Regeling vervallen per 01-07-2012

Subsidieregeling PPS-2 Beleggen in verkeersveiligheid

Geldend van 01-01-2002 t/m 30-06-2012

Intitulé

Subsidieregeling PPS-2 Beleggen in verkeersveiligheid

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.   wegbeheerder: de persoon of rechtspersoon die ingevolge de Wegenwet is belast met het beheer en onderhoud van wegen;

b.   Duurzaam-Veilig-Verkeersconcept: de systematische benadering van de verbetering van de verkeersveiligheid als bedoeld in het Startprogramma Duurzaam

Veilig Verkeer van 15 december 1997;

c.   ASV: Algemene subsidieverordening Drenthe 1997.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling aan beheerders van wegen gelegen in de provincie Drenthe een incidentele subsidie verlenen in de kosten van infrastructurele maatregelen tot vermindering van het aantal slachtoffers als gevolg van verkeersongevallen op die wegen.

Artikel 3

Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking kosten van infrastructurele maatregelen die direct verband houden met de verbetering van de verkeersveiligheid.

Artikel 4

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet

bestuursrecht (Awb) en deze regeling kan een subsidie in ieder geval geweigerd worden indien niet aan de volgende criteria wordt voldaan:

a.   de Stuurgroep PPS-2 heeft gedeputeerde staten positief geadviseerd ten aanzien van het verlenen van subsidie aan de wegbeheerder;

b.   in de afgelopen 5 jaar zijn er 6 of meer slachtoffers (doden of gewonden) op de/het aangemelde kruising/weggedeelte gevallen;

c.   de maatregelen moeten passen in de systematische benadering van verkeersveiligheid van het Duuzaam-Veilig-Verkeersconcept;

d.   de kostenefficiency van de maatregelen moet zo gunstig mogelijk zijn;

e.   de maatregelen moeten sober zijn;

f.    er zijn geen belemmeringen bekend die realisering van de verbetering binnen 1 jaar na aanvraag van de bijdrage in de weg staan.

Artikel 5

De subsidie bedraagt ten hoogste 12% van de subsidiabele kosten genoemd in artikel 11.

DE AANVRAAG

Artikel 6

Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 29 van de ASV, ten minste 10 weken voor de aanvang van de uitvoering van het werk ingediend.

Artikel 7

Onverminderd het bepaalde in artikel 30 van de ASV gaat een aanvraag om subsidie vergezeld van informatie, die in elk geval omvat:

a.   een plattegrond van de/het desbetreffende kruising/weggedeelte waarop tevens de verkeersvoorzieningen zijn aangegeven (schaal 1 : 500 of een andere duidelijke schaal);

b.   een overzicht van de ongevallen die de afgelopen 5 jaar hebben plaatsgevonden, vermeldende de gegevens zoals die worden verstrekt door de Dienst Basis-gegevens van de Adviesdienst voor Verkeer en Vervoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat te Heerlen;

c.   een overzicht met ongevallen en slachtoffers in de afgelopen 5 jaar, naar jaar en afloop gerangschikt;

d.   een manoeuvrediagram;

e.   een ongevallenanalyse;

f.    een plattegrond van de hoofdinfrastructuur in de omgeving, vermeldende de

categorie-indeling volgens het Duurzaam-Veilig-Verkeersconcept (schaal 1 : 20.000 of een andere duidelijke schaal);

g.   de plannen van de wegbeheerder die van invloed zijn op de verkeerssituatie op de/het aangemelde kruising of weggedeelte;

h.   de mogelijke maatregelen met globale kostenramingen;

i.    de kosteneffectiviteit van de mogelijke maatregelen;

j.    een gemotiveerde keuze uit de mogelijke maatregelen;

k.   een beschrijving van de te nemen maatregelen en een raming van kosten per onderdeel;

l.    een overzicht van de procedures (bijvoorbeeld planologische en grondverwervingsprocedures) die in verband met de verbetering van deze kruising/dit wegvak zijn doorlopen met vermelding van de resultaten daarvan.

Artikel 8

Een aanvraag om subsidie wordt ingediend volgens een daartoe beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 9

Indien en voor zover de subsidie wordt verleend ten laste van een nog niet vastgestelde provinciale begroting vindt subsidiëring plaats onder de voorwaarde dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.

