Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017

Geldend van 02-02-2018 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017

De raad van de gemeente Drechterland;

gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende de op 26 juni 2017 aangenomen motie van GBD om particulieren tegemoet te komen in de kosten voor archeologisch onderzoek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2017

besluit:

Op basis van de uitgangspunten en beoogde doelstellingen van het Verdrag van Valletta, de ‘Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017’ vast te stellen.

‘Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017’

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: de eigenaar, die op grond van deze verordening subsidie aanvraagt.

  • b.

    eigenaar: de natuurlijke persoon die eigenaar is van een terrein.

  • c.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen als bedoeld in titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    archeologische monumenten: hetgeen artikel 1.1 van de Erfgoedwet daaronder verstaat;

  • e.

    archeologisch onderzoek: hetgeen artikel 5.1, onder 1 en artikel 5.4, van de Erfgoedwet verstaat onder het doen van opgravingen;

  • f.

    een rapport: hetgeen artikel 5.6 van de Erfgoed daaronder verstaat;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland;

  • h.

    initiatief: bodemverstorende activiteit op archeologisch waardevol terrein.

Artikel 2 Bevoegd bestuursorgaan

  • 1. Het college is bevoegd met inachtneming van het bepaalde in deze verordening te beslissen op aanvragen om subsidie.

  • 2. Het college beslist binnen 13 weken nadat de complete aanvraag is ingediend.

  • 3. Het college kan aan zijn besluit nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond ten behoeve van de verstrekking van subsidies op grond van deze verordening bedraagt € 15.000,- per jaar.

  • 2. Het plafond genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt jaarlijks voor aanvang van het tijdvak waarop het betrekking heeft door middel van een publicatie bekendgemaakt.

  • 3. Complete aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het stuk dat als laatste is ingediend om de aanvraag te completeren.

Artikel 4 Toepassingsbereik

Subsidie wordt niet verleend voor:

  • a.

    initiatieven van bedrijven;

  • b.

    projectontwikkeling;

  • c.

    algemene infrastructuur;

  • d.

    bodemsanering;

  • e.

    waterbergingen, of;

  • f.

    projecten op de voormalige zeebodem (archeologie onder water, maritieme archeologie).

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. De eigenaar van een terrein doet een aanvraag om subsidie bij het college.

  • 2. De aanvraag wordt bij voorkeur ingediend bij het principeverzoek of schetsplan, maar in elk geval voorafgaand aan de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor het slopen of bouwen als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 3. Een aanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      een bewijs van eigendom (kopie afschrift koopakte en een uittreksel uit de kadastrale legger);

    • b.

      de Archeologische Quick Scan of Archeologisch Bureauonderzoek opgesteld door een gecertificeerd bedrijf of organisatie (gecertificeerd volgens de BRL 4000, KNA Protocol 4002);

    • c.

      een gespecificeerde begroting van de kosten door de uitvoerende instantie.

Artikel 6 Voorwaarden

  • 1. Subsidie wordt toegekend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      archeologievriendelijk bouwen is onderzocht, maar blijkt naar oordeel van het college geen redelijke optie te zijn;

    • b.

      de eigenaar werkt naar behoren mee aan het archeologisch onderzoek;

    • c.

      het college beoordeelt en stemt in met het Programma van Eisen;

    • d.

      het archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd door een organisatie die in het bezit is van het keurmerk ‘Kwaliteitsborg bodembeheer SIKB’ en zijn gecertificeerd volgens BRL SIKB 4000 Archeologie;

    • e.

      het archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd binnen de periode van één jaar nadat het college het Programma van Eisen heeft vastgesteld;

Hoofdstuk 2 Subsidie

Artikel 7 Hoogte subsidie

  • 1. Subsidie kan worden verleend ten laste van de gemeentebegroting, voor zover in de vastgestelde gemeentebegroting gelden beschikbaar zijn gesteld en met dien verstande dat het in de gemeentebegroting opgenomen bedrag tevens geldt als subsidieplafond.

  • 2. Bij de bepaling van de hoogte van de subsidie worden de kosten berekend exclusief BTW.

  • 3. De subsidie bedoeld in lid 1:

    • a.

      is 30% van de subsidiabele archeologische kosten en het bedrag aan subsidie is maximaal € 7.500,=;

    • b.

      wordt slechts eenmaal per vijf kalenderjaren aan eigenaren voor hetzelfde adres of terrein een subsidie verstrekt.

Artikel 8 Voorlopige en definitieve vaststelling

  • 1. Een subsidie wordt in eerste instantie voorlopig verleend.

  • 2. Op een voorlopig toegekende subsidie kan een voorschot worden verleend van 50 %, uit te betalen na het verrichten van het inventariserend veldonderzoek.

  • 3. De aanvrager meldt het werk gereed bij het college, zodra het plan is uitgevoerd.

  • 4. Voor gereedmelding stelt het college een gereedmeldingsformulier beschikbaar.

  • 5. De aanvrager overlegt bij de gereedmelding de volgende stukken:

    • a.

      een specificatie van de werkelijk gemaakte kosten;

    • b.

      alle betalingsbewijzen of een accountantsverklaring die daar inzicht in geeft;

    • c.

      De definitieve rapportage volgens de door het college vastgestelde Programma van Eisen;

    • d.

      De pakbon van de overdracht van vondsten en data van het provinciaal depot voor bodemvondsten;

    • e.

      De onder c en d genoemde stukken moeten binnen twee kalenderjaren na de laatste dag van het veldonderzoek worden ingeleverd.

  • 6. Het college stelt na gereedmelding het bedrag van de subsidie definitief vast.

  • 7. De vaststelling gebeurt op basis van de door het college goedgekeurde werkelijke kosten.

  • 8. De definitieve subsidie kan nimmer meer bedragen dan het bedrag van de voorlopig toegekende subsidie.

  • 9. Indien de definitieve subsidie lager is dan het uitbetaalde voorschot, betaalt de subsidieontvanger het verschil terug binnen 30 dagen na vaststelling.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd van deze verordening af te wijken in gevallen waarin de toepassing van de verordening, gelet op het belang van de aanvrager, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10 Evaluatie

Deze verordening wordt in 2020 geëvalueerd. Bij de evaluatie worden het behalen van de doelstelling, deze verordening, het beschikbare budget en de wijze van financiering van het fonds meegenomen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op de dag van bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening archeologie particuliere initiatiefnemers 2017’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Drechterland in zijn openbare vergadering van 18 december 2017.

De raad voornoemd,

de griffier,

J.N.M. Commandeur

de voorzitter,

M. Pijl