Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid 2010, gemeente Drimmelen

Geldend van 26-08-2010 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2010

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid 2010, gemeente Drimmelen

De raad van de gemeente Drimmelen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 mei 2010;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 2, lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening, artikel 12, lid 1 onderdeel d en lid 2 van de Wet investeren in jongeren en artikel 150 van de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is om cliëntenparticipatie in het kader van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen de Wet sociale werkvoorziening en de Wet investeren in jongeren bij verordening te regelen;

Besluit vast te stellen de:

Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid 2010, gemeente Drimmelen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de in de aanhef van deze verordening genoemde wetten en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      cliëntenparticipatie: het tijdig betrekken van het Platform Sociale Zaken bij de voorbereiding van besluitvorming in het kader van het gemeentelijke beleid met betrekking tot uitkeringsregelingen van sociale zaken en de Wet sociale Werkvoorziening;

    • b.

      cliënt: degene die een periodieke uitkering ontvangt van de gemeente Drimmelen in het kader van de wetten of regelingen waarvan de uitvoering aan sociale zaken van de gemeente Drimmelen is opgedragen, alsmede de inwoners die geïndiceerd zijn voor arbeid in het kader van de sociale werkvoorziening;

    • c.

      belangenorganisaties: organisaties van uitkeringsgerechtigden en Wsw-geïndiceerden, alsmede overige organisaties, die dienstverlening aan c.q. belangenbehartiging van inwoners met een laag inkomen of met een Wsw-indicatie mede als doelstelling hebben;

    • d.

      afdeling: de afdeling Maatschappelijke Aangelegenheden van de gemeente Drimmelen;

    • e.

      WWB: Wet werk en bijstand;

    • f.

      Wsw: Wet sociale werkvoorziening;

    • g.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • h.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • i.

      WIJ: Wet investeren in jongeren;

    • j.

      uitkeringsgerechtigden: personen met bijstand op grond van de WWB, een uitkering op grond van de IOAW, een uitkering op grond van de IOAZ of een inkomensvoorziening op grond van de WIJ;

    • k.

      jongere: een hier te lande woonachtige Nederlander, of daarmee op grond van het tweede lid van artikel 2 WIJ gelijkgestelde, van 16 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar;

    • l.

      inkomensvoorziening: een inkomensvoorziening die wordt verstrekt op grond van de WIJ;

    • m.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen.

Hoofdstuk 2 Van het Platform Sociale Zaken

Artikel 2 Platform Sociale Zaken

Er is een Platform Sociale Zaken om gestalte te geven aan de wettelijke verplichting van cliëntenparticipatie. Dit Platform Sociale Zaken voorziet in cliëntenparticipatie waar dit wettelijk is voorgeschreven en wordt binnen gemeente Drimmelen als één Platform ingezet op het gebied van WWB, Wsw, IOAW, IOAZ en WIJ.

Artikel 3 Taken

  • 1. Het platform Sociale Zaken bevordert de totstandkoming van een integraal en evenwichtig beleid met betrekking tot de beleidsterreinen WWB (inclusief minimabeleid), Wsw, IOAW, IOAZ en WIJ en geeft hiertoe gevraagd en ongevraagd advies aan het college van burgemeester en wethouders. Het Platform Sociale Zaken bevordert de totstandkoming van een integraal en evenwichtig beleid.

  • 2. De aspecten van de genoemde terreinen waarop het platform Sociale Zaken gehoord wordt zijn voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid.

  • 3. Om te kunnen voldoen aan het in lid 1 gestelde dient het platform Sociale Zaken door het gemeentebestuur 2 weken van tevoren te worden geïnformeerd en/of om advies gevraagd.

  • 4. In het geval dat het college afwijkt van het advies van het platform Sociale Zaken, wordt dit bij het voorstel vermeld. Tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van het platform Sociale Zaken is afgeweken.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Het Platform Sociale Zaken bestaat uit:

    • a.

      een onafhankelijk voorzitter;

    • b.

      cliënten;

    • c.

      vertegenwoordigers van belangenorganisaties;

    • d.

      een lid van het college van burgemeester en wethouders;

    • e.

      een ambtelijk toegevoegd secretaris.