Artikel 10

De verlening van het subsidiebedrag geschiedt onder het voorbehoud dat het Rijk zijn subsidie ten behoeve van de PPS-2-doelstellingen aan de provincie Drenthe in gelijke omvang vaststelt als het door de provincie verleende subsidiebedrag. In het geval het Rijk een afwijkend subsidiebedrag vaststelt, wordt dat bedrag aan de wegbeheerder uitbetaald.

Artikel 11

Bij hun beslissing op de aanvraag bepalen gedeputeerde staten tevens welke kosten subsidiabel zijn en de maximale hoogte van het subsidiebedrag dat kan worden vastgesteld.

VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 12

a.   De subsidieontvanger is verplicht bij de aanbesteding van werken waarvoor in het kader van deze regeling subsidie is verleend de Europese aanbestedings-regels in acht te nemen.

b.   Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4.37 tot en met 4.41 van de Awb en de ASV kunnen gedeputeerde staten nadere verplichtingen opleggen aan de subsidieontvanger met betrekking tot de uitvoering van het werk en de verstrekking van gegevens ten behoeve van de evaluatie van de maatregelen waarvoor de aanvrager subsidie heeft ontvangen.

DE SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 13

Onverminderd het bepaalde in artikel 34 van de ASV worden ten behoeve van de vaststelling van de subsidie de navolgende gegevens overgelegd:

a.   een opleveringsverslag;

b.   een overzicht van werkelijk gemaakte subsidiabele kosten;

c.   een accountantsverklaring dat de subsidiabele kosten werkelijk door de wegbeheerder zijn gemaakt.

Artikel 14

Uitbetaling van het voor rekening van het Rijk komende gedeelte van de subsidie geschiedt onverwijld nadat die subsidie door het Rijk aan de provincie is uitbetaald.

Artikel 15

1.   Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

2.   Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling PPS-2.

TOELICHTING OP DE SUBSIDIEREGELING PPS-2 BELEGGEN IN VERKEERSVEILIGHEID

A, PPS-2 algemeen

De provincie Drenthe werkt in een publiek-privaat samenwerkingsverband samen met Univé Verzekeringen, Grontmij en het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Directie Noord-Nederland met het doel de verkeersonveiligheid op de wegen in de provincie Drenthe versneld terug te dringen door het uitvoeren van infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen en bovendien het verwerven van kennis van en het opdoen van ervaring met publiek-private samenwerking.

Om hun doel te bereiken hebben de participanten de volgende werkwijze gekozen.

Univé verstrekt aan wegbeheerders leningen om de verkeersonveilige punten aan te pakken die nog niet voorkomen op de lijst van aan te pakken locaties (in verband met het versneleffect).

Grontmij voert de verkeersonderzoeken uit, bereidt de uitvoering voor en voert de directie bij de uitvoering van de werkzaamheden. Provincie en Rijkswaterstaat subsidiëren wegbeheerders die verkeersveiligheidsmaatregelen nemen in het kader van PPS-2. Bovendien heeft de provincie een coördinerende, stimulerende en regisserende rol en ondersteunt Rijkswaterstaat dit project in adviserende zin.

De samenwerking krijgt gestalte door de Stuurgroep PPS-2, waarin alle participanten zitting hebben. De stuurgroep selecteert de in PPS-2-verband aan te pakken verkeersonveilige punten en adviseert Univé en gedeputeerde staten omtrent respectievelijk de te verstrekken lening en de te verlenen subsidie.

De 4 partners in PPS-2 hebben het voornemen om dit project voor het einde van het jaar 2000 af te ronden.

De feitelijke uitvoering van maatregelen wordt begeleid door werkgroepen die per wegbeheerder worden ingesteld en die worden gevormd door personeel van de wegbeheerder en participanten in de PPS-2-samenwerking.

Univé heeft een budget van circa € 4,53 miljoen beschikbaar waaruit leningen aan wegbeheerders kunnen worden verstrekt in het kader van PPS-2.

De provincie heeft voor verbeteringsmaatregelen in het kader van PPS-2 in haar Meerjarenuitvoeringsprogramma verkeer en vervoer een budget van maximaal circa € 273.000,-- beschikbaar.

Rijkswaterstaat heeft op grond van de experimentenregeling van het besluit/Wet

Infrastructuurfonds voor dat doel aan de provincie een bijdrage verleend van maximaal circa € 273.000,--. Het totale budget voor PPS-2 van de provincie en het Rijk bedraagt dus circa € 546.000,--. De provincie treedt op als subsidiërende instantie.

De hoogte van de lening van Univé is gelijk aan het bedrag van de subsidiabele kosten van de verbeteringsmaatregelen. De hoogte van de subsidie van de provincie en het Rijk is gekoppeld aan hetzelfde subsidiabele bedrag dat grondslag is voor de lening van Univé.

