Regeling vervallen per 04-06-2015

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Druten (ex artikel 212 Gemeentewet)

Geldend van 29-12-2011 t/m 03-06-2015

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Druten (ex artikel 212 Gemeentewet)

De Raad van de gemeente Druten,

Gelezen het voorstel van het college van 2 november 2010;

Gelet op ; artikel 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden en artikel 149 van de Gemeentewet.

Besluit:

De Financiële verordening gemeente Druten (ex artikel 212 Gemeentewet) vast te stellen.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 december 2010;

Titeldeel 1

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. afdeling:

iedere eenheid binnen de gemeentelijke organisatie (afdeling en stafafdeling) die als zodanig in de Organisatieverordening van de gemeente Druten is aangewezen.

b. administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de gemeentelijke organisatie en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

c. financiële administratie:

het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de gemeentelijke organisatie, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

1. de financieel-economische positie;

2. het financiële beheer ;

3. de uitvoering van de begroting;

4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;

5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

d. administratieve organisatie:

het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

e. beheer van vermogenswaarden:

het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente.

f. rechtmatigheid

het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

g. doelmatigheid

het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

h. doeltreffendheid

de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Titeldeel 1 Begroting en verantwoording

Kaderstellen

Artikel 2 Programmabegroting

  • 1 De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2 De raad stelt per programma vast:

    a. de beoogde maatschappelijke effecten (wat willen we bereiken?);

    b. de te leveren goederen en diensten (wat doen we hiervoor?);

    c. de baten en lasten (wat mag het kosten?).

  • 3 Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3 Producten

  • 1 Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s.

  • 2 De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4 Kaders begroting

Op voorstel van het college stelt de raad uiterlijk in de julivergadering een kadernota (voorjaarsnota) vast voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

Uitvoering

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1 Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2 Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    b. de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie.;

    c. de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt

  • 3 Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Artikel 6 Interne controle

  • 1 Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2 Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een aantal bedrijfsprocessen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen. Ieder bedrijfsproces van de gemeente wordt minimaal eens in de 8 jaar getoetst.

  • 3 Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het tweede lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

  • 4 De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 7 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1 Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier maanden en de eerste acht maanden van het lopende boekjaar

  • 2 Het college biedt de tussenrapportages over de eerste vier en acht maanden van het lopende begrotingsjaar de raad uiterlijk aan in respectievelijk de juli- en novembervergadering.

  • 3 De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4 De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten. In de rapportages wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van:

    a. inkomsten uit de algemene uitkering;

    b. de rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt;

    c. resultaten uit grondexploitatie;

    d. realisatie op begrote subsidieverwachtingen;

    e. budgettaire afwijkingen groter dan € 25.000 op kredieten;

    f. budgettaire afwijkingen op reguliere budgetten (grootboekrekeningniveau) groter dan 10% met een minimum van € 10.000, waarbij afwijkingen vanaf € 25.000 altijd worden toegelicht.

  • 5 Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

    a. investeringen met structurele jaarlasten groter dan € 10.000;

    b. aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 50.000;

    6. De consultatie van de raad als bedoeld in lid 5:

    a. valt zoveel mogelijk samen met de tussenrapportages als bedoeld in lid 1;

    b. is niet vereist bij uitgaven, waarvoor de raad in het voorgaande begrotingsjaar eenmalige budgetten beschikbaar heeft gesteld, mits het college deze uitgaven bij de eerstvolgende tussenrapportage meldt en inzicht biedt in de uitvoering, fasering en kosten.

Artikel 8 Jaarstukken

  • 1 Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de afdelingen naar de productenrealisatie en naar de programma verantwoording.

  • 2 Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:

    a. wat is bereikt;

    b. welke goederen en diensten zijn geleverd;

    c. wat de kosten zijn;

    d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3 De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

  • 4 De jaarstukken zijn ingedeeld overeenkomstig de voorgeschreven indeling van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Titeldeel 2 Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 9 Financiële positie

  • 1 Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2 Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen worden bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3 De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

Artikel 10 Waardering

  • 1 Het college stelt minimaal eenmaal per vier jaar een geactualiseerde nota “Geactiveerde Kapitaaluitgaven” vast.