  • 2. Leden van het platform Sociale Zaken worden geselecteerd uit cliënten en belangenorganisaties die binnen gemeente Drimmelen werkzaam zijn en op basis van de maatschappelijke participatie bindingen hebben met cliënten; het is aan het Platform Sociale Zaken om belangenorganisaties uit te nodigen tot deelname in het Platform Sociale Zaken.

  • 3. Het Platform Sociale Zaken kan minimaal bestaan uit 5 en maximaal uit 12 leden; de ambtelijk secretaris en het toegevoegde lid uit het college van burgemeester en wethouders zijn geen lid.

  • 4. De leden van het Platform Sociale Zaken mogen geen lid zijn van de Ondernemingsraad van WAVA!GO of andere sociale werkvoorzieningschappen/gemeenten, geen lid zijn van andere gemeentelijke commissies, geen lid zijn van van de gemeenteraad en geen ambtenaar bij de afdeling of werkzaam zijn bij een adviseur van de gemeente op de betreffende beleidsterreinen.

  • 5. De belangenorganisaties als bedoeld in het tweede lid moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

    • a.

      het moeten belangenorganisaties zijn voor cliënten;

    • b.

      er moet sprake zijn van terugkoppeling naar de cliënten;

    • c.

      zij moeten door de cliënten terugroepbaar c.q. aanspreekbaar zijn;

    • d.

      zij moeten hun werkterrein hebben in de gemeente Drimmelen;

    • e.

      zij mogen geen lid zijn van andere gemeentelijke commissies, van de gemeenteraad en geen ambtenaar bij de afdeling zijn of werkzaam bij een adviseur van de gemeente op de betreffende beleidsterreinen.

  • 6. De in het tweede lid genoemde belangenorganisaties kunnen plaatsvervangende leden voordragen, die eveneens moeten voldoen aan de in het vierde lid genoemde voorwaarden.

  • 7. Het Platform Sociale Zaken zoekt haar leden aan die integraal voor haar taakstelling als bedoeld in artikel 3 inzetbaar zijn.

Artikel 5 Van de voorzitter

  • 1. De voorzitter van het platform Sociale Zaken wordt door het Platform Sociale Zaken uit haar midden benoemd.

  • 2. Hij is voorzitter van het platform Sociale Zaken.

  • 3. De zittingsduur van de voorzitter is behoudens tussentijds aftreden, 4 jaar, doch is éénmaal terstond herbenoembaar (maximale zittingsduur is dus 8 jaar).

  • 4. Hij blijft in functie totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden.

  • 5. Het voorzitterschap eindigt met onmiddellijke ingang naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van het platform Sociale Zaken.

  • 6. De benoeming ter voorziening in een tussentijdse vacature geschiedt bij voorkeur binnen 2 maanden na het ontstaan van de vacature.

  • 7. De voorzitter heeft geen stemrecht, slechts bij het staken van de stemmen van de leden beslist de voorzitter.

Artikel 6 Van de secretaris

  • 1. Het secretariaat van het platform Sociale Zaken wordt vervuld door een ambtelijk medewerker van gemeente Drimmelen aan te wijzen door het college.

  • 2. Het secretariaat is bij de gemeente ondergebracht.

  • 3. Bij ontstentenis regelt de gemeente ook de vervanging.

  • 4. Tot de taken van de secretaris behoren in ieder geval:

    • a.

      Het in overleg met de voorzitter verzorgen van de agenda voor de vergaderingen van het platform Sociale Zaken;

    • b.

      Het verzorgen van de vastlegging van besluiten van het platform Sociale Zaken;

    • c.

      Het opstellen van het jaarverslag van het platform Sociale Zaken;

    • d.

      Het voeren van correspondentie namens het platform Sociale Zaken;

    • e.

      Het verzorgen van het archief van het platform Sociale Zaken;

    • f.

      Het volgen van de ontwikkelingen in de wetgeving.

Artikel 7 Benoeming en zittingsduur leden Platform Sociale Zaken

  • 1. Leden en plaatsvervangende leden van het platform Sociale Zaken worden aangezocht door het Platform Sociale Zaken.

  • 2. De leden en plaatsvervangend leden vanuit de organisaties worden voorgedragen door die organisaties.