Deze subsidieregeling heeft betrekking op de subsidie die uit het budget van circa € 546.000,-- wordt verstrekt.

B, De juridische kaders

Op de verlening van subsidies door de provincie Drenthe in het kader van PPS-2 zijn de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening Drenthe (ASV) van toepassing. De verordening geeft de algemene spelregels die in acht moeten worden genomen bij het indienen, behandelen en afwikkelen van subsidieaanvragen en is een uitwerking van de subsidieparagraaf van de Awb. De voorliggende conceptverordening is toegespitst op subsidiëring in het kader van PPS-2.

C, Artikelsgewijs

Artikel 2

Dit artikel geeft het doel van de subsidiëring aan, namelijk de verbetering van verkeersonveilige kruisingen of weggedeelten in de provincie Drenthe. Het gaat hier dus uitsluitend om infrastructurele maatregelen.

Artikel 3

Dit artikel heeft tot doel de kosten die een wegbeheerder maakt ten behoeve van werkzaamheden die geen betrekking hebben op de verbetering van de verkeersveiligheid uit te sluiten. Dit zal per geval worden beoordeeld. Als voorbeelden kunnen worden genoemd: kosten van verfraaiing, het meenemen van verbetering van de riolering, de aanleg van parkeerplaatsen etc.

Artikel 4

Maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid in het kader van PPS-2 worden eerst beoordeeld door de Stuurgroep PPS-2. Nadat de stuurgroep de voorgestelde maatregelen geschikt voor uitvoering heeft gevonden, bericht zij dit aan Univé en gedeputeerde staten en adviseert zij omtrent de verstrekking van de geldlening respectievelijk de bijdrage van het Rijk en de provincie. De Stuurgroep PPS-2 zal in haar bericht en advies aan Univé en gedeputeerde staten de (raming van de) subsidiabele kosten betrekken.

Artikel 5

De subsidie van de provincie bedraagt 6% van de subsidiabele kosten. Het Rijk heeft nog eens 6% beschikbaar gesteld, tezamen dus 12%. Dit percentage weerspiegelt de verhouding tussen de budgetten van Univé en het Rijk/de provincie, namelijk circa € 4,53 miljoen en circa € 546.000,--.

Vanwege de relatie die bestaat tussen het budget van Univé (circa € 4,53 miljoen), het budget van de provincie en het Rijk (circa € 546.000,--) en het subsidiepercentage is het van belang als subsidiabele kosten geen hoger bedrag te nemen dan de stuurgroep adviseert (zie ook artikel 4).

Desgewenst kunnen gedeputeerde staten - overeenkomstig de ASV - de wegbeheerder voorschotten verlenen tot maximaal 95% van het provinciale deel van de verleende subsidie.

De gang van zaken betreffende de subsidiëring door de provincie en door het Rijk is in het volgende schema aangegeven.

gang van zaken betreffende de subsidiëring door de provincie en door het Rijk

Omschrijving

Termijn

1.

Wegbeheerder verzoekt gedeputeerde staten om verlening van subsidie.

Ten minste 10 weken voor aanvang werkzaamheden.

2.

Gedeputeerde staten nemen beslissing tot verlening van subsidie (12% van de subsidiabele kosten)

+ doen de toezegging dat zij het rijksdeel zullen declareren bij Rijkswaterstaat (6% van de subsidiabele kosten).

Binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag*.

3.

Na oplevering van het werk stuurt de wegbeheerder aan

gedeputeerde staten:

-        opleveringsverslag + definitieve kostenopgaaf

-        accountantsverklaring

-        verzoek om vaststelling van het provinciale deel van de subsidie

Binnen 13 weken na oplevering van het werk.

4.

Gedeputeerde staten nemen - onder het voorbehoud ex artikel 13 - de vaststellingsbeschikking

+ declareren het rijksdeel bij Rijkswaterstaat.

Binnen 13 weken na ontvangst van het verzoek om vaststelling*.

5.

Gedeputeerde staten betalen het provinciale deel van de subsidie uit aan de wegbeheerder.

Binnen 4 weken na vaststelling subsidie.

6.

Rijkswaterstaat stelt het rijksdeel vast en betaalt het uit aan gedeputeerde staten.

Binnen 4 weken na vaststelling rijksdeel.

7.

Gedeputeerde staten betalen het rijksdeel uit aan de wegbeheerder.

