Regeling vervallen per 23-06-2005

Tijdelijke subsidieregeling plattelandsstructuurfonds

Geldend van 01-01-2003 t/m 22-06-2005

Intitulé

Tijdelijke subsidieregeling plattelandsstructuurfonds

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVING

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

-     SGB-regeling: Subsidieregeling gebiedsgericht beleid zoals vastgesteld op 20 september 2001 door de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij, de staatssecretaris van landbouw natuurbeheer en visserij, de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer en de staatssecretaris van verkeer en waterstaat;

-     LEADER+-programma Noord-Nederland: zoals vastgesteld door de Europese Commissie bij beschikking van 31 juli 2001, nummer CCI 2001 NL 06 0 PC 002;

-     SGB-projecten: projecten ten behoeve waarvan door het Rijk op voorstel van gedeputeerde staten een subsidie is verleend op grond van de SGB-regeling;

-     LEADER+-projecten: projecten ten behoeve waarvan door het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland op voorstel van gedeputeerde staten een subsidie is verleend op grond van het LEADER+-programma Noord-Nederland.

BEPALINGEN

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie verlenen in de kosten van SGB-projecten en LEADER+-projecten.

Artikel 3

1.   Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking projecten waaraan op grond van de SGB-regeling of het LEADER+-programma Noord-Nederland op voorstel van gedeputeerde staten een subsidie is verleend.

2.   De voorwaarden en verplichtingen waaronder door het Rijk en/of het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland subsidie is verleend aan de SGB-projecten en/of LEADER+-projecten, zijn overeenkomstig van toepassing op de subsidieverlening op grond van deze regeling.

Artikel 4

1.   De hoogte van de te verlenen subsidie als bedoeld in artikel 2 bedraagt maximaal 30% van de in het kader van de SGB-regeling en/of het LEADER+-programma Noord-Nederland subsidiabel geachte kosten en bedraagt niet meer dan het bedrag dat na aftrek van de subsidies en premies, ten laste van de aanvrager blijft.

2.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend.

Artikel 5

De Algemene subsidieverordening Drenthe is op de verlening van subsidies ingevolge deze regeling niet van toepassing.

Artikel 6

1.   Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 en vervalt met ingang van 1 januari 2007.

2.   Deze regeling wordt aangehaald als Tijdelijke subsidieregeling Plattelandsstructuurfonds.

TOELICHTING BIJ DE TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING PLATTELANDSSTRUCTUURFONDS

ALGEMEEN

Door provinciale staten van Drenthe is in de vergadering van 19 juni 2002 ingestemd met het instellen van een Plattelandsstructuurfonds voor de cofinanciering van SGB-projecten en LEADER+-projecten.

In het Plattelandsstructuurfonds wordt voor de programmaperiode 2003-2006 een maximumbedrag gestort van € 2,32 miljoen.

De stortingen in het fonds worden geregeld bij de jaarlijkse begrotingsbehandelingen.

Voor een zorgvuldige cofinanciering uit het fonds is het van belang een regeling te treffen waarin de voorwaarden voor de cofinanciering staan aangegeven. De Tijdelijke subsidieregeling Plattelandsstructuurfonds voorziet hierin.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel 2

Het door de provinciale staten van Drenthe ingestelde Plattelandsstructuurfonds is uitsluitend bestemd voor de cofinanciering van LEADER+-projecten en SGB-projecten.

Artikel 3

De Tijdelijke subsidieregeling Plattelandsstructuurfonds is zowel in financieel-administratieve als in materiële zin volgend op de besluitvorming over de te verlenen subsidie in het kader van de SGB regeling en/of het LEADER+-programma Noord-Nederland.

Voor de materiële beoordeling van de aanvragen voor deze regeling betekent dit dat de projecten moeten bijdragen aan de realisatie van doelen uit de gebiedsplannen voor de SGB-gebieden en/of de ontwikkelingsstrategieën voor de LEADER+-gebieden.

Artikel 4

De provincie ziet voor zichzelf geen "voortrekkersrol" weggelegd als het gaat om de (co)financiering van LEADER+-projecten en SGB-projecten maar kiest voor een beperkte rol waarin met een gerichte, incidentele subsidie in het kader van deze regeling een project "over de streep" kan worden getrokken c.q. tot uitvoering komt.

Vorenstaande sluit aan bij de Drentse werkwijze voor het beschikbaar stellen van provinciale middelen voor plattelandsprojecten, zoals vastgelegd in de door de provinciale staten op 19 juni 2002 aangenomen Notitie plattelandsbeleid: op Drentse maat verder.

Artikel 5

De aanvragen voor deze regeling hoeven niet apart te worden ingediend maar lopen via de aan-vragen voor een subsidie in het kader van de SGB-regeling en/of het LEADER+-programma Noord Nederland.

Dit betekent dat voor een aanvraag van een subsidie op grond van deze regeling geen apart traject hoeft te worden vastgesteld en de Algemene subsidieverordening Drenthe niet van toepassing kan worden verklaard.

Artikel 6

Deze regeling geldt voor de programmaperiode van het Plattelandsstructuurfonds (2003-2006).