  • 3. Het lidmaatschap eindigt met onmiddellijke ingang op het moment dat betrokkene daar zelf om verzoekt of naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van het platform Sociale Zaken.

  • 4. De benoeming ter voorziening in een vacature geschiedt bij voorkeur binnen 2 maanden na het ontstaan van de vacature.

Artikel 8 Vergaderen

  • 1. Het platform Sociale Zaken vergadert minimaal 2 keer per jaar.

  • 2. De vergaderingen zijn in de regel openbaar. Het platform Sociale Zaken kan besluiten, een besloten vergadering te houden.

  • 3. Het platform Sociale Zaken bepaalt zelf de vergaderorde en de wijze van besluitvorming.

  • 4. Op verzoek van de leden van het platform Sociale Zaken kan een ambtenaar de vergadering bijwonen en gehoord worden ter toelichting van het beleid.

  • 5. Het staat het platform Sociale Zaken vrij om externe deskundigen te betrekken bij hun vergaderingen.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 9 Uitvoering

  • 1. De uitvoering van deze verordening berust bij het College.

  • 2. Over de uitvoering van deze verordening legt het college jaarlijks door middel van het beleidsverslag Sociale Zaken verantwoording af aan de raad.

Artikel 10 Verslaglegging overleg

  • 1. Het door de secretaris gemaakte verslag van de vergadering van het Platform Sociale zaken wordt binnen 14 dagen na dit overleg aan de leden toegezonden.

  • 2. Het hoofd van de afdeling Maatschappelijke Aangelegenheden is contactpersoon voor het platform Sociale Zaken of een door deze aangewezen ambtenaar.

Artikel 11 Facilitering

Het college zorgt er voor dat het platform Sociale Zaken kan beschikken over de middelen die noodzakelijk zijn om de in deze verordening geformuleerde taken te kunnen uitvoeren. Voorts heeft het college de bevoegdheid tot het vaststellen van een vergoeding ten behoeve van de voorzitter en de leden van het Platform Sociale Zaken.

Artikel 12 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 13 Intrekking

De Verordening cliëntenparticipatie gemeente Drimmelen, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 26 juni 2008 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding genoemd in artikel 14.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald: ‘Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid 2010, gemeente Drimmelen’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juli 2010
drs. G.L.C.M. de Kok, voorzitter
mr. M.J.N. Schetters-Schuurbiers, griffier

Toelichting

Algemene Toelichting

Binnen verschillende sociale zekerheidsregelingen, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de gemeente, wordt er belang gehecht aan de vormgeving van cliëntenparticipatie. Dit belang wordt ook groter naarmate de gemeente meer beleidsvrijheid krijgt. Om deze redenen heeft de wetgever in een aantal sociale zekerheidsregelingen de verplichting opgelegd dat de gemeente bij verordening regels stelt over de wijze waarop cliëntenparticipatie plaatsvindt. Een dergelijke bepaling is opgenomen in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en sinds 1 oktober 2009 de Wet investeren in Jongeren (WIJ).

In de WWB is in artikel 47 de volgende bepaling over cliëntenparticipatie opgenomen.

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda voor dit ove r leg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde i n formatie.

In zowel de IOAW als de IOAZ is in artikel 42 de volgende bepaling opgenomen.

Het college draagt zorg voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet.

In artikel 2, lid 3 van de Wsw is het volgende vastgelegd.

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze ingezeten of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze ingezetenen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Tenslotte is in artikel 12 van de WIJ vastgelegd:

  • 1.

    De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot:

  • d.

    de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;

  • 2.

    De regels bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, hebben in ieder geval betrekking op de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met jongeren of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    de jongeren of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    de jongeren of vertegenwoordigers worden voorzien van een voor een adequate deelname van het overleg benodigde informatie.

In deze verordening wordt vormgegeven aan cliëntenparticipatie ten aanzien van de hierboven genoemde wetten.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de in de aanhef van deze verordening genoemde wetten en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in genoemde wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in bovengenoemde wetten of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Hoofdstuk 2 Van het Platform Sociale Zaken

Artikel 2 Platform Sociale Zaken

Dit artikel behelst een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie en omarmt de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoering van de beleidsgebieden waarin de cliënt centraal staat.

