Regeling vervallen per 29-09-2020

Noodverordening van de voorzitter van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid houdende voorschriften ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID-19 (Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 27 september 2020)

Geldend van 02-10-2020 t/m 28-09-2020 met terugwerkende kracht vanaf 27-09-2020

Intitulé

Noodverordening van de voorzitter van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid houdende voorschriften ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID-19 (Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 27 september 2020)

De voorzitter van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid,

gelet op artikel 176 van de Gemeentewet en artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s,

gelet op de aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, van 26 juni 2020 nr. 1712697-207530-PG, van 10 juli 2020 nr. 1720717-208077-PG, van 7 augustus 2020, nr. 1730398-208872-PG, van 20 augustus 2020, nr. 1735182-209238-PG, van 1 september 2020, nr. 1739903- 209722-PG, van 11 september 2020, nr. 1742228-209922-PG en van 25 september, nr. 1749179-210744-PG;

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 27 september 2020

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeenten die behoren tot de veiligheidsregio Gelderland-Zuid, te weten de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Heumen, Maasdriel, Neder-Betuwe, Nijmegen, Tiel, West Maas en Waal, West Betuwe, Wijchen en Zaltbommel.

Artikel 1.2 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • -

      buitenterras: in de open lucht gelegen terras dat aan de bovenzijde of aan drie zijden open is;

    • -

      eet- en drinkgelegenheden: inrichtingen waar ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd, met uitzondering van inrichtingen in bedrijven, instellingen en andere organisaties die niet voor het publiek toegankelijk zijn (bedrijfskantines en bedrijfscatering);

    • -

      gezamenlijk huishouden: de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en ouders, grootouders en kinderen, voor zover zij volgens de basisregistratie personen op hetzelfde adres woonachtig zijn;

    • -

      kuchscherm: een voorziening geplaatst tussen tafels, zoals bedoeld in de ‘Instructie kuchschermen op terrassen in de horeca’, van 29 juni 2020;

    • -

      mondkapje: voorwerp dat op grond van zijn ontwerp bestemd is om in ieder geval de mond en de neus volledig te bedekken, zodat de verspreiding van virussen en andere ziektekiemen zoveel mogelijk wordt tegengegaan;

    • -

      openbaar vervoer: openbaar vervoer als bedoeld in artikel 1 van de Wet Personenvervoer 2000;

    • -

      overig bedrijfsmatig personenvervoer: besloten busvervoer en taxivervoer als bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000, alsmede bedrijfsmatig vervoer van personen op andere wijze dan met een bus of taxi;

    • -

      placeren: toewijzen van een zitplaats of in het geval van wellness-, sauna-, sport-, spel-, theater-, of dansactiviteiten het toewijzen van een afgebakende locatie waar de activiteit kan plaatsvinden;

    • -

      verifiëren van de gezondheid: vragen naar ziekteverschijnselen van COVID-19;

    • -

      publieke ruimte: openbare ruimte en voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, alsmede zich daar bevindende vaartuigen en voertuigen;

    • -

      vitale processen: vitale processen bedoeld op https://www.nctv.nl/onderwerpen/vitale-infrastructuur/overzicht-vitale-processen;

    • -

      voorzitter: voorzitter van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid.

  • 2. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt onder gebouw mede verstaan een tent, container of andere constructie die bedoeld is om ter plaatse als binnenruimte te dienen.

Paragraaf 2 Maatregelen

Artikel 2.1 Verboden Samenkomsten

  • 1. Het is verboden een samenkomst in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf, te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan zonder:

    • a.

      maatregelen te treffen waarmee de stromen van de personen die samenkomen worden gescheiden, ook voor zover het gebruik van sanitaire voorzieningen betreft;

    • b.

      hygiënemaatregelen te treffen waarmee de verspreiding van het COVID-19 virus wordt tegengegaan;

    • c.

      maatregelen te treffen waardoor de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden;

    • d.

      ervoor te zorgen dat de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand houden tot de dichtstbijzijnde persoon, tenzij de aanwezigen op grond van artikel 2.2, tweede lid niet verplicht zijn 1,5 meter afstand tot elkaar te houden; en

    • e.

      ervoor te zorgen dat de aanwezigen aan wie een zitplaats of afgebakende locatie is toegewezen daarvan gebruik maken.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden een samenkomst in een gebouw, voertuig of vaartuig, niet zijnde een woning, te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan zonder de aanwezigen te placeren en, indien de samenkomst uit meer dan 100 personen (exclusief personeel) per zelfstandige ruimte bestaat, zonder de gezondheid van de aanwezigen te verifiëren en zonder te werken met reservering.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden een samenkomst van meer dan 250 personen (exclusief personeel) in de open lucht, te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan zonder te placeren, zonder de gezondheid van de aanwezigen te verifiëren en zonder te werken met reservering. Dit verbod geldt niet voor samenkomsten op een bij een woning behorend erf.

  • 4. In afwijking van het tweede en derde lid is het verboden een samenkomst in een eet- en drinkgelegenheid of een daarbij behorend buitenterras of een buitenterras op een evenemententerrein te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan zonder:

    • a.

      de bezoekers vooraf of bij aankomst te laten reserveren;

    • b.

      de gezondheid van de bezoekers te verifiëren;

    • c.

      de bezoekers te placeren; en

    • d.

      de bezoekers te vragen hun contactgegevens beschikbaar te stellen en toe te stemmen met de verwerking en overdracht van die gegevens ten behoeve van de uitvoering van een eventueel bron- en contactonderzoek door de GGD en daartoe de volgende gegevens te verstrekken:

      • 1°.

        volledige naam;

      • 2°.

        datum, aankomsttijd en placering van het bezoek;

      • 3°.

        e-mailadres;

      • 4°.

        telefoonnummer;

      • 5°.

        toestemming.

  • 5. De in het vierde lid, onder d, genoemde gegevens worden uitsluitend verwerkt voor de uitvoering van een eventueel bron- en contactonderzoek door de GGD, uitsluitend door de regionale GGD opgevraagd en worden 14 dagen bewaard en daarna vernietigd door de exploitant.

  • 6. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op:

    • a.

      samenkomsten in detailhandel, markten, bibliotheken, musea, monumenten, presentatie-instellingen, dierentuinen, pretparken, kermissen en daarmee vergelijkbare samenkomsten waarbij sprake is van doorstroom van bezoekers;

    • b.

      samenkomsten in een gebouw die noodzakelijk zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties met ten hoogste 100 personen per zelfstandige ruimte.

    • c.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen op grond van de WOM.

  • 7. Degene die deelneemt aan een samenkomst waarbij placering plaatsvindt, is verplicht gebruik te maken van de toegewezen zitplaats of de toegewezen afgebakende locatie.

Artikel 2.1a Maatregelen bij introductie-activiteiten voor studenten

  • 1. Het is verboden een samenkomst in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf, in het kader van de werving en introductie van studenten van het mbo, hbo en wo te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan.

  • 2. De voorzitter kan van dit verbod ontheffing verlenen voor een samenkomst georganiseerd door een onderwijsinstelling, studentenvereniging, studentensportvereniging of studievereniging, indien:

    • a.

      de samenkomst geaccordeerd is door een onderwijsinstelling of de veiligheidsregio;

    • b.

      de samenkomst gericht is op kennismaking, studie of sport;

    • c.

      de samenkomst kleinschalig is;

    • d.

      tijdens de samenkomst geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt of genuttigd; en

    • e.

      de samenkomst niet plaatsvindt tussen 22:00 uur en 06:00 uur.

Artikel 2.1b Meldplicht samenkomsten

  • 1. Degene die in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf, een samenkomst van meer dan 50 personen (exclusief personeel) organiseert, laat organiseren, laat plaatsvinden of laat ontstaan, meldt de samenkomst uiterlijk 48 uur voor aanvang van de samenkomst bij de voorzitter.

  • 2. Voor een samenkomst in een gebouw of vaartuig geldt de meldplicht bij meer dan 50 personen per zelfstandige ruimte.

  • 3. De melding geschiedt door middel van een door de voorzitter ter beschikking gesteld formulier waarbij in ieder geval wordt aangegeven wie toezicht houdt op de naleving van de bij deze verordening gestelde regels. Deze toezichthouder is tijdens de samenkomst ter plaatse, houdt daadwerkelijk toezicht op de naleving van de bij deze verordening gestelde regels en is bereikbaar op een in de melding aangegeven telefoonnummer.

  • 4. Een melding kan betrekking hebben op meerdere samenkomsten op dezelfde locatie.

  • 5. De meldplicht geldt niet voor:

    • a.

      eet- en drinkgelegenheden met een horeca-vergunning, tenzij het gaat om een besloten feest of partij;

    • b.

      samenkomsten in een gebouw die noodzakelijk zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties met ten hoogste 100 personen per zelfstandige ruimte;

    • c.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • d.

      samenkomsten van personen die in gemeenschap met anderen godsdienst of levensovertuiging belijden;

    • e.

      een vergadering van de gemeenteraad, provinciale staten en het algemeen bestuur van een waterschap, of van een door deze organen ingestelde commissie en andere wettelijk verplichte bijeenkomsten;

    • f.

      een bijeenkomst van een internationale organisatie, die gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk, of van een verdragspartij van een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is;

    • g.

      detailhandel, markten, bibliotheken, musea, monumenten, presentatie- instellingen, dierentuinen, pretparken, kermissen en daarmee vergelijkbare samenkomsten waarbij sprake is van doorstroom van bezoekers;

    • h.

      onderwijsinstellingen; en

    • i.

      openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer.

Artikel 2.1c Verbod ophouden in groot gezelschap

  • 1. Het is verboden zich in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf, in een gezelschap van meer dan 50 personen op te houden of toe te laten dat personen zich ophouden in een gezelschap van meer dan 50 personen.

  • 2. Het verbod geldt niet:

    • a.

      bij betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • b.

      bij het in gemeenschap met anderen belijden van godsdienst of levensovertuiging;

    • c.

      bij een uitvaart;

    • d.

      bij de beoefening van theater, dans of muziek in de vorm culturele uiting;

    • e.

      bij de uitoefening van een beroep of bedrijf;

    • f.

      bij de uitoefening van het verenigingsrecht.

Artikel 2.2 Verbod niet houden veilige afstand

  • 1. Het is verboden zich in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf, op te houden zonder tot de dichtstbijzijnde persoon een afstand te houden van ten minste 1,5 meter.

  • 2. Het verbod is niet van toepassing:

    • a.

      op personen die een gezamenlijk huishouden vormen onderling;

    • b.

      als het de afstand tot kinderen tot en met 12 jaar betreft;

    • c.

      op personen in de leeftijd tot en met 17 jaar onderling, tenzij deze personen zich bevinden op een locatie van een instelling voor middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs;

    • d.

      op leerlingen in het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs onderling op school;

    • e.

      op personen bij de uitoefening van hun beroep, voor zover de werkzaamheden in het kader van de uitoefening van dat beroep noodzakelijk zijn en niet op gepaste wijze kunnen worden uitgevoerd met inachtneming van 1,5 meter afstand van degene jegens of met wie de werkzaamheden worden uitgevoerd;

    • f.

      op personen met een handicap, voor zover zij zich niet met inachtneming van een afstand van 1,5 meter jegens hun begeleiders of vaste mantelzorgers kunnen ophouden en hun begeleiders of vaste mantelzorgers;

    • g.

      op personen met een handicap die in dezelfde woongroep of andere woonvorm op eenzelfde adres wonen en gemeenschappelijke voorzieningen delen onderling;

    • h.

      op personen die sport, theater of dans in de vorm van sport of culturele uiting beoefenen, voor zover het niet in acht nemen van een onderlinge afstand van 1,5 meter voor het beoefenen van sport, dans of theater noodzakelijk is;

    • i.

      in het openbaar vervoer, overig bedrijfsmatig personenvervoer en vervoer voor privé-doeleinden, voor zover dit vervoer primair de verplaatsing van de ene naar de andere locatie behelst en niet strekt tot het mogelijk maken van recreatie in dat voer- of vaartuig;

    • j.

      op personen die op een buitenterras bij een eet- en drinkgelegenheid onderling aan weerszijden van een tussen tafels geplaatst kuchscherm zitten.

