Regeling vervallen per 04-01-2011

Bezoldigingsverordening 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 03-01-2011

Intitulé

Bezoldigingsverordening 2006

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Druten;

Gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling;

Gelet op de bereikte overeenstemming met de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

Besluiten:

vast te stellen de navolgende bezoldigingsverordening 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a ambtenaar:de ambtenaar in de zin van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregelingb salaris:het bedrag van de schaal hetwelk aan de ambtenaar is toegekend of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag; c uurloon:het 1/156 deel van het -zo nodig naar een volledige betrekking herberekende- salaris van de ambtenaar per maand;d salarisschaal (salarisniveau):de voor de betrekking of voor een aantal betrekkingen tezamen ter bepaling van het salaris geldende opklimmende reeks van bedragen, daaronder mede begrepen de bedragen welke gelden ter verhoging van het salaris als gevolg van diensttijduitloop;e salarisnummer:een aanduiding bestaande uit een getal of een letter en een getal, dat in een salarisschaal voor een salaris is vermeld;f maximumschaal:het hoogste bedrag van een salarisschaal; g toelagen:alle toelagen, waarop ingevolge of krachtens deze verordening aanspraak bestaat;h bezoldiging:de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling;i functie:het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem/haar door het bevoegd gezag is opgedragen;j GAR:Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling;k functiewaarderingonderzoek:het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies, met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;l conversie:de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;m volledige betrekking:een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar ten hoogste 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week 36 uur bedraagt;n overwerk:werkzaamheden door de ambtenaar in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week. 

Hoofdstuk 2 Salaris

Recht op bezoldiging

Artikel 2

  • 1 Het recht op bezoldiging vangt aan met de dag, waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op bezoldiging aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2 het recht op bezoldiging eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

    Gebroken tijdvakken

Artikel 3

Wanneer het salaris, een emolument of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Onvolledige betrekking 

Artikel 4

Het salaris van een ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Salarisbedragen 

Artikel 5

De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling. Of indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage.

Vaststelling salarisniveau 

Artikel 6

  • 1 De toepassing van bijlage II danwel bijlage IIa van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling.

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaardering en aan de hand van een vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet. Of indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4 Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

    Salaris bij aanstelling

Artikel 7

  • 1 Bij aanstelling kennen burgemeester en wethouders de ambtenaar het salaris toe dat bij voor hem geldende salarisschaal is vermeld bij salarisnummer 0;

  • 2 Van het bepaalde in het vorige lid kan worden afgeweken door het toekennen van een hoger salaris, indien daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

    Verhoging van het salaris

Artikel 8

  • 1 Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2 De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

  • 3 Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

    Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 9

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem/haar geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris toekennen op grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver.

  • 2 Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij burgemeester en wethouders anders bepalen.

    Geen periodieke verhoging

Artikel 10

  • 1 Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar, vastgesteld aan de hand van een beoordelingssysteem, kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat zijn salarisverhogingen, als bedoeld in artikel 8, achterwege worden gelaten.

  • 2 Zolang ten aanzien van de ambtenaar het vorige lid toepassing vindt wordt jaarlijks opnieuw bezien in hoeverre er aanleiding bestaat deze toepassing te doen bestendigen.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen nadien bepalen dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.

  • 4 Van een besluit tot toepassing van het eerste lid, en een besluit tot een bestendiging daarvan wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijke mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

    Salaris bij bevordering naar een hogere schaal

Artikel 11

  • 1 Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris wordt:a voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten.b voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 2 Voorzover nodig zal - in afwijking van het eerste lid onder a – de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 8 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

Hoofdstuk 3 Instrumenten van flexibele beloning

Persoonlijke toelage

Artikel 12

  • 1 Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem/haar geldende salarisschaal heeft bereikt kan door burgemeester en wethouders wanneer daartoe naar hun oordeel op grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver aanleiding bestaat, een toelage worden toegekend, als bedoeld in artikel 3:7:8 van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling.

  • 2 De in het vorige lid bedoelde toelage is niet hoger dan 10 procent van het salaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naasthogere salarisschaal niet overschrijdt.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

    Minimumloon

Artikel 13

  • 1 Indien het salaris minder is dan het maandbedrag van het minimumloon, dat krachtens de wet minimumloon en minimumvakantietoelage geldt voor werknemers van dezelfde leeftijd als de ambtenaar, wordt hem/haar een toelage toegekend ten bedrage van het verschil.

  • 2 Voor de ambtenaar met een niet volledige werktijd, wordt het voor werknemers van dezelfde leeftijd geldende minimumloon geacht te zijn vastgesteld op een evenredig deel van het minimumloon bij een volledige werktijd.

