Regeling vervallen per 01-01-2009

Subsidieregeling bevordering beeldende kunst en vormgeving Drenthe 2006-2008

Geldend van 19-07-2006 t/m 31-12-2008

Intitulé

Subsidieregeling bevordering beeldende kunst en vormgeving Drenthe 2006-2008

Doel van subsidieverlening op grond van deze subsidieregeling is versterking van de Sector Beeldende Kunst en Vormgeving, zowel wat betreft de infrastructuur van deze sector als wat betreft de relatie tussen vraag en aanbod. De middelen zijn bestemd voor voorzieningen, investeringen en activiteiten met een bovenlokale uitstraling. De provincie zet in de periode 2005-2008 specifiek in op:

-     verbetering van de positie van het middensegment (tentoonstellingsinstellingen, kunstenaarsinitiatieven en dergelijke) en

-     vergroting van afname van en marktwerking voor beeldende kunst en vormgeving.

Inhoud

1, ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1, Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

a.   promotieactiviteit: een activiteit die bijdraagt aan de bevordering van de integratie van beeldende kunst en vormgeving en samenleving, zoals lezingen en (voorlichtings)bijeenkomsten; publieksbereik speelt hierbij een belangrijke rol;

b.   manifestatie: een openbaar toegankelijke vertoning door ten minste 2 profes-sionele beeldend kunstenaars of vormgevers met een publieksbereik van ten minste 50 mensen;

c.   organisatiekosten: de kosten die onlosmakelijk verbonden zijn met de ontwikkeling en uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

d.   deskundigheidsbevorderingsactiviteiten: activiteiten zoals onder andere het inhuren van een expert, educatie, kennisuitwisseling en dergelijke;

e.   Provinciale Adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving (PABK): een door het college van gedeputeerde staten ingestelde adviescommissie die als taak heeft het college te adviseren over de artistieke kwaliteit en de financiële opzet van subsidieaanvragen op het gebied van de beeldende kunst. De PABK kan ook fungeren als denktank voor inhoudelijke vraagstukken;

f.    provinciale opdrachtcoördinator: een bij het Centrum voor Beeldende Kunst (CBK) Drenthe ondergebrachte functionaris die activiteiten begeleidt/initieert, voor de realisatie van opdrachten op het gebied van kunst in de openbare ruimte (zie ook bijlage 2);

g.   provinciale projectcoördinator: een bij het CBK Drenthe ondergebrachte functionaris die instellingen, initiatiefnemers en kunstenaars begeleidt/initieert tot ontwikkeling van projecten, manifestaties, tentoonstellingsactiviteiten op het terrein van beeldende kunst en vormgeving en die ook inzetbaar is voor de begeleiding van artistieke en/of organisatorische ontwikkeling van activiteiten bij de instellingen/organisaties die aanvragen hebben ingediend (zie ook bijlage 2);

h.   geldstroom BKV: de specifieke uitkering Rijksbijdrage ter bevordering van de beeldende kunst en vormgeving;

i.    kunstenaarsinitiatief: in groepsverband werkende kunstenaars, die gezamenlijk activiteiten ontwikkelen en uitvoeren.

Artikel 2, Grondslag en aard van de subsidies

1.   De grondslag voor het verlenen van subsidies wordt gevormd door het beleid op het gebied van beeldende kunst en vormgeving, zoals neergelegd in:

-     het afsprakenkader IPO/VNG/OCW,

-     de provinciale Cultuurnota De kunst van het combineren 2005-2008 en

-     het beleidskader Geldstroom beeldende kunst en vormgeving 2005-2008 provincie Drenthe.

2.   Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele prestatiesubsidie verlenen aan rechtspersonen in de kosten van activiteiten als bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 van deze regeling.

2, SUBSIDIECATEGORIEËN

Artikel 3, Opdrachtsubsidies

1.   Subsidies kunnen worden verleend in de kosten van opdrachten aan beeldende kunstenaars en/of vormgevers.

2.   Aanvragen om subsidie kunnen worden ingediend door:

a.   gemeenten, instellingen en bedrijven voor het verlenen van een opdracht aan een professionele kunstenaar of vormgever voor het ontwerpen en uitvoeren van een kunstwerk in de openbare ruimte;

b.   gemeenten, instellingen en bedrijven voor het verlenen van een opdracht aan maximaal 3 kunstenaars en/of vormgevers voor het laten vervaardigen van schetsontwerpen in het voortraject van de opdrachtverlening;

c.   instellingen zonder winstoogmerk voor het laten ontwerpen van een huisstijl door een professionele vormgever;

d.   Drentse gemeenten voor het uitvoeren van een pilotproject beeldende kunst in de openbare ruimte, op basis van een voorstel dat is voorgelegd aan de PABK.

