Regeling vervallen per 28-07-2006

Beleidsregel bevordering beeldende kunst en vormgeving Drenthe 2006-2008

Geldend van 17-12-2005 t/m 27-07-2006

Intitulé

Beleidsregel bevordering beeldende kunst en vormgeving Drenthe 2006-2008

3.6.4.   BELEIDSREGEL BEVORDERING BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING DRENTHE 2006¿2008

Inhoud

DOEL VAN DEZE BELEIDSREGEL

Doel van subsidieverlening op grond van deze beleidsregel is versterking van de sector Beeldende kunst en vormgeving, zowel wat betreft de infrastructuur van deze sector als wat betreft de relatie tussen vraag en aanbod. De middelen zijn bestemd voor voorzieningen, investeringen en activiteiten met een bovenlokale uitstraling. De provincie zet in de periode 2006-2008 specifiek in op:

-     verbetering van de positie van het middensegment (tentoonstellingsinstellingen en kunstenaarsinitiatieven en dergelijke) en

-     vergroting van afname van en marktwerking voor beeldende kunst en vormgeving.

1, ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1, Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a.   promotieactiviteit: een activiteit die bijdraagt aan de bevordering van de integratie van beeldende kunst en vormgeving en samenleving, zoals lezingen en (voorlichtings)bijeenkomsten, publieksbereik speelt hierbij een belangrijke rol;

b.   manifestatie: een openbaar toegankelijke vertoning door ten minste 2 professionele beeldend kunstenaars of vormgevers met een publieksbereik van ten minste 50 mensen;

c.    organisatiekosten: de kosten die onlosmakelijk verbonden zijn met de ontwikkeling en uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

d.   deskundigheidsbevorderingsactiviteiten: activiteiten zoals onder andere het inhuren van een expert, educatie, kennisuitwisseling en dergelijke;

e.   Provinciale Adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving (PABK): een door het college van gedeputeerde staten ingestelde adviescommissie die als taak heeft het college te adviseren over de artistieke kwaliteit en de financiële opzet van subsidieaanvragen op het gebied van de beeldende kunst. De PABK kan ook fungeren als denktank voor inhoudelijke vraagstukken;

f.    provinciale opdrachtcoördinator: een bij het Centrum voor Beeldende Kunst (CBK) Drenthe ondergebrachte functionaris die activiteiten begeleidt/initieert, voor de realisatie van opdrachten op het gebied van kunst in de openbare ruimte (zie ook bijlage 2);

g.   provinciale projectcoördinator: een bij het CBK Drenthe ondergebrachte functionaris die instellingen, initiatiefnemers en kunstenaars begeleidt/initieert tot ontwikkeling van projecten, manifestaties, tentoonstellingsactiviteiten op het terrein van beeldende kunst en vormgeving en die ook inzetbaar is voor de begeleiding van artistieke en/of organisatorische ontwikkeling van activiteiten bij de instellingen/organisaties die aanvragen hebben ingediend (zie ook bijlage 2);

h.   geldstroom BKV: de specifieke uitkering rijksbijdrage ter bevordering van de beeldende kunst en vormgeving;

i.    kunstenaarsinitiatief: in groepsverband werkende kunstenaars, die gezamenlijk activiteiten ontwikkelen en uitvoeren.

Artikel 2, Grondslag en aard van de subsidies

1.   De grondslag voor het verlenen van subsidies wordt gevormd door het beleid op het gebied van beeldende kunst en vormgeving, zoals neergelegd in:

-     het afsprakenkader IPO/VNG/OCW,

-     de provinciale Cultuurnota De kunst van het combineren 2005-2008 en

-     het Beleidskader geldstroom beeldende kunst en vormgeving 2005-2008 provincie Drenthe.

2.   Subsidies op grond van deze beleidsregel worden uitsluitend verleend in de vorm van incidentele prestatiesubsidies als bedoeld in de Algemene subsidieverordening Drenthe 2004 (ASV).

