Regeling vervallen per 01-06-2020

Beleidsregel tijdelijk gedogen van uitbreiding of vestiging terrassen bij horecabedrijven zonder vereiste vergunning Drechterland 2020

Geldend van 19-06-2020 t/m 31-05-2020

Intitulé

Beleidsregel tijdelijk gedogen van uitbreiding of vestiging terrassen bij horecabedrijven zonder vereiste vergunning Drechterland 2020

Aanleiding

De uitbraak van het coronavirus (COVID-19) houdt Nederland in zijn greep. Daarnaast worden een aantal sectoren door de maatregelen die genomen zijn om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, hard getroffen. De horecasector is al enige tijd gesloten met ongekende gevolgen. Vanaf 1 juni 2020 voert het Rijk een aantal versoepelingen door. Zo is het toegestaan dat terrassen behorend bij inrichtingen open mogen met in achtneming van de regels die zijn opgesteld door het Rijk en in de vigerende Noodverordening. Op dit moment wordt de horecasector in Drechterland en daarmee tevens de (lokale) economie, de werkgelegenheid, maar ook het sociaal en maatschappelijk welbevinden van Drechterland hard geraakt door de COVID-19 pandemie. De gemeente Drechterland realiseert zich dat het voor de horecasector in Drechterland veelal onmogelijk is om te kunnen voldoen aan de coronarichtlijnen op het gebied van veiligheid en hygiëne in relatie tot hun bedrijfseconomische exploitatie. Deze overmachtssituatie in samenhang met economische en maatschappelijke motieven liggen ten grondslag aan deze beleidsregel. In strijd met huidige wet- en regelgeving wordt het gedoogd om terrassen tijdelijk te vergroten of een tijdelijk terras te vestigen. Deze tijdelijke maatregel is van kracht tot uiterlijk 1 november 2020 of zoveel korter als de van rijkswege of in de noodverordening uitgevaardigde coronavoorschriften niet meer gelden, waardoor exploitatie van de oorspronkelijke inrichting zonder beperkingen mogelijk is.

De burgemeester van Drechterland en burgemeester en wethouders van Drechterland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Gelet op:

  • artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • artikel 2.27 tot en met artikel 2.30 van de Algemene Plaatselijke Verordening Drechterland 2019 (APV);

  • het bepaalde in de Drank- en Horecawet;

  • het huidige beleidsregels sluitingstijden Horeca Drechterland (Beleidsregels sluitingstijden);

  • de maatregelen genomen door de Rijksoverheid en de vigerende Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Noord-Holland Noord (Noodverordening);

  • de vigerende bestemmingsplannen gemeente Drechterland.

omdat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de wijze waarop Drechterland omgaat met het tijdelijk gedogen van uitbreiding of vestiging van terrassen bij horecabedrijven,

Besluit:

  • Vast te stellen de Beleidsregel tijdelijk gedogen van uitbreiding of vestiging terrassen bij horecabedrijven zonder de vereiste vergunningen Drechterland 2020

Artikel 1. Begrippen

  • 1. De begrippen die zijn opgenomen in artikel 1.2 van de vigerende Noodverordening worden van overeenkomstige toepassing verklaard.

  • 2. Horecabedrijf zoals opgenomen in artikel 1 onder a van de Beleidsregels sluitingstijden (hierna: horecabedrijf).

Artikel 2. Gedoogbesluit

  • 1. Gezien het gestelde opgenomen in de aanleiding gedogen de burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, dat terrassen tijdelijk worden uitgebreid of dat er een terras wordt gevestigd ten behoeve van een horecabedrijf. Dit in verband met de COVID-19 pandemie. Er wordt gehandeld in strijd met regels opgenomen in diverse wet- en regelgeving en in verstrekte vergunningen die betrekking hebben op het vergroten dan wel vestigen van een terras. Zowel bij de burgemeester als bij het college rust de ‘beginselplicht tot handhaving’. Dat wil zeggen dat tegen een overtreding in beginsel handhavend opgetreden moet worden. Volgens vaste jurisprudentie moet in geval van een overtreding in eerste instantie worden bekeken of legalisering mogelijk is. Daarnaast zal er een belangenafweging moeten plaatsvinden, waaruit kan blijken dat er toch situaties zijn waarbij het wenselijk is om niet op te treden, ondanks het feit, dat (nog) niet aan de eisen wordt voldaan; er zijn bijzondere omstandigheden op grond waarvan van handhaving kan worden afgezien. Met andere woorden: de overtreding wordt gedoogd.

