Openstellingsbesluit POP3 investeringen in infrastructuur landbouwbedrijven

Geldend van 21-12-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 27-05-2016

Intitulé

Openstellingsbesluit POP3 investeringen in infrastructuur landbouwbedrijven

Inhoud

Artikel 1 Subsidieplafond

1. De maatregel Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven, Hoofdstuk 2, paragraaf 4 van de Verordening onder de regels van dit openstellingsbesluit voor de periode van 6 juni 2016 tot en met 18 juli 2016 open te stellen.

2. Het subsidieplafond voor het indienen van aanvragen vast te stellen op € 400.000,--, samengesteld uit € 200.000,-- Europese middelen en € 200.000,-- provinciale middelen.

Artikel 2 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

- Programma Natuurlijk Platteland: het programma dat gericht is op de realisatie van de opgaven voor natuur, water en landbouw;

- Bestuurscommissie: Commissie als bedoeld in artikel 81 van de Provinciewet;

- Subsidiegids Platteland: subsidiegids met daarin opgenomen de kaders waaraan investeringen in infrastructuur en kavelruilen beleidsinhoudelijk worden getoetst.

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor de verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven.

Artikel 4 Aanvrager

In afwijking van artikel 2.4.2. van de Verordening worden subsidies alleen verstrekt aan:

a. landbouwers;

b. grondeigenaren die geen landbouwer zijn;

c. pachters;

d. provincie;

e. bestuurscommissies.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1.8 van de Verordening wordt subsidie mede geweigerd indien:

1. het project bij de weging op de selectiecriteria zoals opgenomen in artikel 10 minder dan 5 punten scoort;

2. op het criterium genoemd in artikel 10, lid 1, onder a, niet een score van 3 punten of meer wordt behaald;

3. op het criterium genoemd in artikel 10, lid 1, onder b, niet een score van 2 punten of meer wordt behaald.

Artikel 6 Subsidiabele kosten verbetering van de verkavelingsstructuur

In afwijking van artikel 2.4.3 van de Verordening wordt subsidie verstrekt voor:

a. proceskosten verkaveling;

b. procedurekosten verkaveling;

c. investeringen om kavels beter bewerkbaar en bereikbaar te maken.

Artikel 7 Subsidiabele kosten van investeringen voor verbetering van de verkavelingsstructuur

In afwijking van artikel 2.4.5. van de Verordening kunnen de kosten van investeringen voor verbetering van de verkavelingsstructuur bestaan uit:

a. de kosten van de bouw of verbetering van onroerende goederen;

b. bijdragen in natura (onbetaalde arbeid);

c. algemene kosten met betrekking tot investeringen;

d. plan- en advieskosten;

e. leges voor vergunningen en procedures;

f. haalbaarheidsstudies;

g. personeelskosten.

Artikel 8 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.13 van de Verordening komen de volgende kosten niet in aanmerking voor subsidie:

1. de kosten van de aankoop van gronden.

Artikel 9 Hoogte subsidie

1. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten voor proceskosten verkaveling en procedurekosten verkaveling, zoals benoemd in artikel 6, eerste lid, onder a en b.

2. De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten van investeringen ten behoeve van een betere bereikbaarheid en bewerkbaarheid van kavels, zoals benoemd in artikel 6, eerste lid, onder c, samenhangend met de ruiling van gronden en waarvan de desbetreffende agrarische ondernemer voordeel geniet, met een maximum van € 600,-- per toegedeelde hectare.

3. Subsidie wordt niet verstrekt indien de subsidie lager is dan € 200.000,--.

Artikel 10 Selectiecriteria, weging en selectie

1. Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening en daaraan gekoppelde punten:

tabel Artikel 10

 a. Kosteneffectiviteit

Hier wordt gekeken naar de totale proces- en procedurekosten per geruilde ha

indien de gemiddelde kosten maximaal € 500,--  per geruilde hectare bedragen

5 punten

indien de gemiddelde kosten tussen € 500,-- en € 1.000,-- per geruilde hectare bedragen

3 punten

indien de gemiddelde kosten groter dan of gelijk zijn aan € 1.000,-- per geruilde hectare

0 punten

b. De mate waarin de activiteit bijdraagt aan één of meerdere (beleids)doelen zoals genoemd in het Programma Natuurlijk Platteland en de subsidiegids Platteland:

Nut landbouw (o.a. huiskavelvergroting, kavelconcentratie, afstandsverkorting, bedrijfsvergroting)

Maximaal 3 punten

Nut landbouw (o.a. huiskavelvergroting, kavelconcentratie, afstandsverkorting, bedrijfsvergroting

Maximaal 3 punten

Nut water (beschikbaar krijgen van gronden middels ruilingen in gebieden voor uitvoeringsmaatregelen van de Kader Richtlijn Water

Maximaal 3 punten

Score per criterium: 0=geen,  1 = laag,  2= gemiddeld, 3 = hoog

2. Gedeputeerde Staten stellen een Adviescommissie POP3 in voor de selectie van projecten. De Adviescommissie stelt een prioriteitenlijst op door middel van een rangschikking door het toekennen van punten op de hierboven genoemde selectiecriteria.

