Regeling vervallen per 01-01-2018

Regeling ambtsjubileum en afscheid provincie Drenthe 2016

Geldend van 17-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Regeling ambtsjubileum en afscheid provincie Drenthe 2016

Dit Provinciaal Blad komt in de plaats van het op 5 december 2016 gepubliceerde Provinciaal Blad 6479 van 2016.

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • a.

    Ambtenaar: degene die als ambtenaar door Gedeputeerde Staten is aangesteld om in de openbare dienst van de provincie werkzaam te zijn.

  • b.

    Ambtsjubileum: het bereiken van een diensttijd van 25 of 40 jaar.

  • c.

    Gratificatie: beloning bij ambtsjubileum.

Artikel 2. Toekenning

  • 1.

    Aan de ambtenaar wordt bij een ambtsjubileum een gratificatie toegekend.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt voor iedere functie waarin de ambtenaar als zodanig werkzaam is.

Artikel 3. Uitzonderingen

  • 1.

    Toekenning van een gratificatie vindt niet plaats indien:

    • a.

      de ambtenaar ter zake van zijn dienstvervulling reeds een gratificatie of een uitkering, die naar haar aard daarmee overeenkomt, heeft ontvangen, of

    • b.

      de ambtenaar jubileert tijdens een hem mede in het algemeen belang, zonder behoud van bezoldiging, verleend buitengewoon verlof.

  • 2.

    Toekenning van de gratificatie in geval van het eerste lid, onderdeel b, geschiedt alsnog zodra de ambtenaar na de beëindiging van het verlof zijn werkzaamheden heeft hervat, tenzij hij in de dienstbetrekking die tijdens het verlof werd vervuld, een gratificatie of uitkering heeft ontvangen die naar aard overeenkomt met de gratificatie volgens dit besluit.

Artikel 4. Diensttijd

  • 1.

    Als diensttijd voor een ambtsjubileum geldt:

    • a.

      de vanaf 1 juli 2014 als overheidswerknemer als bedoeld in artikel 2 van de Wet privatisering ABP doorgebrachte tijd, en

    • b.

      de voor 1 juli 2014 doorgebrachte tijd:

      • 1.

        in een burgerlijke dienstbetrekking bij de Nederlandse overheid;

      • 2.

        in een betrekking (vóór 1 januari 1966) als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Pensioenwet 1922 (Stb. 1922, 240), een betrekking als bedoeld in artikel B2 van de Algemene burgerlijke pensioenwet (Stb. 1966, 6) of een betrekking als bedoeld in artikel B3 van evengenoemde wet, alsmede (vóór en na 1 januari 1966) in een betrekking als bedoeld in artikel U2 van die wet;

      • 3.

        in burgerlijke dienst bij de overheid in de landen Suriname (tot 25 november 1975), de Nederlandse Antillen (tot 10 oktober 2010), Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

      • 4.

        in dienst bij het niet-openbaar onderwijs in de onder 3 genoemde landen en openbare lichamen, voor zover dat de ambtenaar onder de werkingssfeer van een overheidspensioenregeling bracht of zou hebben gebracht indien hij in vaste dienst was geweest;

      • 5.

        in Nederlandse militaire dienst of daarmee voor de toepassing van het Algemeen Rijksambtenarenreglement gelijkgestelde dienst, waaronder begrepen dienst bij het voormalig KNIL en de troepen in de landen Suriname (tot 25 november 1975), de Nederlandse Antillen (tot 10 oktober 2010), Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

      • 6.

        als volontair met een volledige dagtaak;

      • 7.

        de tijd waaronder rechtsherstel is verleend.

        • 1.

          Diensttijd die gelijktijdig in meer dan één betrekking is doorgebracht, telt voor de vaststelling van de diensttijd voor het toekennen van een gratificatie slechts eenmaal mee.

Artikel 5. Geen diensttijd

Als diensttijd voor een ambtsjubileum geldt niet:

  • 1.

    de diensttijd die niet in actieve dienst is doorgebracht wegens het bekleden van een politiek ambt;

  • 2.

    de diensttijd die, zonder dat werkzaamheden zijn verricht, is doorgebracht zonder inkomsten uit de dienstbetrekking, met uitzondering van de tijd gedurende welke de ambtenaar mede in het algemeen belang buitengewoon verlof dan wel ouderschapsverlof, langdurend zorgverlof of levensloopverlof heeft genoten.