Artikel 2.3 Verbod openstelling dansvoorziening

Het is verboden een in een eet- en drinkgelegenheid aanwezige dansvoorziening geopend te houden voor publiek.

Artikel 2.4 Verbod gezamenlijk zingen of schreeuwen

Het is verboden in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning en een daarbij behorend erf, in groepsverband te zingen of te schreeuwen. Dit verbod geldt niet voor zangers, zangkoren, zanggroepen en voor zang als onderdeel van belijdenis van godsdienst of levensovertuiging, mits de richtlijnen die zijn opgenomen in het advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu van 30 juni 2020 in acht worden genomen.

Artikel 2.5 Verboden gebieden en locaties

  • 1. Het is verboden zich te bevinden in door de voorzitter aangewezen gebieden en locaties. De voorzitter kan het verbod beperken tot bepaalde tijdvakken.

  • 2. Dit verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      bewoners van woningen die zijn gelegen in het gebied of de locatie;

    • b.

      personen die in het gebied of de locatie noodzakelijke werkzaamheden verrichten.

Artikel 2.6 Beperking openingstijden eet- en drinkgelegenheden

  • 1. Dit artikel is ook van toepassing op coffeeshops, shisha-lounges, bioscopen, casino’s, speelhallen, theaters, studentenverenigingen en stripclubs.

  • 2. Het is verboden om tussen 00.00 uur en 01.00 uur nieuwe bezoekers toe te laten in eet- en drinkgelegenheden en op bijbehorende terrassen.

  • 3. Het is verboden in eet- en drinkgelegenheden tussen 00.00 uur en 01.00 uur muziek ten gehore te brengen.

  • 4. Het is verboden om tussen 01.00 en 06.00 een eet- en drinkgelegenheid voor bezoekers geopend te hebben. Voor ochtendhoreca geldt het verbod tot 04.00 uur.

  • 5. Voor eet- en drinkgelegenheden waar eten en drinken kan worden afgehaald voor gebruik elders dan ter plaatse geldt dat bezoekers ten behoeve van de afhaalfunctie mogen worden toegelaten tot 02.00 uur mits maatregelen zijn getroffen waardoor de aanwezigen in en bij de toegang te allen tijde 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden. Deze eet- en drinkgelegenheden dienen om 02.00 uur gesloten te zijn. In deze eet- en drinkgelegenheden is het verboden om na 01.00 uur alcohol te verstrekken.

Artikel 2.7 Inrichting en beëindiging voorziening personenvervoer

  • 1. Vervoerders richten voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer zodanig in en nemen daarmee samenhangende maatregelen, zodat reizigers in staat worden gesteld zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen in acht te nemen en reizigers van 13 jaar en ouder een niet-medisch mondkapje dragen in voertuigen en vaartuigen.

  • 2. De voorzitter kan na overleg met de vervoerder voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer beëindigen of beperken, indien:

    • a.

      de inrichting van deze voorzieningen en de daarmee samenhangende maatregelen reizigers niet of onvoldoende in staat stelt zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen in acht te nemen of het dragen van een mondkapje door reizigers van 13 jaar en ouder niet in acht wordt genomen; en

    • b.

      de beëindiging van deze voorziening het transport van personen die werkzaam zijn in vitale processen of transport dat anderszins noodzakelijk is voor de mobiliteit van Nederland niet onnodig belemmert.

Artikel 2.8 Overig personenvervoer

  • 1. Reizigers van 13 jaar en ouder zijn in het overig bedrijfsmatig personenvervoer, niet zijnde openbaar vervoer, verplicht een niet-medisch mondkapje te dragen, indien zij zich met meer dan twee personen van 13 jaar en ouder, de bestuurder daaronder begrepen, in een voertuig of vaartuig bevinden.

  • 2. De aanbieder van overig bedrijfsmatig personenvervoer, niet zijnde de aanbieder van openbaar vervoer of veerdiensten, verifieert voorafgaand aan het vervoer de gezondheid van de reiziger en werkt uitsluitend op basis van reservering.

Artikel 2.9 Verboden toegang verpleeghuizen en woonvormen ouderenzorg

  • 1. Het is verboden om zonder toestemming van de beheerder:

    • a.

      een instelling die zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet langdurige zorg verleent aan personen die daarop recht hebben vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking; of

    • b.

      een woonsituatie waarin minimaal drie bewoners verblijven vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking en zorg ontvangen als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg;

  • te bezoeken indien zich in die instelling of woonsituatie een of meer COVID-19 besmettingen voordoen.

  • 2. De beheerder verleent in ieder geval toestemming voor bezoek:

    • a.

      indien het bezoek de beperking van de verspreiding van COVID-19 niet in de weg staat;

    • b.

      aan bewoners van wie wordt verwacht dat zij op korte termijn overlijden of aan bewoners die verkeren in vergelijkbare omstandigheden;

    • c.

      voor het horen en beoordelen van een cliënt in het kader van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

  • 3. De beheerder kan aan structurele vrijwilligers toestemming verlenen voor bezoek.

Paragraaf 3 Uitzonderingen

Artikel 3.1 Uitzonderingen

  • 1. De verboden in deze verordening zijn niet van toepassing op:

    • a.

      de betrokken hulpdiensten en toezichthouders;

    • b.

      activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voortgang van vitale processen;

    • c.

      door de voorzitter te bepalen (categorieën van) gevallen.

  • 2. De voorzitter kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een vrijstelling of ontheffing op basis van het eerste lid, onderdeel c. Het is verboden om in strijd met dergelijke voorschriften en beperkingen te handelen.

Paragraaf 4 Toezicht en handhaving

Artikel 4.1 Opvolgen aanwijzingen

Alle ambtenaren van de politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid en militairen van de Koninklijke marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c van het Wetboek van Strafvordering zijn bevoegd aanwijzingen en bevelen ter uitvoering van deze verordening te geven. Alle aanwijzingen en bevelen ter uitvoering van deze verordening gegeven door daartoe bevoegde functionarissen dienen stipt en onmiddellijk opgevolgd te worden.

Artikel 4.2 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

  • a.

    ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;

  • b.

    door de voorzitter aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • c.

    door de voorzitter aangewezen toezichthouders;

  • d.

    militairen van de Koninklijke marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze verordening wordt bekendgemaakt op de website van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en treedt in werking met ingang van 27 september 2020 om 18.00 uur.

Artikel 5.2 Intrekking vorige noodverordening

Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 18 september 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 5.3 Overgangsrecht

Besluiten op basis van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 16 maart 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 26 maart 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 1 april 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 28 april 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 11 mei 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 1 juni 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 15 juni 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 1 juli 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 15 juli 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 10 augustus 2020, van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 21 augustus 2020 en van de Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 18 september 2020 worden geacht te berusten op deze noodverordening.

Artikel 5.4 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 27 september 2020.

Ondertekening

Vastgesteld op 26 september 2020 te Nijmegen om 18.19 uur.

De voorzitter van de veiligheidsregio Gelderland-Zuid

drs. H.M.F. Bruls

Handhaving Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Gelderland-Zuid 26 september 2020

Blijf alert, het aantal besmettingen stijgt weer

Sinds 1 juli zijn de Covid-19 maatregelen verruimd. Scholen zijn weer open, sportwedstrijden en evenementen weer toegestaan en sommige mensen lijken zich niet meer bewust van de basisregels, zoals 1,5 m afstand houden, drukte vermijden, thuisblijven bij klachten en regelmatig handen wassen. Sinds enkele weken neemt het aantal besmettingen weer snel toe. We lijken ons op het startpunt te bevinden van een tweede golf. Om deze tweede golf te voorkomen of in te dammen moeten we ons meer aan de maatregelen houden. Dus blijf elkaar de ruimte geven om afstand te houden en houd je aan de voorschriften.

Nieuwe regels

Met ingang van 27 september 2020 worden de regels weer strenger. Dit geldt met name voor het samenkomen in groter groepen en voor de horeca. Deze maatregelen komen bovenop de bestaande maatregelen, zoals de basisregels en het dragen van mondkampjes in het openbaar vervoer.

Basisregels blijven

We hebben gemerkt dat de aandacht voor de gevaren van het virus de afgelopen zomer is verslapt. Maar het risico op besmetting neemt weer toe. We moeten gezamenlijk onze verantwoordelijkheid blijven nemen.

In het algemeen gelden voor een ieder de volgende uitgangspunten:

  • -

    blijf thuis bij klachten en laat u testen;

  • -

    pas hygiëne toe;

  • -

    houd anderhalve meter afstand;

  • -

    werk zoveel mogelijk thuis.

Kernboodschap handhaving

De veiligheidsregio houdt vooralsnog vast aan het beleid om de maatregelen niet voortdurend te controleren. De verantwoordelijkheid voor het naleven van de regels ligt bij ons allemaal.

Bij geconstateerde overtredingen spreken we in eerste instantie de eigenaren en/of organisator aan. Wanneer deze zijn zaakjes goed op orde heeft en een coöperatieve houding aanneemt, dan spreken wij in tweede instantie de moedwillig overtredende individu aan.

We treden op bij ernstige overtredingen, waarbij de handhaver de professionele ruimte heeft om te beoordelen wanneer daarvan sprake is.

Wat is verboden?

Hieronder volgen de verboden en specifieke uitzonderingen op die verboden zoals opgenomen in de Noodverordening van 1 juli 2020. Waar nodig is de juridische formulering wat aangepast naar een meer gebruiksvriendelijke formulering. Kijk daarom ook altijd goed in de noodverordening, want daar staan de regels die we juridisch kunnen handhaven.

In algemene zin gelden de verboden niet voor:

  • a.

    de betrokken hulpdiensten en toezichthouders;

  • b.

    activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voortgang van vitale processen;

  • c.

    door de voorzitter te bepalen (categorieën van) gevallen.

    toelichting: in zeer bijzondere gevallen kan de voorzitter een vrijstelling of ontheffing geven van bepaalde of alle verboden van de noodverordening.

Verbod op samenkomsten(artikel 2.1 noodverordening)

Voor samenkomsten in de publieke ruimte of in een besloten plaats (niet zijnde een woningen of een daarbij behorend erf) gelden de volgende regels:

  • a.

    maatregelen zijn getroffen waarmee de stromen van de personen die samenkomen worden gescheiden. Dat geldt ook bij het gebruik van sanitaire voorzieningen;

  • b.

    hygiënemaatregelen zijn getroffen;

  • c.

    maatregelen zijn getroffen waardoor de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand kunnen houden;

  • d.

    er wordt voor gezorgd dat de aanwezigen altijd 1,5 meter afstand houden (tenzij dat niet is vereist, zie elders in het protocol);

  • e.

    er wordt voor gezorgd dat de aanwezigen aan wie een zitplaats is toegewezen daarvan gebruik maken.

Daarnaast geldt het volgende:

  • Een samenkomst in een gebouw, voertuig of vaartuig (NB: voor het openbaar vervoer gelden andere regels, zie hieronder), niet zijnde een woning:

    • a.

      tot en met 100 personen (exclusief personeel) per zelfstandige ruimte: placeren (zie hieronder).

    • b.

      Meer dan 100 personen (exclusief personeel) per zelfstandige ruimte:

      • i.

        placeren;

      • ii.

        gezondheidscheck;

      • iii.

        reserveren.

