Regeling vervallen per 17-01-2018

Beleidsregel concretisering ecologische hoofdstructuur

Geldend van 29-01-2008 t/m 16-01-2018

Intitulé

Beleidsregel concretisering ecologische hoofdstructuur

INHOUD

1.   Inleiding

2.   Doelen

3.   Spelregels

4.   Gebieden

Kaart EHS Drenthe

Inhoud

1, INLEIDING

De EHS is een Drentse kernkwaliteit. Hoewel de EHS in het Provinciaal omgevingsplan (POP) II is gedefinieerd, heeft niet iedereen eenzelfde beeld bij de EHS. Er zijn ook verschillende kaarten EHS. Dat is verwarrend. Vandaar dat de provincie nu een concrete beschrijving van de EHS heeft vastgesteld. Er is nu 1 kaart EHS, met doelen en spelregels in gelden in de EHS.

De EHS is een samenhangende structuur van gebieden met een speciale natuurkwaliteit (doelen). Die structuur, de ecologische hoofdstructuur, moet biodiversiteit en duurzame natuurkwaliteit waarborgen. Een belangrijk deel van de Nederlandse biodiversiteit wordt overigens ook buiten de EHS gevonden; ook daar is zorg voor nodig.

De EHS is een beleidsconcept dat zijn wortels heeft in het Nationaal natuurbeleidsplan van 1990 en vervolg heeft gekregen in de Nota ruimte van 2006. Provincies zijn verantwoordelijk voor de realisering van de EHS. In het POP II (2004) is dit als beleidsdoel opgenomen. In 2018 moet de EHS gerealiseerd zijn.

Dit provinciaal document Concretisering EHS Drenthe is een samenvattende beschrijving van de EHS, gebaseerd op wat het POP II zegt over de EHS. Het is geen nieuw beleid.

De bijbehorende kaart is een koepel waaronder verschillende provinciale beleidsonderdelen vallen, zoals het Gebiedsplan (IGGD 2007), de kaart verzuringsgevoelige onderdelen van de EHS (WAV-kaart 2004), aanpak verdroogde gebieden en der-gelijke. Die houden hun eigen werking. Deelname aan realisering van de EHS door bijvoorbeeld overeenkomsten en grondverwerving is en blijft vrijwillig.

Centraal staan de EHS-doelen. Spelregels in gebieden dienen ter bescherming daarvan en geven criteria om te bepalen welke ruimte er is voor ontwikkelingen. Op de kaart staat aangegeven om welke gebieden het gaat. De nadruk ligt op samenhang tussen gebieden, doelen en spelregels.

De spelregels zijn landelijke regels. Landelijk is ook afgesproken dat alle provincies de spelregels vertalen in provinciaal beleid en dat dit beleid vervolgens landt in het bestemmingsplan.

De EHS is een kwalificatie. De daadwerkelijke bescherming geschiedt via verschillende (juridische) beleidsinstrumenten, zoals het bestemmingsplan.

De nagestreefde natuurkwaliteiten worden toegelicht in hoofdstuk 2, Doelen.

De mogelijkheden voor activiteiten in de EHS-gebieden verschillen, afhankelijk van de natuurdoelen en de aard van de activiteit.

In hoofdstuk 3, Spelregels, wordt dit uitgelegd.

Hoofdstuk 4 beschrijft welke gebieden onderdeel zijn van de EHS. Die zijn op kaart weergegeven. De EHS is nog niet afgerond; jaarlijks zal de kaart geactualiseerd worden. Bij deze actualisatie zullen ook externe organisaties betrokken worden.

De EHS heeft ruimtelijke en privaatrechtelijke kanten. Het privaatrechtelijke betreft instrumenten zoals gebiedsplan, subsidies en dergelijke om het EHS-beleid te realiseren en te stimuleren. Daar gaat dit document niet over. Wel gaat het over de ruimtelijke kant, over gebieden waar doelen gelden en waar afspraken zijn gemaakt om doelen te bereiken.

Ook buiten de EHS zijn er natuurgebieden en natuurwaarden; ook daarover gaat het hier nu niet.

