Regeling vervallen per 01-05-2021

Wegsleepverordening gemeente Duiven

Geldend van 24-07-2002 t/m 30-04-2021

Wegsleepverordening gemeente Duiven.

Raadsbesluit

Nr. 2002/V-8.

De raad van de gemeente Duiven;

overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2002;

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173 tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Wegsleepverordeninggemeente Duiven

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;

  • e.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen, voorzover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1. Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:

    het opslagterrein van Bergings- en Sleepdienst Van Amerongen, Boulevard Heuvelink 2B te Arnhem.

  • 2. De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats voor het afhalen van weggesleepte voertuigen zijn dagelijks van 00.00 tot 24.00 uur.

  • 3. De burgemeester kan een tijdelijke plaats van bewaring aanwijzen in het geval een specifieke situatie daartoe aanleiding geeft.

    Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

    • 1.

      De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen

      € 137,70 aan voorrij- en sleepkosten en gelden van maandag tot en met zondag, dag en nacht. Dit tarief wordt verhoogd met een opslag van 15% voor de indirect gemaakte kosten. De kosten worden in rekening gebracht bij de eigenaar of houder van het voertuig.

    • 2.

      De kosten voor het bewaren van een voertuig bedragen:

    • a.

      € 45,00 voor de eerste 24 uur of een gedeelte daarvan;

    • b.

      € 25,00 voor elke volgende dag of een gedeelte daarvan.

    Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

    Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

    Artikel 6 Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking zes weken na de bekendmaking ervan.

    Artikel 7 Citeertitel

    Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening gemeente Duiven.

    Aldus in zijn openbare vergadering van 27 mei 2002.

    De raad van de gemeente Duiven,

    secretaris, voorzitter,

    Artikelsgewijze toelichting

    Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

    • b.

      wet: de Wegenverkeerswet 1994;

    • c.

      besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

    • d.

      voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder a1 RVV 1990;

    • e.

      motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

    Toelichting

    In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat in deze verordening wordt vermeld. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

    Ad d. Voertuig

    Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.

    Ook in de model-APV is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg (zie artikel 5.1.11). Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In artikel 5.1.11 van de model-APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

    Ad e. Motorrijtuig

    Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de model-wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

    Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

    Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeenten aangewezen voorzover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

    Toelichting

    De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.

    Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke.

    Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken.

    In de tekst van de verordening is de ruimste variant opgenomen: alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente zijn aangewezen. Kortom, een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten én behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, én zijn aangewezen in de wegsleepverordening.

    Voor de volledigheid wordt nog eens opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bijvoorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken niet weggesleept mogen worden. Het voertuig zal doorgaans pas mogen worden weggesleept wanneer de winkels en bedrijven weer opengaan of enige tijd daarvoor.

    Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

    1.Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:

    het opslagterrein van Bergings- en Sleepdienst Van Amerongen, Boulevard Heuvelink 2B te Arnhem;

    • 2.

      De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats voor het afhalen van weggesleepte voertuigen zijn dagelijks van 00.00 tot 24.00 uur;

    • 3.

      De burgemeester kan een tijdelijke plaats van bewaring aanwijzen in het geval een specifieke situatie daartoe aanleiding geeft.

    Toelichting

    De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet de plaats van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk.

    In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.

    Het is raadzaam om de locatie van de bewaarplaats zodanig te kiezen dat ze ook goed bereikbaar is, bijvoorbeeld met het openbaar vervoer, voor de mensen die hiermee te maken krijgen. Ook de openingstijden dienen redelijk ruim te worden gekozen.

    Openstelling van de bewaarplaats alleen gedurende werkdagen lijkt niet voldoende omdat iemand hierdoor onevenredige schade kan lijden, die mogelijk op de gemeente wordt verhaald.

    Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

    • 1.

      De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen

      € 137,70 aan voorrij- en sleepkosten en gelden van maandag tot en met zondag, dag en nacht. Dit tarief wordt verhoogd met een opslag van 15% voor de indirect gemaakte kosten. De kosten worden in rekening gebracht bij de eigenaar of houder van het voertuig.

    • 2.

      De kosten voor het bewaren van een voertuig bedragen:

    • a.

      € 45,00 voor de eerste 24 uur of een gedeelte daarvan;

    • b.

      € 25,00 voor elke volgende dag of een gedeelte daarvan.

    Toelichting

    In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.

    In de wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds. Uiteraard dienen de opgenomen kosten wel in overeenstemming te zijn met de genoemde kostencomponenten. De gemeente dient uiteraard wel voor zichzelf en eventueel derden inzicht te hebben in de wijze waarop de genoemde kosten zijn berekend. Deze berekening zal ook in eventuele bezwaar- en beroepsprocedures de gerechtelijke toets moeten kunnen doorstaan.

    Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

    Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

    Toelichting

    Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

    • -

      het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

    • -

      de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het ‘knoeien’ met kentekens in geval van autodiefstal.

    Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

    Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Het is raadzaam om ook in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing te verklaren.

    Artikel 6 Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking zes weken na de bekendmaking ervan.

    Toelichting

    Op grond van artikel 22 lid 2 van de Tijdelijke Referendumwet treedt een besluit waarover een referendum kan worden gehouden, niet eerder in werking dan zes weken na de bekendmaking van het besluit.

    Intrekking van de oude wegsleepregeling van de burgemeester is niet nodig, omdat ze van rechtswege is vervallen op het moment dat de wijziging van de WVW 1994 in werking is getreden (1 januari 2002).