Artikel 3 Taken

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan het Platform Sociale Zaken zijn toebedeeld. Het Platform wordt een rol gegeven bij de bevordering van een integraal en evenwichtig beleid.

Naast een adviserende taak wat betreft de algemene werkzaamheden en dienstverlening van de afdeling Maatschappelijke Aangelegenheden, heeft het Platform Sociale Zaken ook recht van initiatief op dit terrein.

Artikel 4 Samenstelling

Dit artikel regelt in grote lijnen het aantal aanwezigen tijdens het overleg tussen de vertegenwoordiging van het college en het Platform Sociale Zaken, staat een zeker evenwicht voor in de vertegenwoordiging van alle cliënten en belangenorganisaties en maatschappelijke organisaties en deelt een aantal functies toe aan de gemeentelijke vertegenwoordiging tijdens het overleg.

Dit artikel bepaalt, dat het Platform Sociale Zaken door de afvaardiging van een lid van het college in de vergaderingen van het Platform met betrekking tot het beleid overleg voert met het college. Het college is immers het bestuursorgaan dat is belast met de uitvoering van de in de in de aanhef van deze verordening genoemde wetten. In beginsel zal het college zich tijdens het overleg laten vertegenwoordigen door de portefeuillehouder sociale zaken.

Gekozen is voor toevoeging van een ambtelijk secretaris om redenen van faciliterende aard.

Artikel 5 Van de voorzitter

In dit artikel staat een aantal taken opgesomd die de voorzitter tijdens de vergaderingen van het Platform Sociale Zaken. Bij het staken van de stemmen heeft de voorzitter bij uitzondering stemrecht en is in deze situatie is zijn stem bepalend.

Artikel 6 Van de secretaris

In dit artikel staat een aantal taken opgesomd die de ambtelijke secretaris vóór, tijdens en na het overleg van het Platform Sociale Zaken heeft.

Artikel 7 Benoeming en zittingsduur leden Platform Sociale Zaken

Het Platform kan haar eigen leden aanzoeken met toepassing van artikel 4.

Artikel 8 Vergaderen

Het eerste lid biedt een waarborg voor een minimale vergaderfrequentie van tweemaal per jaar van het Platform Sociale Zaken. Uiteraard is het mogelijk om extra vergaderingen uit te schrijven. Dit kan zowel op verzoek van het Platform Sociale Zaken als op verzoek van de gemeente.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 9 Uitvoering

Evenals de uitvoering van de in de in de aanhef van deze verordening genoemde wetten ligt de uitvoering van deze verordening bij het college.

Artikel 10 Verslaglegging overleg

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 11 Facilitering

Het college draagt kosteloos zorg voor alle faciliteiten om het overleg met het Platform Sociale Zaken naar behoren te laten verlopen. Hier wordt expliciet onder verstaan het beschikbaar stellen van een vergaderruimte en het kopiëren en verspreiden van noodzakelijke stukken. Verder draagt het college bij aan deskundigheidsbevordering onder de leden van het Platform Sociale Zaken. Daarbij kan gedacht worden aan periodieke instructies aan de leden c.q. deelnemende belangengroepen en maatschappelijke organisaties.

Thans wordt er geen vergoeding per vergadering aan de voorzitter en de leden van het Platform Sociale Zaken verstrekt. In de toekomst is het zeker niet uitgesloten, dat een dergelijke vergoeding noodzakelijk zal blijken te zijn in het kader van de continuïteit van het functioneren van het Platform Sociale Zaken. Het college krijgt met deze bepaling de bevoegdheid dit nader te regelen.

Artikel 12 Nader regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 13 Intrekking

Deze verordening vervangt de verordening cliëntenparticipatie, die in juni 2008 is vastgesteld door de gemeenteraad. Deze verordening wordt hierbij dan ook ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Op grond van artikel 86 van de Wet Investeren in Jongeren loopt de overgangsperiode af per 1 juli 2010. Per die datum lopen ook de tijdelijke beleidsregels af op grond waarvan de bestaande verordeningen eveneens van toepassing zijn op jongeren. Een en ander betekent dat deze verordening uiterlijk op 1 juli 2010 in werking moet treden.

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.