Regeling vervallen per 01-01-2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2013

Geldend van 31-01-2013 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2013

Het college van de gemeente Drimmelen

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen,

BESLUIT:

Vast te stellen het

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2013

Hoofdstuk 1 Bijzondere regels rond verstrekking en verantwoording van het persoonsgebonden budget

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      verordening: de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      persoonsgebonden budget: een geldbedrag of gelijkwaardige verstrekking waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen individuele voorzieningen kan verwerven;

    • c.

      financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager.

  • 2. Alle begrippen, die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening.

Artikel 2 Persoonsgebonden budget (PGB)

Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

Artikel 3 Weigering PGB

Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats:

  • a.

    indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, de overtuiging bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

  • b.

    bij medische en sociale contra-indicatie, problematische schulden of gebleken misbruik of oneigenlijk gebruik.

Artikel 4 Steekproef

  • 1. Het college gaat steekproefsgewijs na of het persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is.

  • 2. De houder van het persoonsgebonden budget is verplicht medewerking te verlenen aan deze steekproef en dient ter verantwoording van het PGB:

    • a.

      een inzichtelijke financiële administratie bij te houden m.b.t. hulp bij het huishouden;

    • b.

      betalingsbewijzen / nota’s en facturen te bewaren van het met het persoonsgebonden budget aangekochte hulpmiddel of gerealiseerde (woon)voorziening.

  • 3. Indien de aanvrager de gemeente opdracht geeft om het PGB over te maken naar een instantie die de bemiddeling en service m.b.t alfahulp regelt, gelden de verplichtingen uit lid 2 van dit artikel voor deze instantie.

Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen

Artikel 5 Omvang eigen bijdragen

Omvang van de eigen bijdragen voor diverse voorzieningen:

  • 1.

    Het maximale bedrag dat alleenstaande personen jonger dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 18,60 per vier weken. Ligt het inkomen boven € 23.208,00, dan wordt het bedrag van € 18,60 per vier weken verhoogd met 15% van het inkomen boven dit bedrag.

  • 2.

    Het maximale bedrag dat alleenstaande personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 18,60 per vier weken. Ligt het inkomen (peildatum 2 jaar geleden) boven € 16.257,00, dan wordt het bedrag van € 18,60 per vier weken verhoogd met 15% van het inkomen boven dit bedrag.

  • 3.

    Het maximale bedrag per vier weken dat gehuwde/samenwonende personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 26,60 per vier weken. Ligt het inkomen boven € 28.733,00, dan wordt het bedrag van € 26,60 per vier weken verhoogd met 15% van het inkomen boven dit bedrag.

  • 4.

    Het maximale bedrag per vier weken dat gehuwde/samenwonende personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen, bedraagt € 26,60 per vier weken. Ligt het inkomen boven € 22.676,00, dan wordt het bedrag van € 26,60 per vier weken verhoogd met 15% van het inkomen boven dit bedrag.

  • 5.

    Op de met toepassing van het eerste tot en met het vierde lid vastgestelde bijdrage kan, door het CAK, een korting worden toegepast in het kader van de WTCG.

  • 6.

    De vast te stellen eigen bijdrage op basis van voorgaande leden van dit artikel, kan nooit meer bedragen dan de kosten van de voorziening.

Tabel eigen bijdrage

Maximale eigen bijdrage per 4 weken voor personen beneden inkomensgrens uit kolom 3.

Inkomensgrens, waarboven

maximaal 15 % van het

meerinkomen bovenop de

eigen bijdrage van kolom 2

mag worden geheven

Alleenstaand en jonger dan 65 jaar

€ 18,60

€ 23.208,-

Alleenstaand en ouder dan 65 jaar

€ 18,60

€ 16.257,-

Gehuwd/samenwonend en

jonger dan 65 jaar

€ 26,60

€ 28.733,-

Gehuwd/samenwonend en

ouder dan 65 jaar

€ 26,60

€ 22.676,-

De gezamenlijk bruto jaarinkomens genoemd in kolom 3 zijn gelijk aan 120% van het voor de doelgroep geldende het sociaal minimum.

Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden

Artikel 6 Persoonsgebonden budget (PGB) hulp bij het huishouden

  • 1. De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van hulp bij het huishouden wordt berekend als een bedrag per uur.

    • a.

      voor schoonmaakwerkzaamheden en uitvoeren van lichte huishoudelijke taken (HbH1), € 15,94;

    • b.

      voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning van de organisatie in de huishouding en voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning binnen een ontregelde huishouding (HbH2), € 23,17;

  • 2. Indien de aanvrager de gemeente opdracht geeft om het PGB over te maken naar een instantie die de bemiddeling en service m.b.t alfahulp regelt, zijn de bedragen per uur als volgt:

    • a.

      voor schoonmaakwerkzaamheden en uitvoeren van lichte huishoudelijke taken (HbH1),€ 15,94;

    • b.

      voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning van de organisatie in de huishouding en voor schoonmaakwerkzaamheden met ondersteuning binnen een ontregelde huishouding (HbH2), € 23,17;

Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen

Artikel 7 Verhuis- en inrichtingskosten

De vergoeding zoals bedoeld in artikel 15 van de Verordening bedraagt € 1.427,03.

Artikel 8 Woningsanering i.v.m. Cara

  • 1. Indien i.v.m cara de stoffering moet worden vervangen, gelden de volgende maximale vergoedingen:

    • a.

      voor gemakkelijk stof afneembare, mijtwerende vloeren € 13,89 per m².

    • b.

      voor ‘gladde’ vitrage € 15,72 per meter.

    De vergoeding wordt door de gemeente aan de aanvrager uitbetaald, na overleg van facturen van de aangeschafte stoffering.

  • 2. De hoogte van de vergoeding wordt aan het CAK doorgegeven voor berekening en inning van een eigen bijdrage, zie artikel 5 van dit besluit.

Artikel 9 Hoogte vergoeding voor woonvoorzieningen

  • 1. Bouwkundige voorzieningen worden de vorm van een financiële tegemoetkoming toegekend.

  • 2. De maximale hoogte van een financiële tegemoetkoming voor bouwkundige voorzieningen, wordt bepaald door de kosten van de goedkoopst compenserende voorziening/aanpassing, die door de gemeente wordt vastgesteld, met een maximum van € 45.000,00 (inclusief alle bijkomende kosten).

  • 3. Bij de vaststelling van het maximale bedrag kan de gemeente gebruikmaken van standaard vergoedingen voor materialen en werkzaamheden en/of kostenramingen gebaseerd op een advies opgesteld door een deskundige.

  • 4. De vergoeding wordt door de gemeente aan de eigenaar van de woning uitbetaald, na overleg van de gereedmelding en facturen van de gerealiseerde aanpassingen.

  • 5. De hoogte van de vergoeding wordt aan het CAK doorgegeven voor berekening en inning van een eigen bijdrage bij de aanvrager, zie artikel 5 van dit besluit.

Artikel 10 Onderhoud, keuring en reparatie

  • 1.

    Voor een vergoeding van kosten van onderhoud, keuring en reparatie zoals bedoeld in artikel 15 van de Verordening, komen in aanmerking de kosten gemaakt voor het onderhoud, de keuring en de reparatie van:

    • a.

      stoelliften;

    • b.

      rolstoel- of staplateauliften;

    • c.

      woonhuisliften;

    • d.

      hefplateauliften;

    • e.

      balansliften;

    • f.

      de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel;

    • g.

      elektromechanische openings- en sluitingsmechanismen van deuren, voorzover deze niet in een gemeenschappelijke ruimte is gesitueerd.

  • 2.