  • 2. Er is hier sprake van een dusdanige bijzondere situatie dat handhavend optreden disproportioneel is ten opzichte van de belangen van ondernemers. De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, kunnen het uitbreiden en vestigen van terrassen tijdelijk gedogen en niet handhavend optreden, mits

    • a.

      het horecabedrijf beschikt over een gedoogbesluit en

    • b.

      wordt voldaan aan de gedoogvoorschriften opgenomen in het gedoogbesluit en in deze beleidsregel.

Artikel 3. Gedoogtermijn

  • 1. Het gedoogbesluit zoals bedoeld in het vorige artikel wordt in beginsel afgegeven tot uiterlijk 1 november 2020.

  • 2. Indien de gestelde termijn genoemd in het eerste lid door:

    • a.

      gewijzigde regels vanuit het Rijk met betrekking tot COVID-19 of

    • b.

      gewijzigde regels opgenomen in de vigerende Noodverordening of

    • c.

      gewijzigde inzichten door de burgemeester en/of het college of

    • d.

      gewijzigde omstandigheden waardoor de exploitatie van de oorspronkelijke inrichting zonder beperkingen mogelijk is,

    is de burgemeester en/of het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, bevoegd de termijn van 1 november 2020 te verkorten. Het betreft een tijdelijke noodmaatregel die indien daartoe aanleiding bestaat zo snel mogelijk dient te worden opgeheven.

  • 3. Indien de burgemeester en/of het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, besluit de termijn tot 1 november 2020 te verkorten zal hij daar de houder van de gedoogbesluit van in kennis stellen.

Artikel 4. Locatiebeleid

  • 1. Voor het vergroten van het terras of het vestigen van het terras moeten alle locaties die aan de voorwaarden, zoals opgenomen in deze beleidsregels, kunnen voldoen.

Artikel 5. Criteria gedoogbesluit

  • 1. De burgemeester en/of het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, kan een gedoogbesluit verlenen voor uitbreiding of vestiging van een terras in strijd met huidige wet- en regelgeving en in strijd met de reeds verstrekte vergunning(en).

  • 2. De ondernemer van een horecabedrijf dient daarbij in ieder geval aan de volgende criteria te voldoen:

    • a.

      Er moet sprake zijn van een bestaande inrichting waarvoor reeds een exploitatievergunning is verleend;

    • b.

      Het moet gaan om uitbreiding van een bestaand terras bij een horeca inrichting of vestiging van een terras bij een horeca inrichting zonder bestaand terras;

  • 3. Bij het vestigen van een terras:

    • a.

      mag het aantal zitplaatsen niet meer bedragen dan de helft van het aantal zitplaatsen in de inrichting en

    • b.

      kan gebruik worden gemaakt van de parkeerplaatsen behorend bij de blauwe zone in de openbare ruimte.

  • 4. Bij het uitbreiden of vestigen van een terras dient de toegankelijkheid van hulpdiensten geborgd te zijn.

Artikel 6. Aanvraag en beoordeling gedoogbesluit

  • 1. Om in aanmerking te komen voor een gedoogbesluit dient de ondernemer van een horecabedrijf:

    • a.

      een schriftelijke aanvraag in te dienen;

    • b.

      een terrastekening bij te voegen waaruit blijkt hoe het tijdelijk terras eruit komt te zien;

    • c.

      aan te geven hoeveel zitplaatsen het terras heeft en

    • d.

      aan te geven hoe de toegankelijkheid van de hulpdiensten geborgd is.

  • 2. De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, zullen indien een ontvankelijke aanvraag is ingediend, zo spoedig mogelijk beoordelen of een gedoogbesluit kan worden verleend. Van een ontvankelijke aanvraag is sprake als alle gegevens in de schriftelijke aanvraag zijn ingevuld en de gevraagde bijlagen zijn bijgevoegd en voorzien zijn van de gevraagde informatie.

  • 3. De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, dienen bij de beoordeling voor het verlenen van een gedoogbesluit per individueel geval een zorgvuldige afweging te maken of het gerechtvaardigd is om een gedoogbesluit te verlenen.

  • 4. De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, nemen in de afweging in ieder geval de volgende belangen mee:

    • a.

      de veiligheid in zijn algemeenheid maar ook de veiligheid voor omwonenden, het verkeer en de terrasbezoekers dient geborgd te zijn;

    • b.

      de overlast die de locatie van het terras voor omwonenden kan veroorzaken;

    • c.

      een acceptabele samenhang tussen het gebruik van de openbare ruimte in relatie tot de openbare orde en veiligheid.

  • 5. De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, zijn bevoegd om aan het gedoogbesluit voorschriften of voorwaarden te verbinden.

  • 6. De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, kunnen bepalen dat er een maximum aantal gedoogbesluiten wordt verstrekt.

  • 7. De bestaande horeca- en exploitatievergunningen blijven van kracht, aanvullend wordt een gedoogbesluit verstrekt.

