Regeling vervallen per 01-01-2012

Financiële verordening Drechterland 2006 1e herziening

Geldend van 07-10-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Financiële verordening Drechterland 2006 1e herziening

De raad van de gemeente Drechterland

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2006.

Gelet op, artikel 212 van de Gemeentewet.

besluit:

vast te stellen:

DE FINANCIËLE VERORDENING DRECHTERLAND 2006 1E HERZIENING

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. sector: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

b. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Drechterland en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1. De raad stelt bij aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    a. wat hij wil bereiken (de beoogde maatschappelijke effecten);

    b. wat hij daarvoor gaat doen (de te leveren goederen en diensten);

    c. wat het mag kosten (de baten en lasten).

  • 3. De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma's en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma's.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4 Kaders

  • 1. Het college biedt uiterlijk in de maand juni van het begrotingsjaar in de Voorjaarsnota informatie aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 6 lid 2 sub a en de jaarstukken bedoeld in artikel 7.

  • 2. De raad stelt deze nota uiterlijk in de maand juli vast.

Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt de raad geïnformeerd en worden voorstellen gedaan als omschreven in artikel 6, sub 6.

Artikel 6 Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages (Voorjaars- en najaarsnota) over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier maanden en de eerste acht maanden van het lopende boekjaar.

  • 2. De tussentijdse rapportages worden aan de raad aangeboden op de volgende tijdstippen:

    a. de Voorjaarsnota uiterlijk in de maand juni van het lopende begrotingsjaar;

    b. de Najaarsnota uiterlijk in de maand november van het lopende begrotingsjaar.

  • 3. De iinrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten en de baten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten.

  • 5. Naast een verantwoording over de realisatie van de begroting over het lopende jaar bevatten de tussentijdse rapportages tevens een meerjarenraming voor drie jaren volgende op het begrotingsjaar.

    De Voorjaarsnota geeft aanvullend informatie over:

    a. kaderstellende budgetten voor het volgende begrotingsjaar;

    b. een inventarisatie van (vervangings)investeringen voor het volgende begrotingsjaar ter vaststelling en voor de drie daarop volgende begrotingsjaren ter kennisgeving;

    c. richtinggevende uitspraken voor het volgende jaar.

  • 6. Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft niet bij de begroting vastgestelde afzonderlijke (meerjarige) verplichtingen inzake:

    a. - bedragen groter dan € 10.000,-- middels een voorstel aan te bieden aan de raad;

    - bedragen kleiner dan € 10.000,-- en groter dan € 5.000,-- in beginsel middels een begrotingswijziging één keer per drie maanden aan te bieden aan de raad, tenzij sprake is van politieke gevoeligheid, dan middels een raadsvoorstel;

    - bedragen kleiner dan € 5.000,-- worden in één keer aangeboden bij de tussentijdse rapportages.

    b. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties.

Artikel 7 Jaarstukken

  • 1. Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programmaverantwoording.

  • 2. Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma's. In de verantwoording geeft het college aan:

    a. wat is bereikt;

    b. welke goederen en diensten zijn geleverd;

    c. wat de kosten en opbrengsten zijn;

    d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma's of de beleidsdoelen van de programma's voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Kosten voor het onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en bijdragen voor activa van derden worden niet geactiveerd.

  • 2. Het saldo van agio en disagio heeft een afschrijvingsduur die maximaal gelijk is aan de looptijd van de lening, maar wordt bij voorkeur in één keer afgeschreven.

  • 3. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 4. De materiele vaste activa met economisch nut worden in beginsel lineair afgeschreven conform een afzonderlijk vast te stellen overzicht van objecten met de daarbij te hanteren afschrijvingstermijnen.

    Activa met een verkrijgingprijs van minder dan € 5.000,-- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

  • 5. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken.

  • 6. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadsbesluit wordt het actief in beginsel lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Drechterland wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en, indien van toepassing, voor de rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa worden bepaald door het rentetotaal van de uitstaan langlopende leningen.

Artikel 10 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen, leges en prijzen

  • 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten, afvalstoffenheffing en leges.

  • 2. Het college biedt eens in de vier jaar de raad een nota aan met de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende goederen en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons. De raad stelt de nota vast.

Artikel 11 Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt tenminste elke vier jaar een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan.

  • 2. De nota behandelt:

    a. de vorming en besteding van reserves;

    b. de vorming en besteding van voorzieningen;

    c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

  • 3. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:

    a. het specifieke doel van de reserve;

    b. de voeding van de reserve;

    c. de maximale hoogte van de reserve;

    d. en de maximale looptijd.

  • 4. Indien een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.

  • 5. De raad stelt de nota onder lid 2 van dit artikel vast.

Artikel 12 Financieringsfunctie

  • 1. Het college handelt bij de uitvoering van de financieringsfunctie overeenkomstig de richtlijnen, zoals die zijn opgenomen in het door de raad vastgestelde Treasurystatuut.

  • 2. Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor

    a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma's binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    b. het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico's, koersrisico's en kredietrisico's;

    c. het beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van voldoende rendement op de uitzettingen;

    d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 13 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten enzovoorts;

c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 14 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 15 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 16 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

d. de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

e. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2006. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de "Financiële verordening Drechterland 2006" vastgesteld door de raad op 2 januari 2006.

Artikel 17a Overgangsbepalingen

  • 1. Investeringen in maatschappelijk nut die zijn geactiveerd voor de inwerkingtreding van deze verordening worden afgeschreven volgens de destijds vastgestelde afschrijvingstermijnen en methodiek, voor zover de raad niet heeft aangegeven dat deze investeringen vervroegd moeten worden afgeschreven.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam "Financiële verordening Drechterland 2006 1e herziening".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van 9 november 2006.
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,