordeningen van kracht: de Verordening ambtelijke bijstand aan de raad en aan raadsleden en de fractieondersteuning van 2002 en de Verordening op de fractievergoeding van 2004. Als uitvloeisel van de DDRH-toets (Deregulering, Dualisering, Rechtmatigheid en Handhaafbaarheid) is afgesproken dat beide regelingen worden samengevoegd tot één verordening. Inhoudelijk zijn enkele wijzigingen aangebracht ten opzichte van de oude regelingen. Het gaat om aanpassing aan de toepassing van de regelingen in de praktijk, als gevolg van gewijzigde regelgeving en nadere verduidelijking. In de artikelsgewijze toelichting worden deze aanpassingen genoemd en toegelicht.

 

Het recht op ambtelijke bijstand en fractieondersteuning zijn – naast de introductie van de griffier en de griffiefunctie - een direct en logisch gevolg van de dualisering van het gemeentebestuur. De dualisering betekende ontvlechting van rollen en verantwoordelijkheden: de bestuursbevoegdheden zijn bij het college geconcentreerd, kaderstelling en controle bij de raad. Om deze kaderstellende en controlerende rol te versterken, heeft de wetgever de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning als recht geïntroduceerd.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1

Aan de begripsbepalingen is de omschrijving van commissielid (burgerraadslid) toegevoegd. Dit was nodig om in de volgende artikelen vast te leggen dat ook zij recht hebben op ambtelijke bijstand. In de praktijk strekte de bijstand zich overigens probleemloos tot hen uit. Onder de definitie van fractie valt ook een afgesplitste eenmansfractie. In deze verordening worden onder ‘fractielid’ alleen raadsleden verstaan. Voor de bepaling van de hoogte van de fractievergoeding tellen dus alleen raadsleden mee, commissieleden niet.

 

Artikel 2

Het ondersteunen van de raad en de individuele raads- en commissieleden hoort voor ambtenaren tot hun reguliere takenpakket. Daarin hebben de dualisering van het gemeentebestuur en de introductie van de griffier en de griffiefunctie geen verandering gebracht. Als materiedeskundigen zijn de ambtenaren bij uitstek in staat de raad van advies en bijstand te voorzien. Dat laat onverlet dat raadsleden zich ook om advies en bijstand tot de griffie(r) kunnen wenden, bijvoorbeeld bij het opstellen van initiatiefvoorstellen en/of moties en amendementen etc. Griffier en griffiemedewerkers zullen op hun beurt advies kunnen inwinnen bij hun materiedeskundige collega’s van de ambtelijke organisatie, met name als het gevraagde advies specifieke deskundigheid vereist. De ondersteuning door griffier en griffiemedewerkers is geregeld in de ‘Instructie voor de griffier’, vastgesteld door de raad op 4 januari 2005.

 

 Artikel 3

In dit artikel worden spelregels gegeven wanneer raads- en commissieleden zich rechtstreeks tot medewerkers van de ambtelijke organisatie kunnen wenden en wanneer het verzoek via de griffier en de gemeentesecretaris moet lopen. Dit laatste is het geval als voldoening aan het verzoek tot substantiële inzet van het ambtelijke apparaat leidt, waardoor de continuïteit van de overige werkzaamheden in het gedrang zou kunnen komen. Verder wordt in dit artikel aangegeven welke mogelijkheden het individuele raads- of commissielid heeft als hij of zij niet tevreden is met de verleende bijstand of het uitblijven daarvan.

Behalve raadsleden kunnen vanzelfsprekend ook commissieleden een beroep doen op ambtelijke bijstand. Dit is in overeenstemming met de geldende praktijk. Bij een verzoek om bijstand dat een omvangrijke inzet van het ambtelijke apparaat vergt, wendt de griffier zich in het vervolg uitsluitend tot de gemeentesecretaris en niet ook tot de directeur van de desbetreffende sector, zoals in de oude regeling het geval was.

