Regeling vervallen per 13-10-2016

Nadere Regels (2014) ter uitvoering van de Beheersverordening Begraafplaatsen Ede

Geldend van 05-12-2013 t/m 12-10-2016

Intitulé

Nadere Regels (2014) ter uitvoering van de Beheersverordening Begraafplaatsen Ede

Gelezen het voorstel aan burgemeester en wethouders d.d. 26 november 2013, nr. 7200.

Overwegende dat het college op grond van de Beheersverordening Begraafplaatsen 2010 bevoegd is een aantal onderwerpen nader te regelen,

Besluiten:

Vast te stellen de volgende Nadere Regels (2014) ter uitvoering van de Beheersverordening Begraafplaatsen

Artikel 1 Begrippen

In deze Nadere Regels wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen, particulier graf, algemeen graf, particuliere urnenruimte, grafbedekking, foetusveld, personeel, rechthebbende en gebruiker:

    hetgeen de Beheersverordening Begraafplaatsen Ede 2010 hieronder verstaat;

  • b.

    het hoofd: de afdelingsmanager van de afdeling waaronder het beheer van de begraafplaatsen ressorteert;

  • c.

    grafteken: gedenkteken op graven en urnenruimten, bestaande uit een of meer duurzame materiaalsoorten;

  • d.

    monument: grafteken, dat door de vormgeving – dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders – niet meer kan worden beschouwd als een liggend of staand grafteken of urnenhouder en/of een grafteken waarvoor door burgemeester en wethouders ontheffing is verleend van de maximum hoogte;

  • e.

    foetus: hetgeen de Wet op de lijkbezorging daaronder verstaat;

  • f.

    foetusveld: een daarvoor bestemd deel van de begraafplaats waar de gelegenheid wordt geboden tot het (doen) begraven van foetussen.

Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen

De begraafplaatsen zijn dagelijks tussen zonsopgang en zonsondergang toegankelijk voor bezoekers.

Artikel 3 Tijden van begraven en asbezorging

De begin- en eindtijden van begravingen en bijzettingen van asbussen zijn:

op werkdagen

begintijd

eindtijd

08.30

09.45

10.00

11.15

11.30

12.45

13.00

14.15

14.30

15.45

op zaterdag

10.00

11.15

11.30

12.45

13.00

14.15

Artikel 4 Indeling categorieen en uitgifteduur

  • 1. De begraafplaatsen worden ingedeeld in vakken voor particuliere graven, particuliere urnenruimten en algemene graven.

    De particuliere en de algemene graven worden onderverdeeld in graven voor volwassenen (overledenen van 12 jaar en ouder), kindergraven (voor overledenen beneden 12 jaar). Bij de particuliere graven voor volwassenen worden vakken onderscheiden die uitsluitend zijn bestemd voor het aanbrengen van grafkelders.

  • 2. Particuliere graven en urnenruimten kunnen worden uitgegeven voor perioden van 10, 20 of 30 jaar.

  • 3. De in lid 1 bedoelde indeling en de volgorde van begraving/uitgifte zijn aangegeven op de bij deze Nadere Regels behorende plattegronden.

  • 4. De in lid 3 bedoelde plattegronden liggen ter inzage bij de begraafplaatsadministratie.

Artikel 5 Aanvragen vergunning

  • 1. Een vergunning voor het aanbrengen van een grafbedekking dient bij het hoofd te worden aangevraagd op een formulier dat verkrijgbaar is bij de begraafplaatsadministratie.

  • 2. De aanvraag dient te zijn voorzien van een tekening, waarop staan vermeld:

    • -

      de afmetingen en de materiaalkeuze van de grafbedekking;

    • -

      de naam en het adres van de leverancier;

    • -

      de naam en het adres van de rechthebbende/gebruiker.

  • 3. De vergunning wordt bij een particulier graf of urnenruimte gesteld op naam van de rechthebbende en bij een algemeen graf op naam van de gebruiker c.q. opdrachtgever. De vergunning wordt namens burgemeester en wethouders door het hoofd ondertekend en afgegeven aan de aanvrager, nadat het verschuldigde recht is voldaan.