3.   Voorwaarde voor het verlenen van subsidies is dat de aanvrager rechtspersoonlijkheid bezit.

2, SUBSIDIECATEGORIEËN

Artikel 3, Opdrachtsubsidies

1.   Subsidies kunnen worden verleend in de kosten van opdrachten aan beeldende kunstenaars en/of vormgevers.

2.   De aanvraag om subsidie wordt ingediend op een daartoe door gedeputeerde staten beschikbaar gesteld formulier en dient vergezeld te gaan van de in het formulier genoemde bescheiden.

3.   Aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend door:

a.   gemeenten, instellingen en bedrijven voor het verlenen van een opdracht aan een professionele kunstenaar of vormgever voor het ontwerpen en uitvoeren van een kunstwerk in de openbare ruimte;

b.   gemeenten, instellingen en bedrijven voor het verlenen van een opdracht aan maximaal drie kunstenaars en/of vormgevers voor het laten vervaardigen van schetsontwerpen in het voortraject van de opdrachtverlening;

c.    instellingen zonder winstoogmerk voor het laten ontwerpen van een huisstijl door een professionele vormgever;

d.   Drentse gemeenten voor het uitvoeren van een pilotproject beeldende kunst in de openbare ruimte, op basis van een voorstel dat is voorgelegd aan de PABK.

4.   De subsidie bedraagt ten hoogste:

a.   voor opdrachten als bedoeld in het derde lid, onder a, 50% voor gemeenten en instellingen en 30% voor bedrijven, met een maximum van € 9.100,--, met dien verstande dat opdrachtgevers ten minste 50% respectievelijk 70% aan eigen middelen beschikbaar stellen voor het realiseren van de opdracht;

b.   voor opdrachten als bedoeld in het derde lid, onder b, € 1.400,-- per schetsontwerp;

c.    voor opdrachten als bedoeld in het derde lid, onder c, € 1.400,--;

d.   voor de uitvoering van jaarlijks 1 pilotproject als bedoeld in het derde lid, onder d, € 40.000,¿¿.

5.   Aanvragers kunnen zich in de oriëntatiefase en bij de opdrachtformulering kosteloos laten bijstaan door de provinciale opdrachtcoördinator.

Artikel 4, Stimuleringssubsidies bevordering artistieke kwaliteit en professionalisering

1.   Drentse gemeenten, instellingen en andere initiatiefnemers die samenwerken met kunstenaars en/of instellingen die beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de BKV-sector, kunnen aanvragen indienen voor:

a.   tentoonstellingen, manifestaties, promotieactiviteiten en andere publieksgerichte activiteiten die bijdragen aan de bevordering van de integratie van beeldende kunst en vormgeving in de samenleving en die in Drenthe plaatsvinden;

b.   activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering, zoals het inhuren van een expert, educatieactiviteiten, de totstandkoming van samenwerkingsverbanden, kennisuitwisseling en dergelijke.

2.   De aanvraag om subsidie wordt ingediend op een daartoe door gedeputeerde staten beschikbaar gesteld formulier en dient vergezeld te gaan van de in het formulier genoemde bescheiden.

3.   Van subsidie zijn uitgesloten:

a.   activiteiten die geheel of in overwegende mate een individueel belang dienen of waar slechts 1 kunstenaar of vormgever bij betrokken is;

b.   activiteiten die naar hun aard een sterk commerciële inslag hebben;

c.    activiteiten of voorzieningen die naar het oordeel van gedeputeerde staten al voldoende aanwezig zijn in het desbetreffende gebied of op de vrije markt voldoende aan bod komen;

d.   activiteiten waarvoor een subsidie is verleend op grond van artikel 5 van deze beleidsregel.

4.   De subsidie bedraagt ten hoogste 50% per activiteit, met een maximum van € 5.000,-- per project of manifestatie.

5.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend dan het in het vorige lid genoemde maximum van € 5.000,--.

6.   Aanvragers kunnen zich bij de voorbereiding van activiteiten als bedoeld in het eerste lid kosteloos laten bijstaan door de provinciale projectcoördinator.

Artikel 5, Stimuleringssubsidies kunstenaarsinitiatieven en tentoonstellingsinstellingen

1.   Kunstenaarsinitiatieven en tentoonstellingsinstellingen kunnen subsidie aanvragen in de organisatiekosten van reguliere (jaar)programma¿s, voor zover deze aantoonbaar bijdragen aan de bevordering van de integratie van beeldende kunst en vormgeving in de (Drentse) samenleving.