  • NB: als een doorstroom van aanwezigen is gegarandeerd, is een samenkomst ook toegestaan. Zoals: detailhandel, markt, bibliotheken, kermissen, musea, monumenten, presentatie-instellingen, dierentuinen, pretparken, kermissen en hiermee vergelijkbare samenkomsten. Dan zijn de hierboven genoemde regels niet van toepassing.

  • Een samenkomst in de open lucht:

    • a.

      tot 250 personen is toegestaan;

    • b.

      meer dan 250 personen:

      • a.

        placeren;

      • b.

        gezondheidscheck;

      • c.

        reserveren.

  • NB: als een doorstroom van aanwezigen is gegarandeerd, is een samenkomst ook toegestaan. Zoals: detailhandel, markt, bibliotheken, kermissen, musea, monumenten, presentatie-instellingen, dierentuinen, pretparken, kermissen en hiermee vergelijkbare samenkomsten. Dan zijn de hierboven genoemde regels niet van toepassing.

  • Een samenkomst op een buitenterras bij een eet- of drinkgelegenheid of een buitenterras op een evenemententerrein:

    • a.

      placeren.

Uitzonderingen:

  • a.

    Samenkomsten die noodzakelijk zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties, mits daarbij niet meer dan honderd personen aanwezig zijn per zelfstandige ruimte.

  • b.

    Betogingen, samenkomsten en vergaderingen op grond van de Wet openbare manifestaties.

Wat is placeren?

Placeren is het toewijzen van een zitplaats. Als het gaat om een activiteit, zoals wellness, sauna, sport, spel, theater, of dans, dan betekent placeren het toewijzen van een afgebakende locatie waar de activiteit kan plaatsvinden.

Wie is de overtreder?

Bovenstaande regels richten zich tot de organisator en/of eigenaar. Het is verboden samenkomsten die niet passen binnen de hierboven geformuleerde kaders ‘te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan’.

Daarnaast kan een aanwezige bij een samenkomst worden aangesproken wanneer sprake is van verplichte placering en diegene zich daar niet aan houdt (artikel 2.2, lid 6 noodverordening).

Maatregelen bij introductie-activiteiten voor studenten(artikel 2.1a noodverordening)

Alle fysieke samenkomsten die worden die worden georganiseerd in het kader van de werving en introductie van studenten van mbo, hbo en wo zijn verboden. De voorzitter van de veiligheidsregio kan een ontheffing verlenen voor fysieke samenkomsten die worden georganiseerd door onderwijsinstellingen, studentenverenigingen, studentensportverenigingen en studieverenigingen, mits die samenkomsten geaccordeerd zijn door de desbetreffende onderwijsinstelling of de veiligheidsregio, gericht zijn op kennismaking, studie of sport, kleinschalig zijn, er geen alcohol gedronken wordt en de bijeenkomsten niet plaatsvinden tussen 22.00 uur en 06.00 uur.

Meldplicht samenkomst(artikel 2.1b noodverordening)

Degene die een samenkomst van meer dan 50 personen organiseert, laat organiseren, laat plaatsvinden of laat ontstaan, in de publieke ruimte of in een besloten plaats (niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf) heeft een meldplicht. Bij een gebouw of vaartuig met meerdere zelfstandige ruimtes geldt meer dan 50 personen per ruimte. Er hoeft dus geen melding te worden gedaan als het bijvoorbeeld gaat om een zalencentrum met twee samenkomsten van ieder 40 personen per zelfstandige ruimte.

Bij de samenkomst dient een persoon aanwezig te zijn die toezicht houdt op het naleven van de COVID-19 maatregelen. Naam en telefoonnummer zijn opgenomen in de melding.

De melding dient uiterlijk 48 uur voor de samenkomst bij de voorzitter worden gedaan. Hiervoor moet gebruik worden gemaakt van een digitaal formulier dat is te vinden op de website van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. De melding komen binnen bij de desbetreffende gemeente.

De meldplicht geldt niet voor:

  • a.

    eet- en drinkgelegenheden met een horeca-vergunning, tenzij het gaat om een besloten feest of partij;

  • b.

    samenkomsten in een gebouw die noodzakelijk zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties met ten hoogste 100 personen per zelfstandige ruimte;

  • c.

    betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • d.

    samenkomsten van personen die in gemeenschap met anderen godsdienst of levensovertuiging belijden;

  • e.

    een vergadering van de gemeenteraad, provinciale staten en het algemeen bestuur van een waterschap, of van een door deze organen ingestelde commissie en andere wettelijk verplichte bijeenkomsten;

  • f.

    een bijeenkomst van een internationale organisatie, die gevestigd is op het grondgebied van het Koninkrijk, of van een verdragspartij van een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is;

  • g.

    detailhandel, markten, bibliotheken, musea, monumenten, presentatie-instellingen, dierentuinen, pretparken, kermissen en daarmee vergelijkbare samenkomsten waarbij sprake is van doorstroom van bezoekers;

  • h.

    onderwijsinstellingen; en

  • i.

    openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer.

Verbod ophouden in groot gezelschap(artikel 2.c noodverordening)

Het is verboden om zich in een gezelschap van meer dan 50 personen op te houden in de publieke ruimte of in een besloten plaats (niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf).

Onder een gezelschap wordt verstaan: de persoon of de personen waarmee men samen is, al dan niet in aanwezigheid van anderen die niet tot het gezelschap behoren. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van “zich ophouden in een gezelschap” is het in ieder geval van belang of de personen bij elkaar horen vanuit oogpunt van de relatie (denk aan familie, een vriendengroep, een reisgezelschap, een sportteam of leden van een vereniging die samen een ruimte bezoeken). Dus bijvoorbeeld geen publiek in een theater (tenzij een bijvoorbeeld een grote familie gezamenlijk naar het theater gaat). Een gezelschap ben je ook als je voor een bijzondere gelegenheid bent uitgenodigd, bijvoorbeeld een huwelijksfeest. Ook al ken je de andere gasten niet.

Het verbod geldt niet voor:

  • a.

    bij betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • b.

    bij het in gemeenschap met anderen belijden van godsdienst of levensovertuiging;

  • c.

    bij een uitvaart;

  • d.

    bij de beoefening van theater, dans of muziek in de vorm culturele uiting;

  • e.

    bij de uitoefening van een beroep of bedrijf;

  • f.

    bij de uitoefening van het verenigingsrecht (denk bijvoorbeeld aan studentenverenigingen).

Verbod niet houden veilige afstand(artikel 2.2 noodverordening)

Het is verboden zich in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf in een groep van drie of meer personen op te houden zonder tot de dichtstbijzijnde persoon in die groep en andere personen een afstand te houden van ten minste 1,5 meter.

Dit verbod geldt niet voor:

  • personen die een gezamenlijke huishouding vormen;

  • als het de afstand tot kinderen tot en met 2 jaar betreft;

  • personen in de leeftijd tot en met 18 jaar onderling;

  • leerlingen in het voortgezet (speciaal) onderwijs onderling op school;

  • personen bij de uitoefening op personen bij de uitoefening van hun beroep, voor zover de werkzaamheden in het kader van de uitoefening van dat beroep noodzakelijk zijn en niet op gepaste wijze kunnen worden uitgevoerd met inachtneming van 1,5 meter afstand van degene jegens of met wie de werkzaamheden worden uitgevoerd;

  • op personen met een handicap, voor zover zij zich niet met inachtneming van een afstand van 1,5 meter jegens hun begeleiders kunnen ophouden en hun begeleiders;

  • op personen die sport, theater of dans in de vorm van sport of culturele uiting beoefenen voor zover dat voor het beoefenen van sport, dans of theater noodzakelijk is

  • in het openbaar vervoer, overig bedrijfsmatig personenvervoer en vervoer voor privé-doeleinden, voor zover dit vervoer primair de verplaatsing van de ene naar de andere locatie behelst en niet strekt tot het mogelijk maken van recreatie in dat voer- of vaartuig;

  • op personen op een buitenterras bij een eet- en drinkgelegenheid onderling die aan weerszijden van een tussen tafels geplaatst kuchscherm zitten.

Evenementen

Evenementen zijn op grond van de noodverordening wel toegestaan. Men moet zich houden aan de regels over samenkomsten (artikel 2.1) en de regels over het houden van afstand (artikel 2.2).

Let op, de gebruikelijke (lokale) regels zoals het hebben van een evenementenvergunning zijn mogelijk wel van toepassing.

Verbod op openstelling dansvoorzieningen(artikel 2.3 noodverordening)

Een dansvoorziening in een eet- of drinkgelegenheid mag niet geopend zijn.

Verbod op gezamenlijk zingen of schreeuwen(artikel 2.4 noodverordening)

Het is verboden om in de publieke ruimte of in een besloten plaats niet zijnde een woning of een bijbehorend erf in groepsverband te zingen of te schreeuwen.

Dit verbod geldt niet voor:

  • -

    zangers;

  • -

    zangkoren;

  • -

    zanggroepen; en

  • -

    zang als onderdeel van belijdenis van godsdienst of levensovertuiging.

Verboden gebieden en locaties(artikel 2.5 noodverordening)

Het is verboden zich te bevinden in door de voorzitter aangewezen gebieden en locaties. De voorzitter kan het verbod beperken tot bepaalde tijdvakken. Let op! Dit verbod geldt dus alleen voor gebieden die door de voorzitter van de Veiligheidsregio specifiek zijn aangewezen.

Dit verbod geldt niet voor:

  • bewoners van woningen die zijn gelegen in het gebied of de locatie;

  • personen die in het gebied of de locatie noodzakelijke werkzaamheden verrichten.

Beperking openingstijden eet- en drinkgelegenheden(artikel 2.6 noodverordening)

Voor eet- en drinkgelegenheden geldt:

  • -

    na 24:00 uur geen bezoekers meer toelaten. Dat geldt ook voor de terrassen.

  • -

    na 24:00 staat de muziek uit;

  • -

    na 01:00 uur (tot 06:00 uur) mogen geen bezoekers aanwezig zijn. Ochtendhoreca mag om 04:00 uur weer open.

Onder eet- en drinkgelegenheden vallen ook coffeeshops, shisa-lounges, bioscopen, casino’s, speelhallen, theaters, studentenverenigingen en stripclubs. Deze inrichtingen dienen na 01.00 uur geheel gesloten te zijn. Dus niet alleen de daarin aanwezige eet- en drinkgelegenheden.

Er zijn een paar bijzonderheden:

  • Eet- en drinkgelegenheden die door de burgemeester van de plaats waar zij is gevestigd zijn aangemerkt als ochtendhoreca. In dat geval mag de eet- en drinkgelegenheid reeds om 04.00 uur open;

  • Eet- en drinkgelegenheden met een afhaalfunctie. In dit verband kan bijvoorbeeld gedacht worden aan pizzeria’s, fastfoodrestaurants en shoarmazaken. Als een eet- en drinkgelegenheid niet uitsluitend een afhaalfunctie heeft, geldt voor het gebruik van het restaurant of terras de hoofdregel dat na 00.00 uur geen nieuwe gasten mogen worden toegelaten en dat het restaurant en het terras om 01.00 uur dicht is. Uitsluitend voor de afhaalfunctie mag de eet- en drinkgelegenheid na 0.00 uur nog bezoekers ontvangen. Om 02.00 uur dient de eet- en drinkgelegenheid ook voor de afhaalfunctie gesloten te zijn. Na 01.00 uur mag een eet- en drinkgelegenheid met afhaalfunctie geen alcohol meer verstrekken, noch voor gebruik ter plaatse (bijvoorbeeld tijdens het wachten op de bestelling) noch voor gebruik elders dan ter plaatse.

De noodverordening geeft openings- en sluitingstijden van eet- en drinkgelegenheden. Ook de lokale APV’s kennen openings- en sluitingstijden. Daar waar de noodverordening beperktere openings- en sluitingstijden kent gelden die. Als de lokale APV beperktere openings- en sluitingstijden kent, gaan die voor.