2, DOELEN

Doelen EHS

De EHS is een samenhangende structuur van gebieden met bepaalde, per gebied verschillende natuurkwaliteit. Die structuur, de "ecologische hoofdstructuur", moet duurzaam natuurkwaliteit garanderen. Doel is behoud en ontwikkeling van biodiversiteit.

Een groot aantal levensgemeenschappen en soorten is niet gebonden aan 1 gebied of aan 1 gebiedstype. Ze hebben verschillende biotopen nodig om te overleven en om goed te kunnen functioneren, op verschillende momenten in een jaar, in verschillende fasen van de levenscyclus, of gewoon op 1 dag. De biotopen moeten dus geschikt zijn en bereikbaar. Ook gradiënten zijn belangrijk. Dit zijn bijzondere omstandigheden in gebieden met geleidelijke overgangen tussen bodemtypen en watertypen, en daarmee samenhangende variatie in begroeiing, vegetaties en levensgemeenschappen van planten en dieren.

Biodiversiteit is het geheel aan variatie in de natuur, vaak uitgedrukt in soorten. Speciale zorg gaat daarbij uit naar de soorten die specifiek zijn. Daaraan gekoppeld zijn er lijsten met Europese bijzonderheden (natuurkwaliteiten, soorten en levensgemeenschappen) en lijsten met Europees bedreigde of zeldzame soorten; landelijke bijzonderheden en landelijke lijsten met bedreigde soorten en provinciale bijzonderheden en lijsten met bedreigde soorten.

Doelen gebieden

Doelen van gebieden zijn samengevat in natuurdoeltypen op de natuurdoeltypenkaart (provincie Drenthe, actualisatie april 2007). Natuurtypen geven houvast (informatie) over de gewenste natuur. De typologie heeft een vegetatiekundige basis, maar een type staat voor een hele levensgemeenschap van planten en dieren. In het Handboek natuurdoeltypen 2001 (Alterra, Bal 2001) is te vinden om welke soorten en soortengroepen het dan gaat. Doel is om de gebieden geschikt te houden of te maken voor die levensgemeenschap. Het handboek geeft ook aan welke gebiedscondities dan nodig zijn.

Soms gelden er vanuit andere beleidslijnen extra of speciale natuurdoelen voor gebieden, bijvoorbeeld vanuit Natura 2000 en de Kaderrichtlijn water (KRW).

In bestaande natuurgebieden gaat het vooral om behoud van natuurkwaliteit, die in nieuwe natuurgebieden nog ontwikkeld moet worden. In veel gebieden is verbetering van de condities van bodem en water nodig om de achteruitgang van natuurkwaliteit te stoppen. Beheersgebieden hebben natuurdoelen die samenhangen met agrarisch grondgebruik. Bij graslanden gaat het om weidevogels, zoogdieren, roofvogels, insecten en andere dieren die op een of andere manier gebruikmaken van dit soort gebieden om te nestelen, te foerageren, te slapen of te rusten of anderszins. Daarnaast gelden botanische doelen die veelal op perceelsranden gerealiseerd kunnen worden. De meeste natuurdoelen van graslanden vragen vochtige bodems en een niet te intensief grondgebruik. Bij akkers gaat het om kenmerkende akkerkruiden en diersoorten die op akkers en akkerranden een plekje vinden, zoals patrijs. De natuurdoelen op akkers stellen vooral eisen aan bodemkwaliteit.

Doelen ecologische verbindingszones

De ecologische verbindingszones zijn essentieel in de EHS. Ze verbinden gebieden waardoor de ecologische kwaliteit van de gebieden en de draagkracht toeneemt.

Levensgemeenschappen van planten en dieren kunnen zich beter handhaven en ontwikkelen. Ecologische verbindingszones zijn regionale verbindingszones die vooral gebruikmaken van bestaande landschapsstructuren. Welke landschapsstructuren dat zijn verschilt per ecologische verbindingszone. In de werkmap EVZ (provincie

Drenthe 2000; bijlage bij Gebiedsvisie NBL, ecologische verbindingszones) is dat aangegeven. Het kan gaan om natte of vochtige elementen, droog en schraal, bossig, fijnmazig of een combinatie ervan. Deze karakteristieken moeten dan worden versterkt.