    De kosten van keuring en onderhoud van de in het eerste lid onder a tot en met e vermelde voorzieningen worden na ontvangst van de factuur tot maximaal de hieronder vermelde vergoeding uitbetaald:

Tabel keuringen:

Keuring

van liften

Beginkeuring

Kosten incl. btw

Frequentie periodieke

keuring

Kosten incl btw

Stoelliften

Ja

€ 302

1 x per 4 jaar

€ 212

Rolstoelplateauliften

Ja

€ 302

1 x per 4 jaar

€ 212

Staplateauliften

Ja

€ 302

1 x per 4 jaar

€ 212

Woonhuisliften

nee begrepen

in nieuwprijs

1 x per 1,5 jaar

€ 315

Hefplateauliften

Idem

1 x per 1,5 jaar

€ 273

Balansliften

worden niet

meer nieuw

gemaakt

1 x per 1,5 jaar

€ 147

In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten van keuring door het Liftinstituut (50%) en de kosten van de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma (eveneens 50%)

Tabel onderhoud v an diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen

Onderhoud van

Frequentie periodiek onderhoud

Kosten incl. btw

Stoelliften

1 x per jaar

€ 161

Rolstoelplateauliften

1 x per jaar

€ 161

Staplateauliften

1 x per jaar

€ 161

Woonhuisliften

2 x per jaar

€ 232

Hefplateauliften

2 x per jaar

€ 161

Balansliften

1 x per jaar

€ 161

Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:

§ 50% voor installaties geplaatst buiten de woning

§ 50% voor installaties die meer dan 1 verdieping overbruggen

§ 50% voor installaties uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk elektrisch weg klapbare raildelen.

Artikel 11 Huurderving

  • 1. In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 7.135,15 is aangepast, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden na de eerste maand huurderving die niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.

  • 2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming zoals bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op de werkelijke kosten per maand, doch maximaal op het bedrag van de maximale subsidiabele huur op grond van de Wet op de huurtoeslag.

Artikel 12 Antispeculatiebeding

  • 1.

    De eigenaar-bewoner, die krachtens de Verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van tien jaren na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden binnen een week na het passeren van de akte, het college hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan, dient geheel of gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald tot maximaal het door de gemeente betaalde bedrag voor betreffende voorzieningen.

  • 2.

    De terugbetaling als bedoeld in het eerste lid bedraagt:

    • a.

      voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde;

    • b.

      voor het tweede jaar 90% van de meerwaarde;

    • c.

      voor het derde jaar 80% van de meerwaarde;

    • d.

      voor het vierde jaar 70% van de meerwaarde;

    • e.

      voor het vijfde jaar 60% van de meerwaarde;

    • f.

      voor het zesde jaar 50% van de meerwaarde;

    • g.

      voor het zevende jaar 40% van de meerwaarde;

    • h.

      voor het achtste jaar 30% van de meerwaarde;

    • i.

      voor het negende jaar 20% van de meerwaarde;

    • j.

      voor het tiende jaar 10% van de meerwaarde.

In alle gevallen minus het percentage van de kosten van getroffen voorzieningen, dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.

Artikel 13 Eigen bijdragen woonvoorzieningen

  • 1. Voor woonvoorzieningen is de aanvrager een eigen bijdrage verschuldigd zoals in artikel 7 van de Verordening is bepaald. De hoogte van de eigen bijdrage staat vermeld in artikel 5 van dit besluit. De eigen bijdrage wordt berekend, opgelegd en geïnd door het CAK.

  • 2. Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt of uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning, wordt gedurende een periode van maximaal 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht bij de aanvrager.

  • 3. Indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in bruikleen wordt verstrekt, wordt gedurende de bruikleenperiode een periodieke eigen bijdrage in rekening gebracht bij de aanvrager.

  • 4. Indien er sprake is van samenloop met een bijdrage voor hulp bij het huishouden, kan de eigen bijdrage voor de woonvoorziening worden opgeschort.

  • 5. De eigen bijdrage dient binnen 10 jaar te worden opgelegd.