Artikel 11 Bevoorschotting

1. Op grond van artikel 1.23 (bevoorschotting op basis van realisatie) van de Verordening kan er maximaal één voorschot per jaar worden aangevraagd.

2. Op grond van artikel 1.25 (voorschotten vooruitlopend op realisatie) van de Verordening worden er geen voorschotten verstrekt.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Toelichting

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

Deze maatregel is gericht op investeringen in het landelijk gebied die bijdragen aan de verbetering van de verkaveling van de landbouwbedrijven en de daarbij behorende toegankelijkheid, bodemgesteldheid, waterhuishouding. Het gaat daarbij om de volgende concrete acties:

a. projecten gericht op draagvlakontwikkeling, inhuur van kavelruilcoördinatoren en andere experts, opstellen en uitvoeren van verkavelingsplannen en verkavelingsprocedures, vacatiegelden voor gebiedscommissies, kadaster- en notariskosten, projectmanagement.

In verband met de verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven:

b. investeringen om kavels beter bewerkbaar en bereikbaar te maken zoals: graven en dempen van sloten, met elkaar verbinden van percelen, aanpassen van drainage, aanleggen of verbeteren van dammen en kavelpaden, aanpassen van het wegenstelsel, aanpassen van de waterhuishouding.

Artikel 4 Aanvrager

In de Verordening is een grote groep mogelijke aanvragers opgenomen. In het openstellingsbesluit hebben we dit beperkt tot landbouwers, grondeigenaren die geen landbouwer zijn, pachters, provincie en bestuurscommissies. De uitvoeringskosten van (kleine) kavelruilen zijn hoog. De ondergrens van het indienen van een aanvraag is daarom op € 200.000,-- gezet. De overige aanvragers, met uitzondering van gemeenten, zijn altijd vertegenwoordigd in een bestuurscommissie.

Bestuurscommissies  staan in de modelregeling niet genoemd als mogelijke aanvragers. In Drenthe hebben we bestuurscommissies toegevoegd in onze verordening. Het zijn commissies, ingesteld op basis van artikel 81 van de Provinciewet, met als doel het uitvoeren van het plattelandsbeleid. Deze commissies hebben taken en bevoegdheden gedelegeerd gekregen van Gedeputeerde Staten. Onder POP2 hebben we goede ervaring opgedaan met Bestuurscommissies. Dat willen we onder POP3 continueren.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie moeten minimaal 5 punten worden behaald.

Bij de mate waarin de investering bijdraagt aan de beleidsdoelen, is het minimaal nodig dat op één van de drie onderdelen landbouw, natuur en water, minimaal 2 punten worden gescoord of op twee van de drie onderdelen minimaal 1 punt per onderdeel (samen minimaal 2 punten).

Voor kosteneffectiviteit moeten minimaal 3 punten worden behaald. Dit staat gelijk met dat de gemiddelde proces- en procedurekosten per geruilde hectare lager zijn dan € 1000,--.

Artikel 10 Selectiecriteria, weging en selectie

Aanvragen worden beoordeeld op kosteneffectiviteit, de mate waarin de maatregelen bijdragen aan landbouwdoelen en de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de doelen zoals genoemd in het Programma Natuurlijk Platteland en de subsidiegids Platteland (http://www.provincie.drenthe.nl/loket/reglementen/subsidiegids_platteland). Kosteneffectiviteit draagt bij aan een zo goed mogelijk gebruik en doelbereik van de financiële middelen. Als de investering bijdraagt aan meerdere beleidsdoelen, kunnen hier ook meerdere punten gehaald worden.

Artikel 10, lid 2, Adviescommissie

Gedeputeerde Staten stellen een adviescommissie in voor de beoordeling van de projecten. De Adviescommissie stelt een prioriteitenlijst op door middel van een rangschikking door het toekennen van punten aan de hand van in artikel 11 genoemde wegings- en selectiecriteria.

Deze commissie zal worden samengesteld uit twee deskundigen van de provincie Groningen, twee van de provincie Drenthe en twee van de provincie Fryslân. De deskundigen van de provincies Groningen en Fryslân zullen de projecten binnen de provincie Drenthe beoordelen.

Dit moet een onafhankelijke, gelijke en transparante behandeling van de aanvragen garanderen.