Regeling vervallen per 01-07-2012

Regeling gelden stimulering regionaal en lokaal verkeersveiligheidsbeleid Drenthe

Geldend van 01-01-1998 t/m 30-06-2012

Intitulé

Regeling gelden stimulering regionaal en lokaal verkeersveiligheidsbeleid Drenthe

Inhoud

Artikel 1, Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.   Regionaal werkplan verkeersveiligheid Drenthe (hierna te noemen RWV): het Regionaal beleidsplan verkeersveiligheid Drenthe 1995-2000 en het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma;

b.   algemene vergadering: de Algemene Vergadering van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Drenthe (hierna te noemen ROV-Drenthe);

c.   bestuurscollege: het dagelijks bestuur van het ROV-Drenthe als bedoeld in het RWV;

d.   gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van Drenthe;

e.   deelnemer/belanghebbende: een overheidsorganisatie of instelling die verantwoordelijk is voor (aspecten van) de verkeersveiligheidszorg in de zin van de

actie - 25% verkeersslachtoffers, die rechtstreeks of indirect is vertegenwoordigd in het ROV-Drenthe;

f.    verkeersveiligheidsproject: een project waarmee - gelet op de invalshoeken mens, voertuig en weg - preventieve en/of curatieve voorwaarden worden geschapen en/of voorzieningen worden getroffen voor een vergroting van de verkeersveiligheid;

g.   ASV: de Algemene subsidieverordening Drenthe.

Artikel 2, Doel van de regeling

1.   Met inachtneming van de bij deze regeling gestelde regels kunnen gedeputeerde staten aan deelnemers/belanghebbenden die daartoe een aanvraag hebben ingediend subsidie verlenen in de kosten, verbonden aan de uitvoering van verkeersveiligheidsprojecten die leiden tot een vermindering van het aantal verkeersslachtoffers.

2.   Het deel van de doeluitkering van de minister van verkeer en waterstaat dat gedeputeerde staten jaarlijks willen benutten voor het stimuleren van regionale en lokale verkeersveiligheidsactiviteiten, wordt opgenomen in het RWV, dat jaarlijks op voorstel van het bestuurscollege door de algemene vergadering wordt vastgesteld en wordt bekrachtigd door gedeputeerde staten.

Artikel 3, Projecten die in aanmerking komen voor subsidie

Voor subsidie komen in aanmerking:

a.   niet-infrastructurele projecten die gericht zijn op de in het RWV genoemde landelijke en regionale speerpunten en aandachtspunten;

b.   kleinschalige infrastructurele projecten die niet vallen onder andere bestaande bijdrageregelingen en voldoen aan de onder artikel 4 genoemde criteria.

Artikel 4, Criteria

1.   De subsidieverlening inzake zowel niet-infrastructurele als infrastructurele projecten is afhankelijk van de volgende criteria:

a.   het verwachte effect van het project (reductie aantal slachtoffers);

b.   aansluiting van het project bij in het RWV genoemde speerpunten en aandachtspunten;

c.   de prioriteit ten opzichte van andere, soortgelijke aanvragen;

d.   de uitvoerbaarheid van het project;

e.   de sobere en doelmatige uitvoering van het project;

f.    voor een project kan slechts eenmalig subsidie worden verleend.

2.   Voor verlening van een subsidie inzake kleinschalige infrastructurele projecten gelden bovendien de volgende criteria:

a.   het project past niet binnen een andere bijdrageregeling;

b.   niet-infrastructurele maatregelen prevaleren boven kleine infrastructurele projecten.

Artikel 5, Kosten die in aanmerking komen voor subsidie

1.   Voor subsidie komen in aanmerking de kosten van uitvoering, voorzover die bestaan uit kosten van materialen en werkzaamheden die rechtstreeks nodig zijn voor de activiteiten van de deelnemer/belanghebbende, dan wel voor het uitvoeren van de infrastructurele aanpassingen.

2.   Kosten van voorbereiding, overleg, administratie, porto, telefoon en dergelijke, alsmede vaste lasten van de aanvrager(s) zoals personeels- en apparaatskosten, kosten voor het onderhouden en vervangen van bestaande verkeersveiligheidsvoorzieningen en ambtelijke uitvoeringskosten zijn niet subsidiabel.

3.   Als projectinkomsten wordt naast de subsidie van maximaal 50% door de provincie beschouwd een bijdrage van de gemeente zelf. Medefinanciering door derden is mogelijk. Bijdragen van directbelanghebbenden (cursisten, ouders) worden niet als medefinanciering van de provinciale bijdrage beschouwd en worden van de projectkosten afgetrokken.

Artikel 6, Hoogte van de subsidie

1.   De subsidie in de projectkosten die ten minste voor 50% door de deelnemer(s)/

belanghebbende(n) uit eigen middelen dienen te worden gefinancierd, bedraagt ten hoogste ¿ 25.000,-- per project.

2.   Het maximum aan te verlenen subsidies per deelnemer/belanghebbende bedraagt ¿ 25.000,-- per jaar.

Artikel 7, Indiening aanvraag

1.   De aanvraag dient te worden gericht aan het college van gedeputeerde staten van de provincie Drenthe, Postbus 122, 9400 AC Assen, onder vermelding van Aanvraag ROV-stimuleringsgelden.

2.   Elk project dient afzonderlijk te worden aangemeld.

3.   In afwijking van artikel 30 van de ASV gaat de aanvraag vergezeld van de volgende gegevens:

a.   een beschrijving van het project met tijdsplanning;

b.   een begroting van de in aanmerking komende kosten en inkomsten;

c.   een verkeersveiligheidsplan of een andere motivering voor de uitvoering van het project;

d.   in het geval van kleinschalige infrastructurele projecten ontwerp- of bestektekeningen.

Artikel 8, Beslissing op aanvraag

1.   Gedeputeerde staten leggen de ingediende aanvraag aanstonds na het ontvangen van de aanvraag voor aan het bestuurscollege van het ROV-Drenthe, tenzij de aanvraag niet voldoet aan een vereiste voor het in behandeling nemen daarvan.

2.   Het bestuurscollege beoordeelt de aanvraag aan de hand van de in deze regeling opgenomen criteria en overige regels.

3.   Het bestuurscollege retourneert de aanvraag met onderliggende stukken binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag aan gedeputeerde staten tezamen met een gemotiveerd advies omtrent het door het college te nemen besluit.

4.   Indien het advies naar het oordeel van gedeputeerde staten voldoet aan de

eisen van een zorgvuldige voorbereiding en totstandkoming, nemen zij het

advies ongewijzigd over.

5.   Gedeputeerde staten maken hun besluit omtrent de aanvraag aan aanvrager in afwijking van artikel 32 van de ASV bekend door toezending binnen 2 weken na ontvangst van het in het eerste lid bedoelde advies.

6.   Definitieve beoordeling van kleinschalige infrastructurele projecten vindt niet eerder plaats dan 1 september van het jaar van de aanvraag.

Artikel 9, Vaststelling

1.   Vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van een overzicht van werke-lijke uitgaven en inkomsten en met inachtneming van het in het besluit tot subsidieverlening opgenomen maximumbedrag.

2.   Het in het eerste lid bedoelde overzicht moet in afwijking van artikel 34 van de ASV worden ingediend voor 1 december van het jaar waarin het project wordt afgerond.

Artikel 10, Verantwoordelijkheid projecten

1.   De deelnemer/belanghebbende is als (mede)uitvoerende voor het project aansprakelijk.

2.   De provincie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid terzake van vergoeding van de schade als gevolg van projecten waarvoor een subsidie is verleend.

Artikel 11, Slotbepaling

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1998.