Binnen 4 weken na ontvangst rijksdeel.

*    Termijnen zijn conform respectievelijk artikel 32 en artikel 35 van de ASV.

Artikel 6

Het streven is om de wegbeheerder die subsidie aanvraagt in een zo vroeg mogelijk stadium uitsluitsel te geven over de subsidiëring. Het uiterlijke tijdstip van indiening van de subsidieaanvraag van 10 weken maakt het mogelijk om met inachtneming van de maximale beslistermijn van 8 weken, juist voor de aanvang van de uitvoering van de werkzaamheden een besluit over de subsidie aan de wegbeheerder te kunnen meedelen.

Anderzijds geeft dit vroege tijdstip van indiening de wegbeheerder de mogelijkheid om de verbeteringsplannen nog aan te passen aan eventuele voorschriften van gedeputeerde staten.

Artikel 7

De hier opgesomde bescheiden maken het gedeputeerde staten mogelijk zich een goed oordeel te vormen over de verbeteringsmaatregelen die een wegbeheerder voordraagt voor een bijdrage.

De bij het verzoek om verlening van een bijdrage te overleggen bescheiden, genoemd onder a tot en met j, kunnen een integraal deel uitmaken van de rapportage van de resultaten van een locatieonderzoek.

Een van de uitgangspunten van deze PPS-constructie is dat Grontmij dit rapport opstelt, tenzij een wegbeheerder besluit een ander adviesbureau daartoe opdracht te geven. In dat geval is dit artikel de richtlijn voor de rapportage.

Artikel 8

Op het aanvraagformulier moet de wegbeheerder gegevens verstrekken die gedeputeerde staten in de gelegenheid stellen te toetsen aan de subsidieverleningscriteria.

Artikel 9

Het kan voorkomen dat de verlening van de subsidie in een ander begrotingsjaar plaatsvindt dan de subsidievaststelling en uitbetaling. In dat geval bestaat - wellicht theoretisch - de mogelijkheid dat er onvoldoende financiële middelen beschikbaar komen om de verleende subsidie in gelijke omvang vast te stellen en uit te betalen. Om ongewenste ontwikkelingen op financieel gebied die daaruit voor de provincie zouden kunnen voortvloeien uit te sluiten is deze bepaling opgenomen.

Artikel 10

De subsidie van de provincie en het Rijk moeten als 1 geheel worden gezien. In de praktijk heeft het Rijk echter aan de provincie Drenthe - en niet aan de wegbeheerders - subsidie verleend ten behoeve van PPS-2. Het Rijk stelt die subsidie vast en betaalt - aan de provincie - uit op declaratiebasis, dus pas achteraf. Dit kan voor de provincie en voor de subsidieontvangende wegbeheerder onzekerheid scheppen.

Het toespitsen van de subsidieverlening en vaststelling op alleen het provinciale deel kan juridisch gezien niet door de beugel omdat er dan een niet-appellabel subsidiedeel (dat van het Rijk) ontstaat.

De hier gekozen oplossing is de keuze van de minst slechte, maar komt aan deze bezwaren tegemoet.

Artikel 11

Op grond van artikel 32 van de ASV beslissen gedeputeerde staten binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

Bij hun beslissing daarover stellen zij, overeenkomstig artikel 2, tevens vast welke kosten bij die verlening en vaststelling van de subsidie in aanmerking zijn en zullen worden genomen en het maximale bedrag aan subsidie dat kan worden vastgesteld. Gedeputeerde staten baseren zich daarbij op de begroting die de wegbeheerder overlegt en houden zoveel mogelijk rekening met het aanbestedingsvoordeel.

Artikel 12

Evaluatie is een belangrijk punt in deze publiek-private samenwerking. Zowel de genomen infrastructurele verbeteringsmaatregelen als het samenwerkingsproces zullen worden geëvalueerd.

De ontvanger van de subsidie wordt in dit artikel verplicht aan de evaluatie van de maatregelen zijn medewerking te verlenen.

Artikel 13

Op grond van artikel 34 van de ASV dient de aanvrager binnen 13 weken na voltooiing van de werkzaamheden gedeputeerde staten te verzoeken om vaststelling van de subsidie. De omschrijving van de daarbij over te leggen bescheiden is in dit artikel op subsidiëring in PPS-2-kader toegesneden.

Artikel 14

Dit artikel dient als waarborg dat het rijksdeel van de subsidie zo spoedig mogelijk wordt doorbetaald aan de wegbeheerders.