Regeling vervallen per 31-12-2016

Uitvoeringsbesluit kwaliteitsimpuls fietspaden in Drenthe

Geldend van 23-09-2014 t/m 30-12-2016

Intitulé

Uitvoeringsbesluit kwaliteitsimpuls fietspaden in Drenthe

Inhoud

Artikel 1.   Begripsbepalingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

a.  ASV: de Algemene subsidieverordening Drenthe 2012;

b.  fietspad: een weggedeelte of vrijliggend pad dat is gereserveerd voor het gebruik door fietsers en snorfietsers;

c.  fietsnetwerk: het stelsel van fietspaden en verbindingen tussen de fietspaden;

d.  bestuursverklaring: verklaring waarin de subsidieontvanger het totaal van kosten en baten van de prestatie verantwoordt.

Artikel 2.   Werkingssfeer

1.  Subsidie kan worden aangevraagd door:

a.  gemeenten in de provincie Drenthe

b.  waterschappen in de provincie Drenthe

c.  de Stichting Natuurmonumenten

d.  de Stichting Het Drentse Landschap

e.  de publiekrechtelijke rechtspersoon met wettelijke taak Staatsbosbeheer

2.  Subsidie wordt slechts verleend ten behoeve van projecten binnen deprovincie Drenthe (geografische eenheid).

Artikel 3.   Grondslag

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen voor maatregelen die een bijdrage leveren aan de kwaliteit van fietspaden in Drenthe (utilitair en recreatief).

Artikel 4.   De aanvraag

1.  Een aanvraag moet worden ingediend voor 1 november 2014.

2.  Aanvragen worden uitsluitend ingediend door middel van een door de provincie Drenthe opgesteld aanvraagformulier.

3.  Een aanvraag dient te worden voorzien van:

a.  een reële en onderbouwde kostenraming

b.  een voorlopig ontwerp (VO) van de maatregel.

Artikel 5.   Vereisten

Gedeputeerde Staten nemen een aanvraag in behandeling als:

1.  het project uiterlijk in het jaar, waarop de subsidie van toepassing is, kan worden aanbesteed;

2.  de aanvraag compleet is.

Artikel 6.   Beoordeling van de aanvraag

1.  De ingediende projecten leveren een bijdrage aan:

a.  de verbetering van de (onderhouds)kwaliteit van de fietspaden in Drenthe en/of

b.  de verbetering van de verkeersveiligheid (aantal ongevallen en slachtoffers) voor fietsers en/of

c.  de verbetering van de bereikbaarheid en/of doorstroming van het fietsverkeer en/of

d.  de verbetering van de kwaliteit van het gebruik van het fietspad door een maatregel met een innovatief karakter.

2.  De ingediende projecten worden vervolgens beoordeeld op basis van onderstaande criteria:

a.  de kosteneffectiviteit van het project;

b.  de urgentie van de maatregel;

c.  de mate waarin het project een bijdrage levert aan de doelen geformuleerd in lid 1;

d.  de snelheid waarmee het project kan worden uitgevoerd.

3.  Op basis van de beoordeling van de onderdelen in lid 2 wordt een rangorde opgesteld.

4.  Projecten die een bijdrage leveren aan meerdere doelen als beschreven in lid 1 scoren hoger in de rangorde zoals genoemd in lid 3.

5.  Indien door toekenning van subsidies het beschikbare budget zou worden overschreden, worden projecten gehonoreerd op basis van deze rangorde.

Artikel 7.   Subsidiabele investeringskosten

1.  Subsidiabele kosten van een project zijn:

a.  de noodzakelijke verwerving van een onroerende zaak;

b.  vergunningen en leges;

c.  materialen;

d.  aanleg, bouw, wijziging of inrichting van infrastructuur;

e.  bijkomende voorzieningen die nodig zijn om de betrokken infrastructuur na voltooiing haar functie te kunnen laten vervullen;

f.   onvoorziene omstandigheden, voorzover die betrekking hebben op kosten genoemd in de onderdelen a tot en met e tot een maximum van 5%.

2.  De krachtens de Wet op de Omzetbelasting 1968 verschuldigde belasting is niet subsidiabel.

3.  De VAT-kosten (voorbereiding, administratie en toezicht) voor weginfrastructuurprojecten zijn niet subsidiabel.

Artikel 8.   Voorkoming ongeoorloofde staatssteun

Indien de subsidiëring een steunelement bevat, zal dit uitsluitend plaatsvinden binnen de kaders van en met inachtneming van alle desbetreffende voorwaarden van de de-minimisverordening

1407/2013 PB EU 2013, L352.

Artikel 9.   Hoogte van de subsidie

De subsidie wordt toegekend tot maximaal eenderde (1/3)van de subsidiabele investeringskosten, met een minimum van € 25.000,-- en een maximum van €200.000,--. Subsidies of bijdragen van derden worden in mindering gebracht op de subsidiabeleinvesteringskosten van een project.

