Regeling vervallen per 31-12-2018

Uitvoeringsbesluit Dorpsinitiatieven provincie Drenthe

Geldend van 29-05-2014 t/m 30-12-2018

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Dorpsinitiatieven provincie Drenthe

Inhoud

Artikel 1           Begripsomschrijving

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

  • ASV: de Algemene Subsidieverordening Drenthe 2012;

  • Dorpsinitiatieven: initiatieven gericht op het verbeteren van de leefbaarheid in de Drentse dorpen;

  • Subsidiabele kosten: voor de activiteiten noodzakelijke kosten die aantoonbaar rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de door de aanvrager te leveren prestatie(s).

Artikel 2           Subsidiabele activiteiten

1.Gedeputeerde Staten kunnen een subsidie verstrekken voor dorpsinitiatieven die bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid in de Drentse dorpen op de volgende thema's (zie de toelichting voor een uitwerking van deze thema's):

  • Het verbeteren van de kwaliteit van de omgeving waarin mensen wonen, recreëren en werken.

  • Het realiseren van een goede fysieke ontsluiting van het platteland.

  • Het bereikbaar houden van maatschappelijke functies op het gebied van onderwijs, sport, cultuur, welzijn, maatschappelijke opvang en/of medische zorg

  • Het versterken van de sociaal-economische positie van het platteland.

  • Het creëren of ondersteunen van de wisselwerking en samenwerking tussen mensen en organisaties op (boven)lokaal niveau.

2. Een aanvraag kan ook betrekking hebben op een bundeling van soortgelijke activiteiten in dorpen in één of meerdere gemeenten.

3. Ingediende initiatieven dienen ‘obstakelvrij' te zijn. Dat wil zeggen vrij van vergunningvereisten en/of vergunningprocedures.

4. Initiatieven dienen gereed te zijn binnen 1 jaar na datum subsidiebeschikking.

Artikel 3           Criteria

Een aanvraag wordt ingediend bij gedeputeerde staten volgens een daartoe vastgesteld aanvraagformulier met projectplan en projectbegroting inclusief dekkingsplan en moet voldoen aan de volgende criteria:

  • De aanvrager is een rechtspersoon zonder winstoogmerk;

  • De activiteit past binnen het provinciaal beleid zoals door provinciale staten op 17 april 2013 vastgesteld in de kadernotitie Vitaal Platteland;

  • De activiteit vindt plaats in de provincie Drenthe, maar niet in de stedelijke gebieden van Assen, Coevorden, Emmen, Hoogeveen of Meppel;

  • De betrokken gemeente(n) steunt (steunen) het initiatief door middel van een schriftelijke verklaring;

  • Wij vragen nadrukkelijk aan gemeenten om een deel tot 50% van de cofinanciering voor hun rekening te nemen.In de beoordeling van de ingediende initiatieven zullen wij projectaanvragen mét gemeentelijke cofinanciering hoger waarderen;Het resultaat van de activiteit is overdraagbaar naar andere locaties in Drenthe;

  • Aanvragers delen de opgedane kennis en ervaringen met andere geïnteresseerde kernen.

  • De betrokken lokale gemeenschap(pen) steunt (steunen) het initiatief;

  • Het project draagt aantoonbaar bij aan de leefbaarheid op één of meer van de thema's genoemd onder artikel 2;

  • De resultaten van het project komen ten goede aan de gehele gemeenschap;

  • De aanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project;

  • De uitvoering is doelmatig.

  • De aanvrager verplicht zich om ervaringen en resultaten te delen met andere geïnteresseerde dorpen.

Artikel 4           Grondslag subsidie

  • 1. De subsidie wordt op grond van artikel 20, eerste lid, sub b van de ASV vastgesteld en bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 2000,-- en een maximum van € 25.000,-- per aanvraag.

  • 2. Voorbereidende kosten; zoals kosten voor haalbaarheid, administratie, onderzoek, voorbereiding of begeleiding, zijn subsidiabel tot maximaal 15% van de totale subsidiabele kosten en alleen indien deze kosten op factuur aantoonbaar aan derden verschuldigd zijn en rechtstreeks aan de subsidiabele activiteit zijn toe te rekenen.

  • 3. Onvoorziene kosten zijn subsidiabel tot 5% van de totale subsidiabele kosten en onroerende zaken tot maximaal 15%..

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel kunnen gedeputeerde staten toestaan dat de provinciale bijdrage voor subsidies voor dorpsinitiatieven, waarvoor subsidie wordt aangevraagd hoger is dan 50% van de door gedeputeerde staten aanvaardbaar geachte subsidiabele kosten.

Artikel 5           Uitsluitingsgronden

Geen subsidie wordt verleend voor (structurele) exploitatielasten of enkel onroerende goederen.

Artikel 6           Behandeling van aanvragen

  • 1. Aanvragen worden behandeld volgens de tendersystematiek, zoals beschreven in de toelichting op dit uitvoeringsbesluit.

  • 2. Voor de jaren (2014 t/m 2018) zijn er twee aanvraagrondes per jaar. Aanvragen kunnen worden ingediend na 1 maart en voor 30 april en vanaf 1 augustus en voor 30 september.