Beëindiging voorziening openbaar vervoer(artikel 2.7 noodverordening)

De voorzitter kan in overleg met de vervoerder voorzieningen voor openbaar vervoer beëindigen of beperken, indien:

  • a.

    deze voorzieningen niet of niet in voldoende mate voldoen aan de eis van verwezenlijking van de beperkende maatregelen met betrekking tot het houden van 1,5 meter afstand tussen alle in de voorziening aanwezige personen; en

  • b.

    de beëindiging van deze voorziening het transport van personen die werkzaam zijn in vitale processen of transport dat anderszins noodzakelijk is voor de mobiliteit van Nederland niet onnodig belemmert.

Overig personenvervoer(artikel 2.8. noodverordening)

Reizigers van 13 jaar en ouder zijn in het bedrijfsmatig personenvervoer, niet zijnde openbaar vervoer, verplicht een niet-medisch mondkapje te dragen. De aanbieder van bedrijfsmatig personenvervoer, niet zijnde openbaar vervoer, verifieert voorafgaand aan het vervoer de gezondheid van de reiziger en werkt uitsluitend op basis van reservering.

Verboden toegang verpleeghuizen en woonvormen ouderenzorg(artikel 2.9 noodverordening)

Het is verboden de volgende instellingen te bezoeken als zich in die instelling of woonsituatie een of meer COVID-19 besmettingen voordoen:

  • a.

    een instelling die zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet langdurige zorg verleent aan personen die daarop recht hebben vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking; of

  • b.

    een woonsituatie waarin minimaal drie bewoners verblijven vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking en zorg ontvangen als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg.

De beheerder kan toestemming verlenen voor dit bezoek:

  • a.

    indien een bewoner verkeert in de stervensfase of vergelijkbare omstandigheden;

  • b.

    aan structurele vrijwilligers; en

  • c.

    voor het horen en beoordelen van een cliënt in het kader van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Toelichting: Het verbod richt zich tot de bezoeker en niet tot de instelling. Het handhavend optreden richt zich dus niet op de verpleeghuizen en woonvormen, maar uitsluitend tegen bezoekers die zonder toestemming van de beheerder (bestuur, directie of andere persoon die bevoegd is om namens het verpleeghuis of de woonvorm te handelen) in een verpleeghuis of woonvorm aanwezig zijn. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ziet toe op de gang van zaken in verpleeghuizen en woonvormen.

Wie mag handhaven?

  • Elke gemeente beschikt over toezichthouders om toe te zien op de naleving van de noodverordening. Zowel politie als de BOA’s mogen aanwijzingen geven ter uitvoering van de verordening.

  • De politie en de BOA’s domein I mogen strafrechtelijk handhaven, dus verbaliseren op grond van 443 Sr. Dit artikel stelt overtreden van de noodverordening strafbaar.

  • Conform de regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 27 maart 2020, tot wijziging van de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar in verband met het COVID- 19-virus mogen tevens de BOA’s domein II en IV strafrechtelijk handhaven, dus verbaliseren op grond van 443 Sr.

  • Alle medewerkers belast met handhaving (dus ook handhavingscoördinatoren e.d.) mogen toezicht houden en, nadat voorzitter Veiligheidsregio daartoe besloten heeft, uitvoeringshandelingen verrichten tot uitoefening bestuursdwang.

Toezicht en handhaving op verboden samenkomsten, groepsvorming en gesloten gebieden

Deze verboden zien vooral toe op gedragingen in de openbare ruimte en kunnen niet zonder meer met bestuursdwang gehandhaafd worden. Het aanspreken van personen/groepen en strafrechtelijk optreden/verbaliseren is hier mogelijk. Het in de noodverordening verboden gedrag is strafbaar op grond van 443 Sr.

Het sluiten van gebieden is een ultimum remedium. Het is vooral denkbaar dat een locatie of gebied geheel wordt gesloten indien de verboden aldaar niet of slecht worden gehandhaafd en handhavend optreden van de verboden onvoldoende soelaas biedt. Sluiting dient te geschieden door de voorzitter van de veiligheidsregio. Neem bij de wens van sluiting contact op met de stafsectie bevolkingszorg via je collega ambtenaar openbare orde en veiligheid.

Toezicht en handhaving op samenkomsten in horeca op basis van noodverordening

Uitgangspunt is het aanspreken van organisatoren en eigenaren. We treden alleen op tegen ernstige overtredingen.

Handhaving noodverordening horeca – binnen (in lokaliteit) en op het buitenterras

Route 1 (denk aan foto’s!)

Route 2 (denk aan foto’s)

Route 3 (denk aan foto’s)

Controle; → Overtreding

HERcontrole; → Overtreding

Controle op gesloten zijn; → is toch open

Ondernemer indien nodig 15 min. (ongeveer) kans geven om op te lossen

BOA’s en politie zijn bevoegd om op grond van de noodverordening aanwijzingen te geven.

Controleurs kunnen meedelen dat het overtreden van een noodverordening een ernstig feit is, dat kan worden meegewogen in de toekomst. Bij een zaak die in strijd met de verordening open is (omdat de zaak niet open mag zijn of omdat de voorwaarden niet worden nageleefd) en niet wil sluiten, wordt eerst geverbaliseerd.

Let goed op of er bij een groep van meer dan 50 personen sprake is het verbod (gezelschap groter dan 50 personen) of een meldplicht (bij samenkomsten met meer dan 50 personen). Vraag naar de organisator en stel vragen zodat duidelijk wordt of hier sprake is van een verbod of een meldplicht. Vergeet de verschillende uitzonderingen niet.

Wanneer alleen geen melding is gedaan, en verder aan alle regels wordt voldaan (zoals afstand houden, registratie etc): dan gaan we niet over tot sluiting of beëindiging. Ook wordt geen boete opgelegd.

Geen kans meer geven om op te lossen, benoemen dat ondernemer eerder gewaarschuwd is.

In de nacht: aangeven dat hij gesloten moest zijn en sommeren dat alsnog te doen, daarbij meedelen dat hij hoe dan ook morgen verzegeld gaat worden. Volgende ochtend, daadwerkelijke verzegeling regelen.

Overdag: aangeven dat hij gesloten moest zijn en sommeren dat alsnog te doen, daarbij meedelen dat nu wordt geregeld dat hij verzegeld wordt.

Daadwerkelijke verzegeling regelen.

Indien terras: Afhankelijke van de uitkomst in stap 2: Eventueel sommeren dat (de uitbreiding van) het terras/het terrasmeubilair met onmiddellijke ingang moet worden verwijderd door de ondernemer. Als de ondernemer dit weigert dan meedelen dat wij op zijn kosten het meubilair gaan verwijderen en hij het handhavingsbesluit later op schrift ontvangt.

Opgelost?

Aankondigen nieuwe controles komende dagen en uitdelen algemene waarschuwingsbrief "overtreding binnen in lokaliteit en/of buiten op reguliere terras ".

Niet opgelost? Overleg met OL of opgeschaald wordt naar vz VRGZ

Meedelen dat hij vanaf nu gesloten wordt voor het publiek, we hier op toezien en begin volgende week handhavingsbesluit ontvangt.

Indien terras: Meedelen dat de eerst volgende werkdag aan de voorzitter wordt voorgelegd wat de sanctie zal zijn (bijvoorbeeld terras sluiten of toch een tijdelijke terrasuitbreiding wordt herroepen). In ieder geval niet aanzeggen/meedelen dat inrichting gesloten wordt voor publiek!

PV van bevindingen opmaken en pas hier zelf je vervolgstap in

Controleformulier invullen en pas hier zelf je vervolgstap in

PV van bevindingen opmaken en pas hier zelf je vervolgstap in

Stap naar route 2

Stap naar route 3

Ernstige overtredingen binnen:

  • -

    Gasten zitten niet aan een tafel/bar (artikel 2.1 lid 1 en lid 2)

  • -

    Er zijn overduidelijk meer dan 100 gasten binnen zonder reservering, of gezondheidscheck (artikel 2.1 lid 2)

  • -

    Er is duidelijk geen sprake van 1,5m afstand tussen de gasten onderling, tussen gasten en personeel of personeel onderling (artikel 2.1 lid 1)

  • -

    Er zijn geen maatregelen getroffen om afstand te kunnen houden (artikel 2.1 lid 1)

Ernstige overtreding buiten:

  • -

    Gasten zitten niet aan tafels (artikel 2.1 lid 4 )

  • -

    Er is duidelijk geen sprake van 1,5m afstand tussen de gasten onderling, tussen gasten en personeel of personeel onderling (artikel 2.1 lid 1 uitgezonderd gez. huishouden)

  • -

    Er zijn geen maatregelen getroffen om afstand te kunnen houden (artikel 2.1 lid 1)

Uitleg terrasuitbreiding:

Een flink aantal ondernemers heeft een tijdelijke terrasuitbreiding gekregen van de burgemeester. Dit zijn lokale afspraken. De noodverordening gaat hier niet over. Kijk hiervoor naar de lokale afspraken hierover.

Wat betekent een sluiting voor de ondernemer:

Zoals te zien in de tabel zijn verbalisanten bevoegd om een horeca inrichting te sluiten. In deze context betekent dit voor de ondernemer dat hij zo spoedig mogelijk na de daadwerkelijke sluiting daartoe een handhavingsbesluit ontvangt van de voorzitter van de Veiligheidsregio. De strekking van dit besluit zal zijn dat de horeca inrichting pas weer open mag wanneer hij een plan heeft ingediend en dat plan is goedgekeurd door de Voorzitter van de VRGZ. Uit het plan moet blijken hoe de ondernemer zich in het vervolg wél aan de noodverordening gaat houden. Het opsturen/uitreiken van het definitieve handhavingsbesluit tot sluiting gebeurt achteraf, de horeca inrichting is dan echter al wel gesloten door de verbalisant.

De lokale gemeenteambtenaar stelt een concept bestuursdwangbeschikking op (artikel 5:31 lid 2 Awb) conform het regionale format en met behulp van het door de controleurs aangeleverde controleformulier. De conceptbeschikking moet zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 10 dagen na constatering/toepassing bestuursdwang worden gemaild naar bevolkingszorg@crisisglz.nl (locaties buiten Nijmegen). Als het om een locatie in Nijmegen gaat, dan mailen naar Veiligheid@nijmegen.nl.

Let op: het besluit zal achteraf worden ondertekend door de voorzitter van de Veiligheidsregio!

Procedure spoedeisende bestuursdwang

Indien na verbaliseren en na hercontrole blijkt dat de inrichting nog steeds in bedrijf is, dan moet door de controleurs onderstaand controleformulier worden ingevuld en een korte tijd (waar mogelijk 15 minuten) geboden om de overtreding te beëindigen. In de tussentijd moet de AOV’er contact zoeken met de OL. De OL zal de spoedeisende bestuursdwang inbrengen bij de voorzitter van de Veiligheidsregio en voor terugkoppeling aan de AOV’er zorgdragen. Na verkregen toestemming van de voorzitter (via OL) kan spoedeisende bestuursdwang worden toegepast.

Werkverdeling

Politie en Toezicht hebben hier een gezamenlijke verantwoordelijkheid en hebben in het kader van deze handhaving dezelfde rol, taak en bevoegdheid.

Uitleg schrijven aan horecagasten

De Voorzitter Veiligheidsregio heeft een aantal keer uitgesproken dat ook boetes aan gasten van de horeca kunnen worden uitgereikt. De concrete uitwerking hiervan is als volgt bedoeld: op het moment dat de ondernemer er alles aan doet om zich aan de noodverordening te houden, maar de gasten werken totaal niet mee. Ook wegsturen heeft niet geholpen of krijgt hij niet voor elkaar, dan wordt er een boete uitgereikt aan de overtreder.

Let op; maak zoveel mogelijk foto’s van de situatie/overtreding.

