Regeling vervallen per 15-02-2014

Drank- en Horecaverordening Ede

Geldend van 18-07-2008 t/m 14-02-2014

Intitulé

Drank- en Horecaverordening Ede

De raad van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 mei 2008, nummer

AJZ 2008 7289;

gelet op de artikelen 147 van de Gemeentewet en 4, 20, 23, 26 en 41 van de Drank- en Horecawet;

1.1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: Drank- en Horecawet;

  • b.

    inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • c.

    horecabedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • d.

    terras: het buiten de besloten ruimte van het horecabedrijf liggend deel, waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden verstrekt;

  • e.

    vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • f.

    houder: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon voor wiens rekening en risico het horecabedrijf wordt geëxploiteerd;

  • g.

    leidinggevende:

    • 1.

      de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, met uitzondering van bestuurders van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet;

    • 2.

      de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in één of meer inrichtingen;

    • 3.

      de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting;

  • h:

    bezoeker: een ieder die zich in een horecabedrijf bevindt, met uitzondering van:

    • a.

      leidinggevenden als hiervoor bedoeld onder g.;

    • b.

      personen wier aanwezigheid in het horecabedrijf wegens dringende redenen noodzakelijk is.

  • i:

    sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat;

  • j.

    alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;

  • k.

    zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank

  • l.

    het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede;

  • m.

    evenement: elk voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak met uitzondering van bioscoopvoorstellingen als bedoeld in de Wet op de filmvertoningen, markten als bedoeld in artikel151 Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank-en Horecawet gelegenheid geven tot dansen.

1.2 VERBOD VERSTREKKING ALCOHOLHOUDENDE DRANK

Artikel 2 Verbod verstrekking sterke drank in een inrichting

  • 1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt om onderwijs te geven;

    • b.

      welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer jeugd- of jongerenorganisaties of –instellingen, dan wel gebruikt wordt door personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt;

    • c.

      welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als gemeentelijk wijkgebouw of buurthuis;

    • d.

      welke deel uitmaakt van een gebouw, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meerdere sportorganisaties of –instellingen;

    • e.

      waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten, worden verkocht.

  • 2. Het is verboden om in een inrichting als bedoeld in sub a tot en met d, bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken gedurende de tijd dat deze inrichting wordt gebruikt ten behoeve van activiteiten, die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 3 Verbod verstrekking zwak-alcoholhoudende drank na 22.00 in besloten ruimte

Het is verboden om in een voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit, na 22.00 uur ’s avonds zwak-alcoholhoudende drank anders dan om niet voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken.

Artikel 4 Verlening ontheffing beperking verstrekking sterke en zwak-alcoholhoudende drank

De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 en 3 gestelde verboden. Een ontheffing wordt in ieder geval niet verleend in de volgende omstandigheden:

  • a.

    de onderneming beschikt niet over een rechtsgeldige vergunning;

  • b.

    de ontheffing is strijdig met het vigerende bestemmingsplan;

  • c.

    het betreft een paracommerciële inrichting als bedoeld in de wet, met uitzonderingen van bijeenkomsten die direct verband houden met de activiteiten van de rechtspersoon;

  • d.

    er bestaat vrees voor verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

  • e.

    het woon- en leefklimaat wordt nadelig beïnvloed.

Artikel 5 Beslistermijn ontheffing

  • 1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken op een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 4. De termijn kan met twaalf weken worden verdaagd.

  • 2. De burgemeester kan in het belang van het reguleren van het gebruik van alcoholhoudende drank en in het belang van de openbare orde aan een ontheffing voorschriften verbinden.

  • 3. De ontheffing vervalt, indien het horecabedrijf waarvoor de ontheffing geldt, sluit of overgaat in andere handen.

Artikel 6 Intrekkingsgronden ontheffing

  • 1. De burgemeester trekt de ontheffing als bedoeld in artikel 4 in, indien zich na het verlenen van de ontheffing omstandigheden zijn gaan voordoen dan wel zich dreigen voor te doen als bedoeld in artikel 4 onder a tot en met c.

  • 2. De burgemeester kan de ontheffing als bedoeld in artikel 4 intrekken indien zich na het verlenen van de ontheffing omstandigheden zijn gaan voordoen dan wel zich dreigen voor te doen als bedoeld in artikel 4 onder d en e.

1.3 VERKOOPVERBOD

Artikel 7 Algeheel Verkoopverbod alcoholhoudende drank

Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in de hele gemeente of in aangewezen delen van de gemeente, bedrijfsmatig of anders dan om niet, al dan niet in glas verpakte, alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, te verstrekken

Artikel 8 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden

  • 1. De burgemeester kan een tijdsruimte aanwijzen waarbinnen het verboden is om tijdens gebeurtenissen of evenementen bedrijfsmatig, dan wel anders dan om niet, al dan niet in glas verpakte alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse.