3.   De subsidie bedraagt ten hoogste:

a.   voor opdrachten als bedoeld in het derde lid, onder a, 50% voor gemeenten en instellingen en 30% voor bedrijven met een maximum van € 9.100,¿¿, met dien verstande dat opdrachtgevers ten minste 50% respectievelijk 70% aan eigen middelen beschikbaar stellen voor het realiseren van de opdracht;

b.   voor opdrachten als bedoeld in het derde lid, onder b, € 1.400,¿¿ per schetsontwerp;

c.   voor opdrachten als bedoeld in het derde lid, onder c, € 1.400,¿¿;

d.   voor de uitvoering van jaarlijks 1 pilotproject als bedoeld in het derde lid, onder d, € 40.000,¿¿.

4.   Aanvragers kunnen zich in de oriëntatiefase en bij de opdrachtformulering kosteloos laten bijstaan door de provinciale opdrachtcoördinator.

Artikel 4, Stimuleringssubsidies bevordering artistieke kwaliteit en professionalisering

1.   Drentse gemeenten, instellingen en andere initiatiefnemers die samenwerken met kunstenaars en/of instellingen die beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de BKV-sector, kunnen aanvragen indienen voor:

a.   tentoonstellingen, manifestaties, promotieactiviteiten en andere publieksgerichte activiteiten die bijdragen aan de bevordering van de integratie van beeldende kunst en vormgeving in de samenleving en die in Drenthe plaatsvinden;

b.   activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering, zoals het inhuren van een expert, educatieactiviteiten, de totstandkoming van samenwerkingsverbanden, kennisuitwisseling en dergelijke.

2.   Van subsidie zijn uitgesloten:

a.   activiteiten die geheel of in overwegende mate een individueel belang dienen of waar slechts 1 kunstenaar of vormgever bij betrokken is;

b.   activiteiten die naar hun aard een sterk commerciële inslag hebben;

c.   activiteiten of voorzieningen die naar het oordeel van gedeputeerde staten al voldoende aanwezig zijn in het desbetreffende gebied of op de vrije markt voldoende aan bod komen;

d.   activiteiten waarvoor een subsidie is verleend op grond van artikel 5 van deze subsidieregeling.

3.   De subsidie bedraagt ten hoogste 50% per activiteit, met een maximum van € 10.000,¿¿ per project of manifestatie.

4.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend dan het in het vorige lid genoemde maximum van € 10.000,¿¿.

5.   Aanvragers kunnen zich bij de voorbereiding van activiteiten als bedoeld in het eerste lid kosteloos laten bijstaan door de provinciale projectcoördinator.

Artikel 5, Stimuleringssubsidies kunstenaarsinitiatieven en tentoonstellingsinstellingen

1.   Kunstenaarsinitiatieven en tentoonstellingsinstellingen kunnen subsidie aanvragen in de organisatiekosten van reguliere (jaar)programma¿s, voor zover deze aantoonbaar bijdragen aan de bevordering van de integratie van beeldende kunst en vormgeving in de (Drentse) samenleving.

2.   Van subsidie zijn uitgesloten:

a.   activiteiten die geheel of in overwegende mate een individueel belang dienen of waar slechts 1 kunstenaar of vormgever bij betrokken is;

b.   activiteiten die naar hun aard een sterk commerciële inslag hebben;

c.   activiteiten of voorzieningen die naar het oordeel van gedeputeerde staten al voldoende aanwezig zijn in het desbetreffende gebied of op de vrije markt voldoende aan bod komen;

d.   activiteiten waarvoor een subsidie is verleend op grond van artikel 4 van deze subsidieregeling.

3.   De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de door gedeputeerde staten aanvaardbaar geachte organisatiekosten, met een maximum van € 10.000,¿¿ per aanvrager.

4.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend dan het in het vorige lid genoemde maximum.

Artikel 6, Aanvragen

1.   Voor aanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, derde lid, onder a, b en c, artikel 4, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, gelden de volgende uiterste indieningsdata:

-     activiteiten die plaatsvinden na 15 februari van een kalenderjaar:

1 december van het kalenderjaar daaraan voorafgaand;

-     activiteiten die plaatsvinden na 15 mei van een kalenderjaar: 1 maart van dat kalenderjaar;

-     activiteiten die plaatsvinden na 15 augustus van een kalenderjaar: 1 juni van dat kalenderjaar;

-     activiteiten die plaatsvinden na 15 november van een kalenderjaar:

1 september van dat kalenderjaar.