Artikel 10. Definitieve vaststelling van de subsidie

De subsidie wordt vastgesteld conform het bepaalde in de artikelen 21 en 22 van de ASV, met dien verstande dat bij de verantwoording van subsidies kleiner dan € 125.000,-- een bestuursverklaring dient te worden overgelegd. De bestuursverklaring wordt ingediend op een door Gedeputeerde Staten vastgesteld model.

Artikel 11. Afwijkingsbevoegdheid

In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van het bepaalde in dit uitvoeringsbesluit.

Artikel 12. Inwerkingtreding en horizonbepaling

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de publicatie ervan als Provinciaal Blad en vervalt van rechtswege op 31 december 2016.

De bepalingen van dit uitvoeringsbesluit blijven van toepassing op de vaststellingen na 31 december 2016.

Toelichting

Algemeen

Op 27 mei 2014 is door Gedeputeerde Staten van Drenthe de fietsnota "Drenthe fietst verder" vastgesteld. De nota is op 25 juni besproken in de Statencommissie Omgevingsbeleid.

Om de ambitie "Drenthe dé fietsprovincie" te kunnen realiseren, zet de provincie Drenthe in op vier pijlers:

1.  meer mensen op de fiets, "wij verleiden mensen vaker op de fiets te gaan";

2.  veilig fietsen, "iedereen kan veilig fietsen in Drenthe";

3.  compleet fietsnetwerk, "wij willen een fietsnetwerk dat compleet en kwalitatief op orde is";

4.  aantrekkelijk toeristisch fietsproduct, "wij zijn een aantrekkelijke toeristische fietsprovincie voor de toeristische en recreatieve fietser".

Voor de uitvoering van de pijlers hebben Provinciale Staten € 2 miljoen extra beschikbaar gesteld.

Toelichting op artikelen

Artikel 3.

De middelen zijn bedoeld voor de fietspaden in Drenthe in de brede zin van het woord. Het realiseren van een veilige oversteek met een kruisende weg of het verbeteren van een VRI ten behoeve van de doorstroming vallen hier bijvoorbeeld ook onder. Verbindende wegen tussen twee fietspaden vallen niet binnen de subsidie.

Artikel 4.

Om een goede inschatting te kunnen maken van de kosten/effectiviteit van een maatregel dient de aanvrager een reële kostenraming in te dienen. Wanneer voor het desbetreffende project al een bestek is geschreven, kan dit dienen als onderbouwing van de kosten. Wanneer nog geen bestek is gemaakt, dient voor de verschillende onderdelen van de maatregel een gedegen onderbouwing van de kosten te worden gegeven.

Artikel 5.

Om de middelen snel en efficiënt in te kunnen zetten dient een wegbeheerder het project in 2015 te kunnen aanbesteden. Hiermee wordt voorkomen dat projecten pas over enkele jaren gerealiseerd worden.

Artikel 6.

De aanvragen worden beoordeeld op de onderdelen genoemd in artikel 6, lid 2, en daarbij wordt naar de volgende aspecten gekeken.

Kosten/effectiviteit         Wanneer de uitvoeringskosten voor de maatregel naar het oordeel van de provincie hoog zijn ten opzichte van het te bereiken resultaat scoort een project lager. Omgekeerd scoren projecten met een gunstige kosten/batenverhouding hoger. Het Recreatieschap Drenthe adviseert hierin.

Urgentie                        Bij urgentie wordt onder andere gekeken of begrepen wordt waarom deze maatregel op dit moment moet worden gerealiseerd. Het Recreatieschap Drenthe adviseert hierin.

Doelen van het project    Projecten kunnen meerdere doelen dienen, maar dienen in ieder geval een bijdrage te leveren aan één van de onderdelen zoals genoemd in lid1. Wanneer een project meerdere doelen dient, wordt dat positief gehonoreerd.

Snelheid:                      Projecten die obstakelvrij zijn en in het voorjaar van 2015 gerealiseerd worden, scoren hoger dan projecten die bijvoorbeeld pas begin 2016 worden gerealiseerd.

Artikel 7.

Kosten die direct verband houden met de te realiseren maatregel zijn onderdeel van de subsidie. Deze kosten zijn genoemd in lid 1. Uren van medewerkers zijn geen onderdeel van de subsidie.

Artikel 8.

Als de aanvrager een onderneming is, dat wil zeggen een eenheid die een economische activiteit uitvoert, is de de-minimisverordening van toepassing. De overheidssteun mag in dat geval maximaal € 200.000,-- bedragen over een periode van drie belastingjaren. Om te kunnen bepalen of de overheidssteun dit bedrag niet te boven gaat, dient deze aanvrager bij het subsidieverzoek een ingevulde de-minimisverklaring te voegen.

Artikel 9.

In tegenstelling tot de ASV Drenthe wordt de subsidie afgerekend op basis van de daadwerkelijke kosten. Daarom dient voor subsidies tot €125.000,-- na realisatie van het project een bestuursverklaring opgesteld te worden met daarin een overzicht van de gerealiseerde kosten van het project en het deel dat onder de subsidiabele kosten valt zoals vermeld in artikel 7. Het gaat bij een bestuursverklaring om een globaal overzicht van totalen, dus geen gedetailleerde kostenverantwoording. Volstaan kan worden met een beknopte toelichting op de prestatie.