 

Artikel 4

Dit artikel regelt met zoveel woorden dat er sprake is van een aanspraak op fractievergoeding. Het indienen van een aanvraag is dus niet nodig.

 

Artikel 5

Waaraan de vergoeding mag worden besteed, is in dit artikel in algemene termen omschreven. Minimumvoorwaarde is dat de vergoeding wordt besteed aan raadswerkzaamheden. De fracties hebben hierin een grote mate van vrijheid. Omdat hun werk bij uitstek van politieke aard is, passen al te gedetailleerde voorschriften niet.

Wel is een aantal doeleinden genoemd waarvoor de vergoeding niet gebruikt mag worden. Daaruit kan worden afgeleid dat de vergoeding in elk geval niet mag worden gebruikt om verkiezingscampagnes te financieren of afdrachten te doen aan (landelijke) politieke partijen. Ook beoogt deze regeling uit te sluiten dat raads- en commissieleden langs de weg van de fractievergoeding de vergoedingen aanvullen die zij op basis van de Rechtspositieverordening raads- en commissieleden ontvangen. Daarmee wordt aangesloten bij de bedoelingen van de wetgever in artikel 99 van de Gemeentewet.

De eigen (individuele) vergoeding voor het raadswerk omvat – samengevat - een vergoeding voor de werkzaamheden van de raadsleden, een onkostenvergoeding, een vergoeding voor de burgerraadsleden per commissievergadering en, onder bepaalde omstandigheden, een vergoeding voor reis- en verblijfkosten.

De bepaling dat opleidingen voor individuele raads- en commissieleden niet uit de fractievergoeding mogen worden bekostigd, is geschrapt. Dit houdt verband met een wijziging van het stelsel van onkostenvergoedingen en van de vergoedingen van het Rijk aan de gemeenten, op grond waarvan algemene opleidingen voor rekening van de gemeente komen. Hierbij kan gedacht worden aan cursussen of expertmeetings over een bepaald onderwerp, zoals de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening of gemeentefinanciën, een debattraining of het inwerkprogramma voor de nieuwe raad. Dergelijke opleidingen worden door en voor rekening van de gemeente georganiseerd. Opleidingen die een raads- of commissielid of een fractie nodig vindt en die verband houden met het raadswerk kunnen worden bekostigd uit de fractievergoeding, ook als deze bestemd zijn voor individuele fractieleden.

 

Artikel 6

Het bedrag waarop de fracties op grond van hun zetelaantal aanspraak hebben, wordt jaarlijks in januari overgemaakt. Definitieve vaststelling door de raad vindt het daaropvolgende jaar plaats, nadat de fracties rekening en verantwoording hebben afgelegd en is bepaald of er terugstorting moet plaatsvinden. Zie ook de artikelen 8 en 9 en de toelichting daarop.

 

Artikel 7

Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast moet worden aan nieuwe verhoudingen in de raad als gevolg van verkiezingen of afsplitsingen. De regeling heeft tot gevolg dat fracties die als gevolg van verkiezingen kleiner worden of geheel verdwijnen nog over de gehele maand waarin de nieuwe raad voor het eerst vergadert de bijdrage ontvangen. Voor fracties die groter worden of voor nieuwe fracties gaat de bijdrage per dezelfde maand in. Dat betekent dat de totale vergoeding voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren. Dat is niet te vermijden. Dit geldt niet in het geval van splitsing van een fractie. Dan vindt herberekening pas plaats met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar na dat waarin de splitsing heeft plaatsgevonden. Bij samenvoeging van fracties geldt dat de bekostiging wordt aangepast aan de nieuwe situatie met ingang van het kalenderjaar volgend op de samenvoeging. Dit vloeit voort uit de artikelen 1 en 8, derde lid, van deze verordening.