Optreden tegen illegaal gebruik gesloten terreinen, niet op basis van noodverordening

Indien een eigenaar/beheerder een terrein gesloten heeft conform de noodverordening, maar derden betreden het terrein toch, dan is het niet de bedoeling om op te treden tegen de beheerder, tenzij hij bij de sluiting onzorgvuldig is geweest (poort opengelaten, sleutels afgegeven aan derden etc.) In dergelijke gevallen is het mogelijk om op te treden tegen de illegale bezoekers op basis van artikel 138 Sr (erfvredebreuk) of 462 Sr (negeren verboden toegang).

Artikel 461 kan alleen worden toegepast indien er sprake is van een duidelijk afgehekt/ afgesloten terrein, waar ook duidelijk kenbaar is dat het betreden niet is toegestaan, bij voorkeur door een 461 bordje.

In andere gevallen kan 138 uitkomst bieden, maar daarvoor is nodig dat een vordering door of namens beheerder wordt gegeven aan de illegale bezoekers.

Let op: artikel 138 Sr kan alleen door politie worden geverbaliseerd.

Deze vorm van handhaving kan toegepast worden bij terreinen die door de eigenaar/beheerder/gemeente afgesloten zijn, maar toch betreden worden. Bij terreinen/locaties die op grond van de noodverordening gesloten moeten zijn, kan geverbaliseerd worden op grond van artikel 443 Sr. (lijst volgt)

Controleformulier handhaving noodverordening Covid19 Veiligheidsregio Gelderland-Zuid 1e Controle

Datum: ........................................Tijd:........................................

(omcirkelen wat van toepassing)

café/restaurant/cafetaria/afhaalzaak/ondersteunende horeca/seksinrichting/coffeeshop/anders, nl.

................................................................................................................................

Naam:.......................................................................................................................

Adres:.......................................................................................................................

Plaats en Postcode:.....................................................................................................

Exploitant/Eigenaar:....................................................................................................

(omcirkelen wat van toepassing) Is de inrichting geopend voor het publiek: Ja / Nee

• Wij, verbalisant(en) <<NAMEN INVULLEN EN VERBALISANTNUMMER>> hebben het volgende geconstateerd: (omschrijven omstandigheden en welke overtreding uit artikel Noodverordening is overtreden door de exploitant/eigenaar)

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

• Wij spreken de overtreder aan op zijn overtreding en delen het volgende mede:

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

• Verklaring van exploitant/eigenaar is:

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

• Heeft de exploitant/eigenaar op eerste aanzegging van de verbalisant gevolg gegeven aan het direct beëindigen van de overtreding? (Dit is afhankelijk van het soort overtreding, de omstandigheden ter plaatse en de vraag of de exploitant eigenhandig in staat is om de geconstateerde overtreding per direct te beëindigen: Ja / Nee

  • -

    Zo ja, op welke manier heeft de overtreder daar gevolg aan gegeven?

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

Let op: Verbalisanten delen altijd bij iedere geconstateerde overtreding van de Noodverordening aan de overtreder mee dat het overtreden van de Noodverordening een ernstig feit is, dat kan worden meegewogen bij handhavingsmaatregelen in het vervolg/de toekomst. Die evt. nieuwe constatering van overtreding Noodverordening kan gaan om overtreding van hetzelfde artikel maar kan dus ook overtreding van een ander artikel uit Noodverordening zijn.

  • -

    Zo nee, toepassen spoedeisende bestuursdwang (sluiting inrichting)

• Wij hebben gesommeerd om de inrichting te sluiten voor publiek: Ja / Nee

• Wij hebben mondeling aan de overtreder een begunstigingstermijn gegeven van maximaal 15 minuten om hem in staat te stellen eigenhandig de aanwezige klanten te verzoeken zijn inrichting te verlaten en hemzelf de inrichting voor het publiek te sluiten: Ja / Nee

• Na terugkomst bij de inrichting zien we dat de inrichting is gesloten voor publiek: Ja / Nee

• Zo nee, wij zijn overgegaan tot het fysiek sluiten van de inrichting voor het publiek: Ja / Nee (door middel van verzegeling art. 5:28 Awb)

Desgevraagd meedelen aan overtreder dat het besluit tot opleggen spoedeisende last onder bestuursdwang achteraf zal worden opgesteld, ondertekend door de voorzitter van de veiligheidsregio en per aangetekende post worden opgestuurd. In dat besluit staat ook omschreven wat de opgelegde last precies inhoudt en hoe lang de sluiting van deze inrichting duurt.

Hercontrole

Datum: ….....................................Tijd:........................................

(omcirkelen wat van toepassing) Is de inrichting geopend voor het publiek: Ja / Nee

• Wij, verbalisant(en) <<NAMEN INVULLEN EN VERBALISANTNUMMER>>constateren het volgende: (omschrijven omstandigheden en welke overtreding uit artikel Noodverordening is overtreden door de exploitant/eigenaar)

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

• Wij spreken de overtreder aan op zijn tweede overtreding, verwijzen naar zijn eerdere overtreding en delen het volgende mede:

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

• Verklaring van exploitant/eigenaar is:

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

• Heeft de exploitant/eigenaar op eerste aanzegging van de verbalisant gevolg gegeven aan het direct beëindigen van de tweede overtreding? (Dit is afhankelijk van het soort overtreding, de omstandigheden ter plaatse en de vraag of de exploitant eigenhandig in staat is om de geconstateerde overtreding per direct te beëindigen): Ja / Nee

  • -

    Zo ja, op welke manier heeft de overtreder daar gevolg aan gegeven?

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

................................................................................................................................................................................................................................................

  • -

    Zo nee, toepassen spoedeisende bestuursdwang (sluiting inrichting).

    in dat geval aangeven dat dit gaat om een hercontrole en verwijzen naar eerdere gesprek waarin is aangegeven dat er een hercontrole zou plaatsvinden en dat exploitant daarbij is gewaarschuwd dat bij het opnieuw constateren van een overtreding van Noodverordening er zal worden opgetreden met spoedeisende bestuursdwang (sluiting inrichting). Let op: Deze tweede constatering kan gaan om overtreding van hetzelfde artikel Noodverordening als bij de eerste constatering, maar kan dus ook overtreding van een ander artikel uit Noodverordening zijn.

• Wij hebben gesommeerd om de inrichting te sluiten voor publiek: Ja / Nee

• Wij hebben mondeling aan de overtreder een begunstigingstermijn gegeven van maximaal 15 minuten om hem in staat te stellen eigenhandig de aanwezige klanten te verzoeken zijn inrichting te verlaten en hemzelf de inrichting voor het publiek te sluiten: Ja / Nee

• Na terugkomst bij de inrichting zien we dat de inrichting is gesloten voor publiek: Ja / Nee

• Zo nee, dan gaan wij over tot het fysiek sluiten (door middel van verzegeling 5:28 Awb) van de inrichting voor het publiek: Ja / Nee

Desgevraagd meedelen aan overtreder dat het besluit tot opleggen spoedeisende last onder bestuursdwang achteraf zal worden opgesteld, ondertekend door de voorzitter van de veiligheidsregio en per aangetekende post worden opgestuurd. In dat besluit staat omschreven wat de opgelegde last precies inhoudt en hoe lang de sluiting van deze inrichting duurt.

Opmerkingen en aanvullingen:

.................................................................................................................................

.................................................................................................................................

.................................................................................................................................

Naam verbalisant:

.................................................................................................................................

Dit ingevulde controleformulier moet worden gemaild naar de gemeentelijke afdeling die zorgt voor verdere verwerking.

Toelichting Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Gelderland-Zuid 27 september 2020

Algemeen

In Nederland, maar ook wereldwijd, is er een uitbraak van het coronavirus (COVID-19), behorende tot groep A van de infectieziektes. Ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid worden maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.

Aangezien de uitbraak van COVID-19 een crisis van meer dan plaatselijke betekenis betreft, zijn in verband met deze crisis ten behoeve van de crisisbeheersing ingevolge artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s alle in dat artikel genoemde bevoegdheden van de tot de regio behorende burgemeesters overgegaan naar de voorzitter van de veiligheidsregio. Daartoe behoort ook de bevoegdheid om in geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, algemeen verbindende voorschriften te geven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig zijn (artikel 176, eerste lid, van de Gemeentewet).

In deze noodverordening worden de opdrachten van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), mede namens de minister van Justitie en Veiligheid (JenV), in de aanwijzingen van 26 juni 2020, nr. 1712697-207530-PG, van 10 juli 2020 nr. 1720717-208077-PG, van 7 augustus 2020, nr. 1730398-208872-PG, van 20 augustus 2020, nr. 1735182-209238-PG, van 1 september 2020, nr. 1739903-209722-PG, van 11 september 2020, nr. 1742228-209922-PG en van 25 september, nr. 1749179-210744-PG, waar nodig uitgewerkt in algemeen verbindende voorschriften. Deze opdrachten zijn gebaseerd op artikel 7 van de Wet publieke gezondheid.

Handelen of nalaten in strijd met de voorschriften uit deze verordening is strafbaar gesteld in artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht. Dit wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie. Ook kan de voorzitter van de veiligheidsregio een last onder bestuursdwang of dwangsom opleggen.

Deze verordening staat er niet aan in de weg dat de voorzitter van de veiligheidsregio gebruik maakt van andere bevoegdheden om de verspreiding van COVID-19 te voorkomen, zoals de bevoegdheid tot het geven van voorschriften van technisch-hygiënische aard in artikel 47 van de Wet publieke gezondheid, bevoegdheden in de Wet openbare manifestaties en de bevoegdheid tot het geven van bevelen ter beperking van gevaar in artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet (in combinatie met artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s). Dit betekent in geval van een demonstratie dat de voorzitter op grond van artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s, bij uitsluiting bevoegd is om toepassing te geven aan de bevoegdheid bedoeld in de artikel 5 tot en met 9 van de Wet openbare manifestaties.

In het algemeen gelden voor een ieder de volgende uitgangspunten:

  • -

    blijf thuis bij klachten en laat u testen;

  • -

    pas hygiëne toe;

  • -

    houd anderhalve meter afstand;

  • -

    werk zoveel mogelijk thuis.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.2 Begrippen

Het begrip ‘publieke ruimte’ is opgenomen om te verduidelijken dat daaronder zowel de openbare ruimte als de voor het publiek openstaande gebouwen, locaties en daarbij behorende erven vallen, al dan niet met enige beperking. Het gaat bijvoorbeeld om de openbare weg, parken, parkeerterreinen en plantsoenen, het publieke gedeelte van het gemeentehuis en voor het publiek toegankelijke winkels en andere gebouwen. Ook vaartuigen en voertuigen in de openbare ruimte en voor het publiek openstaande ruimte worden tot de publieke ruimte gerekend, met uitzondering van de zich daarin bevindende woongedeelten.

Onder placeren wordt verstaan het aanwijzen van een zitplaats of in het geval van wellness-, sauna-, sport-, spel-, theater- en dansactiviteiten het aanwijzen van een afgebakende locatie waar gebruik van kan worden gemaakt voor de activiteit. Bij placering in de vorm van toewijzing van een afgebakende locatie gaat het om de beoefening van de activiteiten. Bij het kijken naar sport- spel- theater en dansactiviteiten bestaat placeren uit het aanwijzen van een zitplaats.

Bij spelactiviteiten als hier bedoeld gaat het niet alleen om spelactiviteiten in bijvoorbeeld binnenspeeltuinen maar ook om spelactiviteiten in arcadehallen of casino’s.

Onder verificatie van de gezondheid wordt verstaan het vragen naar ziekteverschijnselen van COVID-19. Dit zijn de bekende verschijnselen als koorts, neusverkoudheid, keelpijn, hoesten, niezen e.d. Als blijkt dat deze klachten aanwezig zijn dan mag de persoon die deze klachten heeft niet worden toegelaten tot de activiteit of inrichting.