  • 2 De nota “Geactiveerde Kapitaaluitgaven” geeft het beleid aan inzake:

    a. het activeren van vaste activa;

    b. het waarderen van vaste activa;

    c. het afschrijven van vaste activa;

    d. het accorderen en afsluiten van investeringen.

  • 3 In geval van activering bij raadbesluit wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 11 Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van de ouderdom en de status van betreffende openstaande posten.

Artikel 12 Reserves en voorzieningen

  • 1 Het college biedt minimaal een keer per 2 jaar een nota reserves en voorzieningen aan.

  • 2 De nota behandelt:

    a. de vorming en besteding van reserves;

    b. de vorming en besteding voorzieningen;

    c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen, in relatie tot de nota weerstandsvermogen en risicomanagement bedoeld in artikel 17.

Artikel 13 Kostprijsberekening

  • 1 Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Druten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2 Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

Artikel 14 Financieringsfunctie

  • 1 Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:

    a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    b. het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    c. het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

    d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2 Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht, die zijn opgenomen in het door de raad laatst vastgestelde treasurystatuut.

Artikel 15 Registratie bezittingen, activa en vermogen

Is vervallen.

Titeldeel 3 Paragrafen

Artikel 16 Lokale heffingen

In de paragraaf lokale heffingen bij de programmabegroting en de programmarekening neemt het college, naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten, in ieder geval de gemiddelde lastendruk per gezin in de gemeente op.

Artikel 17 Weerstandsvermogen en risicomanagement

In de paragraaf weerstandsvermogen bij de programmabegroting en de programmarekening neemt het college de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten op. Het college biedt de raad bij ingrijpende beleidswijzigingen, doch minimaal eens in de vier jaar, een nota weerstandvermogen aan.

Artikel 18 Onderhoud kapitaalgoederen

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering en gebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag.

Artikel 19 Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

a. de kasgeldlimiet;

b. de renterisico norm;

c. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

d. de rentevisie en

e. de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 20 Bedrijfsvoering

  • 1 In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen. Daarbij wordt speciale aandacht gegeven aan:

    a. aantal personeelsleden in dienst onderverdeeld naar leeftijd en beloningsschaal;

    b. de instroom, uitstroom en het percentage ziekteverzuim van personeel;

    c. de directe loonkosten;

    d. de personeelskosten

    e. de kosten inleenkrachten;

    f. de kosten van ingehuurde externen;

    g. de huisvestingskosten;

    h. de automatiseringskosten;

    i. vernieuwing, uitbreiding, herstructurering, reorganisatie en inkrimping van de ambtelijke organisatie, de gemeentelijke huisvesting, het gemeentelijk materieel en de gemeentelijke automatiseringssystemen.

  • 2 Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten.

Artikel 21 Verbonden partijen

In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen

Artikel 22 Grondbeleid

  • 1 Het college neemt in de begroting en jaarrekening een paragraaf grondbeleid op, waarin in ieder geval wordt ingegaan op:

    a. de relatie met de programma’s van de begroting;

    b. de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    c. de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    d. de voorraadverwerving en uitgifte van gronden;

  • 2 In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van het grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma’s.

  • 3 Als onderdeel van de jaarrekening biedt het college de raad een herziening grondexploitaties aan. De herziening grondexploitaties bevat de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken. De raad stelt door vaststelling van de jaarrekening ook de herziening grondexploitaties vast.

Artikel 23 Verstrekking subsidies

Het college biedt indien hier aanleiding voor bestaat, maar in ieder geval op verzoek van de raad een (bijgestelde) nota verstrekking gemeentelijke subsidies aan ter behandeling door de raad. De nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende gemeentelijke subsidies.

Titeldeel 4 Financiële organisatie en administratie

Artikel 24 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in afdelingen;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;

c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

d. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 25 Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

a. de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

b. de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 26 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

c. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

Artikel 27 Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Titeldeel 5 Slotbepalingen

Artikel 28 Inwerkingtreding

  • 1 De verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Druten van 18 maart 2004 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2011 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

Artikel 29 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Druten”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad 9 december 2010
De griffier, De voorzitter,
drs. J.W. Meerbeek drs. L.J.E.M. van Riswijk