  • 6. Bij overlijden van de aanvrager binnen de, in lid 5, genoemde 10 jaar, waarbij de 39 termijnen nog niet volledig zijn berekend, vervallen de restant betalingstermijnen met ingang van de maand van overlijden.

Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 14 Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie.

  • 2. Voor het PGB voor de aanschaf van autostoeltjes in bijzondere uitvoering voor het vervoer van kinderen geldt een drempelbedrag van € 250,00. De eerste € 250,00 komen voor rekening van de aanvrager en het meerdere kan als PGB worden toegekend.

Artikel 15 Hoogte van vergoeding van vervoer(svoorzieningen)

  • 1. Indien een aanvrager voor een vergoeding voor het aanpassen van een eigen auto in aanmerking wil komen, dient de auto niet ouder te zijn dan 3 jaar.

  • 2. Een vergoeding voor aanpassing eigen auto wordt 1 maal per 7 jaar verstrekt.

  • 3. Voor autoaanpassingen is een eigen bijdrage verschuldigd. De hoogte van de vergoeding wordt aan het CAK doorgegeven voor berekening en inning van een eigen bijdrage bij de aanvrager, zie artikel 5 van dit besluit.

  • 4. Het bedrag dat verstrekt wordt voor het gebruik van een (eigen) auto, waarbij gebruik gemaakt zou kunnen worden van het collectief vervoer, wordt vastgesteld op maximaal € 377,40 per jaar.

  • 5. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi, indien de aanvrager geen gebruik kan maken van het collectief vervoer, bedraagt maximaal € 1.039,80 op declaratiebasis.

  • 6. Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt maximaal € 1.560,00 op declaratiebasis.

  • 7. Voor zover geen gebruik kan worden gemaakt van het collectief vervoer, kunnen kosten van het gebruik van de eigen auto worden vergoed op basis van de gehanteerde kilometervergoeding door de belastingdienst tot maximaal € 586,80.

  • 8. Als eigen auto wordt beschouwd de beschikbaarheid van een auto van één van de gezinsleden binnen het huishouden van de aanvrager.

Artikel 16 Vervoersvergoeding voor gehuwden/samenwonenden

Indien beide samenwonenden/gehuwden in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening en artikel 15, onder lid 3 t/m 7 van dit Besluit, bedraagt de hoogte van de financiële tegemoetkoming per persoon maximaal 75% van het normbedrag als bedoeld in artikel 17 van dit besluit.

Artikel 17 Tarieven Deeltaxi

Voor de in artikel 22 onder a van de Verordening vermelde algemene vervoersvoorziening wordt in de gemeente Drimmelen uitgevoerd onder de naam Deeltaxi. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

  • a.

    aan de aanvrager, die in aanmerking komt voor het collectief vervoerssysteem wordt een Deeltaxipas verstrekt op vertoon waarvan rechthebbende gebruik kan maken van het collectief vervoer tegen betaling van het voor de betreffende rit benodigde tarief;

  • b.

    voor de tarifering van het collectief vervoerssysteem wordt dezelfde zone-indeling en tariefsysteem gehanteerd als bij het openbaar busvervoer;

  • c.

    per Deeltaxipas wordt een persoonlijk vervoersbudget toegekend van maximaal 600 strippen. Als een Deeltaxipashouder meer dan 600 strippen verbruikt, zal hij/zij voor het meerdere het vrije-reizigerstarief betalen.

