Regeling vervallen per 15-12-2011

Jaarmarkt verordening Leste Mert 1995

Geldend van 23-09-1995 t/m 14-12-2011

Intitulé

Jaarmarkt verordening Leste Mert 1995

DE RAAD DER GEMEENTE DRUTEN;

overwegende, dat bij raadsbesluit dd. 6 oktober 1994 is ingesteld debestuurscommissie "Leste Mert", waarbij de uitvoering van de jaarmarktverordening"Leste Mert" aan deze commissie is toegekend;dat de invoering van de Algemene wet bestuursrecht noopt tot aanpassingvan de gemeentelijke verordening;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders dd 22 augustus 1995;gelet op artikel 5 van de Veewet en de artikelen 149 en 151 van deGemeentewet; 

Besluit

I.In te trekken de "Jaarmarktverordening Leste Mert", vastgesteldbij raadsbesluit dd. 19 juli 1990;II. Vast te stellen de "Jaarmarkt verordening Leste Mert 1995";Algemene bepalingen

Paragraaf 1

Artikel 1

"Leste Mert" ex art. 82 van de Gemeentewetb. Jaarmarkt: de gecombineerde vee- en warenmarkt welke jaarlijks op de eerste donderdag na twee november wordt gehouden.c. Marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond welke bij besluit van de de commissie voor het uitoefenen van de vee en warenmarkt is aangewezen.d. Warenmarkt: de bij deze verordening ingevolge lid c aangewezen grond voor het uitoefenen van de markthandel.e. Veemarkt: de bij deze verordening ingevolge lid c aangewezen grond voor het houden van de veemarkt bestaande uit een marktplaats en een voorterrein.f. Marktplaats: het bij deze verordening voor het opstellen van het vee ten behoeve van de verkoop aangewezen gedeelte van het marktterrein.g. Voorterrein: het gedeelte van het marktterrein, dat niet is de marktplaats.h. Vee: schapen, geiten, runderen, paarden en pony's.i. Keuring: klinisch onderzoek door een bevoegde dierenarts.j. Inspecteur: ambtenaar als bedoeld in de Veewet.k. standplaats: de op en voor de duur van de markt door de commissie aangewezen ruimte op de warenmarkt voor het uitoefenen van de markthandel.l. Vergunninghouder: ieder aan wie door de commissie een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen.m. Marktmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar die namens de commissie de marktzaken ter plaatse regelt.

Paragraaf 1 De Warenmarkt

Artikel 2

  • 1 De commissie bepaalt ten aanzien van de warenmarkt:

    a. het aantal standplaatsen;b. de afmetingen van de standplaatsen;c. de opstelling en indeling van de markt.

  • 2 De commissie kan het aantal standplaatsen per artikelengroep vaststellen.

  • 3 De commissie kan grotere vaste plaatsen toewijzen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen.

Artikel 3

Het is verboden op het marktterrein ruimte in te nemen zonder vergunning van de commissie.

Artikel 4

  • 1 Het is verboden zonder vergunning van de commissie op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

  • 2 De commissie kan aan deze vergunning voorschriften verbinden.

Artikel 5

  • 1 Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan electrische verlichting, alsmede electrische energie te betrekken van een ander dan degene, die door de commissie voor het leveren van electriciteit is aangewezen, dan wel zelf hierin te voorzien.

  • 2 De commissie kan van dit verbod ontheffing verlenen onder door haar te stellen voorwaarden.

Artikel 6

  • 1 Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van de commissie niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2 De commissie kan, indien zij dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Artikel 7

De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij een door de commissie af te geven vergunning.

Artikel 8

Een ieder, die een standplaats op een markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover de commissie te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvrage aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

Artikel 9

Degene, die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient de commissie daartoe schriftelijk te verzoeken.

Artikel 10

Om voor een standplaats in aanmerking te komen en deze te mogen innemen is vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk of rechtspersoon is en aantoont:a. dat voor zover van toepassing voldaan is aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;b. dat hij voldoende verzekerd is tegen vordering tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden veroordeeld wegens aan derden toegebrachte schade.

Artikel 11

  • 1 De vergunning voor een standplaats wordt ingetrokken:

    a. op aanvraag van de vergunninghouder;b. bij het overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 2 van dit artikel;c. wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, gesteld in deze verordening.

  • 2 Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning voor de vaste plaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot, indien een daartoe strekkende aanvraag binnen vier weken na het overlijden bij de commissie wordt ingediend.

Artikel 12

  • 1 Degene aan wie een vergunning is afgegeven, dient deze plaats uiterlijk een uur na aanvang van de markt bezet te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats aan een volgende gegadigde beschikbaar gesteld kan worden. 

  • 2 Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden. 

