Regeling vervallen per 31-12-2005

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2005

Geldend van 31-12-2005 t/m 30-12-2005

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2005

De raad van de gemeente Dronten,

op voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 9 november 2004, no. B04.001416;

gelet op artikel artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

gezien het advies van de raadscommissie Algemene Zaken van 9 december 2004;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2005 (Verordening Afvalstoffenheffing 2005).

Artikel 1. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2. Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld als dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5. Wijze van heffing

  • 1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 7. Lokale lastenvermindering

[vervallen]

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen meer is dan € 100,00 doch minder dan € 2.000,00 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De op grond van artikel 6, vijfde lid, geheven belasting is verschuldigd:

    • a.

      ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

    • b.

      ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen één maand na de dagtekening.

  • 4. De Algemene termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 kan, behoudens de afvalstoffenheffing, bedoeld in artikel 6, lid 1, niet worden verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening Afvalstoffenheffing 2004" van 27 november 2003 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2005".

Ondertekening

Dronten, 23 december 2004.

De raad van Dronten,

voorzitter
griffier

Tarieventabel behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing 2005"

HOOFDSTUK 1. MAATSTAVEN EN JAARLIJKSE TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING

  • 1.1.

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar gelegen binnen de bebouwde kom € 272,64.

  • 1.2.

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar gelegen buiten de bebouwde kom € 238,56.

HOOFDSTUK 2. MAATSTAVEN EN OVERIGE TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING

  • 2.1.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen per aanvraag per kubieke meter of gedeelte daarvan € 16,50.

  • 2.2.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

    Afvalfractie

    prijs per kilogram

    KGA

    gratis

    Bruin- en witgoed

    gratis

    Asbest

    gratis

    Papier

    gratis

    Verpakkingsglas

    gratis

    Textiel

    gratis

    Vlak glas

    € 0,09

    PVC

    € 0,09

    Gips

    € 0,09

    Autobanden

    € 0,09

    Kunststoffen

    € 0,09

    Dakleer

    € 0,09

    Grof huishoudelijk afval

    € 0,09

    Bielzen

    € 0,09

    Hout

    € 0,09

    Groenafval

    € 0,03

    Puin

    € 0,03

    Grond

    € 0,03

    De vrije brenghoeveelheid van bovengenoemde afvalfracties wordt voor de periode 1 september 2005 tot en met 31 december 2005 vastgesteld op 150 kilogram.

  • 2.3.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van groenafval tijdens de zogenoemde “takkenroute” in Biddinghuizen en Swifterbant in het voor- en naseizoen € 2,50 per m³.

Behoort bij raadsbesluit van 23 december 2004.

De griffier van Dronten,