Regeling vervallen per 06-01-2011

Verordening Lijkbezorgingsrechten

Geldend van 26-11-2008 t/m 05-01-2011

Intitulé

Verordening Lijkbezorgingsrechten

Verordening LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2009

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 10 november 2008, nr. 2008/IX-8

Nadien gewijzigd bij raadsbesluit d.d. 15 december 2008, nr. 2008/X-25

Versie geldig met ingang van 1 januari 2009

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats “’t Heijlige Lant” te Duiven;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken, het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen en het doen verstrooien van as van overledenen;

  • c.

    algemeen graf voor 1 inlage: een graf, niet zijnde een eigen graf, waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een lijk;

  • d.

    algemeen graf voor 2 inlagen: een graf, niet zijnde een eigen graf, waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een lijk;

  • e.

    kindergraf: een graf, niet zijnde een eigen graf, waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een lijk van een persoon beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • f.

    eigen urnengraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen en het doen verstrooien van as van overledenen;

  • g.

    algemeen urnengraf: een graf, niet zijnde een eigen urnengraf, waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van een asbus met of zonder urn;

  • h.

    eigen urnenkelder: een kelder, waarvoor aan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen en het doen verstrooien van as van overledenen;

  • i.

    algemene urnenkelder: een kelder, niet zijnde een eigen urnenkelder, waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van een asbus met of zonder urn;

  • j.

    eigen urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk of een rechtspersoon voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    algemene urnennis: een nis, niet zijnde een eigen urnennis, waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van een asbus met of zonder urn;

  • l.

    eigen verticaal urnenelement: een verticaal element, waarvoor aan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • m.

    algemeen verticaal urnenelement: een verticaal element, niet zijnde een eigen verticaal urnenelement, waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van een asbus met of zonder urn;

  • n.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • o.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • p.

    verstrooiïngsveld: een daartoe aangewezen gedeelte van de begraafplaats, bestemd voor het doen verstrooien van de as van een overledene;

  • q.

    herdenkingszuil: een zuil bij het verstrooiïngsveld, waarop een gedenkteken kan worden aangebracht met de naam van de overledene, waarvan de as op het verstrooiïngsveld is uitgestrooid;

  • r.

    eigen gedenkplaats: een plaats, waarvoor aan een natuurlijk of een rechtspersoon voor een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen plaatsen en geplaatst houden van een gedenkteken ter nagedachtenis van een overledene waarvan het lijk, de asbus met of zonder urn of de as niet op de begraafplaats is begraven, bijgezet of verstrooid;

  • s.

    gedenkteken: een op een graf, urnenkelder, urnennis, verticaal urnenelement, herdenkingszuil of gedenkplaats te plaatsen gedenkteken.

Artikel 2. Belastbaar feit.

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Uitsluitende rechten tot begraven van lijken.

  • 1.

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

    periode van 30 jaren in een eigen graf doen begraven en

    begraven houden van lijken of het doen bijzetten en bijgezet

    houden van asbussen met of zonder urnen of het doen ver-

    strooien van as van overledenen wordt geheven € 1.365,62

  • 2.

    Voor het verlengen van het onder 1. genoemde uitsluitend

    recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven € 546,14

  • 3.

    Indien, bij begraving in een graf waarop een uitsluitend recht

is gevestigd, de resterende termijn van dit uitsluitend recht

minder bedraagt dan de wettelijke termijn van 10 jaar waar-

binnen een graf niet geroerd mag worden, wordt een recht

geheven berekend naar € 54,61 per jaar of gedeelte van een

jaar, dat het graf niet geroerd mag worden, maar er geen

uitsluitend recht meer is gevestigd.

Artikel 5. Uitsluitende rechten tot bijzetten van asbussen.

  • 1. Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

    periode van 30 jaren in een eigen urnengraf of een eigen

    urnenkelder doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen

    met of zonder urnen of het doen verstrooien van as van

    overledenen wordt geheven € 683,30

  • 2. Voor het verlengen van het onder 1. genoemde uitsluitend

    recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven € 273,40

  • 3. Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

    periode van 30 jaren in een eigen urnennis of een eigen

    verticaal urnenelement doen bijzetten en bijgezet houden van

    asbussen met of zonder urnen wordt geheven € 683,30

  • 4. Voor het verlengen van het onder 3. genoemde uitsluitend

    recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven € 273,40

Artikel 6. Uitsluitende rechten op gedenkplaatsen.

  • 1. Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het voor een

    periode van 30 jaren op een eigen gedenkplaats doen plaatsen

    en geplaatst houden van een gedenkteken wordt geheven € 683,30

  • 2. Voor het verlengen van het onder 1. genoemde uitsluitend

    recht wordt voor elke periode van 10 jaren geheven € 273,40

Artikel 7. Begraven van lijken.

  • 1. Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of

    ouder in een eigen graf wordt geheven

    voor de 1e inlage € 1.155,82

    voor de 2e inlage € 1.204,15

  • 2. Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of

    ouder in een algemeen graf voor 1 inlage wordt geheven € 1.155,82

  • 3. Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of

    ouder in een algemeen graf voor 2 inlagen wordt geheven € 750,85

  • 4. Voor het begraven van een lijk van een kind van 1 jaar of

    ouder, doch jonger dan 12 jaar in een kindergraf wordt

    geheven € 847,53

  • 5. Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de leef-

    tijd van 1 jaar of van een doodgeboren kind en/of onvoldragen

    vrucht in een kindergraf wordt geheven € 423,23

  • 6. De in het eerste tot en met het vijfde lid genoemde rechten

    worden verhoogd met 100%, indien het begraven geschiedt op

    zondagen, algemeen erkende christelijke en nationale feest-

    dagen en nieuwjaarsdag.