Afmetingen grafbedekkingen Artikel 6 Particulier graf volwassenen

Op een particulier graf voor volwassenen kan, tenzij op grond van artikel 12, lid 1 anders is bepaald, worden aangebracht:

  • a.

    een staand grafteken in combinatie met een grafrand en/of andere bedekking: breedte maximaal 1,00 m, lengte grafrand maximaal 2,00 m; hoogte staand teken maximaal 1,00 m boven maaiveld; hoogte grafrand minimaal 0,05 m boven maaiveld; of

  • b.

    een liggend grafteken: breedte maximaal 1,00 m, lengte maximaal 2,00 m; hoogte van 0,15 tot 0,25 m boven maaiveld; of

  • c.

    een monument: breedte maximaal 1,00 m, lengte maximaal 2,00 m; hoogte maximaal 1,00 m boven maaiveld.

Artikel 7 Grafkelder

Op een particulier graf voor volwassenen, uitsluitend bestemd voor het aanbrengen van grafkelders, kan worden aangebracht:

  • a.

    een staand grafteken in combinatie met een grafrand en/of andere bedekking:

    breedte maximaal 1,40 m, lengte grafrand maximaal 2,50 m; hoogte staand teken maximaal 1,00 m boven maaiveld; hoogte grafrand minimaal 0,05 m boven maaiveld; of

  • b.

    een liggend grafteken: breedte maximaal 1,40 m, lengte maximaal 2,50 m; hoogte van 0,15 tot 0,50 m boven maaiveld; of

  • c.

    een monument: breedte maximaal 1,40 m; lengte maximaal 2,50 m; hoogte maximaal 1,00 m boven maaiveld.

Artikel 8 Particulier kindergraf

Op een particulier kindergraf kan worden aangebracht:

  • a.

    een staand grafteken in combinatie met een grafrand en/of andere bedekking:

    breedte maximaal 0,70 m, lengte grafrand maximaal 1,20 m; hoogte staand teken maximaal 0,60 m; hoogte grafrand minimaal 0,04 m boven maaiveld; of

  • b.

    een liggend grafteken: breedte maximaal 0,70 m; lengte maximaal 1,20 m; hoogte van 0,15 tot 0,25 m boven maaiveld; of

  • c.

    een monument: breedte maximaal 0,70 m; lengte maximaal 1,20 m; hoogte maximaal 0,60 m boven maaiveld.

Artikel 9 Particulier urnengraf

Op een particulier urnengraf kan worden aangebracht:

  • a.

    een urnenhouder in combinatie met een grondplaat: diameter maximaal 0,60 m; hoogte maximaal 0,85 m; bovenzijde grondplaat gelijk met maaiveld; of

  • b.

    een liggend grafteken als bedekking van een urnengraf of urnenkelder: breedte en lengte 0,60 m; of

  • c.

    een monument: breedte en lengte maximaal 0,60 m; hoogte maximaal 0,85 m boven maaiveld.

Artikel 10 Algemeen graf

  • 1. Op een algemeen graf voor volwassenen kan worden aangebracht:

    een grafteken met steunblokje: breedte 0,50 m, lengte 0,40 m.

  • 2. Op een algemeen kindergraf kan worden aangebracht:

    een grafteken met steunblokje: breedte 0,30 m, lengte 0,25 m.

  • 3. Op een algemeen graf kan eenzelfde grafbedekking als op een eigen graf worden aangebracht, mits de overige belanghebbenden schriftelijk verklaren dat zij afzien van hun recht op grafbedekking.

Artikel 11 Grafnummer

Een grafbedekking moet bij plaatsing zijn voorzien van het nummer van het desbetreffende graf of urnengraf door het graveren hiervan aan de linker voorzijde van de grafrand. De hoogte van het nummer is 3 cm.

Artikel 12 Bijzondere bepalingen

  • 1. Op door het hoofd aan te wijzen gedeelten van begraafplaatsen kunnen op particuliere graven voor volwassenen graftekens met een lengte van maximaal 1,75 m en 1,90 m worden aangebracht.

  • 2. Voor eenmonument kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van de maximum-hoogte.

  • 3. Grafbedekkingen die op grond van een eerder verleende vergunning zijn of worden aangebracht, worden geacht in overeenstemming te zijn met deze Nadere Regels.

  • 4. In gevallen waarin deze Nadere Regels niet voorzien, beslist het hoofd.