Ook enkele beekdalen zijn aangewezen als ecologische verbindingszone. Hier is versterking van het karakter van het beekdal belangrijk, zodat dieren en planten een geschikt leefgebied hebben en migratiemogelijkheden. Het gaat om de beek en andere structuren die samenhang geven binnen een beekdal; zowel in de lengterichting van de beek als dwars op de beek. De verbindingszones in deze beekdalgebieden zijn vochtig en nat en bosachtig van aard.

Ecologische verbindingszones stellen eisen aan de inrichting, het beheer en het grondgebruik van een gebied. Het zijn linten van stroken grond, met stapstenen die plaatselijk wat meer ruimte bieden.

Doelen robuuste verbindingen

Robuuste verbindingen zijn bedoeld voor versterking van de EHS op een robuuste en grootschalige manier. De robuuste verbindingen verbinden hele ecosystemen op landelijke schaal, zodat die duurzaam in stand gehouden kunnen worden. Behalve voor uitwisseling van soorten moeten de robuuste verbindingen zorgen voor (aanzienlijk) meer leefgebied voor de hele levensgemeenschap van planten en dieren van het ecosysteem. Robuuste verbindingen zijn bijvoorbeeld ook bedoeld om herstel van populaties mogelijk te maken, evenals hervestiging bij onvoorziene risico¿s. Robuuste verbindingen vragen veel ruimtebeslag en de hele verbinding krijgt een natuurfunctie. Meer informatie is te vinden in het Handboek robuuste verbindingen (Alterra, 2001). In Noord-Drenthe gaat het om een deel van de natte as Noord-Nederland. Dit is een verbinding van laagveenmoerassen (doel), waar Leekstermeer en

Zuidlaardermeer onderdeel van zijn.

Het Hunzedal en de Vledder en Wapserveense Aa zijn zijtakken van de natte as Noord-Nederland. De benedenstroomse gebieden vormen schakels in de reeks laagveenmoerassen. In de bovenlopen wordt de relatie met de hogere gronden versterkt door herstel en ontwikkeling van de gradiënten in de beekdalgraslanden.

Het Hunzedal is via het Zuidlaardermeer verbonden met de natte as, de Vledder en Wapserveense Aa takken aan via de Steenwijker Aa en de Weerribben.

In Zuid-Drenthe ligt een robuuste verbinding tussen de Sallandse heuvelrug en het Drents plateau. Doel is de ecosystemen van de hogere zandgronden te verbinden. Deze robuuste verbinding dient dus te bestaan uit bos en bosjes, droge en vochtige heide, (heischrale) graslanden en dergelijke.

3, SPELREGELS

Om de doelen in de EHS te realiseren, zijn in veel gevallen maatregelen nodig. Deze hebben betrekking op milieucondities en inrichting en beheer van gebieden. Daarnaast zijn spelregels nodig om EHS-doelen te beschermen en ontwikkelingen mogelijk te maken. Spelregels staan beschreven in de Nota ruimte en in POP II. In 2007 hebben Rijk en provincies aanvullende spelregels afgesproken, die onder voorwaarden ontwikkelingen in de EHS mogelijk maken. Afspraak is dat de provincies de spelregels opnemen in het provinciaal beleid en dat dit beleid vervolgens landt in de bestemmingsplannen. De bescherming van de EHS moet in bestemmingsplannen worden vastgelegd.

De spelregels gelden voor alle EHS-gebieden die als egale groene vlakken op de kaart zijn aangegeven. Voor de gearceerde gebieden is het gewenst dat er geen onomkeerbare ontwikkelingen plaatsvinden die de EHS-doelen zouden frustreren. Het POP II biedt daartoe de algemene omgevingskwaliteit en de bijzondere omgevingskwaliteit in milieubeschermingsgebieden. Voor de robuuste verbindingen geldt op grond van de Nota ruimte een formele basisbescherming: in deze zones geen ontwikkelingen die de realisatie van de verbinding in de weg staat.

De spelregels worden hierna beschreven. Ze staan ook op de website van van het Ministerie van LNV en de provincie.

