Subsidieregeling activiteiten zorg

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.   vernieuwend karakter: qua inhoud en/of vorm nieuw ten opzichte van reguliere activiteiten in de provincie Drenthe;

b.   voortrekkersfunctie: naar verwachting een voorbeeldfunctie hebbend en tot navolging leidend;

c.   provinciaal niveau: de activiteiten omvatten ten aanzien van deelname en/of bereik meerdere Drentse gemeenten;

d.   steunfunctieactiviteiten: activiteiten gericht op dienstverlening aan plaatselijk uitvoerende activiteiten.

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie aan Drentse en in Drenthe werkzame instellingen en organisaties verlenen in de kosten van activiteiten op het terrein van het patiënten-/consumentenbeleid, de vrouwen- en meisjeshulpverlening, de bestrijding van seksueel geweld en de preventie van alcoholmisbruik en drugs- en gokverslaving.

Artikel 3

Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking activiteiten die:

a.   naar thema, aard en opzet gericht zijn op een of meer van de volgende doelen:

-     voorlichting, themabijeenkomsten. manifestaties, publicaties en dergelijke;

-     versterking van de positie van zorgvragers als zogenaamde derde partij op het terrein van de zorg;

-     ondersteuning van vrijwilligersorganisaties ten behoeve van samenwerking en ondersteuning van de mantelzorg en de belangenbehartiging van mantelzorgers;

-     bevordering van de integratie van vrouwen- en meisjeshulpverlening in de reguliere hulpverlening;

-     deskundigheidsbevordering van medewerkers op de beleidsterreinen van deze regeling;

-     overdracht van kennis en methodieken door autonome aan reguliere organisaties;

-     bestrijding seksueel geweld;

-     preventie met betrekking tot alcoholmisbruik en drugs- en gokverslaving;

b.   een vernieuwend karakter hebben;

c.   voldoen aan een of meer van de volgende criteria:

-     uitvoerende activiteiten op provinciaal niveau;

-     plaatselijk uitvoerend werk met een voortrekkersfunctie;

-     steunfunctieactiviteiten.

Artikel 4

1.   Voor subsidieverlening komen in ieder geval niet in aanmerking activiteiten die door gedeputeerde staten worden gerekend tot het reguliere aanbod of takenpakket van (onder andere uit de premies gefinancierde) instellingen en organisaties.

2.   Indien subsidie wordt verleend in de onder artikel 2 vermelde activiteiten die nu (nog) niet, maar mogelijk in de toekomst wel tot het reguliere aanbod of takenpakket van de in het eerste lid bedoelde instellingen en organisaties behoren, wordt een eigen bijdrage verlangd van ten minste 50% in de door gedeputeerde staten subsidiabel verklaarde kosten.

Artikel 5

1.   De subsidie bedraagt maximaal € 2.300,-- in de door gedeputeerde staten subsidiabel verklaarde kosten van de activiteit(en).

2.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend.

Artikel 6

Voorzover de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd betrekking hebben op vrijwilligerswerk, worden de door gedeputeerde staten vastgestelde geharmoniseerde normen voor vergoeding van onkosten vrijwilligerswerk gehanteerd. In de overige gevallen worden deze normen zoveel mogelijk naar analogie toegepast.

Artikel 7

Onverminderd het bepaalde in artikel 6, voorzover van toepassing, komen voor subsidieverlening niet in aanmerking onvoorziene uitgaven.

Artikel 8

1.   Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

2.   Deze regeling kan worden aangehaald als Subsidieregeling activiteiten zorg.

Artikel 3

In artikel 3 is in vergelijking met de tot dusverre van kracht zijnde Subsidieregeling activiteiten volksgezondheid en maatschappelijke dienstverlening 1 uitbreiding aan de subsidiabele activiteiten gegeven, te weten de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties ten behoeve van samenwerking en ondersteuning van de mantelzorg en de belangenbehartiging van mantelzorgers.

De vraag naar mantelzorg is groot en zal naar verwachting verder groeien. Het aanbod aan mantelzorg staat echter onder druk. Gerichte ondersteuning van de mantelzorg is nodig om het aanbod kwantitatief en kwalitatief op peil te houden. Ondersteuning van initiatieven op dit punt komt tegemoet aan een duidelijke maatschappelijke behoefte.

Artikel 4

In artikel 4, eerste lid, worden regulier gefinancierde en gesubsidieerde activiteiten van subsidiëring uit het krediet uitgesloten. Voor subsidie in aanmerking komende activiteiten moeten immers vernieuwend zijn en niet reeds via reguliere middelen uitvoering (kunnen) krijgen. Ook is het niet de bedoeling daar in te springen waar reguliere activiteiten door bezuinigingen op bijvoorbeeld rijksbudgetten onder druk komen te staan. Wel wordt de mogelijkheid opengehouden om bijvoorbeeld anticiperend of aanvullend op reguliere financiering middelen beschikbaar te stellen, mits uiteraard aan de overige criteria wordt voldaan. Op deze situatie wordt gedoeld in artikel 4, tweede lid. Hierdoor kunnen goede initiatieven soms eerder gerealiseerd worden dan op reguliere basis mogelijk was en kan een voortrekkersfunctie vervuld worden.

Ook lacunes in het reguliere aanbod als zodanig kunnen erdoor opgevuld worden. Uit hoofde van de subsidieregeling zal het dan altijd moeten gaan om activiteiten die specifiek bijdragen aan de realisering van het provinciale beleid op het terrein van de zorg.