  • 3. Een onvolledige aanvraag voor subsidie kan na sluitingsdatum alleen volledig worden gemaakt, voor zover het geen inhoudelijke aanvulling of wijziging van de aanvraag betreft.

Artikel 7           Rangorde

Indien door het toekennen van subsidies het subsidieplafond zou worden overschreden, worden aanvragen beoordeeld op de mate waarin zij bijdragen aan de uitvoering van het beleid van de provincie. Met ingang van de eerste aanvraagronde in 2014 (uiterste indieningsdatum 30 april 2014) speelt ook de leefbaarheidsmonitor (zie http://www.provincie.drenthe.nl/feitenencijfers) een rol bij deze beoordeling.

Artikel 8           Afwijkingsbevoegdheid

In bijzondere gevallen kunnen gedeputeerde staten afwijken van het bepaalde in dit uitvoeringsbesluit.

Artikel 9           Inwerkingtreding en horizonbepaling

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de publicatie ervan als provinciaal blad en vervalt van rechtswege op 31 december 2018.

Artikel 10         Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als "Uitvoeringsbesluit Dorpsinitiatieven Drenthe".

Toelichting

Algemeen

Gelet op geconstateerde veranderingen op het platteland wil de provincie Drenthe initiatieven uit de bevolking ondersteunen die betrekking hebben op de hierna genoemde leefbaarheidsthema's en hieraan gekoppelde doel(en). Wij vragen de projectaanvragers om binnen één of meerdere van deze thema's de aanvraag in te dienen.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Lid 1: Dorpsinitiatieven waarvoor subsidie wordt aangevraagd, moeten betrekking hebben op één of meer leefbaarheidsthema's. Ter toelichting op deze thema's het volgende:

Toelichting leefbaarheidsthema's

Leefbaarheidthema's

Definitie

Doel(en)

Wonen &woon-omgeving

Het verbeteren van de kwaliteit van de omgeving waarin mensen wonen, recreëren en werken.

Vergroten belevings- en gebruiks-waarde

Versterken identiteit en imago

Verhogen sociale veiligheid

Aantrekkelijk houden van dorpscentra en landschap

Mobiliteit

Het realiseren van een goede fysieke ontsluiting van het platteland.

Verbeteren van de fysieke ontsluiting van het platteland met creatieve verkeers-/vervoersoplossingen met maatwerk per gebied/dorp.

Digitale bereikbaarheid

Verbeteren van de digitale ontsluiting van het platteland met een hoogwaardige en toekomstvaste ICT-infrastructuur.

De ontwikkeling van nieuwe samenwerkingsvormen in dorpen om de uitrol van breedband en digitale diensten te stimuleren waarmee de digitale ontsluiting van het platteland wordt bevorderd.

Voorzieningen

Het bereikbaar houden van maatschappelijke functies op het gebied van onderwijs, sport, cultuur, welzijn, maatschappelijke opvang en/of medische zorg

Regionale afstemming (behoud versus bundeling) over de bereikbaarheid van voorzieningen.

Het bereikbaar houden van voorzieningen.

Nieuwe organisatievormen voor behoud van een voorziening.

Werk & economie

Het versterken van de sociaal-economische positie van het platteland.

Vergroten van de werkgelegenheid.

Versterken regionale economie.

Sociale structuur

Het creëren of ondersteunen van de wisselwerking en samenwerking tussen mensen en organisaties op (boven)lokaal niveau.

Creëren, ondersteunen of behouden van sociale netwerken.

Stimuleren dorpsbinding.

Artikel 2

Lid 2: Bundeling van vergelijkbare initiatieven van meerdere dorpen in één aanvraag kan voor gedeputeerde staten aanleiding zijn om, met gebruikmaking van artikel 8, een hogere subsidie te verlenen dan € 25.000,--

Artikel 3

Het met het aanvraagformulier mee te zenden projectplan dient ten minste de volgende informatie te bevatten:

  • Omschrijving van het initiatief/project: Wat, waar, waarom en voor wie?

  • Thema's: In navolging van de geconstateerde veranderingen op het platteland wil de provincie Drenthe initiatieven vanuit de bevolking ondersteunen die betrekking hebben op een aantal leefbaarheidsthema's. Wij vragen de projectaanvrager om binnen één, of meerdere leefbaarheidsthema's (genoemd in artikel 2) zijn aanvraag in te dienen.

  • Doel: Wat willen de initiatiefnemers bereiken, wie zijn erbij betrokken, waar en wanneer gaat het gebeuren en waarom? Welke mogelijke nieuwe vormen van samenwerken ontstaan er tussen initiatiefnemers, gemeenten en eventuele instellingen?

  • Duurzaamheid: Draagt het initiatief bij aan duurzame verbetering van de leefbaarheid of bereikbaarheid? Gaat het om een eenmalige activiteit of om een blijvende voorziening? Is er sprake van een verdienmodel? In welke mate dragen overheden (financieel) bij aan het verdienmodel? Alleen in de startfase of structureel?