2.   Indien reeds door verlening van subsidies voor activiteiten waarvoor in voorgaande aanvraagronden aanvragen werden ingediend, het subsidieplafond is bereikt, kunnen gedeputeerde staten besluiten geen volgende aanvraagronde(n) open te stellen. Aan dit besluit wordt algemene bekendheid gegeven.

3.   De aanvraag om subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend op een daartoe door gedeputeerde staten beschikbaar gesteld formulier en dient vergezeld te gaan van de in het formulier genoemde bescheiden.

3, BEOORDELING VAN AANVRAGEN

Artikel 7, PABK

1.   Gedeputeerde staten kunnen aanvragen om subsidie voor advies voorleggen aan de PABK of andere daartoe door het college van gedeputeerde staten aangewezen onafhankelijke deskundigen.

2.   De advisering over en beoordeling van aanvragen geschiedt aan de hand van de in de bijlage bij deze subsidieregeling opgenomen criteria.

Artikel 8, Subsidieverlening

Indien de aanvraag om subsidie voor advies wordt voorgelegd aan de PABK of andere onafhankelijke deskundigen beslissen gedeputeerde staten, in afwijking van het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van de ASV 2004, binnen 10 weken na de in artikel 6 genoemde indieningsdata.

Artikel 9, Prioriteit

Indien subsidieverlening ertoe zou leiden dat het door gedeputeerde staten vastgestelde subsidieplafond wordt overschreden, wordt prioriteit gegeven aan aanvragen naar de mate waarin zij voldoen aan een of meer van de volgende aspecten:

-     de mate waarin wordt voldaan aan de in de bijlage bij deze regeling opgenomen criteria;

-     de mate waarin door de activiteit een witte vlek in de provincie wordt ingevuld;

-     de mate waarin de provinciale opdrachtcoördinator of projectcoördinator bij de totstandkoming van de aanvraag betrokken is geweest.

4, SLOTBEPALINGEN

Artikel 10, Inwerkingtreding en citeertitel

Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag nadat zij bekendgemaakt is en kan worden aangehaald als Subsidieregeling BKV Drenthe 2006-2008.

BIJLAGE 1 BIJ DE SUBSIDIEREGELING BEVORDERING BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING DRENTHE 2006-2008: CRITERIA VOOR DE BEOORDELING VAN AANVRAGEN

Opdrachtsubsidies

Bij de beoordeling van aanvragen ligt het accent op de kwaliteit van het totstandkomingsproces van het project en op de artistieke kwaliteit van het eindresultaat. Aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria.

-     De opdrachtformulering bevat, indien dit aan de orde is, zowel een ruimtelijke als een beeldende vraagstelling.

-     De vraagstelling levert naar verwachting een kwalitatief hoogstaand product op, waarbij kunst een toegevoegde waarde in de openbare ruimte heeft.

-     Bij (her)inrichtingsplannen en in de in artikel 3, derde lid, onder a, bedoelde gevallen:

-     neemt de kunstenaar ten opzichte van andere partners (bijvoorbeeld architecten of stedenbouwkundigen) een gelijkwaardige positie in;

-     is de kunstenaar in een vroegtijdig stadium betrokken bij de planvorming;

-     is er van het begin af aan een onafhankelijke selectiecommissie met aantoonbaar deskundigheid op het terrein van beeldende kunst, vormgeving en ruimtelijke inrichting.

-     Door dialoog met omwonenden en/of gebruikers wordt er gezorgd voor voldoende draagvlak; de aanvrager laat zien welke methodes worden gebruikt om deze groepen te benaderen.

-     Er is sprake van een inzichtelijke en stapsgewijze aanpak, die kansen biedt voor een geslaagd resultaat.

Stimuleringssubsidies bevordering artistieke kwaliteit en professionalisering

Aanvragen die betrekking hebben op bevordering van de artistieke kwaliteit worden aan de volgende criteria getoetst.

-     De activiteiten hebben voldoende kwaliteit, zowel artistiek-inhoudelijk als wat betreft het belang voor de ontwikkeling van de beeldende kunst (in Drenthe).

-     Er worden nieuwe publieksgroepen bereikt met beeldende kunst en vormgeving.

-     De aanvraag gaat vergezeld van een publiciteits- of promotieplan.

-     Indien van toepassing: er is sprake van nieuwe samenwerkingsverbanden tussen kunstenaars en/of BKV-instellingen en andere partijen, zowel binnen de BKV-sector als daarbuiten (bijvoorbeeld cultuurproducenten, onderwijs-, zorg- en welzijnsinstellingen).

-     De activiteiten dragen bij aan de integratie van de beeldende kunst en vormgeving in de samenleving.

-     Diversiteit in de activiteiten en geografische spreiding.