Artikel 6. Ambtsjubileumgratificaties

  • 1.

    De gratificatie bedraagt bij een ambtsjubileum van 25 of 40 jaar respectievelijk 50% en 100% van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 7, eerste en tweede lid, naar boven af te ronden op een veelvoud van € 3,--.

  • 2.

    Indien de ambtenaar uit een eerdere betrekking al een gratificatie of uitkering heeft ontvangen, wordt de in het eerste lid genoemde gratificatie niet toegekend.

  • 3.

    De ambtenaar die de leeftijd voor keuzepensioen heeft bereikt, ontvangt een ambtsjubileumgratificatie als hij voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd zou worden ontslagen zonder elders een functie te aanvaarden en hij, als hij tot zijn AOW-gerechtigde leeftijd in dienst zou zijn gebleven, in aanmerking zou zijn gekomen voor een gratificatie bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde gratificatie bedraagt een deelbedrag van de gratificatie zoals omschreven in het eerste lid, namelijk berekend naar het werkelijk aantal dienstjaren gedeeld door 25 of 40, naargelang de gratificatie die aan de orde is.

  • 5.

    Zou de ambtenaar tussen de datum van ontslag en het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd een jubileum gevierd hebben, dan ontvangt hij de gratificatie bij het afscheid.

Artikel 7. Berekeningsgrondslag

  • 1.

    De berekeningsgrondslag voor een gratificatie is de onbelaste bezoldiging, bedoeld in artikel A.1 van de CAP, die voor de ambtenaar op de datum van het ambtsjubileum geldt, met dien verstande dat het salaris wordt vermenigvuldigd met de gewogen gemiddelde aanstellingsomvang van de diensttijd in de tien jaar voorafgaand aan de datum van het ambtsjubileum, vermeerderd met de daarop betrekking hebbende belaste voorzieningen als bedoeld in artikel C.17, lid 1, sub a en b, van de CAP.

  • 2.

    In zoverre de bezoldiging niet in een vast bedrag per maand kan worden uitgedrukt, wordt gerekend met het bedrag dat de ambtenaar over de drie kalendermaanden voorafgaande aan zijn ambtsjubileum gemiddeld per maand heeft genoten.

Artikel 8. Uitzonderingsbepaling

Indien de ambtenaar op de datum van zijn ambtsjubileum buitengewoon verlof mede in het algemeen belang zonder behoud van bezoldiging, langdurend zorgverlof, ouderschapsverlof of levensloopverlof geniet, wordt voor de berekening van zijn gratificatie uitgegaan van de berekeningsgrondslag die gold direct voorafgaand aan het verlof.

Artikel 9. Jubilea, afscheid wegens uitdiensttreding of om andere redenen

  • 1.

    De ambtenaar wordt een receptie aangeboden bij een 25- of 40-jarig ambtsjubileum.

  • 2.

    Aan de ambtenaar die na diensttijd de provincie verlaat wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, ABP-keuzepensioen of het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, wordt een afscheid aangeboden.

  • 3.

    Aan de ambtenaar die de provincie verlaat en respectievelijk 1-5 jaar, 5-10 jaar of meer dan 10 jaar aaneengesloten in dienst is geweest, wordt een afscheid aangeboden.

  • 4.

    Budget en voorzieningen voor afscheid kunnen ook gelden voor flexibele arbeidskrachten of natuurlijke personen of rechtspersonen met wie langere tijd is gecontracteerd.

Artikel 10. Anticumulatie

In geval van samenloop van de viering van het ambtsjubileum en het einde van het dienstverband is de cumulatie van aanspraken op voorzieningen uitgesloten. De hoogste voorziening is uitgangspunt.

Artikel 11. Aanvraag gratificatie

Het aanvragen van de in deze regeling bedoelde gratificatie geschiedt op de door de salarisadministratie voorgeschreven wijze.