 

Artikel 10

De reserve bestaat uit het overschot van voorgaande jaren. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien. De reserve is dan ook gebonden aan een maximum, te weten het bedrag van de vergoeding. Bij het definitief vaststellen van de vergoeding over het voorafgaande kalenderjaar wordt het totaal van de reserve op dat moment vergeleken met de vergoeding waarop de fractie over dat jaar aanspraak had. Om die reden is in dit artikellid ‘voorafgaande’ vervangen door: desbetreffende.

Vanuit een oogpunt van flexibiliteit is er van afgezien dwingend voor te schrijven dat de reserve op een spaarrekening wordt vastgezet. Er wordt vanuit gegaan dat de fracties op verantwoorde wijze met de gevormde reserves omgaan. Bij splitsing van fracties wordt de eventuele reserve niet verdeeld omdat het de oorspronkelijke fractie is die deze heeft opgebouwd en er in de verordening evenmin een aanspraak is geregeld op (een deel van) de vaste voet – vergoeding van de afgesplitste fractie op de oorspronkelijke fractie.

 

Artikel 11

Via het verslag wordt nagegaan of de fracties de vergoeding niet in strijd met haar bestemming hebben gebruikt. Vanuit een oogpunt van deregulering is de verslaglegging vrij globaal. Door de fracties bij monde van hun voorzitter en een ander fractielid uitdrukkelijk te laten verklaren dat de in het verslag genoemde gegevens juist zijn, wordt het zwaartepunt van de verantwoordelijkheid bij de fracties gelegd. Voor fracties die als gevolg van verkiezingen of om andere redenen uit de raad verdwijnen is het tijdstip van het afleggen van rekening en verantwoording uit een oogpunt van continuïteit naar voren gehaald.

 

Artikel 12

Behalve op een financiële vergoeding hebben de fracties aanspraak op beschikbaarstelling van een ruimte in het Politiek Centrum. Fractiekamers worden beschikbaar gesteld met inrichting en inclusief verlichting, verwarming, schoonhouden en bewaking. Verdeling van de beschikbare ruimten vindt plaats na de gemeenteraadsverkiezingen, waarbij de grootste fractie aanspraak heeft op de grootste ruimte.

 

Artikel 14

De bepaling dat fracties opleidingen voor individuele fractieleden, mits verband houdend met het raadswerk, mogen bekostigen uit de fractievergoeding, werkt terug tot 1 januari 2009.

VERSLAGFORMULIER FRACTIEVERGOEDING

 

 

Verantwoording over het jaar: xxxx

 

Fractie:

 

  • I.

    Overzicht inkomsten en uitgaven

 

Ontvangen fractievergoeding:                    €                                 (A)

 

Uitgaven:

  • 1.

    ..                                 €

  • 2.

    ..                                 €

  • 3.

    ..                                 €

  • 4.

    ..                                 €

  • 5.

    ..                                 €

  • 6.

    ..                                 €

  • 7.

    ..                                 €

  • 8.

    ..                                 €

  • 9.

    overig                                   €                    

 

Totaal uitgaven                   €                                                           (B)

 

Saldo inkomsten/uitgaven                        €                                 (C)

 

 

  • II.

    Verloop gereserveerde middelen

 

Stand reserve per 1 januari xxxx:                  € 

 

Mutatie in reserve (bedrag vermeld bij C):     €                                 

 

Stand reserve per 31 december xxxx:                                       (D)

 

 

Beschikbare budget in xxxx:                         €                              (E)

 

 

 

 

Ingeval de stand van de reserve per 31 december xxxx (bedrag onder D) hoger is dan het beschikbare budget (bedrag onder E) te restitueren:         €     

 

 

 

 

FORMULIER VERKLARING FRACTIEVERGOEDING

 

 

 

Ondergetekenden:

 

(naam)

 

(naam)

 

 

in hun hoedanigheid van voorzitter respectievelijk lid van de fractie van

(naam fractie)

 

verklaren hierbij dat het verslag over de besteding van de fractievergoeding en de stand van de reserve over het kalenderjaar xxxx naar waarheid is gedaan.

 

 

Datum:

 

 

Ondertekening: