Regeling vervallen per 01-01-2018

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Drimmelen 2010

Geldend van 03-07-2018 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Drimmelen 2010

Burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen,

gelet op het Reglement burgerlijke stand van de gemeente Drimmelen, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2009,

gelezen het advies van de Ondernemingsraad d.d.17 november 2009,

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Drimmelen 2010

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

  • b.

    CAR/UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Drimmelen.

Artikel 2 Aanstelling

  • 1. Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2. Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Bezoldiging

  • 1. De buitengewoon ambtenaar ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan driemaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO

  • 2. De vergoeding bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWO.

  • 3. De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWO.

  • 4. De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met een percentage van 8,6% ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof.

  • 5. In uitzonderlijke situaties, dit ter beoordeling van de afdelingsmanager PuZa, kan een hogere bezoldiging toekennen.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

  • 1. Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan 65 jaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op bezoldiging bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling bezoldiging en uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel wordt onder bezoldiging verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 5 Ontslag en schorsing

  • 1. Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (na ouderdomspensioen), 8:3 (wegens reorganisatie), 8:5 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:11 (wegens FPU), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijdse ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR/UWO.

  • 2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Artikel 6 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar),15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:22 (reis- en verblijfkosten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 van de

CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 8

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 juli 2007. De op 16 mei 2000 vastgestelde rechtspositieregeling voor de buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Drimmelen komt met ingang van 1 juli 2007 te vervallen.

Artikel 9

Deze regeling kan worden aangehaald als de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Drimmelen.

Made, 8 december 2009

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Drs. C. Smits Drs. G.L.C.M. de Kok

Secretaris Burgemeester

Toelichting op de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Toelichting artikel 1 Begripsomschrijving

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden. De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerker van buiten de gemeentelijke organisatie van toepassing. De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CARUWO niet op hem van toepassing is dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (art. 125 Ambtenarenwet). Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Toelichting artikel 2 Aanstelling

In het lokale Reglement burgerlijke stand kan een benoemingstermijn geregeld zijn. Het kan wenselijk zijn om kortere aanstellingen te verlenen. Het gevolg van een kortere aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het kader van ziekte (doorbetaling bezoldiging, reïntegratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij einde van het dienstverband. Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat van de werkgever geen onredelijke inspanningen gevergd worden door het UWV. Op de toepasselijkheid van de arbeidsongeschiktheidswetgeving op de babs wordt verder ingegaan bij de toelichting op artikel 4. De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De flexwetbepaling geldt niet omdat noch de CARUWO, noch het Burgerlijk Wetboek (7:615 BW) van toepassing is.