  • d.

    het vervoer wordt naar afstand onderscheiden in intern en extern vervoersgebied:

    • ¨

      als intern vervoersgebied wordt aangemerkt een openbaar vervoer zone van 5 tariefseenheden rond de eigen woning;

    • ¨

      het extern vervoersgebied begint vanaf de 6e openbaar vervoer zone rond de eigen woning;

    • ¨

      het extern vervoersgebied wordt begrensd door het grondgebied van de 18 deelnemende gemeenten aan het collectief vervoersgebied;

  • e.

    voor elke rit binnen het vervoersgebiedis een eigen vervoersbijdrage verschuldigd, conform het openbaar vervoer gebaseerd op een instaptarief van 1 zone vermeerderd met een tariefseenheid per gereisde zone. Het totaal verschuldigde bedrag dient bij aanvang van de taxirit aan de chauffeur te worden betaald;

  • f.

    een aanvrager kan zich door één begeleider laten vergezellen. Het tarief voor de sociale begeleiders van Wmo vervoer is hetzelfde tarief als geldt voor de persoon die begeleid wordt. Als de begeleiding naar het oordeel van het college medisch noodzakelijk is, is het vervoer van de begeleider gratis.

  • g.

    de eigen vervoersbijdragen 2013 voor de verschillende klantgroepen Deeltaxi binnen het interne vervoersgebied, zijn, naast het verschuldigde instaptarief van 1 zone, als volgt:

Wmo-vervoer

€ 0,65 per zone

Vrije reiziger

€ 1,90 per zone

  • h.

    ingaande de 6e openbaar vervoerzone is het tarief van € 4,75 per zone verschuldigd door alle reizigers;

Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning

Artikel 18 Persoonsgebonden budget voor verplaatsen in en rond de woning

  • 1. Het maximale persoonsgebonden budget voor een voorziening bestemd voor verplaatsing in en om de woning, waaronder rolstoel, scootermobiel en fietsen in bijzondere uitvoering,wordt vastgesteld

    • a.

      op 100% van de prijs van de voorziening die de gemeente als voorziening in natura geleverd zou hebben, via een door haar gekozen aanbieder. Inclusief de door die aanbieder geoffreerde prijs voor noodzakelijke aanpassingen. Daarnaast kan jaarlijks een bedrag voor onderhoud, reparatie en/of verzekering voor vergelijkbare voorzieningen als PGB beschikbaar worden gesteld; of

    • b.

      aan de hand van de huurprijs van de goedkoopst compenserende voorziening inclusief onderhoud, reparatie en eventueel verzekering zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald;

    • c.

      voor 2013 zijn de volgende maximale bedragen voor onderhoud en verzekering door het college vastgesteld:

  • Categorie

    Gebruiks-duur mnd.

    Onderhoud ingaande het jaar na verstrekking

    WA-casco incl assurantie belasting

    ACTIEF ROLSTOEL

    84

    € 94,67

    ACTIEF VAST FRAME ROLSTOEL

    84

    € 218,88

    DRIEWIELFIETS

    84

    0,00

    DUWWANDELWAGEN LANGDUREND

    84

    € 123,60

    ROLSTOEL ALGEMEEN GEBRUIK

    84

    € 75,80

    ROLSTOEL KORT GEBRUIK

    84

    € 20,60

    ROLSTOEL LANGDUREND GEBRUIK

    84

    € 173,48

    KINDERDUWWANDELWAGEN

    84

    € 42,51

    KINDERROLSTOEL HANDBEWOGEN

    84

    € 107,74

    ELEKTRISCHE KINDERROLSTOEL

    60

    € 880,08

    86,48

    ELEKTRISCHE ROLSTOELEN VOLWASSENEN

    60

    € 805,18

    86,48

    SCOOTMOBIELEN

    72

    € 361,42

    86,48

    PATIENTENLIFTEN VERRIJDBAAR

    84

    € 190,33

  • 2. De normale gebruiksduur van een voorziening bestemd voor verplaatsing in en om de woning wordt vermeld in kolom 2 van bovenstaande tabel. Het PGB wordt slechts eenmaal voor de gehele gebruiksduur verstrekt.

  • 3. Het PGB voor een voorziening bestemd voor verplaatsing in en om de woning wordt zo spoedig mogelijk na ontvangst van de factuur voor de geïndiceerde voorziening uitbetaald.

  • 4. De kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering worden jaarlijks na ontvangst van de factuur uitbetaald, tot een maximum van in lid 1 genoemde bedragen.

