Regeling vervallen per 01-01-2018

Subsidieregeling cultuureducatie en cultuurparticipatie Drechterland 2017

Geldend van 01-06-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Subsidieregeling cultuureducatie en cultuurparticipatie Drechterland 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland;

overwegende dat

  • het gewenst is om, conform de ‘startnotitie herijking muziekonderwijs gemeente Drechterland’, het volgen van actief instrumentaal en vocaal muziekonderwijs door de jeugd van de gemeente Drechterland te stimuleren en

  • het gewenst is om, conform de ‘nota kunst en cultuur Drechterland 2017 – 2021’, alle kinderen met zoveel mogelijk kunstdisciplines in aanraking te laten komen

gelet op artikel 2, eerste lid en artikel 3, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Drechterland.

Besluit vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling cultuureducatie en cultuurparticipatie Drechterland 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening:Algemene subsidieverordening Drechterland, afgekort: ASV;

  • b.

    Tendersysteem: Een verdeelsysteem voor het verlenen van subsidies waarbij de ingediende aanvragen onderling met elkaar worden vergeleken en vervolgens gerangschikt op basis van een aantal (van tevoren opgestelde) criteria;

  • c.

    Muziekonderwijs: erkende muziekopleidingen die voldoen aan de richtlijnen en kwaliteitseisen voor instrumentale muziekopleidingen (KunstKeur), of zoals onder meer vastgelegd in het ‘Raamleerplan voor de HaFaBra-sector’, alsmede daarmee naar inhoud en kwaliteit vergelijkbare opleidingen voor niet-HaFaBra muziekinstrumenten (zoals gitaar, piano, viool, e.d.);

  • d.

    Cultuureducatie: cultuureducatie wordt in de praktijk gehanteerd als verzamelbegrip voor kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie, waarbij cultuur als doel en als middel wordt ingezet;

  • e.

    Actieve cultuureducatie: vorm van cultuureducatie, waarbij leerlingen zelf een kunstdiscipline beoefenen, zoals dans, drama, schilderen of zingen. Zij leren zich kunstzinnig uitdrukken, maar leren ook technieken en materialen kennen;

  • f.

    Receptieve cultuureducatie: vorm van cultuureducatie, waarbij leerlingen kijken of luisteren naar professionele kunstproducten zoals een theatervoorstelling, concert of tentoonstelling. Ze leren kenmerken, stijlen en stromingen herkennen;

  • g.

    Reflectieve cultuureducatie: leerlingen ‘beschouwen’ kunstproducten, zij denken, lezen, praten erover en wisselen van gedachten met elkaar. Bij zowel actieve als receptieve kunstbeoefening kan reflectie plaatsvinden. Reflectie op de kunstervaring, het eigen productieproces en de analyse hiervan vormen de essentie van kunsteducatie;

  • h.

    Cultuurparticipatie: het actief deelnemen aan het culturele leven in de vrije tijd;

  • i.

    Kunstdisciplines: architectuur, beeldende kunst, dans, film & video, audiovisueel, fotografie, muziek, theater, toegepaste kunst en vormgeving, (wereld)literatuur, etc.;

  • j.

    Gekwalificeerde docenten: docenten waarvan de kwalificatie voor het geven van les blijkt uit het feit dat ze succesvol de eerste opleidingsfase (bachelor) van het conservatorium of andere kunstvakopleiding hebben afgerond, dan wel dat ze beschikken over een daarmee gelijk te stellen kwalificatie op tenminste HBO werk- en denkniveau;

  • k.

    Eigen bijdrage: Het percentage van de kosten voor het muziekonderwijs dat de aanbieder (muziekvereniging, muziekschool of instelling) zelf draagt, bijvoorbeeld door middel van een lesgeldbijdrage van de leerlingen zelf.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college van burgemeester en wethouders voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Doel van deze regeling

Het doel van deze regeling is om zoveel mogelijk kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 21 jaar actief kennis te laten maken met muziek en het bespelen van een muziekinstrument en ze daarnaast de mogelijkheid te bieden zich hierin verder te bekwamen. Daarnaast komen alle kinderen in Drechterland in aanraking met zoveel mogelijk vormen van cultuureducatie en kunstdisciplines. Dit kan op een actieve, receptieve en reflectieve manier zijn.

Artikel 4 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Op grond van deze regeling kan uitsluitend subsidie worden verstrekt voor het door gekwalificeerde docenten geven van instrumentaal en vocaal muziekonderwijs en cultuureducatie aan leerlingen in de leeftijd van 8 (peildatum 1 januari van het betreffende kalenderjaar) tot en met 21 jaar (peildatum 1 januari van het betreffende kalenderjaar) plus bijbehorende samenspelmogelijkheden en optredens. Daarnaast kan subsidie worden verstrekt voor het door gekwalificeerde docenten uitvoeren van projecten en activiteiten om kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 12 jaar (peildatum 1 januari van het betreffende kalenderjaar) kennis te laten maken met muziek, cultuureducatie en kunstdisciplines.