2.   Van subsidie zijn uitgesloten:

a.   activiteiten die geheel of in overwegende mate een individueel belang dienen of waar slechts 1 kunstenaar of vormgever bij betrokken is;

b.   activiteiten die naar hun aard een sterk commerciële inslag hebben;

c.    activiteiten of voorzieningen die naar het oordeel van gedeputeerde staten al voldoende aanwezig zijn in het desbetreffende gebied of op de vrije markt voldoende aan bod komen;

d.   activiteiten waarvoor een subsidie is verleend op grond van artikel 4 van deze beleidsregel.

3.   De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de door gedeputeerde staten aanvaardbaar geachte organisatiekosten, met een maximum van € 10.000,-- per aanvrager.

4.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend dan het in het vorige lid genoemde maximum.

3, BEOORDELING VAN AANVRAGEN

Artikel 6, PABK

1.   Gedeputeerde staten kunnen aanvragen om subsidie voor advies voorleggen aan de PABK of andere daartoe door het college van gedeputeerde staten aangewezen onafhankelijke deskundigen.

2.   De aanvraag wordt niet aan de PABK voorgelegd indien:

a.   het een aanvraag betreft voor een subsidie als bedoeld in artikel 5;

b.   de aanvraag evident niet voldoet aan de voor de beoordeling van aanvragen geldende criteria;

c.    bij de aanvraag een artistieke beoordeling wordt overgelegd van een of meer van de provincie onafhankelijke deskundigen en die beoordeling naar het oordeel van gedeputeerde staten op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen.

3.   De advisering over en beoordeling van aanvragen geschiedt aan de hand van de in de bijlage bij deze beleidsregel opgenomen criteria.

4, SLOTBEPALINGEN

Artikel 7, Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag nadat hij bekendgemaakt is en kan worden aangehaald als Beleidsregel BKV Drenthe 2006-2008.

BIJLAGE 1: CRITERIA VOOR DE BEOORDELING VAN AANVRAGEN

OPDRACHTSUBSIDIES

Bij de beoordeling van aanvragen ligt het accent op de kwaliteit van het totstandkomingsproces van het project en op de artistieke kwaliteit van het eindresultaat. Aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria:

-     de opdrachtformulering bevat, indien dit aan de orde is, zowel een ruimtelijke als een beeldende vraagstelling;

-     de vraagstelling levert naar verwachting een kwalitatief hoogstaand product op, waarbij kunst een toegevoegde waarde in de openbare ruimte heeft;

-     bij (her)inrichtingsplannen en in de in artikel 3, derde lid, onder a, bedoelde gevallen:

-     neemt de kunstenaar ten opzichte van andere partners (bijvoorbeeld architecten of stedenbouwkundigen) een gelijkwaardige positie in;

-     is de kunstenaar in een vroegtijdig stadium betrokken bij de planvorming;

-     is er van het begin af aan een onafhankelijke selectiecommissie met aantoonbaar deskundigheid op het terrein van beeldende kunst, vormgeving en ruimtelijke inrichting;

-     door dialoog met omwonenden en/of gebruikers wordt er gezorgd voor voldoende draagvlak; de aanvrager laat zien welke methodes worden gebruikt om deze groepen te benaderen;

-     er is sprake van een inzichtelijke en stapsgewijze aanpak, die kansen biedt voor een geslaagd resultaat.

STIMULERINGSSUBSIDIES BEVORDERING ARTISTIEKE KWALITEIT EN PROFESSIONALISERING

Aanvragen die betrekking hebben op bevordering van de artistieke kwaliteit worden aan de volgende criteria getoetst:

-     de activiteiten hebben voldoende kwaliteit, zowel artistiek-inhoudelijk als wat betreft het belang voor de ontwikkeling van de beeldende kunst (in Drenthe);

-     er worden nieuwe publieksgroepen bereikt met beeldende kunst en vormgeving;

-     de aanvraag gaat vergezeld van een publiciteits- of promotieplan;