  • 5. Voor voorzieningen bestemd voor verplaatsing in en om de woning is een eigen bijdrage van toepassing. Voor rolstoelen is geen eigen bijdrage van toepassing.

Artikel 19 Sportvoorziening

Een sportvoorziening wordt uitsluitend verstrekt als een PGB en bedraagt maximaal € 2.505,33, welk bedrag bedoeld is voor de kosten van de aanschaf, reparatie en onderhoud van een sportvoorziening voor een minimale periode van drie jaar.

Hoofdstuk 7 Terugvordering voorzieningen, financiële tegemoetkoming en PGB

Artikel 20 Terugvordering

  • 1. Artikel 35 van de verordening geeft het college de mogelijkheid een voorziening, een uitbetaalde financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk terug te vorderen indien

    • a.

      de aanspraak op een voorziening is ingetrokken.

    • b.

      de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

    • c.

      de aanvrager de in natura verstrekte voorziening niet meer gebruikt (ook door overlijden).

    • d.

      de aanvrager de de voorziening aangeschaft met een PGB niet meer gebruikt (ook door overlijden).

  • 2. Bij terugvordering van een PGB of financiële tegemoetkoming, wordt uitgegaan van een afschrijving van 3% per jaar.

Hoofdstuk 8 Algemeen gebruikelijke voorzieningen

Artikel 21 Algemeen gebruikelijke voorzieningen

De volgende voorzieningen worden niet door de gemeente Drimmelen verstrekt of vergoed omdat ze ruim en voor iedereen verkrijgbaar zijn binnen de reguliere detailhandel en daarmee als algemeen gebruikelijk zijn aan te merken.

Badkamer:

Douchekop op glijstang

Badmeubel

Douchecabine/-scherm

Thermostaatkranen

Eénhendelmengkranen

Beugels

Antislipvloeren

Toiletruimte:

Verhoogd toilet (door hoge toiletpot of losse verhoger)

Beugels

Keuken:

Kookplaat

Beugels

Eenhendelmengkraan

Erf:

Erfafscheiding

Poort

Gelijkvloerse- of daarmede gelijkgestelde w oning

Betreft een woning met woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer, die zonder traplopen bereikbaar zijn, eventueel met een liftvoorziening. Binnen deze woningen zijn bovenstaande zaken algemeen gebruikelijk, aangevuld met:

Overbrugbare drempels ten aanzien van de toegang tot de woning en de verschillende ruimtes

Overbrugbare drempels ten aanzien van toegang bergruimte

Douchestoel (losse en vaste)

Douche zonder instap

Overig:

Cara-artikelen

Loophulpmiddelen

Sta-opstoelen

Electrische fietsen/fietsen met trapondersteuning

Autostoeltjes voor kinderen

Hoofdstuk 9 Samenhangende afstemming

Artikel 22 Aandachtsvelden tijdens onderzoek

  • 1. Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek genoemd in van artikel 32 van de Verordening aandacht besteed aan:

    • a.

      de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager;

    • b.

      de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek;

    • c.

      de participatie-ambitie en participatiemogelijkheden van de aanvrager;

    • d.

      de woning en de woonomgeving van de aanvrager;

    • e.

      het psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager;

    • f.

      de gezinssituatie van de aanvrager;

    • g.

      de financiële situatie van de aanvrager;

    • h.

      de sociale omstandigheden van de aanvrager.

  • 2. Bij de besluitvorming en de motivering van de beschikking wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.

Hoofdstuk 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 23 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2013.

  • 2.

    Dit besluit is vastgesteld door het college in hun vergadering van 22 januari 2013 en treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

  • 3.

    Dit besluit heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2013.

  • 4.

    Met ingang van 1 januari 2013 vervalt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2012 van 13 december 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Drimmelen op 22 januari 2013,
drs. G.L.C.M. de Kok, burgemeester
drs. C. Smits, secretaris