De spelregels gelden voor ontwikkelingen en ingrepen in de EHS-gebieden; het huidige grondgebruik staat niet ter discussie en kan gehandhaafd worden.

Ontwikkeling onder voorwaarden

Ontwikkelingen en ingrepen kunnen plaatsvinden in een gebied als voldaan wordt aan 2 voorwaarden:

-     de ingreep is "van groot openbaar belang" en

-     er zijn geen alternatieven mogelijk.

Bovendien moet de initiatiefnemer zorgen dat de nadelige effecten op de natuur worden verzacht ("mitigatie"). Als mitigatie niet mogelijk of niet voldoende is, dan moet de initiatiefnemer compenseren, dat wil zeggen de verloren gegane natuur op een andere plek vervangen door nieuwe natuur.

Geen "groot belang", toch doorgang

Ingrepen in de EHS die niet "van groot openbaar belang" zijn, zijn nu onder voorwaarden toch mogelijk door toepassing van 2 nieuwe spelregels: EHS-saldobena-dering en Herbegrenzen EHS. Deze 2 instrumenten moeten zorgen dat de EHS niet alleen even groot en even waardevol blijft, maar er zelfs beter op wordt. De saldobenadering is daarbij gericht op een combinatie van meerdere projecten. Het herbegrenzen is bedoeld voor kleinere ingrepen.

EHS-saldobenadering

Met de EHS-saldobenadering zijn ontwikkelingen in de EHS mogelijk onder de volgende voorwaarden:

-     er is sprake van een combinatie van projecten;

-     er is een gebiedsvisie, die wordt ingediend bij de provincie;

-     de kwaliteit van de EHS verbetert.

Herbegrenzen EHS

Bij herbegrenzen van de EHS kan de provincie de huidige begrenzing van de EHS aanpassen. Het gaat hierbij om kleine aanpassingen. Dit kan om 2 redenen gedaan worden. Ten eerste is er het herbegrenzen "om ecologische redenen", dus om de natuur zelf betere ontwikkelingskansen te geven. Deze mogelijkheid bestond al. Nieuw is het herbegrenzen "om andere dan ecologische redenen".

Daar waar gebieden behalve EHS ook VHR-gebied, Natura 2000-gebied of beschermd natuurmonument zijn, gelden extra regels in verband met instandhoudingsdoelen en specifieke bescherming van soorten. Ook de Boswet blijft van kracht.

4, GEBIEDEN

In het POP II staat de EHS gedefinieerd als "een duurzaam samenhangend stelsel van natuurrelaties en waarden, gebaseerd op een netwerk van gebieden met hoofdfunctie natuur, alsmede gebieden met natuurwaarden in agrarische gebieden".

Het POP II stelt dat de EHS bestaat uit:

-     grotere bestaande natuur- en bosgebieden;

-     de in het Integraal gebiedsplan Drenthe begrensde natuur- en beheersgebieden;

-     ecologische verbindingszones;

-     robuuste verbindingen.

Bestaande bos- en natuurgebieden

De grotere bos- en natuurgebieden zijn het hart van de EHS. Ook landgoederen zijn opgenomen voor zover het bos- en natuurgebied is en de in 2004 door gedeputeerde staten als EHS vastgestelde verzuringsgevoelige onderdelen van de EHS. Sommige natuurgebieden hebben ook andere functies, zoals waterwinning. Het huidige grondgebruik in deze gebieden is niet strijdig met de EHS-doelen en kan worden voortgezet. Dat geldt ook voor inliggende erven en recreatieterreinen en dergelijke. Niet opgenomen zijn bos- en natuurgebieden waar beleidsbestemmingen liggen die onverenigbaar zijn met EHS-doelen. Dat zijn regionale bedrijventerreinen, vliegvelden, glastuinbouwgebieden, militaire opslag, oefenterrein en TT-circuit (POP II, kaart 2). Zolang die bestemming op het gebied ligt, is het geen EHS.

