Regeling vervallen per 01-01-2006

Subsidieregeling activiteiten jeugdhulpverlening

Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2005

Intitulé

Subsidieregeling activiteiten jeugdhulpverlening

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.   vernieuwend karakter: er is sprake van een meerwaarde ten opzichte van reguliere activiteiten, die een uitstraling heeft en waarvan een stimulerende werking uitgaat;

b.   provinciaal niveau: de uitstraling van het draagvlak voor de activiteiten omvat meerdere Drentse gemeenten;

c.   voortrekkersfunctie: er is sprake van een aantoonbare en duidelijke aanvulling op bestaande activiteiten, die naar verwachting een voorbeeldwerking heeft en die tot navolging kan leiden;

d.   steunfunctieactiviteiten: activiteiten gericht op dienstverlening aan plaatselijke uitvoerende activiteiten.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie verlenen in de kosten van activiteiten gericht op vernieuwingen in de structuur van de jeugdhulpverlening.

Artikel 3

1.   Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking activiteiten, die voldoen aan de volgende criteria:

a.   de activiteiten zijn in thema, doelstelling en opzet duidelijk gericht op realisering van de expliciet in het jaarlijks door provinciale staten vast te stellen jaarplan of beleidsplan jeugdhulpverlening neergelegde doelstellingen;

b.   de activiteiten hebben een vernieuwend karakter;

c.   de activiteiten voldoen aan een of meer van de volgende criteria:

-     uitvoerende activiteiten op provinciaal niveau;

-     plaatselijk uitvoerend werk met een voortrekkersfunctie;

-     steunfunctieactiviteiten.

2.   Voor dezelfde activiteiten kan niet meer dan voor 2 achtereenvolgende jaren een subsidie worden verleend.

3.   Geen subsidie wordt verleend voor activiteiten die door gedeputeerde staten worden gerekend tot het reguliere activiteitenaanbod of takenpakket van instellingen of organisaties.

Artikel 4

Voorzover de activiteiten, waarvoor subsidie wordt gevraagd, betrekking hebben op vrijwilligerswerk, worden de door gedeputeerde staten vastgestelde geharmoniseerde normen voor vergoeding van kosten vrijwilligerswerk gehanteerd. In overige gevallen worden deze normen zoveel mogelijk naar analogie toegepast.

Artikel 5

1.   De subsidie bedraagt ten hoogste € 4.600,--.

2.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 6

1.   Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

2.   Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling jeugdhulpverlening.