-     Voor instellingen/initiatieven met een regulier (jaar)programma geldt dat het moet gaan om kwalitatief bijzondere activiteiten, die het reguliere programma te boven gaan.

-     Behalve materiaalkosten komen ook uitvoeringskosten en/of honorariumkosten voor subsidie in aanmerking, tot ten hoogste 30% van de verleende subsidie.

Aanvragen die betrekking hebben op deskundigheidsbevordering komen voor subsidie in aanmerking als de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd aantoonbaar bijdragen aan de deskundigheidsbevordering van de BKV-sector in Drenthe.

Stimuleringssubsidies kunstenaarsinitiatieven en tentoonstellings-instellingen

Aanvragen worden aan de volgende criteria getoetst.

-     Het (jaar)programma heeft voldoende kwaliteit, zowel artistiek-inhoudelijk als wat betreft het belang voor de ontwikkeling van de beeldende kunst en vormgeving (in Drenthe).

-     De aanvraag gaat vergezeld van een publiciteits- of promotieplan.

-     De activiteiten dragen aantoonbaar bij aan integratie van beeldende kunst en vormgeving in de Drentse samenleving.

-     Diversiteit in de activiteiten c.q. het (jaar)programma en geografische spreiding.

-     De aanvraag omvat informatie die een financiële vergelijking met voorgaande jaren mogelijk maakt.

BIJLAGE 2 BIJ DE SUBSIDIEREGELING BEVORDERING BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING DRENTHE 2006-2008: INSCHAKELING PROVINCIALE OPDRACHTCOÖRDINATOR EN PROVINCIALE PROJECTCOÖRDINATOR

Provinciale opdrachtcoördinator

De provincie biedt (potentiële) opdrachtgevers de mogelijkheid om in de oriëntatiefase en de startfase van een beeldende kunst- of vormgevingsopdracht (zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, onder a tot en met c, van de subsidieregeling) een beroep te doen op de provinciale opdrachtcoördinator. De opdrachtcoördinator kan:

-     adviseren bij het opstellen van de opdrachtomschrijving;

-     adviseren bij het kiezen van een mogelijk geschikte locatie voor het kunstwerk;

-     indien daarvan sprake is, adviseren over de mogelijkheden om de opdracht te integreren in bouwplannen, omgevingsplannen of stedenbouwkundige plannen;

-     hulp bieden bij het werven en selecteren van kunstenaars en/of vormgevers voor het vervaardigen van schetsontwerpen of het ontwerpen van een huisstijl;

-     adviseren bij de keuze van het definitieve ontwerp op basis van artistieke kwaliteitscriteria.

De opdrachtcoördinator kan de hiervoor genoemde functies ook inzetten bij de ontwikkeling van gemeentelijke pilotprojecten als bedoeld in artikel 3, derde lid, onder d. De opdrachtcoördinator begeleidt de uitvoering van gemeentelijke pilot-projecten.

De opdrachtcoördinator kan desgewenst de PABK raadplegen.

Provinciale projectcoördinator

De provincie biedt gemeenten, instellingen en andere initiatiefnemers de mogelijkheid om zich in de initiatieffase en bij de ontwikkeling van activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, te laten bijstaan door de provinciale projectcoördinator. De projectcoördinator kan:

-     adviseren over het opstellen van een organisatieplan voor de (verdere) ontwikkeling van in artikel 4, eerste lid, onder a bedoelde activiteiten, alsmede over de keuze van mogelijk geschikte locaties voor de uitvoering van die activiteiten en, indien dit aan de orde is, over de mogelijkheden om in artikel 4, eerste lid, onder a bedoelde activiteiten te integreren in gemeentelijke BKV- of cultuurplannen;

-     adviseren over en hulp bieden bij het werven, selecteren en inzetten van deskundigen voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b.

De projectcoördinator kan desgewenst de PABK raadplegen.

TOELICHTING OP DE SUBSIDIEREGELING BEVORDERING BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING DRENTHE 2006-2008

Artikel 8

Indien aanvragen voor advies worden voorgelegd aan de PABK of andere deskun-digen, kan dit met zich meebrengen dat in verband met deze advisering en het eventueel benodigde extra onderzoek, de beslissing op de aanvraag niet binnen de termijn van 8 weken na indiening van de aanvraag (artikel 13 van de ASV) kan worden genomen. In artikel 8 is daarom gekozen voor een termijn van 10 weken na de in artikel 6 genoemde indieningsdata.

Deze afwijkende beslistermijn geldt alleen voor aanvragen die daadwerkelijk voor advies aan de PABK of andere deskundigen worden voorgelegd. Voor aanvragen die deze route niet volgen, geldt de "normale" beslistermijn van artikel 13, eerste lid, van de ASV.