  • 7. De in het zesde lid genoemde toeslag is niet verschuldigd, in-

    dien het begraven geschiedt op last van de daartoe bevoegde

    overheid.

Artikel 8. Bijzetten van asbussen.

  • 1. Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

    eigen graf wordt geheven € 594,02

  • 2. Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

    eigen of een algemeen urnengraf wordt geheven € 594,02

  • 3. Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

    eigen urnenkelder wordt geheven

    voor de 1e inlage € 867,93

    voor de 2e inlage € 618,72

  • 4. Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

    algemene urnenkelder wordt geheven € 867,93

  • 5. Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

    eigen urnennis wordt geheven

    voor de 1e inlage € 960,31

    voor de 2e inlage € 558,57

  • 6. Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

    algemene urnennis wordt geheven € 960,31

  • 7. De in het eerste tot en met het zesde lid genoemde rechten

    worden verhoogd met 100%, indien het bijzetten geschiedt op

    zondagen, algemeen erkende christelijke en nationale feest-

    dagen en nieuwjaarsdag.

  • 8. De in het zevende lid genoemde toeslag is niet verschuldigd, in-

    dien het bijzetten geschiedt op last van de daartoe bevoegde

    overheid.

Artikel 9. Verstrooien.

  • 1. Voor het verstrooien van de as van een overledene op het

    verstrooiïngsveld, een eigen graf, een eigen urnengraf of een

    eigen urnenkelder wordt geheven € 107,42

  • 2. Het in het eerste lid genoemde recht wordt verhoogd met

    100%, indien het verstrooien geschiedt op zondagen, algemeen

    erkende christelijke en nationale feestdagen en nieuwjaars-

    dag.

  • 3. De in het tweede lid genoemde toeslag is niet verschuldigd, in-

    dien het verstrooien geschiedt op last van de daartoe bevoegde

    overheid.

Artikel 10. Inschrijven en overboeken uitsluitende rechten.

Voor het inschrijven of het overboeken van het recht van een ei-

gen graf, een eigen urnengraf, een eigen urnenkelder, een eigen

urnenkelder, een eigen urnennis, een eigen verticaal urnen-

element of een eigen gedenkplaats wordt geheven € 5,64

Artikel 11. Plaatsen gedenkteken.

Voor een vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken op

een graf, een urnengraf, een urnenkelder, een urnennis, een

verticaal urnenelement, de herdenkingszuil of een gedenkplaats

wordt geheven € 18,04

Artikel 12. Opgraven van lijken.

  • 1. Voor het opgraven van een lijk uit een graf wordt, behalve

    wanneer dit op rechterlijk bevel geschiedt, geheven € 1.155,82

  • 2. Voor het na opgraving weer begraven van een lijk in een

    ander graf op de begraafplaats wordt, naast het hiervoor onder

  • 1. vermelde bedrag, een recht geheven als bedoeld in de

    artikelen 4 en/of 7 en/of 10.

  • 3. In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, is geen recht

    voor het opgraven van een lijk verschuldigd, indien tot

    ruiming is besloten en in verband daarmede opgraving zou

    moeten plaatsvinden, en alsdan de rechthebbende of de

    erfgenamen de wens te kennen geven de overblijfselen van het

    lijk en de kist te herbegraven in een ander graf. Alsdan wordt

    voor het opnieuw begraven een recht geheven als bedoeld in de

    artikelen 4 en/of 7 en/of 10.

Artikel 13. Wegnemen van asbussen.

  • 1. Voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn uit een

    eigen graf, een urnengraf, een urnenkelder, een urnennis of

    een verticaal urnenelement wordt, behalve wanneer dit op

    rechterlijk bevel geschiedt, geheven € 594,02

  • 2. Voor het na wegnemen weer terugplaatsen van een asbus met

    of zonder urn in een ander(e) eigen graf, urnengraf, urnen-

    kelder, urnennis of verticaal urnenelement op de begraaf-

    plaats wordt, naast het hiervoor onder 1. vermelde bedrag,

    een recht geheven als bedoeld in de artikelen 5 en/of 8

    en/of 10.

  • 3. In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, is geen recht

    voor het wegnemen van een asbus met of zonder urn

    verschuldigd, indien tot ruiming is besloten en in verband

    daarmede wegneming zou moeten plaatsvinden, en alsdan de

    rechthebbende of de erfgenamen de wens te kennen geven de

    asbus met of zonder urn opnieuw bij te zetten in een ander(e)

    eigen graf, urnengraf, urnenkelder, urnennis of verticaal

    urnenelement. Alsdan wordt voor het opnieuw bijzetten een

    recht geheven als bedoeld in de artikelen 5 en/of 8 en/of 10.”

Artikel 14. Wijze van heffing.

De rechten als bedoeld in artikelen 4 tot en met 13 worden geheven door middel van een gedagtekende nota of andere schriftuur.

Artikel 15. Termijn van betaling.

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de nota of andere schriftuur.

Artikel 16. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 17. Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel.

  • 1. De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2008” van 12 november 2007, nr. 2007/VIII-5, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de lijkbezorgingsrechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten 2009”.