Paragraaf 1 Overige maatregelen van orde

Artikel 13

Het is verboden vroeger dan één uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd na aanvang van de markt, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van de commissie. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk één uur na de sluitingstijd van de markt.

Artikel 14

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats van de markt te blijven innemen. De commissie kan gevallen, te harer beoordeling, van deze bepaling tot de sluitingstijd in bijzondere ontheffing verlenen.

Artikel 15

Het is verboden rij- en voertuigen, waarmede goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door de commissie is aangewezen.

Artikel 16

Het is de vergunninghouder verboden:

a. zich, behoudens ontheffing van de commissie langer dan vijftien minuten van zijn uitstalling te verwijderen. Gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;b. op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;c. meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;d. de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;e. de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;f. zich, behoudens ontheffing van de commissie, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;g. op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend.

Artikel 17

  • 1 De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van de commissie, steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2 Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d., zelf in te zamelen.

  • 3 Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval op de daarvoor bestemde plaatsen te deponeren.

Artikel 18

  • 1 Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid, tenzij zulks in de afgegeven vergunning is toegestaan.

  • 2 Het is op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is evenmin toegestaan.

  • 3 De commissie kan in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, onder door haar te stellen voorwaarden.

Artikel 19

  • 1 Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken tenzij zulks ingevolge de afgegeven vergunning is toegestaan.

  • 2 De commissie kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door haar te stellen voorschriften.

Artikel 20

Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal afvalbakken van voldoende grootte te plaatsen, zulks ten genoegen van de marktmeester.

Artikel 21

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord ter breedte van 40 centimeter en ter hoogte van 20 centimeter te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven. Het naambord moet ten genoegen van de marktmeester in goede staat worden gehouden.

Artikel 22

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen dient, indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 23

De vergunninghouder aan wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwateren, is verplicht, onverminderd het bepaalde in de waren wetgeving, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Artikel 24

  • 1 Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2 Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij de weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 25

Behoudens het bepaalde in artikel IS, is het verboden zich tijdens de markt met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.

Artikel 26

  • 1 Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren. 

  • 2 Onder het voeren van propaganda als in het eerste lid bedoeld, wordt niet verstaan het aanprijzen van koopwaar op de markt. 

  • 3 Het is verboden op de markt een artikel aan te prijzen als een geneesmiddel, bedoeld in de Wet op de geneesmiddelenvoorziening. 

Paragraaf 1 Veemarkt

Artikel 27

  • 1 Het is verboden vee op de marktplaats te brengen of te houden anders dan nadat bij een tevoren van gemeentewege verrichte keuring is gebleken, dat tegen toelating geen bezwaren bestaan.

  • 2 De eigenaar, houder of hoeder van het in het eerste lid bedoelde vee is tot medewerking aan deze keuring verplicht

Artikel 28

Op de voor de keuring bestemde plaats dienen aanwezig te zijn:a. een lokaliteit voor de met de keuring belaste dierenarts en diens hulppersoneel;b. de nodige middelen ter reiniging en ontsmetting.

Artikel 29

De aanvoer van en de handel in huiden en vellen op de marktplaats is niet toegestaan.

Artikel 30

  • 1 Op het voorterrein dient ten minste één afzonderlijke, goed afsluitbare, doelmatig ngerichte ruimte aanwezig te zijn voor de afzondering van zieke, wrakke, gewonde en in beslag genomen dieren.

  • 2 Vervoer van de dieren genoemd onder lid 1 geschiedt op kosten en voor risico van de eigenaar.

Artikel 31

Het is verboden dood vee te lossen op het veemarktterrein.

Artikel 32

Zieke, gewonde en wrakke dieren en dieren, die op grond van de uitslag van de keuring niet tot de marktplaats zijn toegelaten, dienen, totdat zij worden afgevoerd, te worden ondergebracht in een in artikel 31 bedoelde ruimte.

Artikel 33

Het is verboden:

a. de verschillende diersoorten op het veemarktterrein te houden anders dan op de daarvoor aangegeven afzonderlijke gedeelten van het voorterrein en de marktplaats, zoals aangegeven op de door de commissie vast te stellen tekening;b. vee ten behoeve van de verkoop op te stellen anders dan op het voor de betreffende diersoort daartoe aangewezen gedeelte van de marktplaats.

Artikel 34

  • 1 In bijzondere gevallen kan door de commissie in overeenstemming met de inspecteur, één of meer gedeelten van het voorterrein worden aangewezen voor het opstellen van vee ten behoeve van de verkoop.

  • 2 Op het onder 1 bedoelde gedeelte of vorenbedoelde gedeelten van het voorterrein zijn de bepalingen van deze verordening, welke op de marktplaats betrekking hebben, van toepassing.

Artikel 35

De inspecteur is bevoegd in verband met het dreigen, optreden of heersen van een besmettelijke veeziekte bijzondere voorschriften betreffende het veeartsenijkundige toezicht te geven.