  • 8. Het gedoogbesluit is persoonlijk en niet overdraagbaar aan derden.

Artikel 7. Sluitingstijd

  • 1. De burgemeester en/of het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, kunnen voorwaarden aan de sluitingstijd van het terras verbinden.

Artikel 8. Gedoogvoorschriften

  • 1. De navolgende voorschriften worden aan het gedoogbesluit verbonden:

    • a.

      De houder is te allen tijde verplicht zorg te dragen voor de orde in zijn horecabedrijf en de veiligheid van zijn bezoekers/medewerkers conform de rijksmaatregelen omtrent het COVID-19 virus;

    • b.

      De houder is te allen tijde verplicht er zorg voor te dragen dat zijn bezoekers in de (directe) omgeving van het horecabedrijf zowel voor, tijdens als na sluitingstijd geen hinder of overlast veroorzaken;

    • c.

      De houder draagt er zorg voor dat bezoekers van zijn horecabedrijf zich niet onnodig ophouden op de openbare weg in de directe omgeving van zijn horecabedrijf;

    • d.

      Een terras op openbaar terrein wordt op de eerste aanzegging ontruimd indien dit naar het oordeel van de burgemeester in het belang van de openbare orde en veiligheid of naar het oordeel van het college vereist is voor de uitvoering van werken van openbaar nut. In voornoemde gevallen acht de gemeente zich niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade.

    • e.

      De houder dient er zorg voor te dragen dat bezoekers zonder glas het horecabedrijf, inclusief het daarbij behorende terras, verlaten;

    • f.

      De houder dient er zorg voor te dragen dat het publiek het horecabedrijf tijdig heeft verlaten en dat het horecabedrijf op het geldende sluitingstijdstip, zoals bepaald in het besluit, voor het publiek gesloten is en dat er tevens geen publiek meer in aanwezig is;

    • g.

      Dit gedoogbesluit of een afschrift daarvan moet in het horecabedrijf aanwezig zijn en desgevraagd onmiddellijk worden getoond aan een door de gemeente aangewezen ambtenaar dan wel een ambtenaar van politie;

    • h.

      De houder van het gedoogbesluit is verplicht, zelfstandig zo nodig fysieke maatregelen te treffen om er zorg voor te dragen, dat de afmeting van het terras in overeenstemming is en blijft met de bij de gedoogbeschikking behorende situatietekening.

  • 3. De houder van het gedoogbesluit is verplicht zich aan de voorschriften en criteria te houden die zijn opgenomen in het gedoogbesluit.

  • 4. De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, houden zich te hunner beoordeling het recht voor nadere voorschriften op te leggen.

  • 5. Het gedoogbesluit vervalt als de houder van de gedoogbeschikking zich niet houdt, naar het oordeel van de burgemeester en/of college, aan de gestelde voorschriften.

Artikel 9. Inrichting van het terras

  • 1. Bij het inrichten van het terras wordt overeenkomstig de regels opgesteld door het Rijk en opgenomen in de vigerende Noodverordening, gehandeld.

  • 2. De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, zijn bevoegd aanwijzingen te geven voor het inrichten van het terras.

Artikel 10. Leges

  • 1. Er wordt in beginsel geen leges geheven voor de uitbreiding van het terras dan wel het vestigen van een terras.

Artikel 11. Handhaving

  • 1. Met inachtneming van het gestelde in artikel 2 is het verboden te handelen in strijd met deze beleidsregels en met de voorwaarden die zijn opgenomen in het gedoogbesluit.

  • 2. De burgemeester en het college kunnen bij meerdere overtredingen zoals bedoeld in het eerste lid handhavend optreden zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van de Awb.

  • 3. Indien naar het oordeel van het de burgemeester en/of het college in strijd met deze beleidsregels en het gedoogbesluit wordt gehandeld, zijn de burgemeester c.q. het college bevoegd om zonder verdere opgave van redenen het betrokken gedoogbesluit met onmiddellijke ingang tijdelijk dan wel voorgoed in te trekken.

  • 4. Degene die zonder vereiste vergunning dan wel zonder een gedoogbesluit zoals opgenomen in deze beleidsregel handelt, is in overtreding en kan handhavend worden opgetreden.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juni 2020.

  • 2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel tijdelijk gedogen van uitbreiding of vestiging terrassen bij horecabedrijven zonder de vereiste vergunningen Drechterland 2020‘.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 29 mei 2020,

De burgemeester van Drechterland en de burgemeester en wethouders van Drechterland

De burgemeester

M. Pijl

Burgemeester en wethouders van Drechterland

De secretaris,

C.M. Minnaert

De burgemeester,

M. Pijl