  • Draagvlak: Initiatieven dienen breed gedragen te zijn om tot succesvolle uitvoering te komen. Alleen als er sprake is van inzet vanuit het dorp kun je spreken van een dorpsinitiatief. Welk zicht is er op deze inzet? Is er een koplopersgroep van burgers en hoe betrekken zij andere bewoners bij het initiatief? Welke motivaties en drijfveren zijn er om het initiatief gestalte te geven? Zijn er ook al toezeggingen voor ondersteuning of participatie?

  • Urgentie: Indien een project aansluit bij de urgentie zoals geconstateerd in de leefbaarheidsmonitor (zie http://www.provincie.drenthe.nl/feitenencijfers) krijgt het voorrang boven andere aanvragen. N.B. Dit geldt niet voor aanvragen die in 2013 worden ingediend.

  • Eigen inzet: Waaruit bestaat de eigen inzet van de initiatiefnemers? Zijn de initiatiefnemers voldoende toegerust; beschikken zij over middelen (geld of natura), tijd en vaardigheden?

  • Ondersteuning: Zijn er maatschappelijke partijen nodig voor het welslagen van het initiatief, welke zijn dat en (hoe) ondersteunen zij het initiatief? Hebben de initiatiefnemers een helder idee over het realiseren van de plannen. Denk aan organisatie, financiën, inzet burgers, ondernemerschap

Projectbegroting

De projectbegroting bevat in ieder geval de volgende informatie:

Baten

  • Eigen bijdragen deelnemende organisaties

  • Donaties

  • Sponsorbijdragen

  • Bijdragen uit fondsen

  • Bijdrage van gemeente(n)

  • Gevraagd subsidie van de provincie

Lasten

  • Voorbereidende kosten, zoals kosten voor haalbaarheid, administratie, onderzoek, voorbereiding of begeleiding, is maximaal 15%

  • Activiteiten zijn minimaal 85%, waarbinnen een reservering gemaakt kan worden voor:

  • o Onvoorziene kosten van 5% en

  • o Onroerende zaken van 15%.

Overige zaken

  • De privaatrechtelijke rechtspersoon die de subsidie aanvraagt (in het algemeen een stichting of een vereniging) dient ingeschreven te zijn in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

  • Het probleem waarvoor het project een oplossing biedt, moet ook (kunnen) spelen in andere dorpen en de methodiek/oplossing moet ook elders toepasbaar zijn. De resultaten moeten daadwerkelijk ter beschikking komen van andere dorpen.

  • Dorpsinitiatieven moeten, als ze voor subsidie in aanmerking willen komen, in elk geval worden onderschreven door de betrokken gemeente(n). De steun van de gemeente kan ook van materiële aard zijn (beschikbaar stellen van materialen en/of financiële bijdragen). Steun van de gemeente(n) moet beschreven worden in de projectaanvraag. Als de gemeente geen financiële steun verleent, dan moet een schriftelijke verklaring overlegd worden, waaruit blijkt dat de gemeente het eens is met de realisering van het betreffende project.

  • De resultaten van het project mogen niet slechts ten goede komen aan een beperkt deel van de lokale gemeenschap (bijv. een enkele vereniging).

Het project moet niet op een andere en goedkopere manier te bereiken zijn.

Artikel 4

Lid 1: De overige 50% cofinanciering dient door de aanvrager te zijn geregeld. Deze kan bestaan uit financiering van andere fondsen van stichtingen, organisaties, overheden, particulieren etc.

Lid 2: Onder voorbereidende kosten zijn ook kosten begrepen voor het laten opstellen van de aanvraag. Met dit lid wordt beoogd om een zo groot mogelijk deel van de provinciale subsidie aan concrete resultaten ten goede te laten komen.

Artikel 5

Geen subsidie wordt, bijvoorbeeld, verleend voor verwerving van grond, (ver)bouw van gebouwen, of de aanleg van glasvezelnetwerken.

Artikel 6

De tendersystematiek houdt in dat alle aanvragen, die tot en met de uiterste indieningsdatum zijn binnengekomen en die voldoen aan de criteria, in onderlinge samenhang worden beoordeeld en tegen elkaar worden afgewogen. Er is dus geen sprake van "wie het eerst komt, het eerst maalt".

Voor elke subsidieronde geldt een subsidieplafond (het bedrag dat maximaal voor in die ronde te verlenen subsidies beschikbaar is). Als er meer geld beschikbaar is dan voor alle aanvragen, die aan de criteria van het uitvoeringsbesluit voldoen, nodig is, dan worden al die aanvragen gehonoreerd. Wordt er voor meer geld aangevraagd dan er geld beschikbaar is, dan worden de aanvragen in volgorde van de grootte van de bijdrage aan het provinciaal beleid geplaatst en vervolgens gehonoreerd tot het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 7

Als meer projecten voldoen aan de criteria van artikel 3 dan er budget beschikbaar is, krijgen projecten die veel bijdragen aan het bereiken van de beleidsdoelen van de provincie, voorrang boven projecten die daar minder aan bijdragen.