Regeling vervallen per 09-03-2017

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Echt-Susteren 2014

Geldend van 15-10-2014 t/m 08-03-2017

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Echt-Susteren 2014

De raad van de gemeente Echt-Susteren,

gezien het voorstel van het seniorenconvent d.d. 2 september 2014 met BBV nummer 362614;

gezien het advies van de Accountantscommissie d.d. 17 september 2014

gelet op het bepaalde in artikel 212 van de gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de navolgende “Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Echt-Susteren 2014”:

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definitie

In deze verordening wordt verstaan onder administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Echt-Susteren en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

  • 1. De raad stelt de programma-indeling vast.

  • 2. Wijzigingen op de programma-indeling voor een begrotingsjaar kunnen tot 15 juli in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar worden vastgesteld.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma’s en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma’s.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.

  • 4. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

  • 5. Bij het niet volledig besteden van budgetten, waarvoor vóór 31 december van het boekjaar verplichtingen zijn aangegaan en nog geen feitelijke uitvoering heeft plaatsgevonden, mag een bestemmingsreserve worden gevormd, waaruit in een volgend jaar deze specifieke lasten kunnen worden gedekt.

  • 6. Bij het niet volledig besteden van budgetten uit de 2e bestuursrapportage vóór 31 december van het boekjaar, mag een bestemmingsreserve worden gevormd, waaruit in een volgend jaar deze specifieke lasten kunnen worden gedekt.

  • 7. Aan uw raad wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vóór 15 juli volgend op het boekjaar een separate begrotingswijziging voorgelegd, waarin zijn opgenomen de budgetten zoals bedoeld in artikel 3.1 en 3.2.

  • 8. De begroting en de jaarstukken kunnen naast de verplichte paragrafen ook paragrafen bevatten die door de raad zelf zijn bepaald. Wijzigingen op de paragrafen voor een begrotingsjaar kunnen tot 15 juli in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar worden vastgesteld.

Artikel 4. Kaders ontwerp-begroting

  • 1. Het college biedt vóór 15 mei aan de raad een “Kadernota” aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp-begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze “Kadernota” vóór 15 juli vast.

  • 2. De ramingen van onderhoudsbudgetten worden gebaseerd op meerjarige onderhoudsplannen.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen. Het overzicht algemene dekkingsmiddelen is verwerkt in het programma Algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling kan de raad aangeven van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Bij de behandeling van de bestuursrapportages in de raad doet het college voorstellen voor bijstelling van het beleid en wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten.

  • 4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor. Bij investeringen waarvoor de gemeente een specifieke geldlening moet afsluiten (projectfinanciering) informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van een bestuursrapportage 2 keer per jaar over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2. De bestuursrapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van de baten en lasten, beide op basis van de programma-indeling.

  • 3. In de bestuursrapportages worden ten minste afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan 10% met een minimum van € 5.000 toegelicht.

3. Financieel beleid

Artikel 7. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Artikel 8. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in 5jaar afgeschreven.

  • 2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3. Het afschrijvingsbeleid van de gemeente Echt-Susteren wordt vastgelegd in de “Nota afschrijvingsbeleid gemeente Echt-Susteren”. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan de methodieken en termijnen voor het afschrijven van de materiële vaste activa met economisch nut en meerjarig maatschappelijk nut.

  • 4. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 9. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college biedt de raad tenminste eens in de twee jaar een “Nota reserves en voorzieningen” aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen (bij waardering tegen contante waarde);

    • d.

      de vorming van reserves en voorzieningen met betrekking tot budgetten die vóór 31 december van een begrotingsjaar niet of niet volledig zijn besteed.

  • 2. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel van de reserve;

    • b.

      de voeding van de reserve;

    • c.

      de maximale hoogte van de reserve;

    • d.

      de maximale looptijd.

  • 3. Indien een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.

Artikel 10. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.

  • 3. Voor de inzet van materiele activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van de begroting vastgesteld.

Artikel 11. Prijzen economische activiteiten

  • 1. Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 2. Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

  • 3. Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.

  • 4. Raadbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:

    • a.

      leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

    • b.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;

    • c.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;

    • d.

      een bevoordeling van sociale werkplaatsen;

    • e.

      een bevoordeling van onderwijsinstellingen;

    • f.

      een bevoordeling van publieke media-instellingen;

    • g.

      een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.

Artikel 12. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de tarieven voor belastingen, gemeentelijke diensten, heffingen en rechten.

  • 2. De raad stelt de kaders vast voor de prijzen van de verhuur en verkoop van onroerende goederen en erfpachtcanons.

Artikel 13. Financieringsfunctie

  • 1. Het college neemt bij het uitzetten en het aantrekken van middelen de volgende kaders in acht:

    • a.

      voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan één jaar worden tenminste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd; en

    • b.

      er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet financiering decentrale overheden.