Artikel 2.1 Samenkomsten

In dit artikel is geregeld wanneer samenkomsten nog verboden zijn.

Voor situaties waarbij reservering, verificatie van de gezondheid en placering mogelijk is en wordt toegepast, is het aantal bezoekers niet gemaximeerd, vooropgesteld dat er voldoende ruimte is om anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Dit geldt voor binnen en buiten.

Voor situaties waarbij er sprake is van doorstroming en het onderlinge contact tussen mensen beperkt is, is het aantal bezoekers evenmin gemaximeerd, vooropgesteld dat er voldoende ruimte is om anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Ook dit geldt voor binnen en buiten.

Voor situaties waarbij er geen doorstroming is en waarbij er geen reservering en verificatie van de gezondheid mogelijk is, geldt een maximum van 100 personen binnen (met placering), per zelfstandige ruimte en een maximum van 250 personen buiten (zonder placering). Op buitenterrassen bij eet- en drinkgelegenheden of op buitenterrassen op een evenemententerrein is placering altijd verplicht.

Bij samenkomsten binnen geldt dus altijd placering, tenzij er sprake is van doorstroming van bezoekers. Dit betekent dat men een vaste stoel toegewezen krijgt of dat een afgebakende locatie, zoals een sportschool of zwembad, wordt aangewezen.

Voor alle samenkomsten in een gebouw geldt dat maatregelen moeten worden getroffen om te waarborgen dat de stromen van de aan de samenkomst deelnemende personen die samenkomen in verschillende zelfstandige ruimten in dat gebouw, ook voor zover het hun gebruik van sanitaire voorzieningen betreft, worden gescheiden.

Voor eet- en drinkgelegenheden geldt dat altijd, ongeacht het aantal bezoekers, vooraf gereserveerd moet worden en dat bij aankomst van de bezoekers de gezondheid wordt geverifieerd en de bezoekers worden geplaceerd. Dit geldt ook voor buitenterrassen op een evenemententerrein.

Verder zijn exploitanten van eet- en drinkgelegenheden, een daarbij behorend buitenterras of een buitenterras op een evenemententerrein verplicht om aan alle bezoekers te (laten) vragen hun contactgegevens beschikbaar te stellen en toe te stemmen in verwerking en overdracht van die gegevens ten behoeve van de uitvoering van een eventueel bron- en contactonderzoek door de GGD. Het gaat om de volgende gegevens:

  • volledige naam;

  • datum, aankomsttijd en placering van het bezoek;

  • e-mailadres;

  • telefoonnummer;

  • toestemming.

Ten aanzien van placering van het bezoek is het voldoende om bijvoorbeeld het tafelnummer te noteren, dan wel op andere wijze de placering te registreren.

De gegevens mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt en kunnen alleen door de regionale GGD worden opgevraagd. De eet- en drinkgelegenheden moeten de gegevens 14 dagen bewaren en daarna vernietigen. Bezoekers zijn niet verplicht de gevraagde gegevens te verstrekken.

Daarnaast dienen hygiënemaatregelen te worden getroffen. In de noodverordening is niet uitgewerkt welke hygiënemaatregelen in een concreet geval moeten worden getroffen.

Aangesloten kan worden bij de richtlijnen van de branche of het RIVM.

Bij samenkomsten binnen wordt een afgescheiden podium niet langer gezien als afzonderlijke ruimte.

Bij samenkomsten waarbij er sprake is van doorstroming geldt, zoals hiervoor reeds aangegeven, niet de plicht tot verificatie van de gezondheid, reserveren en placeren. Uit de plannen van de organisator of de indeling van het terrein of gebouw moet helder zijn dat doorstroming plaats zal vinden. Dit moet ook feitelijk kunnen en ook daadwerkelijk gebeuren. In dit geval kan gedacht worden aan winkels, musea en dierentuinen.

Ook bij een evenement met foodtrucks kan sprake zijn van doorstroming. Dat moet dan uit de opzet en indeling blijken. Indien er bijvoorbeeld sprake is van een groot terras in het midden, kan niet worden gesproken van doorstroming en gelden de regels voor de gevallen waarbij er geen sprake is van doorstroming.

Vanaf 1 juli mogen concertzalen weer programmeren. Voorwaarde is placeren en niet meezingen. De noodverordening staat evenementen, muziekconcerten en popconcerten toe. De burgemeester kan een verzoek om dit evenement te houden beoordelen op de opzet en inhoud van de plannen. Daarbij toetst de burgemeester ook of het evenement past binnen de noodverordening.

Meezingen is op grond van artikel 2.4 niet toegestaan. Het is aan de organisator om zorg te dragen dat hierop wordt toegezien en wordt gehandhaafd.

Indien de burgemeester geen vertrouwen heeft in de voorgelegde plannen, dan kan de burgemeester de evenementenvergunning weigeren. Bij de weigering moet worden aangegeven dat de plannen niet voldoende voorzien in de voorwaarden om het evenement op een veilige en medisch verantwoorde wijze te laten plaatsvinden conform de normen die de noodverordening stelt. Een algemene beleidslijn waarin popconcerten categoraal worden verboden, is niet toegestaan.

Artikel 2.1a Maatregelen bij introductie-activiteiten voor studenten

Alle fysieke samenkomsten die worden georganiseerd in het kader van de werving en introductie van studenten van mbo, hbo en wo zijn verboden. De voorzitter van de veiligheidsregio kan een ontheffing verlenen voor fysieke samenkomsten die worden georganiseerd door onderwijsinstellingen, studentenverenigingen, studenten- sportverenigingen en studieverenigingen, mits die samenkomsten geaccordeerd zijn door de desbetreffende onderwijsinstelling of de veiligheidsregio, gericht zijn op kennismaking, studie of sport, kleinschalig zijn, er geen alcohol gedronken wordt en de bijeenkomsten niet plaatsvinden tussen 22.00 uur en 06.00 uur.

Artikel 2.1b Meldplicht samenkomsten

Artikel 2.1b regelt een meldplicht voor degene die in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf, een samenkomst van meer dan vijftig personen organiseert, laat organiseren, laat plaatsvinden of laat ontstaan. Personeel wordt bij het aantal personen niet meegeteld. Een meldplicht is alleen zinvol indien de melding tijdig bij de voorzitter wordt ingediend. In de verordening is daarom geregeld dat de melding uiterlijk 48 uur uren voor de samenkomst bij de voorzitter moet zijn gedaan. De melding dient te geschieden door middel van een door de voorzitter beschikbaar gesteld formulier.

Bij de samenkomsten, bedoeld in dit artikel, dient een persoon aanwezig te zijn die toezicht houdt op het naleven van de COVID-19 maatregelen en die persoon moet bij de Veiligheidsregio bekend zijn. Bij de melding dient daarom de naam van die persoon te worden doorgegeven evenals het telefoonnummer waarop deze tijdens de samenkomst te bereiken is.

De verordening stelt geen eisen aan de persoon die toezicht houdt. De toezichthouder kan dus ook de organisator zelf zijn of een van diens medewerkers.

Indien de samenkomst plaatsvindt in een gebouw of een vaartuig met meerdere zelfstandige ruimtes geldt dat er op grond van het tweede lid eerst een meldingsplicht bestaat indien een samenkomst in een van die ruimtes uit meer dan 50 personen bestaat. Er hoeft dus geen melding te worden gedaan indien in een zalencentrum twee samenkomsten van ieder 40 personen plaatsvinden in twee zelfstandige ruimtes.

Eet- en drinkgelegenheden met een horecavergunning (waaronder coffeeshops, shisha- lounges, bioscopen, casino's, speelhallen, theaters, studentenverenigingen, sportkantines en stripclubs) dienen een melding te maken bij besloten feesten en partijen van meer dan 50 personen. Ook bij evenementen met meer dan 50 personen dient altijd een melding te worden gemaakt. Ook voor sportverenigingen geldt een meldplicht (binnen en buiten).

Het vijfde lid bepaalt welke samenkomsten van meer dan 50 personen van de meldplicht zijn vrijgesteld. Zo geldt een uitzondering voor vergaderingen.

Artikel 2.1c Verbod ophouden in groot gezelschap

Op grond van artikel 2.1c is het verboden zich in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf, op te houden in een gezelschap van meer dan 50 personen of toe te laten dat personen zich ophouden in een gezelschap van meer dan 50 personen. Dit geeft een verantwoordelijkheid voor de organisator van het gezelschap.

Een gezelschap is, in aansluiting op het spraakgebruik, de persoon of de personen waarmee men samen is, al dan niet in aanwezigheid van anderen die niet tot het gezelschap behoren. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van “zich ophouden in een gezelschap” is het in ieder geval van belang of de personen bij elkaar horen vanuit oogpunt van de relatie (bijvoorbeeld familie, een vriendengroep, een reisgezelschap een sportteam of leden van een vereniging die gezamenlijk een ruimte bezoeken) of de aard van de gelegenheid (bijvoorbeeld een bruiloft, verjaardagsfeest of borrel voor genodigden). Het publiek bij een voetbalwedstrijd of theatervoorstelling zal bijvoorbeeld doorgaans bestaan uit meerdere gezelschappen of individuen. In een theater of bioscoop mogen dus wel voorstellingen plaatsvinden met meer dan 50 personen zolang er onder bezoekers maar niet één gezelschap is dat uit meer dan 50 personen bestaat.

In de praktijk zal snel duidelijk zijn wanneer er wel of niet sprake is van een gezelschap. Je bent geen gezelschap met willekeurige anderen die op een zelfde tram wachten, of die toevallig naar een zelfde voorstelling gaan in een theater of bioscoop of die naar dezelfde sportwedstrijd in een stadion of op een sportveld komen kijken.

Een gezelschap kan ook voor een bijzondere gelegenheid bestaan zoals een borrel, verjaardag of huwelijksfeest. Dan ben je, voor die gelegenheid, samen met andere uitgenodigde personen aanwezig bij een samenkomst die voor anderen niet vrij toegankelijk zal zijn. Ook al kent niet iedereen elkaar bij aanvang is in dat soort situaties ook sprake van een gezelschap. In dit soort situaties is een ruimte geheel of gedeeltelijk afgehuurd voor dat gezelschap.

Leden van een filmclub die in de beslotenheid van de vereniging een filmvertoning organiseren, zijn wel een gezelschap, maar zijn uitgezonderd. Datzelfde geldt voor andere verenigingen waarvan de leden in beslotenheid samenkomen, zoals studentenverenigingen.

Het verbod ziet ook op een gezelschap dat bijeen is op een huwelijksfeest of verjaardagsfeest.

Reserveringen door een gezelschap van meer dan 50 personen voor het bezoeken van een concert, theater, horeca of andere activiteiten zijn niet toegestaan.

In het tweede lid worden situaties benoemd wanneer het verbod niet geldt. Zo is het toegestaan zich op te houden in een gezelschap van meer dan 50 personen indien er sprake is van een betoging, samenkomst of vergadering als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. Ook geldt het verbod niet bij het in gemeenschap met anderen belijden van godsdienst of levensovertuiging. Het is dus toegestaan om met een gezelschap van meer dan 50 personen deel te nemen aan een kerkdienst.

Daarnaast geldt het verbod ook niet bij uitvaarten en bij de beoefening van theater, dans of muziek in de vorm van culturele uiting. In het laatste geval gaat het om de beoefenaars van theater, dans of muziek en dus niet om toeschouwers. Toeschouwers kunnen ook een gezelschap vormen waar het verbod op ziet.