Kleinere gebieden behoren tot de EHS als ze bijzondere natuurkwaliteit herbergen, een belangrijke schakel zijn tussen gebieden of anderszins een belangrijke bijdrage leveren aan de EHS, bijvoorbeeld oude bosrestanten en gebiedjes binnen ecologische verbindingszones en robuuste verbindingen. De grotere natuur- en bosgebieden liggen in hoofdzaak in de POP-zones IV, V en VI.

In het Integraal gebiedsplan Drenthe begrensde natuur- en beheersgebieden

Dit zijn landbouwgronden die of omgevormd zullen worden tot natuurgebied (SN-regeling) of waar agrarische natuur ontwikkeld kan worden met behulp van beheersovereenkomsten (SAN-regeling). De ruime jas-gebieden zijn geen onderdeel van de EHS, omdat minder dan 20% van die gebieden in aanmerking komt voor beheersvergoedingen.

Ecologische verbindingszones

Ecologische verbindingszones zijn essentiële onderdelen van de EHS, maar de tracés en de invulling is nog niet overal afgerond. De stand van zaken is weergegeven in het rapport Goed op weg (provincie Drenthe 2007). In dit rapport zijn zoekgebieden voor de invulling van de ecologische verbindingszones in kaart gebracht als een uitwerking van de pijlen op kaart 3 van POP II. Deze zoekgebieden staan gearceerd op de kaart. Daar waar de kaartjes uit het rapport niet de hele ecologische verbindingszone beslaan, hebben wij ze handmatig aangevuld. Voor de Runde is het landinrichtingsplan gevolgd.

De egaal groene gebiedjes onder de arcering zijn onderdeel van de EHS waar de spelregels gelden. Belangrijk is bescherming van hun verbindende functie en de huidige natuurwaarden.

Robuuste verbindingen

De robuuste verbindingen staan gearceerd op de EHS-kaart, omdat ze nog onvoldoende zijn uitgewerkt. De arcering is overgenomen van kaart 3 van POP II. De spelregels gelden niet voor het gearceerde gebied, met uitzondering van de natuurgebiedjes eronder. Zij zijn onderdeel van de EHS.

Als de invulling van de robuuste verbindingen is afgerond, komt dat resultaat op de EHS-kaart.

De arcering van de robuuste verbinding bij Zuidwolde komt niet uit POP II, maar uit het Schetsboek robuuste verbinding Sallandse heuvelrug - Drents Plateau. Dit is een POP-uitwerking die vertrekpunt is voor uitwerking van deze robuuste verbinding. Gedeputeerde staten hebben de Gebiedscommissie Zuidwest-Drenthe gevraagd om een voorkeurstracé te zoeken op grond van dit schetsboek. Onderzoek hiernaar loopt momenteel.

KAART

De EHS van Drenthe is weergegeven op bijgevoegde kaart.

Deze is ook in te zien op www.drenthe.nl/algemeen/kaarten/concretisering EHS.

De volgende GIS-bestanden zijn gebruikt voor de EHS-kaart.

-     Eigendom, Het Drentse Landschap

-     Eigendom, Staatsbosbeheer

-     Eigendom, Natuurmonumenten

-     Eigendom, Waterleidingmaatschappij

-     Eigendom, particuliere boseigenaren

-     Bosuitbreiding, blijvend bos

-     Bosreservaat

-     Ammoniak en veehouderij, verzuringgevoelige gebieden voor de EHS

-     Natuurgebiedsplan, beheersgebied en natuurgebied

-     Ecologische verbinding, robuust

-     Beekdalen met natuurontwikkeling

-     Ecologische verbindingszone, zoekgebied

Procedure aanpassing kaart

De kaart is een kaart in ontwikkeling. De huidige stand van zaken EHS staat op de kaart. Jaarlijks zal deze aangepast worden. Ook de invulling van de ecologische verbindingszones en robuuste verbindingen krijgen daarin hun beslag. De EHS wordt verder aangevuld met gebieden die nog begrensd moeten worden of op andere wijze als EHS worden bestemd. Daarnaast liggen er reserveringen voor gebieden die in landinrichting hun beslag moeten krijgen, de zogenaamde stergebieden.

Bij de actualisatie worden ook externe organisaties geraadpleegd.