  • 2. Bij de in lid 1 bedoelde aanwijzing van een tijdsruimte bepaalt de burgemeester tevens of deze aanwijzing voor de gehele gemeente of voor aan te wijzen delen van de gemeente geldt.

Artikel 9 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden

  • 1. De burgemeester kan een tijdsruimte aanwijzen waarbinnen het verboden is om tijdens gebeurtenissen of evenementen bedrijfsmatig, dan dan wel anders dan om niet, al dan niet in glas verpakte alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Bij de in lid 1 bedoelde aanwijzing van een tijdsruimte bepaalt de burgemeester tevens of deze aanwijzing voor de gehele gemeente of voor aan te wijzen delen van de gemeente geldt.

Artikel 10 Aanwijzing

  • 1. Een aanwijzing als bedoeld in de artikelen 7, 8 en 9 kan worden gegeven in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid. Een aanwijzing als bedoeld in artikel 7 wordt eerst gegeven indien één of meer van deze vier belangen dringend tot het geven van een dergelijke aanwijzing vorderen.

  • 2. De burgemeester hoort voorafgaand aan een aanwijzing als bedoeld in artikelen 7, 8 en 9 de Unitchef van de Unit Midden van het district West Veluwe/Vallei van, Regiopolitie Gelderland-Midden

1.4 DRANKVERSTREKKING OP TERRASSEN

Artikel 11 Drankverstrekking op terrassen

Drankverstrekking op terrassen is slechts toegestaan aan diegenen die gebruik maken van het terras. Voorwaarde is dat de drank op het terras wordt genuttigd.

1.5 LEEFTIJDSGRENZEN

Artikel 12 Leeftijdsgrenzen

  • 1. Het is leidinggevenden van een café of discotheek/dancing verboden om bezoekers tot hun horecalokaliteiten toe te laten die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt;

  • 2. Het is leidinggevenden van een horecabedrijf niet zijnde een café of discotheek/dancing waarin een dansfeest, houseparty of popconcert plaatsvindt verboden om personen tot hun horecalokaliteiten toe te laten die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt;

  • 3. Het in eerste en tweede lid bepaalde geldt niet indien een persoon onder de 16 jaar onder toezicht staat van een (pleeg)ouder of een voogd met een leeftijd van 18 jaar of ouder dan wel vergezeld wordt door een andere volwassene waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen dat deze functioneert als toezichthouder van de betreffende persoon.

1.6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend onder de werking van de Drank- en Horecaverordening 1994 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als ontheffingen en vergunningen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing of vergunning op grond van de Drank- en Horecaverordening 1994 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. Op bezwaarschriften gericht tegen een besluit krachtens de Drank- en Horecaverordening 1994 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 14 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak;

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de Wet op de economische delicten van toepassing is.

Artikel 15 Toezicht

  • 1. Met het toezicht op het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen;

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer artikel 41 van de Drank- en Horecawet van toepassing is.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Drank- en Horecaverordening Ede 1994 ” vastgesteld bij raadsbesluit van 30 juni 1994 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2. Deze verordening treedt in werking acht dagen na vastelling door de gemeenteraad.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Drank- en Horecaverordening”.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 10 juli 2008, nr. V.R. 2008/45.
Bekendgemaakt d.d. 16 juli 2008.

Drank- en Horecaverordening

TOELICHTING OP DE VERORDENING

ALGEMEEN

De Drank- en Horecawet regelt via een vergunningsysteem de verkoop van alcoholhoudende dranken voor gebruik al dan niet ter plaatse. Deze wet bepaalt wanneer aan een ondernemer een vergunning moet worden verleend dan wel geweigerd. De bevoegdheid voor de vergunningverlening is neergelegd bij het college. Hoewel deze wet veelal dwingende bepalingen bevat, is door de landelijke wetgever in beperkte mate beleidsruimte aan gemeenten gelaten om via een verordening zelf een aantal aanvullende zaken te regelen.

Daarnaast heeft de gemeente een autonome bevoegdheid om een aantal zaken te regelen. Een groot deel van deze horecabedrijven valt onder het regime van de Drank- en Horecawet. Al voor de brand in Volendam noopten maatschappelijke ontwikkelingen ertoe hernieuwde aandacht te schenken aan de horeca. Het aanpassen van de Drank- en Horecaverordening is één van de acties die plezierig en verantwoord horecabezoek in Ede moeten bevorderen.

