Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014

De raad van de gemeente Echt-Susteren,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 15 oktober 2013 en BBV nummer 285850;

gelet op het bepaalde in artikel 228a van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen:

de verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2. Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3. Belastbaar feit en belastingplicht

De belasting wordt geheven:

  • 1.

    van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel;

  • 2.

    met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4. Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6. Belastingtarieven

Het eigenarendeel als bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraag per perceel € 244,65.

Artikel 8. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven van:

  • 1.

    eigendommen, waarvan de gemeente het eigendom, bezit of beperkt recht heeft;

  • 2.

    eigendommen, welke in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van eigendommen welke dienen als woning.

Artikel 10. Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 11. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:

    • a.

      Bij niet-automatische incasso

      In twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso:

      in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. De “Verordening rioolheffing 2013”, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening rioolheffing 2014”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. .

De raad voornoemd,

mr. M.M.W.H.Y. Hermans CMC drs. J.W.M.M.J. Hessels

griffier burgemeester

Bijlage

Bijlage Model kostentoerekening rioolheffing Echt-Susteren 2014