-     indien van toepassing: er is sprake van nieuwe samenwerkingsverbanden tussen kunstenaars en/of BKV-instellingen en andere partijen, zowel binnen de BKV-sector als daarbuiten (bijvoorbeeld cultuurproducenten, onderwijs-, zorg- en welzijnsinstellingen);

-     de activiteiten dragen bij aan de integratie van de beeldende kunst en vormgeving in de samenleving;

-     diversiteit in de activiteiten en geografische spreiding;

-     voor instellingen/initiatieven met een regulier (jaar)programma geldt dat het moet gaan om kwalitatief bijzondere activiteiten, die het reguliere programma te boven gaan;

-     behalve materiaalkosten komen ook uitvoeringskosten en/of honorariumkosten voor subsidie in aanmerking, tot ten hoogste 30% van de verleende subsidie.

Aanvragen die betrekking hebben op deskundigheidsbevordering, komen voor subsidie in aanmerking als de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, aantoonbaar bijdragen aan de deskundigheidsbevordering van de BKV-sector in Drenthe.

STIMULERINGSSUBSIDIES KUNSTENAARSINITIATIEVEN EN TENTOONSTELLINGSINSTELLINGEN

Aanvragen worden aan de volgende criteria getoetst:

-     het (jaar)programma heeft voldoende kwaliteit, zowel artistiek-inhoudelijk als wat betreft het belang voor de ontwikkeling van de beeldende kunst en vormgeving (in Drenthe);

-     de aanvraag gaat vergezeld van een publiciteits- of promotieplan;

-     de activiteiten dragen aantoonbaar bij aan integratie van beeldende kunst en vormgeving in de Drentse samenleving;

-     diversiteit in de activiteiten c.q. (jaar)programma¿s en geografische spreiding;

-     de aanvraag omvat informatie die een financiële vergelijking met voorgaande jaren mogelijk maakt.

BIJLAGE 2: INSCHAKELING PROVINCIALE OPDRACHTCOÖRDINATOR EN PROVINCIALE PROJECTCOÖRDINATOR

PROVINCIALE OPDRACHTCOÖRDINATOR

De provincie biedt (potentiële) opdrachtgevers de mogelijkheid om in de oriëntatiefase en de startfase van een beeldendekunst- of vormgevingsopdracht (zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, onder a tot en met c, van de beleidsregel) een beroep te doen op de provinciale opdrachtcoördinator. De opdrachtcoördinator kan:

-     adviseren bij het opstellen van de opdrachtomschrijving;

-     adviseren bij het kiezen van een mogelijk geschikte locatie voor het kunstwerk;

-     indien daarvan sprake is, adviseren over de mogelijkheden om de opdracht te integreren in bouwplannen, omgevingsplannen of stedenbouwkundige plannen;

-     hulp bieden bij het werven en selecteren van kunstenaars en/of vormgevers voor het vervaardigen van schetsontwerpen of het ontwerpen van een huisstijl;

-     adviseren bij de keuze van het definitieve ontwerp op basis van artistieke kwaliteitscriteria.

De opdrachtcoördinator kan de hiervoor genoemde functies ook inzetten bij de ontwikkeling van gemeentelijke pilotprojecten als bedoeld in artikel 3, derde lid, onder d. De opdrachtcoördinator begeleidt de uitvoering van gemeentelijke pilotprojecten.

De opdrachtcoördinator kan desgewenst de PABK raadplegen.

PROVINCIALE PROJECTCOÖRDINATOR

De provincie biedt gemeenten, instellingen en andere initiatiefnemers de mogelijkheid om zich in de initiatieffase en bij de ontwikkeling van activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, te laten bijstaan door de provinciale projectcoördinator. De projectcoördinator kan:

-     adviseren over het opstellen van een organisatieplan voor de (verdere) ontwikkeling van in artikel 4, eerste lid, onder a, bedoelde activiteiten, alsmede over de keuze van mogelijk geschikte locaties voor de uitvoering van die activiteiten en, indien dit aan de orde is, over de mogelijkheden om in artikel 4, eerste lid, onder a, bedoelde activiteiten te integreren in gemeentelijke BKV- of cultuurplannen;

-     adviseren over en hulp bieden bij het werven, selecteren en inzetten van deskundigen voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b.

De projectcoördinator kan desgewenst de PABK raadplegen.