Ten slotte geldt het verbod ook niet voor gezelschappen bij de uitoefening van beroep of bedrijf of voor gezelschappen in verenigingen voor zover de leden van de vereniging samenkomen om het verenigingsrecht uit te oefenen. Meest geschiedt dit in eigen complex of gebouw. Het verenigingsrecht kan ook op een externe locatie worden uitgeoefend. Ook dan is een gezelschap van meer van 50 personen toegestaan. Het is echter voor verenigingsleden niet toegestaan om als gezelschap van meer dan 50 personen andere activiteiten uit te oefenen zoals het bezoeken van een concert of theater.

Voor een bedrijfsborrel op kantoor geldt het verbod wel omdat dat niet de uitoefening van beroep of bedrijf is.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de bedoelde vrijstelling los staat van de meldplicht uit artikel 2.1b. Men kan vrijgesteld zijn van het verbod maar wel de plicht hebben de samenkomst te melden bij de voorzitter.

Artikel 2.2 Veilige afstand

Op grond van artikel 2.2, eerst lid, is het verboden om zich in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf, op te houden zonder tot de dichtstbijzijnde persoon een afstand te houden van ten minste 1,5 meter. Ten aanzien van dit verbod geldt dat de 1,5 meter afstandsnorm gehandhaafd wordt vanaf drie personen.

Het begrip publieke ruimte is in de begripsbepalingen gedefinieerd als openbare ruimte en voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, alsmede zich daar bevindende vaartuigen en voertuigen, met uitzondering van de zich daarin bevindende woongedeelten

Op dit verbod is in het tweede lid een aantal uitzonderingen geformuleerd. Zo zijn personen die een gezamenlijk huishouden vormen onderling niet verplicht afstand tot elkaar te houden. Een gezamenlijk huishouden is gedefinieerd als de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en ouders, grootouders en kinderen, voor zover zij volgens de basisregistratie personen op hetzelfde adres woonachtig zijn.

Ook is het niet verplicht 1,5 meter afstand te houden tot kinderen in de leeftijd tot en met 12 jaar.

Personen in de leeftijd tot en met 17 jaar zijn niet verplicht onderling afstand tot elkaar te houden, maar vanaf 13 jaar wel tot personen van 18 jaar en ouder. Leerlingen in het voorgezet onderwijs en het voorgezet speciaal onderwijs die 18 jaar of ouder zijn, zijn op school niet verplicht afstand te houden tot medeleerlingen. Er dient op school dus wel 1,5 meter afstand te worden gehouden tot het personeel. Een uitzondering is er in instellingen voor het middelbaar beroepsonderwijs, het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. In die instellingen dienen personen van 13 jaar en ouder ook afstand tot elkaar te houden.

Onderdeel e bepaalt dat personen bij de uitoefening van hun beroep niet verplicht zijn 1,5 meter afstand te houden jegens of met wie de werkzaamheden worden uitgevoerd, mits die werkzaamheden in het kader van de uitoefening van het beroep noodzakelijk zijn en werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd met inachtneming van een afstand van 1,5 meter.

Onderdeel h ziet op de uitoefening van sport, theater en dans in de vorm van sport of culturele uiting. Voor alle leeftijdsgroepen geldt dat zij normaal spelcontact mogen hebben. De 1,5 meter afstand tijdens het sporten, dient waar mogelijk in acht genomen te worden, maar als dat een normale sportbeoefening in de weg staat mag 1,5 meter afstand tijdelijk losgelaten worden. Voorafgaand en na afloop van de sportbeoefening dienen sporters van 18 jaar en ouder wél 1,5 meter afstand tot elkaar te houden, waaronder in de kleedkamers en in de kantines.

Bovenstaande betekent dat wel 1,5 meter afstand moet worden gehouden als dat een normale sportbeoefening niet in de weg staat. Denk hierbij aan bowlen, biljarten, darten en bridge.

Het niet in acht nemen van de 1,5 meter bij theater en dans geldt voor acteurs en dansers die een voorstelling geven of dansen in de vorm van sport op een dansschool.

Ook bij dansevenementen in de buitenlucht moet wel ten minste 1,5 meter afstand worden gehouden. Dan is er immers noch sprake van sport noch sprake van een culturele uiting. Dansen buiten mag wel op samenkomsten met maximaal 250 personen, maar wel met inachtneming van de 1,5 meter afstand tot elkaar.

Onderdeel i bepaalt dat het niet verplicht is 1,5 meter afstand te houden in het openbaar vervoer, overige bedrijfsmatig vervoer en vervoer voor privé-doeleinden, mits het gaat om vervoer dat primair de verplaatsing van de ene locatie naar de andere locatie behelst. Wel moet een mondkapje worden gedragen vanaf 13 jaar, met uitzondering van het vervoer voor privé-doeleinden waarvoor het dragen van een mondkapje een advies is, maar geen verplichting.

Dit betekent dat (bijvoorbeeld) bij recreatief vervoer met een pleziervaartuig zoals een rondvaartboot, sloep of tender of bij het rondrijden in een (gehuurde) auto of bus het verbod om zich in de publieke ruimte op te houden zonder tot de dichtstbijzijnde persoon een afstand te houden van ten minste 1,5 meter, onverkort van toepassing is. In die gevallen is de verplaatsing immers niet primair gericht is op vervoer van de ene locatie naar de andere locatie.

Voor sommige activiteiten geldt dat zij onder verschillende artikelen van deze verordening vallen. Hierbij kan gedacht worden aan de bruine vloot. Voor zover daar de zeilsport beoefend wordt, is het niet verplicht 1,5 meter afstand tot elkaar te houden. Bevinden de aanwezigen zich echter in het eet- of slaapgedeelte dan moet wel afstand worden gehouden. Wordt een vaartuig uit de bruine vloot ingezet als veerdienst dan gelden de regels voor personenvervoer per boot.

Onderdeel j staat toe dat personen op een buitenterras bij een eet- en drinkgelegenheid die aan weerszijden van een tussen tafels geplaatst kuchscherm zitten, onderling geen 1,5 meter afstand houden. Deze uitzondering geldt uitsluitend op buitenterrassen bij eet- en drinkgelegenheden. De instructie kuchschermen waar in artikel 1.2, eerste lid, naar wordt verwezen is te vinden op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2020/06/30/instructie-kuchschermen.

Artikel 2.3 Verbod openstelling dansvoorziening

Artikel 2.3 verbiedt het in een eet- en drinkgelegenheid aanwezige dansvoorziening geopend te houden voor publiek of aldaar gelegenheid te bieden tot dansen. Dansen in discotheken, nachtclubs en vergelijkbare dansgelegenheden is niet toegestaan. Indien in een discotheek, nachtclub of vergelijkbare dansgelegenheid een eet- en drinkgelegenheid is gevestigd, is het wel toegestaan deze eet- en drinkgelegenheid voor publiek geopend te houden.

Artikel 2.4 Verbod gezamenlijk zingen of schreeuwen

Op grond van dit artikel is het verboden buiten een woning en daarbij behorend erf gezamenlijk te zingen of te schreeuwen. Dit verbod geldt niet voor zangers, zangkoren en zangroepen. Zij mogen buiten de woning en daarbij behorende erven gezamenlijk zingen, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst of tijdens een concert. Samenzang tijdens religieuze samenkomsten is eveneens toegestaan. Om besmetting te voorkomen is het wel verplicht de richtlijnen van het RIVM die zijn opgenomen in zijn advies van 30 juni 2020 op dit punt na te leven. Dit advies is te raadplegen op https://lci.rivm.nl/koren-zangensembles.

Bij zangkoren en zangroepen moet gedacht worden aan koren en groepen die als zodanig actief zijn. Onder zangkoren en zanggroepen wordt in ieder geval niet verstaan het gezamenlijk zingen in een stadion tijdens een (voetbal)wedstrijd of het gezamenlijk meezingen bij een concert.

Artikel 2.5. Verboden gebieden en locaties

Dit artikel drukt uit dat de voorzitter bepaalde gebieden en locaties kan aanwijzen waar niemand zich mag bevinden. Dat gaat verder dan het verbod op samenkomsten (artikel 2.1) en de verplichting om afstand te houden (artikel 2.2); in dit geval mag niemand zich meer in het gebied bevinden, behalve de personen genoemd in het tweede lid. Daarnaast gelden de algemene uitzonderingen genoemd in artikel 3.1 van deze verordening.

Een gebied kan ook een specifieke locatie zijn, zoals een winkel of een eet- en drinkgelegenheid. Ook vakantieparken, campings, parken, natuurgebieden, zwemgelegenheden en stranden kunnen worden aangewezen indien op deze locaties niet of niet in voldoende mate de beperkende maatregel met betrekking tot het houden van 1,5 meter afstand tussen daar aanwezige personen in acht wordt genomen of het niet in acht nemen daarvan dreigt. De voorzitter kan ook een gebied of locatie aanwijzen indien hij dat noodzakelijk acht om de zorgcontinuïteit in de regio te garanderen.

De bevoegdheid kan ook worden gebruikt om uitvoering te geven aan de aanwijzing van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 augustus 2020 waarin hij opdracht geeft om bij alle gebieden en locaties, niet zijnde woningen, die gekoppeld worden aan meerdere besmettingen of clusters van besmettingen via het bron- en contactonderzoek van de GGD, passende maatregelen te treffen om het risico op besmettingen in de toekomst te verkleinen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport draagt de voorzitters van de veiligheidsregio’s in de aanwijzing op om over te gaan tot een sluiting van maximaal 14 dagen van locaties, specifiek recreatieve inrichtingen, waaronder in ieder geval eet- en drinkgelegenheden en pretparken, die gekoppeld worden aan meerdere besmettingen of clusters van besmettingen via het bron- en contactonderzoek van de GGD.

Het aanwijzen kan bij spoed ook mondeling geschieden. In de aanwijzing kan worden opgenomen dat deze enkel geldt voor een periode van de dag of week (bijvoorbeeld een weekend).

Onder noodzakelijke werkzaamheden als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, vallen bijvoorbeeld noodzakelijke werkzaamheden aan woningen en werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de levering van water, gas en elektriciteit.

Indien het betreffende gebied toegankelijk moet blijven voor andere personen dan genoemd in het tweede lid, dan kan de voorzitter een specifieke maatregel treffen op grond van zijn wettelijke (nood)bevelsbevoegdheden.

Artikel 2.6 Beperking openingstijden eet- en drinkgelegenheden

Artikel 2.6 beperkt de openingstijden van eet- en drinkgelegenheden.

Het eerste lid bepaalt dat artikel 2.6 ook van toepassing is op coffeeshops, shisha-lounges, bioscopen, casino’s, speelhallen, theaters, studentenverenigingen en stripclubs. Deze inrichtingen vallen doorgaans onder het begrip ‘eet- en drinkgelegenheid’ zoals dat is opgenomen in de begripsbepalingen van deze verordening. Artikel 2.6 is dan sowieso op hen van toepassing. Het eerst lid is opgenomen om ervoor te zorgen dat, mocht een bedoelde inrichting niet voldoen aan de begripsbepaling van eet- en drinkgelegenheid’, artikel 2.6 toch ook op hen van toepassing is

Op grond van het tweede lid mogen eet- en drinkgelegenheden na 0.00 uur geen nieuwe bezoekers meer toelaten en moet op grond van het derde lid de muziek uit. Het vierde lid bepaalt dat de eet- en drinkgelegenheid om 01.00 uur gesloten dient te zijn. Onder eet- en drinkgelegenheden vallen dus ook coffeeshops, shisha-lounges, bioscopen, casino’s, speelhallen, theaters, studentenverenigingen en stripclubs. Deze inrichtingen dienen na 01.00 uur geheel gesloten te zijn. Dus niet alleen de daarin aanwezige eet- en drinkgelegenheid.

De eet- en drinkgelegenheid mag niet eerder open dan om 06.00 uur, tenzij de eet- en drinkgelegenheid door de burgemeester van de plaats waar zij is gevestigd is aangemerkt als ochtendhoreca. In dat geval mag de eet- en drinkgelegenheid reeds om 04.00 uur open.