    Inconveniënten

Artikel 14

De inconveniëntenregeling is een toeslag die wordt toegekend aan ambtenaren die belast zijn met de werkzaamheden die:

a onder bijzondere omstandigheden worden/werden verricht;b buitengewone oplettendheid of spoed vereisen/vereisten;c van buitengewone vuile of van zeer bijzondere aard zijn/waren.

Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar in de functie van medewerker onderhoud en beheer, ingedeeld in de schalen 1 tot en met 5 en de milieuwachter ingedeeld in de schalen 1 tot en met 6 van de bijlage IIa van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling een inconveniëntentoeslag toekennen. Over de tijd gedurende welke de ambtenaar in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn betrekking te vervullen, wordt hem zijn bezoldiging niet uitgekeerd. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels ter uitvoering van dit artikel.

Kledingvergoeding en koffiegeldvergoeding

Artikel 15

Burgemeester en wethouders kunnen:a aan de ambtenaren welke werkzaam zijn in de buitendienst van de afdeling Openbare Werken welke zijn ingedeeld in de schalen 1 tot en met 7 genoemd in bijlage II en IIa van de GAR een kledingvergoeding conform “regeling bedrijfskleding” toekennen.b aan de ambtenaren welke werkzaam zijn in de buitendienst van de afdeling Openbare Werken een koffiegeldvergoeding toekennen.Burgemeester en wethouders stellen nadere regels ter uitvoering van dit artikel.

Onregelmatige diensten 

Artikel 16

  • 1 Aan zweminstructeurs, caissières zwembad de Gelenberg, gemeentebode en milieuwachters voor wie werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling, wordt een toelage toegekend van 10% van het salaris.

  • 2 Onder onregelmatige dienst wordt verstaan de arbeid die, anders dan bij wijze van overwerk, wordt verricht op andere tijden dan op de werkdagen maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 uur en 18.00 uur.

  • 3 Indien anders dan in geval van vakantie, over een tijdvak van meer dan een week geen onregelmatige dienst wordt verricht, wordt over dat tijdvak de toelage niet uitbetaald. In het geval dat slechts gedeeltelijk onregelmatige dienst wordt verricht, wordt de toelage hiervoor procentsgewijze uitbetaald.

    Vergoeding gladheid - en calamiteitenbestrijding

Artikel 17

  • 1 Aan de ambtenaar, die bij gevaar voor gladheid en of calamiteiten buiten de normale werktijden beschikbaar moet zijn, wordt een vergoeding toegekend.

  • 2 De ambtenaar ontvangt alleen een vergoeding voor de weken waarvoor hij/zij beschikbaar moet zijn buiten de normale werktijden.

  • 3 De vergoeding voor het beschikbaar zijn voor de gladheidbestrijding bedraagt op jaarbasis 7,25% van het maximum van schaal 5 van bijlage IIa.

  • 4 De vergoeding voor het beschikbaar zijn voor de calamiteitenbestrijding bedraagt op jaarbasis 7,25% van het maximum van schaal 9 van bijlage IIa. 

  • 5 Indien de ambtenaar tijdens zijn beschikbaarheiddienst wordt ingeschakeld voor het verrichten van effectieve werkzaamheden, krijgt hij/zij deze uren gecompenseerd in de vorm van verlof.

    Toelage systeembeheer

Artikel 18

De ambtenaren die belast zijn met systeembeheer ontvangen een toelage zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage.

Nadere regels instrumenten flexibele beloning 

Artikel 19

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning.

Ingediende declaratie overwerk en reiskosten

Artikel 20

Uitbetaling van de ingediende declaraties met betrekking tot reiskosten en overwerk vindt plaats vanaf de eerstvolgende verwerkingsmaand na inlevering van de declaratie.

Hoofdstuk 4 Overige toelagen en vergoedingen

Onvoorziene gevallen

Artikel 21

In gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouder de nodige voorzieningen.

Ingangsdatum

Artikel 22

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als “Bezoldigingsverordening gemeente Druten 2006” treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

  • 2 Met ingang van de datum bedoeld in het eerste lid vervalt de “bezoldigingsverordening gemeente Druten”, zoals deze is vastgesteld bij college-besluit van 3 maart 2004 en sedert gewijzigd.

  • 3 Gewijzigd vastgesteld bij college-besluit d.d. 7 november 2006

  • 4 Gewijzigd vastgesteld bij college-besluit d.d.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van d.d.
Burgemeester en wethouders voornoemd,de loco-secretaris,                  de burgemeester, 
J.M.G. Smits – de Kinkelder  A.P.M. Aelberts