Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Drechterland 2010

Geldend van 12-11-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Drechterland 2010

De raad van de gemeente Drechterland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 september 2009;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Drechterland 2010

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaatonder:

a. eigendom: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling,verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

c. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering;

  • 2. Met betrekking tot de belasting wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, al sgenothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij hetbegin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een bedrag per eigendom.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1. De belasting als bedoeld in artikel 2 onder a en b, bedraagt voor de na te noemen eigendommen of gedeelten van eigendommen per eigendom per jaar:

    a. voor een eigendom of gedeelte daarvan, gebruikt als woning € 128,75

    b. voor een eigendom of gedeelte daarvan, gebruikt als winkel ofander bedrijf, waarin niet meer dan 5 personen werkzaam zijn € 159,50

    c. voor een eigendom of gedeelte daarvan, gebruikt als winkel of ander bedrijf, waarin meer dan 5, doch niet meer dan 10 personen werkzaam zijn, benevens eigendommen van instellingen van openbaar nut € 318,--d. voor een eigendom of gedeelte daarvan, gebruikt als winkel of ander bedrijf, waarin meer dan 10 personen werkzaam zijn, benevens voor een eigendom, gebruikt als hotel, café of café-restaurant € 638,50

    e. voor een eigendom, gebruikt als klooster, verpleeginrichting, bejaarden- of ander tehuis, waarin als regel meer dan 10 personen nachtverblijf hebben € 853,--

  • 2. Een eigendom, waaraan een bestemming wordt gegeven, welke niet is genoemd in het eerste lid, wordt gerangschikt onder de groep, waarmee dit eigendom wat betreft zijn bestemming overeenkomt.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening rioolrecht Drechterland 2008” van 8 november 2007, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 27 oktober 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolheffing Drechterland 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van 26 Oktober 2009;
De raad voornoemd,
De griffier,
De voorzitter,