Artikel 5 Doelgroep van deze subsidieregeling

  • 1. Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan muziekverenigingen en instellingen zonder winstoogmerk, waarvan het doel van de activiteiten is gelegen op het vlak van muziekbeoefening dan wel op het vlak van muzikale vorming, cultuureducatie en kunstdisciplines.

  • 2. De door hen verzorgde opleidingen dienen open te staan voor een ieder die behoort tot de doelgroep, zoals die in artikel 4 is gedefinieerd.

Artikel 6 Weigeringgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 12 ASV wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

Artikel 7 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar ons oordeel noodzakelijk zijn voor het bieden van muziekonderwijs, cultuureducatie, samenspelmogelijkheden en optredens en activiteiten om kinderen actief kennis te laten maken met muziek, cultuureducatie en kunstdisciplines.

  • 2. Docentkosten die hiervoor gerekend kunnen worden, door muziekscholen en professionele kunstinstellingen, is het brutoloon per uur met daarbij een percentage van 33%. Deze bepaling is niet van toepassing op verenigingen.

  • 3. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten voor overhead (incl. huisvesting) en bedrijfsvoering met uitzondering van de projecten (daarvoor komen alle kosten in aanmerking voor subsidie).

Artikel 8 Berekening van de subsidie

De subsidie bedraagt een percentage (maximaal 40%) van de subsidiabele kosten bij het voldoen aan zoveel mogelijk voorwaarden, zoals gesteld onder artikel 9 lid 2. Bij het voldoen aan minder voorwaarden gaat het percentage aan subsidie naar beneden. De exacte percentages worden bepaald als alle subsidieaanvragen voor deze regeling ontvangen zijn en de tender is toegepast.

Artikel 9 Verdeling van het subsidieplafond

De subsidie wordt verdeeld op basis van een tendersysteem:

  • 1.

    Indien honorering van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en die niet worden geweigerd op grond van artikel 12 ASV of artikel 6 van deze regeling, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, rangschikken wij de aanvragen op basis van een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De volgorde op deze lijst wordt in aflopend gewicht bepaald door de volgende criteria:

    • a.

      Er wordt samengewerkt tussen minimaal twee partners met name op het gebied van samenspel en optredens;

    • b.

      Er worden, bijvoorbeeld via projecten, verbindingen gelegd met andere kunstdisciplines;

    • c.

      De subsidieaanvraag draagt bij aan het in stand houden van een breed en gevarieerd aanbod qua instrumentarium in het muzikale veld;

    • d.

      De hoeveelheid uitval (hoeveel deelnemers bij de start en aan het eind);

    • e.

      Er wordt innoverend, flexibel en ondernemend gewerkt (zie voor uitleg het invuldocument);

    • f.

      Een zo hoog mogelijke eigen bijdrage in de kosten van het muziekonderwijs en cultuureducatie en de samenspelmogelijkheden en optredens (prijs-kwaliteitverhouding).

  • 3.

    De aanvragen worden door ons gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 10 Procedurebepalingen

  • 1. Voor het jaar 2017 geldt een afwijkende indieningtermijn;

  • 2. Er is sprake van de subsidiesoort ‘waarderingssubsidie’ en ‘eenmalige subsidie’;

  • 3. Subsidieaanvragen voor een waarderingssubsidie op grond van deze subsidieregeling dienen voor het subsidiejaar 2017 vóór 15 oktober 2016 door ons te zijn ontvangen;

  • 4. Subsidieaanvragen voor een eenmalige subsidie op grond van deze subsidieregeling dienen 8 weken voorafgaand aan de activiteit waarop de aanvraag betrekking heeft te zijn ingediend;

  • 5. Een eenmalige subsidie wordt alleen toegekend wanneer het subsidieplafond nog niet is bereikt;

  • 6. Aanvragen tot vaststelling dienen te geschieden conform het gestelde in artikel 20 ASV.

Artikel 11 Beslistermijn

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2017;

  • 2. Deze regeling vervalt op 31 december 2017;

  • 3. Het subsidieplafond voor deze regeling in 2017 bedraagt € 102.700,-

  • 4. De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling cultuureducatie en cultuurparticipatie Drechterland 2017.De subsidieregeling Instrumentaal en vocaal muziekonderwijs wordt met ingang van 1 juni 2017 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland op 23 mei 2017.

De secretaris,

A. Idema

De burgemeester,

M. Pijl