Artikel 36

  • 1 De aanvoer van vee mag uitsluitend geschieden tussen 5 uur en 9.30 uur 's morgens met dien verstande, dat aanvoer vroeger dan een half uur na zonsopgang slechts is toegestaan, indien op het veemarktterrein een installatie aanwezig is welke voldoende kunstlicht voor de keuring levert.

  • 2 De veemarkt moet 's middags om 17.00 uur zijn ontruimd.

Artikel 37

Het is verboden vee anders naar de marktplaats te brengen dan via het begin der Hogestraat nabij het Gemeentehuis en de Margrietstraat met dien verstand, dat de aanvoer van:a. éénhoevige dieren en vrouwelijke runderen ouder dan één jaar niet anders is toegestaan dan afzonderlijk geleid en in niet groter aantal dan twee tegelijk langs één toegang;b. stieren ouder dan één jaar niet anders is toegestaan dan afzonderlijk geleid langs één toegang en voorzien van een neusring of knieband dan wel anderszins op zodanige wijze, dat zij geen gevaar opleveren voor mens of dier;c. schapen niet anders is toegestaan dan voldoende gespreid.

Artikel 38

Degene, die vee op het veemarktterrein aanvoert of anderszins onder zijn hoede heeft, dient ieder ongeval, ieder duidelijk geval van ziekte, ieder dreigend sterfgeval en ieder sterfgeval dat zich onder deze dieren voordoet onverwijld te melden aan de met de keuring belaste dierenarts.

Artikel 39

Het is verboden:a. een ander gedeelte van het veemarktterrein dan het voorterrein te gebruiken voor de aan- en afvoer van vee;b. vee te laden en te lossen op andere plaatsen dan op het daarvoor bestemde gedeelte van het voorterrein;c. vee dat is gelost en nog niet aan de keuring is onderworpen, op een andere plaats van het veemarktterrein te houden dan op de -bij deze verordening behorende kaart- aangegeven gedeelten van het voorterrein. 

Artikel 40

Het is verboden reeds gebruikt strooisel op de marktplaats te brengen, of anders dan van gemeentewege, daarvan weg te voeren.

Artikel 41

  • 1 De marktplaats en ten behoeve van de veemarkt gebruikte hulpmaterialen dienen na beëindiging van de markt onverwijld deugdelijk te worden gereinigd en ontsmet door de afdeling Ruimtelijk Beheer.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is eveneens van toepassing met betrekking tot de gedeelten van het voorterrein, welke zijn gebruikt voor het laden en lossen van vee en het opslaan van huiden en vellen.

Artikel 42

Het reinigen en ontsmetten van veewagens mag slechts plaatsvinden op een daartoe door de commissie nader aan te wijzen plaats.Straf- en slotbepalingen 

Paragraaf 1 Straf- en slotbepalingen

Artikel 43

Degene, die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, een en ander ter beoordeling van de commissie, kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 44 en 45, door de commissie gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 44

De commissie kan de vergunning voor een standplaats intrekken indien:a. de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;b. van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel, waarvoor zij is bestemd;c. de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 45

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.

Artikel 46

  • 1 De commissie kan het uitvoeren van de bepalingen van deze verordening

    - voor zover het betrekking heeft op het ter plaatse regelen van de marktzaken - opdragen aan de marktmeester.

  • 2 De commissie beslist uiterlijk binnen vier weken na ontvangst op de aanvraag.

Artikel 47

De natuurlijke of rechtspersoon die door een beslissing van de marktmeester rechtstreeks in zijn belang is getroffen,kan daaromtrent een op schrift gestelde klacht indienen bij de commissie.

Artikel 48

De commissie is bevoegd te beslissen in die aangelegenheden waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 49

  • 1 De commissie is verplicht indien zij maatregelen treft c.q. besluiten neemt waardoor vergunninghouder rechtstreeks in zijn belang is getroffen, vooraf de vergunninghouder in de gelegenheid te stellen zijn standpunt toe te lichten.

  • 2 a. De onder 1 genoemde verplichting vervalt indien de maatregel c.q. het besluit van de commissie vanwege een spoedeisend karakter geen nader uitstel duldt.b. De vergunninghouder moet dan achteraf in de gelegenheid worden gesteld zijn standpunt toe te lichten.

Artikel 50

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als "Jaarmarktverordening Leste Mert 1995". 

  • 2 Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is bekendgemaakt. 

  • 3 Alsdan vervalt de jaarmarktverordening Leste Mert, vastgesteld bij raadsbesluit dd. 19 juli 1990 en sedertdien gewijzigd. 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad voornoemd dd. 7 september 1995.De raad voornoemd, De secreatis,            de voorzitter,R.J.H.M. Huisman.  A.P.M. Aelberts.