Regeling vervallen per 01-01-2006

Subsidieregeling Fonds integraal ouderenbeleid

Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2005

Intitulé

Subsidieregeling Fonds integraal ouderenbeleid

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

-     project: een geheel van in de tijd afgebakende activiteiten en/of voorzieningen met een afgeronde doelstelling;

-     integratie en participatie: ouderen de mogelijkheid bieden om optimaal deel te (blijven) nemen aan het maatschappelijk en sociaal-culturele leven;

-     zelfredzaamheid en zelfstandigheid: ouderen de mogelijkheid bieden om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven in eigen woon- en leefomgeving;

-     solidariteit: het voorkomen of het wegnemen van wederzijdse vooroordelen tussen jong en oud.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een subsidie verlenen in de kosten van projecten die zich richten op de zelfredzaamheid, zelfstandigheid, integratie en participatie van ouderen in de Drentse samenleving, alsmede op het bevorderen van de solidariteit tussen de generaties.

SUBSIDIEVERLENING

Artikel 3

1.   Subsidies kunnen worden verleend voor projecten die voldoen aan een of meer van de navolgende criteria:

a.   het bevorderen van de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van ouderen in eigen woon- en leefomgeving;

b.   het bevorderen van een actieve rol van ouderen in de samenleving;

c.   het bevorderen van de integratie en participatie van ouderen die dreigen te vereenzamen, met name oudere vrouwen en allochtone ouderen;

d.   het bevorderen en verspreiden van kennis met betrekking tot vergrijzingsvraagstukken (arbeid, wonen, gezondheid, educatie, mobiliteit etc.);

e.   het bevorderen van de solidariteit tussen de generaties.

2.   Daarnaast dienen projecten te voldoen aan een van de navolgende criteria. Het dient te gaan om projecten:

a.   waarvan een stimulerende of voorbeeldwerking uitgaat en die tot navolging kunnen leiden;

b.   waarbij aantoonbaar sprake is van samenwerking tussen ouderen- en cliëntenorganisaties, instellingen en overheden.

WEIGERINGSGRONDEN

Artikel 4

Voor subsidieverlening komen in ieder geval niet in aanmerking projecten die door gedeputeerde staten worden gerekend tot het reguliere aanbod of takenpakket van instellingen, organisaties en gemeenten.

HOOGTE

Artikel 5

1.   De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de door gedeputeerde staten subsidiabel verklaarde kosten van het project, tot een maximum van € 23.000,¿¿.

2.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend.

AANVRAAG EN VERLENING

Artikel 6

1.   Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 29 van de Algemene subsidieverordening Drenthe, ingediend:

-     vóór 1 november van enig jaar, indien het project een aanvang zal nemen in de periode van 1 januari van het daaropvolgende jaar tot en met 30 juni van datzelfde jaar;

-     vóór 1 mei van enig jaar, indien het project een aanvang zal nemen in de periode van 1 juli van dat jaar tot en met 31 december van datzelfde jaar.

2.   Gedeputeerde staten nemen, in afwijking van artikel 32 van de Algemene subsidieverordening Drenthe een beslissing op de aanvraag:

-     vóór 1 januari van enig jaar, indien de aanvraag vóór 1 november van het voorgaande jaar is ingediend;

-     vóór 1 juli van enig jaar, indien de aanvraag vóór 1 mei van datzelfde jaar is ingediend.

3.   In het geval over verlening of weigering van subsidie, als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Drenthe, de statencommissie die het aangaat moet worden geraadpleegd, nemen gedeputeerde staten een beslissing op de aanvraag:

-     vóór 1 maart van enig jaar, indien de aanvraag vóór 1 november van het voorgaande jaar is ingediend;

-     vóór 15 september van enig jaar, indien de aanvraag vóór 1 mei van datzelfde jaar is ingediend.

PRIORITEIT

Artikel 7

Prioriteit wordt toegekend aan projecten die naar het oordeel van gedeputeerde staten in de meeste mate voldoen aan de in artikel 3 genoemde criteria.

VERSLAGLEGGING

Artikel 8

Jaarlijks zal verslag gedaan worden aan provinciale staten over de uitvoering en resultaten van deze regeling.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1997.

Artikel 10

Deze regeling kan worden aangehaald als Subsidieregeling integraal ouderenbeleid.