  • 5. Op nieuw uit te geven graven en urnenruimten plaatst het personeel een bordje met de naamgegevens van de overledene. Dit bordje blijft gedurende maximaal 6 maanden na de datum van begraven bij het graf staan, waarna dit door het personeel wordt verwijderd.

Artikel 13 Voorschriften voor plaatsing

  • 1. Het aanbrengen van grafbedekkingen mag slechts gebeuren op vertoon van de vergunning en - om verzakking te voorkomen - niet eerder dan 6 weken na de eerste begraving. Deze termijn geldt niet voor grafbedekkingen op urnenruimten en grafkelders en voor kleine graftekens op algemene graven.

  • 2. Bij het aanbrengen van grafbedekkingen en kelders dienen de door of namens het hoofd gegeven aanwijzingen te worden opgevolgd.

Artikel 14

  • 1. Het aanbrengen van een grafteken dient te gebeuren op een betonplaat c.q. betonvoet. De maximale hoogte van de bovenzijde van deze fundering is gelijk aan het maaiveld. Een fundering is niet verplicht voor kleine graftekens op urnenruimten en algemene graven.

  • 2. Het opslaan of mengen van bouwstoffen mag slechts gebeuren op door het personeel aan te wijzen plaatsen.

Artikel 15

  • 1. De bodem van grafkelders dient te zijn voorzien van openingen.

  • 2. De afdekplaat van graf- en urnenkelders moet met de bovenkant gelijk aan het maaiveld worden gelegd.

Artikel 16

  • 1. Het aanbrengen en verwijderen van grafbedekkingen is uitsluitend toegestaan op maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.00 uur, maar niet op erkende feestdagen.

  • 2. Van het voornemen van de in lid 1 genoemde werkzaamheden dient het personeel minimaal 24 uur van tevoren in kennis te worden gesteld.

  • 3. Tijdens opgravingen, ruimingen en begrafenissen mogen geen werkzaamheden aan of op graven worden uitgevoerd, tenzij door of namens het hoofd hiervoor toestemming is verleend.

Artikel 17 Foetusveld

  • 1. Gelegenheid tot het begraven van een foetus wordt uitsluitend verleend aan ouders.

  • 2. Tot begraving van een foetus wordt niet overgegaan dan nadat aan de beheerder een verklaring van een arts of verloskundige is overgelegd waaruit blijkt dat de begraving een foetus betreft.

  • 3. Bij begraving op het foetusveld mag voor het omhulsel uitsluitend gebruik gemaakt worden van natuurlijke, afbreekbare materialen.

  • 4. De begraafplaatsadministratie bepaalt in overleg met de ouders de tijd en de procedure van de begraving.

  • 5. Bij het foetusveld wordt een centrale gedenkplaats aangewezen. Op de centrale gedenkplaats mogen tijdelijk bloemen e.d. worden gelegd. De beheerder verwijdert al hetgeen is neergelegd na vier weken of eerder indien dat voor het aanzien van de begraafplaats wenselijk is.

  • 6. Met uitzondering van de daarvoor aangewezen centrale gedenkplaats mogen op (de begraafplekken op) het foetusveld geen gedenktekens/objecten (naambordje, grafsteen, krans, linten, bloemen, lantarentjes e.d.) worden aangebracht.

    Hiervoor bedoelde gedenktekens/objecten die geplaatst zijn elders dan op de daarvoor aangewezen centrale gedenkplek worden door de beheerder direct verwijderd zonder dat enige aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 7. Er geldt voor de begraafplek géén minimale instandhoudingstermijn (grafrusttermijn). Opheffing van een begraafplek vindt plaats naar het oordeel van de beheerder.

  • 8. De beheerder is bevoegd af te wijken van het in dit artikel bepaalde indien daarvoor gegronde redenen zijn en de afwijking niet leidt tot aantasting van het aanzien van de begraafplaats en/of het foetusveld en de afwijking niet hinderlijk is voor het beheer.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze Nadere Regels treden in werking op de eerste dag na publicatie, met ingang waarvan de Nadere Regels ter uitvoering van de Beheersverordening Begraafplaatsen 2010 komen te vervallen.

Artikel 19 Citeertitel

Deze Nadere Regels kunnen worden aangehaald als: Nadere Regels (2014) ter uitvoering van de Beheersverordening Begraafplaatsen Ede.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, w.g. WIELINGA
de burgemeester, w.g. VAN DER KNAAP