Het vijfde lid geeft een afwijkende regeling voor eet- en drinkgelegenheden met een afhaalfunctie. In dit verband kan bijvoorbeeld gedacht worden aan pizzeria’s, fastfoodrestaurants en shoarmazaken.

Als een eet- en drinkgelegenheid niet uitsluitend een afhaalfunctie heeft, geldt voor het gebruik van het restaurant of terras de hoofdregel dat na 00.00 uur geen nieuwe gasten mogen worden toegelaten en dat het restaurant en het terras om 01.00 uur dicht is.

Uitsluitend voor de afhaalfunctie mag de eet- en drinkgelegenheid na 0.00 uur nog bezoekers ontvangen. Om 02.00 uur dient de eet- en drinkgelegenheid ook voor de afhaalfunctie gesloten te zijn.

Na 01.00 uur mag een eet- en drinkgelegenheid met afhaalfunctie geen alcohol meer verstrekken, noch voor gebruik ter plaatse (bijvoorbeeld tijdens het wachten op de bestelling) noch voor gebruik elders dan ter plaatse.

De noodverordening geeft openings- en sluitingstijden van eet- en drinkgelegenheden. Ook de lokale APV’s kennen openings- en sluitingstijden. Daar waar de noodverordening beperktere openings- en sluitingstijden kent gelden die. Als de lokale APV beperktere openings- en sluitingstijden kent, gaan die voor.

Artikel 2.7 Inrichting en beëindiging voorziening openbaar vervoer

Dit artikel ziet op de voorzieningen en maatregelen die de vervoerder dient te treffen om het gebruik van de openbaar vervoer voorzieningen of van bedrijfsmatig personenvervoer mogelijk te maken met inachtneming van de beperkende maatregelen met betrekking tot het houden van 1,5 meter afstand tussen alle in de voorziening aanwezige personen en het dragen van een niet-medisch mondkapje door reizigers van 13 jaar en ouder in voertuigen en vaartuigen. Onder de te nemen maatregelen valt ook het op adequate wijze zichtbaar duidelijk maken van dergelijke maatregelen en het geven van aanwijzingen aan reizigers voor het juist gebruik van voorzieningen. Denk daarbij aan het éénrichtingsverkeer op de stations of perrons, het afplakken van stoelen in voertuigen en/of vaartuigen, verplichte ingang/uitgang van voertuigen en/of voorzieningen, het door middel van borden geven van aanwijzingen etc.

De afspraken tussen de overheid en het OV over de wijze waarop de 1,5m samenleving wordt ingevuld binnen het OV zijn hierbij ook van belang (https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-infrastructuur-en-waterstaat/documenten/kamerstukken/2020/05/14/afspraken-opschalen-openbaar-vervoer-en-ov-protocol). Het beëindigen of beperken van het openbaar vervoer kan bij spoed ook mondeling geschieden.

In de handhaving van die maatregelen is een belangrijke rol weggelegd voor de BOA’s (domein IV) in dienst van de vervoerder. In voorkomende gevallen zullen deze aanwijzingen geven op grond van artikel 73 WP2000 juncto 53 BP2000 in het belang van een juist gebruik van de voorzieningen van openbaar vervoer en de opvolging van de maatregelen die bijdragen aan het in acht nemen van de afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen en het dragen door reizigers van 13 jaar en ouder van een niet-medisch mondkapje in voertuigen en vaartuigen. Handhaving kan tevens plaatsvinden op grond van artikel 52BP2000.

Immers uitgangspunt zal zijn dat BOA’s en ook de overige medewerkers van het OV, de reizigers er op wijzen, eventueel tot 2 keer toe, zich aan de maatregelen te houden, waaronder het dragen van een mondkapje in de voertuigen of vaartuigen, voordat er een aanwijzing wordt gegeven aan de reiziger. Die aanwijzing kan eruit bestaan dat de reiziger wordt gevraagd alsnog een mondkapje te dragen, danwel – bij weigering – het voertuig of vaartuig te verlaten. In geval dat de reiziger dan uiteindelijk de aanwijzing niet opvolgt dan wordt er proces-verbaal opgemaakt voor het niet opvolgen van de aanwijzing. Dit betreft dus veelal het niet opvolgen van de aanwijzing tot het dragen van een mondkapje, maar dat kunnen dus ook andere aanwijzingen zijn in het belang van de orde, rust, veiligheid en de goede bedrijfsgang in het OV.

De vervoerders zijn gehouden reizigers van 13 jaar en ouder te verplichten in de voertuigen een mondkapje te dragen. Het gaat hierbij om een niet-medisch mondkapje. In het openbaar vervoer is de uitzonderingsbepaling van artikel 1 lid 2 onder b van de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding van toepassing nu de bescherming van de gezondheid tegen het COVID-19 virus het noodzakelijk maakt om in het openbaar vervoer een mondkapje te dragen en aan het mondkapje verder geen eisen zijn gesteld anders dan dat het de neus en mond moet bedekken. De gezichtsbedekking kan dienen ter bescherming van het lichaam in verband met de gezondheid. Er is dus geen sprake van overtreding van artikel 1 lid 1 van de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding in het openbaar vervoer.

Artikel 2.8 Overig personenvervoer

Artikel 2.8 verplicht reizigers van 13 jaar en ouder in het overige bedrijfsmatige personenvervoer, niet zijnde openbaar vervoer, een niet-medisch mondkapje te dragen indien zij zich met meer dan twee personen van 13 jaar en ouder, de bestuurder daaronder begrepen, in een voertuig of vaartuig bevinden. Het begrip ‘overig bedrijfsmatig personenvervoer is gedefinieerd in artikel 1.2. De verplichting geldt dus ook als tot andere personen 1,5 meter afstand gehouden kan worden. De plicht geldt in alle vormen van bedrijfsmatig personenvervoer, dus ook in bijvoorbeeld touringcars, busjes en personenauto’s met minder dan 9 zitplaatsen waarmee personen van en naar werklocaties worden vervoerd (al dan niet met chauffeur).

Naast de verplichting tot het dragen van een mondkapje mag een aanbieder van bedrijfsmatig personenvervoer, waarbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan touringcarbedrijven en taxivervoer, uitsluitend werken op basis van reservering. Ook is de aanbieder verplicht de reiziger te vragen naar ziekteverschijnselen die samenhangen met een besmetting met het COVID-19 virus. Deze verplichtingen gelden niet voor de aanbieder van openbaar vervoer of veerdiensten.

De plicht tot het dragen van een mondkapje geldt niet op rondvaartboten en andere vormen van recreatief vervoer. In die gevallen geldt de eis tot het houden van 1,5 meter afstand.

In de artikelen 2.7 en 2.8 is bepaald dat reizigers vanaf 13 jaar een niet-medisch mondneuskapje dienen te dragen. Op dit gebod wordt niet gehandhaafd bij personen die wegens een medische oorzaak geen mondkapje kunnen dragen. Reizigers zullen die medische oorzaak desgevraagd op enigerlei wijze aannemelijk moeten maken.

Gelet op de aanwijzing van de minister van 11 september 2020, nr. 1742228-209922-PG wordt op het gebod tot het dragen van een niet-medisch mondkapje voor jongeren in het leerlingen- en doelgroepenvervoer niet gehandhaafd. Dit betreft het vervoer van leerlingen van en naar het voortgezet (speciaal) onderwijs. Daarnaast gaat het over vervoer van jongeren tot en met 17 jaar van en naar de locatie waar jongeren de jeugdhulp ontvangen, de kinderopvang en zorglocaties voor jeugd, zoals kinderdienstencentra (KDC).

Artikel 2.9. Verboden toegang verpleeghuizen en woonvormen ouderenzorg

Dit artikel ziet op de toegang tot verpleeghuizen (onderdeel a) en kleinschalige woonvormen in de ouderenzorg (onderdeel b). De formulering van het artikel maakt duidelijk dat het niet aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s is om op te treden tegen verpleeghuizen en woonvormen, maar uitsluitend tegen bezoekers die zonder toestemming van de beheerder (bestuur, directie of andere persoon die bevoegd is om namens het verpleeghuis of de woonvorm te handelen) in een verpleeghuis of woonvorm aanwezig zijn. Er is geen verbod op het bezoeken van bewoners in de genoemde locaties, behalve voor locaties waar zich nog één of meer COVID-19 besmettingen voordoen. Op die locaties is het bezoeken van bewoners zonder toestemming van de beheerder nog steeds verboden. De beheerder verleent wel toestemming voor bezoek indien het bezoek de beperking van de verspreiding van COVID-19 niet in de weg staat. Ook verleent de beheerder toestemming voor bezoek aan een bewoner die verkeert de stervensfase of daaraan vergelijkbare omstandigheden en voor het horen en beoordelen van een cliënt in het kader van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten. De beheerder kan op grond van het derde lid toestemming verlenen aan structurele vrijwilligers. Hij is daartoe, anders dan bij de situaties bedoeld in het tweede lid, niet verplicht.

Artikel 3.1. Uitzonderingen

Inherent aan de bevoegdheid om noodverordeningen vast te stellen, is de bevoegdheid om daarvan in concrete gevallen af te wijken. De voorzitter kan derhalve in alle situaties waarin hij dat noodzakelijk acht, afwijken van de bepalingen in deze verordening. Dit wordt uitgedrukt in onderdeel c. De voorzitter dient zich daarbij vanzelfsprekend wel te houden aan de opdrachten op basis van artikel 7 van de Wet publieke gezondheid.

Daarnaast bevat artikel 3.1 uitzonderingen voor de betrokken hulpdiensten en toezichthouders (onderdeel a) en activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voortgang van vitale processen (onderdeel b). De uitzondering in onderdeel b dient strikt te worden opgevat: ze biedt geen vrijbrief voor allerhande afwijkingen van de noodverordening ten behoeve van vitale processen, maar geldt alleen indien de toepassing van een verbod op bepaalde activiteiten de voortgang van vitale processen in gevaar zou brengen.

De uitzonderingen staan er niet aan in de weg dat de voorzitter in concrete gevallen van zijn wettelijke (nood)bevelsbevoegdheden gebruikmaakt.

Het schenden van voorschriften en beperkingen als bedoeld in het tweede lid is strafbaar gesteld in artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 4.2. Toezicht

Op basis van de Politiewet 2012 en de Wet veiligheidsregio’s treden de politie en de Koninklijke marechaussee op ter handhaving van deze verordening. Daaronder valt zowel de feitelijke handhaving met behulp van de politie (artikel 172, tweede lid, Gemeentewet jo. artikel 39 Wet veiligheidsregio’s) als de strafrechtelijke sanctionering.

Daarnaast worden in artikel 4.2 toezichthouders aangewezen ten behoeve van de mogelijke bestuursrechtelijke handhaving van deze verordening. Naast ambtenaren van politie en militairen van de Koninklijke marechaussee zijn dat ook de door de voorzitter aangewezen toezichthouders én door de voorzitters aan te wijzen toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) als bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Alle boa’s kunnen worden aangewezen en niet alleen de boa’s zoals genoemd in artikel 142, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafvordering. Voor zover de voorzitter voornemens zou zijn boa’s aan te wijzen die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een ministerie (rijksboa’s) vindt voorafgaand aan de aanwijzing overleg plaats met het betreffende ministerie.

Artikel 5.1. Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze verordening wordt bekendgemaakt door plaatsing op de website van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

In verband met de mogelijke verlenging van de maatregelen bevat deze verordening geen vervaldatum. De verordening zal zo spoedig als mogelijk is ingetrokken worden.

Artikel 5.3. Overgangsrecht

Met deze overgangsrechtelijke bepaling wordt voorkomen dat besluiten op basis van de vorige noodverordeningen (zoals aanwijzingen van uitzonderingen en toezichthouders) hun geldigheid verliezen.