  • 2. Bij het verstrekken van leningen, het verstrekken van garanties en het verstrekken van risicodragend kapitaal bedingt het college indien mogelijk zekerheden.

  • 3. Bij het verstrekken van een garantie wordt een voorziening ten laste van de begroting gevormd ter grootte van het risico dat de gemeente met de garantie loopt. Als in de begroting niet is voorzien in een budget voor deze voorziening dan doet het college vooraf aan de garantieverlening een voorstel aan de raad voor een begrotingswijziging.

  • 4. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

4. Paragrafen

Artikel 14. Lokale heffingen

In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de mate van kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing;

  • b.

    het aantal en het bedrag aan kwijtscheldingen;

  • c.

    de waardeontwikkeling van onroerende zaken.

Artikel 15. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

  • 1. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten in ieder geval op een overzicht van de top 10 van de risico’s.

  • 2. Het beleid inzake het risicomanagement van de gemeente Echt-Susteren wordt vastgelegd in een “Nota Risicomanagement” en een “Nota Weerstandsvermogen”. De raad stelt deze nota’s vast. In de nota’s wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de methodiek volgens welke het risicomanagement wordt gevoerd;

    • b.

      de wijze waarop het weerstandsvermogen wordt bepaald.

  • 3. De in lid 2 genoemde nota’s worden tenminste één maal per raadsperiode geactualiseerd.

Artikel 16. Onderhoud kapitaalgoederen

Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten in ieder geval op een overzicht van alsmede een stand van zaken met betrekking tot de geldende onderhoudsplannen.

Artikel 17. Financiering

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de kasgeldlimiet;

  • b.

    de renterisiconorm;

  • c.

    de berekening van het EMU-saldo (bij de begroting).

Artikel 18. Bedrijfsvoering

In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand;

  • b.

    het percentage ziekteverzuim.

Artikel 19. Verbonden partijen

  • 1. In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten in ieder geval van elke verbonden partij op:

    • a.

      de naam en vestigingsplaats;

    • b.

      het financieel belang van de gemeente;

    • c.

      de zeggenschap van de gemeente;

    • d.

      het publiek belang dat wordt gediend met de deelname;

    • e.

      de bestuursstructuur.

  • 2. Het beleid omtrent verbonden partijen wordt vastgelegd in de “Nota verbonden partijen”. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      De uitgangspunten voor het beleid ten aanzien van verbonden partijen;

    • b.

      Het denkkader voor de uitvoering van taken middels verbonden partijen;

    • c.

      De randvoorwaarden voor deelname in een verbonden partij;

    • d.

      Het beheer van en het toezicht op een verbonden partij.

Artikel 20. Grondbeleid

  • 1. In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten in ieder geval op:

    • a.

      de verwerving van gronden;

    • b.

      de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten.

  • 2. Het grondbeleid van de gemeente Echt-Susteren wordt vastgelegd in de “Grondnota”. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de strategische visie op het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • b.

      het beheer en de uitgifte van gemeentelijke eigendommen;

    • c.

      het grondbeleid gericht op verandering van het grondgebruik;

    • d.

      de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van gronden.

  • 3. De uitgangspunten voor kostenverhaal door de gemeente Echt-Susteren worden vastgelegd in de “Nota Kostenverhaal”. De raad stelt de nota vast.

Artikel 21. Dienstverlening

De paragraaf dienstverlening informeert de raad op hoofdlijnen over de activiteiten, die in het afgelopen jaar in het kader van de dienstverlening aan inwoners en bedrijven zijn ondernomen respectievelijk de activiteiten die voor de komende periode te verwachten zijn.

Artikel 22. Kernenbeleid

De paragraaf kernenbeleid informeert de raad op hoofdlijnen over de activiteiten, die in het afgelopen begrotingsjaar in het kader van het kernenbeleid in de verschillende kernen zijn opgepakt respectievelijk over de beleidsvoornemens voor de komende periode. In deze paragraaf wordt ook aandacht besteed aan de beleidsvoornemens respectievelijk de activiteiten die in het afgelopen zijn opgepakt in het kader van de bevolkingskrimp.

5. Financieel beheer en interne controle

Artikel 23. Financiële organisatie

Het college draagt zorgt voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productenraming en de productenrealisatie;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • h.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 24. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • e.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 25. Interne controle

  • 1. Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheerhandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

6. Slotbepalingen

Artikel 26. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking. De verordening wordt toegepast:

    • a.

      in de beleids- en budgetcyclus 2014: vanaf de 2e bestuursrapportage 2014;

    • b.

      in de beleids- en budgetcyclus 2015 en volgende: op alle bij deze cyclus behorende documenten.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Echt-Susteren 2013” vastgesteld door de raad op 16 mei 2013.

Artikel 27. Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Echt-Susteren 2014”

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 2-10-2014.
De raad voornoemd,
mr. M.M.W.H.Y. Hermans CMC drs. J.W.M.M.J. Hessels
griffier burgemeester