Artikel 12. Onvoorziene gevallen

In de gevallen waarin deze regeling niet op redelijke wijze voorziet of waarin toepassing ernstige bezwaren zou opleveren, kan een voorziening naar billijkheid worden getroffen. Hierin beslist de teamleider in overleg met de directie.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de Regeling ambtsjubileum en afscheid provincie Drenthe 2016.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag nadat zij is bekendgemaakt in het Provinciaal Blad, onder gelijktijdige intrekking van de regels Toekenning gratificatie bij ambtsjubilea, de richtlijn Jubilea en afscheid en de notitie Jubileumregeling en afscheid.

Toelichting ambtsjubileum en afscheid

Artikel 4

Met ingang van de Wet privatisering ABP is artikel 4, eerste lid, sub a, toegevoegd aan de regeling. Vanaf 1 juli 2014 wordt bij het jubileum te betrekken diensttijd beperkt tot de tijd die is doorgebracht als overheidswerknemer als bedoeld in artikel 2 van de Wet privatisering ABP. Vόόr 2014 geldt nog de diensttijdberekening zoals deze in artikel 4, tweede lid 1, sub b, 1 tot en met 7, is opgesomd.

Artikel 7

Vanuit fiscale wetgeving is dit artikel aangepast. Voor de onbelaste jubileumgratificaties die worden uitgekeerd wordt het gedeelte dat bovenop het salarisgedeelte wordt uitgekeerd (IKB) belast bij de ambtenaar.

Artikel 10

Dit betreft het anticumulatiebeding. Hiermee wordt een logische wijze van aanspraak op de voorziening geregeld wanneer afscheid en jubileumviering samenvallen.

Voorziening ex artikel 9, lid 1, van deze regeling | 25-/40-jarig provinciaal ambtsjubileum

De leidinggevende overlegt tijdig (dat wil zeggen minstens twee maanden voor de jubileumdatum) met de desbetreffende ambtenaar of, en zo ja hoe, hij het provinciaal ambtsjubileum wil vieren (receptie, lunch met de collega’s, liever geen ruchtbaarheid, etc).

De kosten komen ten laste van het desbetreffende teambudget en zijn aan een maximum gebonden van € 100,-- bij 25-jarig jubileum en € 300,-- bij 40-jarig jubileum.

De jubilaris die 25 jaar of 40 jaar in dienst van de provincie werkzaam is, ontvangt naast bloemen gelukwensen namens Gedeputeerde Staten. Voor wat betreft de locatie van het jubileum, alsmede de catering wordt, voor zover aan de orde, zo veel mogelijk gebruikgemaakt van de binnen de provincie Drenthe aanwezige faciliteiten.

Voorziening ex artikel 9, lid 2, van deze regeling | Afscheid in verband met (keuze)pensioen

De leidinggevende overlegt met de desbetreffende ambtenaar of, en zo ja hoe, hij het afscheid wil vieren (afscheidsborrel, receptie, lunch met de collega’s, etc.). De kosten komen ten laste van het desbetreffende teambudget en zijn aan een maximum gebonden (€ 1.000,--).

De vertrekkende ambtenaar ontvangt namens het college van Gedeputeerde Staten naast bloemen een waardebon, geldbedrag of geschenk ter waarde van € 400,--.

Voor wat betreft de locatie van het afscheid, alsmede de catering wordt, voor zover aan de orde, zo veel mogelijk gebruikgemaakt van de binnen de provincie Drenthe aanwezige faciliteiten. In overleg met de desbetreffende ambtenaar kan worden gekozen voor een andere locatie indien de situatie daartoe aanleiding geeft.

Voorziening ex artikel 9, lid 3, van deze regeling | Afscheid

In geval van afscheid na in dienst van de provincie te hebben gewerkt, overlegt de leidinggevende met de desbetreffende persoon of, en zo ja hoe, hij het afscheid wil vieren (afscheidsborrel, receptie, lunch met de collega’s, etc.). De kosten komen ten laste van het desbetreffende teambudget en zijn aan een maximum van € 300,-- gebonden. De vertrekkende persoon ontvangt daarnaast namens het college van Gedeputeerde Staten een waardebon van € 25,-- en bloemen tot € 25,--.

Voor wat betreft de locatie van het afscheid, alsmede de catering wordt, voor zover aan de orde, zo veel mogelijk gebruikgemaakt van de binnen de provincie Drenthe aanwezige faciliteiten. In overleg met de desbetreffende persoon kan worden gekozen voor een andere locatie indien de situatie daartoe aanleiding geeft.

Ondertekening