Regeling vervallen per 31-12-2005

Subsidieverordening grondkosten VINEX-locaties Emmen

Geldend van 01-01-2002 t/m 30-12-2005

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.   akkoord: de overeenkomst tussen het Rijk en de provincie Drenthe d.d. 1 juli 1994 over de uitvoering van de verstedelijking Vierde nota op de ruimtelijke ordening extra (VINEX) in de periode 1995-2005 en de d.d. 1 december 1995 overeengekomen aanvulling daarop;

b.   de aanvrager: de gemeente Emmen;

c.   rijksbijdrage: de door het Rijk jaarlijks beschikbaar gestelde middelen, voortvloeiende uit het akkoord;

d.   fonds: het Fonds grondkosten VINEX-locaties Emmen;

e.   subsidie: het aan de gemeente Emmen over een subsidieperiode te verlenen subsidiebedrag ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de verstedelijkingstaakstelling van 1.910 woningen in de periode 1995-2005 in bestaand stedelijk gebied volgens het akkoord;

f.    subsidiabele woningen: woningen die meetellen bij het bepalen van de hoogte van de subsidie; daarvoor komen in aanmerking woningen:

-     die toevoegingen zijn aan de woningvoorraad op binnenstedelijke locaties, waarbij de vervanging van de bestaande woningvoorraad niet wordt meegerekend bij de toevoeging;

-     die door bouwondernemingen binnen de subsidieperiode zijn opgeleverd;

-     die niet onderhevig zijn aan lopende procedures van de Subsidieregeling grote bouwlocaties (SGB) of locaties betreffen waarvoor nog voor 1  januari 1995 een besluit voor toepassing van SGB wordt genomen;

g.   binnenstedelijke locaties: locaties die binnen de bebouwde kom liggen; met bebouwde kom wordt hier bedoeld de aaneengesloten bebouwing als opgenomen in de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ontwikkelde woonplaatsindeling 1971;

h.   uitleglocaties: locaties die buiten de bebouwde kom liggen; met bebouwde kom wordt hier bedoeld de aaneengesloten bebouwing als opgenomen in de door het CBS ontwikkelde woonplaatsindeling 1971;

i.    marktsectorwoningen: woningen waarvan de geraamde kosten van het verkrijgen in eigendom hoger zijn dan € 75.782,-- of het bij ministeriële regeling nader bepaalde bedrag;

j.    socialesectorwoningen: woningen waarvan de geraamde kosten van het verkrijgen in eigendom niet hoger zijn dan € 75.782,-- of het bij ministeriële regeling eventueel nader bepaalde bedrag;

k.   subsidieperiode: de jaarlijkse periode waarop de aanvraag om verlening van subsidie betrekking heeft, lopende van 1 januari tot en met 31 december;

l.    ASV: Algemene subsidieverordening Drenthe.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Er is een provinciaal Fonds grondkosten VINEX-locaties Emmen. In dit fonds wordt de rijksbijdrage gestort.

Artikel 3

Met inachtneming van de in deze verordening opgenomen regels kunnen gedeputeerde staten aan aanvrager uit het fonds subsidie verlenen.

Artikel 4

Van het aantal woningen waarmee de woningvoorraad wordt uitgebreid door het ontwikkelen van bouwlocaties buiten de bebouwde kom onder verlening van subsidie, behoort ten hoogste 30% tot de socialesectorwoningen.

Indien het aantal marktsectorwoningen waarmee de woningvoorraad binnen de bebouwde kom wordt uitgebreid hoger is dan 50% van het totaalaantal woningen waarmee de woningvoorraad op die wijze wordt uitgebreid, kan het aantal socialesectorwoningen buiten de bebouwde kom dienovereenkomstig hoger zijn.

Artikel 5

Het verlenen van subsidie en voorschotten vindt plaats onder de voorwaarde dat de rijksbijdrage in het fonds wordt gestort.

AANVRAAG SUBSIDIE

Artikel 6

In afwijking van het gestelde in artikel 29 van de ASV dient de aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3 jaarlijks lopende de subsidieperiode aan gedeputeerde staten te worden gericht.

Artikel 7

In afwijking van artikel 30 van de ASV dient de aanvrager bij de aanvraag te overleggen een overzicht van het aantal te realiseren woningen binnen de subsidieperiode en de 3 daaropvolgende jaren, gecategoriseerd naar binnenstedelijke en uitleglocaties en naar markt- en sociale sector.

VERLENING SUBSIDIE

Artikel 8

De verlening van de subsidie vindt plaats op basis van het aantal te realiseren subsidiabele woningen in de subsidieperiode. Het subsidiebedrag bestaat uit de som van het aantal subsidiabele woningen maal € 1.362,--, eventueel te verhogen met de door het Rijk daarop toegekende rente.

VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 9

De subsidieontvanger heeft bij de ontwikkeling van bouwlocaties aandacht voor het ten uitvoer brengen van het milieubeleid op het gebied van duurzaam bouwen (inclusief energievoorziening en mobiliteit).

Artikel 10

De subsidieontvanger geeft bij de inzet van de subsidie prioriteit aan locaties waarvan de exploitatie door excessieve kosten wordt belemmerd, tenzij daardoor het realiseren van de taakstelling op binnenstedelijke locaties in gevaar komt.

SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 11

1.   In afwijking van artikel 34 van de ASV geschiedt de vaststelling van de subsidie op basis van het werkelijk aantal gerealiseerde subsidiabele woningen in de subsidieperiode aan de hand van een door de aanvrager binnen 4 weken na afloop van de subsidieperiode aan gedeputeerde staten te overleggen:

a.   accountantsverklaring vergezeld van een verslag van de voortgang van de ontwikkeling van de bouwlocaties, inhoudende in ieder geval:

-     het totaalaantal woningen dat, onder verlening van geldelijke steun, in het subsidiejaar aan de woningvoorraad is toegevoegd;

-     het aantal woningen dat in het verslagjaar, onder verlening van geldelijke steun, aan de woningvoorraad is toegevoegd op bouwlocaties binnen de bebouwde kom en, uitgesplitst per bouwlocatie, op bouwlocaties buiten de bebouwde kom;

-     het aantal woningen en het aantal woningen in de sociale bouwsector waarmee in het subsidiejaar de woningvoorraad buiten de bebouwde kom is uitgebreid, uitgesplitst per bouwlocatie;

-     het aantal woningen en het aantal woningen in de marktsector waarmee in het subsidiejaar, onder verlening van geldelijke steun, de voorraad binnen de bebouwde kom is uitgebreid;

-     een melding van de voltooiing van de ontwikkeling van bouwlocaties zodra er onder verlening van subsidie en volgens de voorwaarden van deze verordening uitbreiding van de woningvoorraad in het binnenstedelijk gebied met 1.910 woningen heeft plaatsgevonden en er in uitleglocaties uitbreiding van de woningvoorraad van 1.090 woningen heeft plaatsgevonden;

b.   overzicht van het geraamde aantal aan de woningvoorraad toe te voegen woningen in elk van de op de subsidieperiode volgende 3 kalenderjaren.

2.   In afwijking van artikel 35 van de ASV gaan gedeputeerde staten over tot vaststelling en betaling van de subsidie binnen 4 weken na ontvangst van de door de aanvrager te overleggen bescheiden volgens het eerste lid.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 12

In bijzondere gevallen kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen van de bepalingen en voorschriften van deze verordening.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1998 en vervalt, behoudens tussentijdse intrekking, na verlening van de subsidie over het jaar 2004 of uiterlijk op 31 december 2005.