De tekst en de toelichting zijn conform de wettelijk voorgeschreven eis aan de Drankinspectie van de Voedsel en Waren Autoriteit voorgelegd.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de definities opgenomen van een aantal begrippen die in de Drank- en Horecaverordening worden gebruikt. Voor de meeste begrippen zijn de definities uit de Drank- en Horecawet gebruikt.

Een inrichting bestaat uit de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte.

Bij de term horecabedrijf gaat het in de Drank -en Horecawet om ‘de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse’. In het kader van artikel 3 van de Drank- en Horecawet is een vergunning nodig op basis van deze wet om het horecabedrijf te mogen uitvoeren.

Artikel 2 Verbod verstrekking sterke drank in een inrichting

Krachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet kan bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden. Gelet op de belangen die worden gediend met een matig alcoholgebruik is het zonder meer onwenselijk dat sterke drank wordt verstrekt in inrichtingen die primair voor andere doeleinden dan alcoholgebruik worden bezocht. Vandaar dat in dit artikel een verbod is opgenomen om sterke drank te verstrekken in gebouwen die in gebruik zijn als onderwijs-, jongeren-, sportinstelling of als buurthuis en in inrichtingen waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe etenswaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten worden verkocht.

Bij de bepaling dient de kanttekening te worden gemaakt dat de inhoud van het begrip inrichting met de komst van de nieuwe Drank- en Horecawet is gewijzigd. Was het voordien zo dat alle ruimten, die binnenshuis met elkaar in verbinding stonden, tezamen de inrichting vormden, nu is het begrip beperkt tot de lokaliteiten waarin het slijters- of horecabedrijf worden uitgeoefend, met de daartoe behorende terrassen. Bedoelde lokaliteiten kunnen onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimten. De redactie van dit artikel is afgestemd op deze recente ontwikkeling.

Krachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet kan bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank na een bepaald tijdstip of voor een bepaalde tijd, worden verboden. Ingevolge de Drank- en Horecawet mag aan jongeren onder de zestien jaar geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Met name in het nachtelijke uitgaansleven blijkt dit soms een moeilijk controleerbare en moeilijk handhaafbare bepaling.

En ook het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in inrichtingen bij activiteiten waar hoofdzakelijk jongeren onder de 16 jaar aanwezig zijn, is gezien de wens tot alcoholmatiging onder jongeren, ongewenst.

Artikel 3 Verbod verstrekking zwak-alcoholische drank na 22.00 in besloten ruimte

Zoals in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 2 al is genoemd, kan krachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank na een bepaald tijdstip of voor een bepaalde tijd, worden verboden.

In de snackbars/cafetaria´s en andere zaken die vallen onder de omschrijving van artikel 18, lid 2 van de wet, waar geen alcohol mag worden geschonken ter plaatse wegens afwezigheid van een drank- en horecavergunning, mag er wél alcohol worden verkocht voor gebruik elders dan ter plaatse.

De in artikel 3, lid 2 genoemde besloten ruimten zijn ontleend aan artikel 18, lid 2, onder c van de Drank- en Horecawet. In artikel 18, lid 2, onder c van de wet wordt genoemd: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit. In artikel 18 van de wet wordt aangegeven dat in de in artikel 18, lid 2, onder c genoemde ruimte, alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse mag worden verstrekt.

Onder de in artikel 18, lid 2, onder c bedoelde “ruimten” vallen onder andere de snackbars/cafetaria´s en afhaalruimte van een Chinees restaurant.

Artikel 4 Verlening ontheffing beperking verstrekking sterke en zwak-alcoholische drank

De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod op het schenken van sterke drank in het type inrichtingen dat in artikel 2 en artikel 3 wordt omschreven. Een dergelijke ontheffing kan incidenteel of een structureel karakter hebben. Per aanvraag dient een afweging te worden gemaakt met betrekking tot de risico’s die het schenken van sterke drank met zich meebrengt. Het verlenen van de ontheffing heeft tot gevolg dat de ondernemer feitelijk weer beschikt over een volledige Drank- en Horecavergunning. In het artikel wordt een aantal omstandigheden opgesomd, waarin in principe geen ontheffing wordt verleend. Deze opsomming is niet limitatief. Dit houdt in dat zich in concrete gevallen andere, dan genoemde omstandigheden kunnen voordoen, die zich verzetten tegen het verlenen van een ontheffing. Bij de volgende omstandigheden volgt te allen tijde een weigering:

Voor de onderneming is geen Drank- en Horecavergunning verleend

Om voor het schenken van sterke drank in aanmerking te komen, dient in ieder geval een rechtsgeldige Drank- en Horecavergunning te zijn verleend, omdat de Drank- en Horecawet het schenken van alcoholhoudende drank verbiedt in niet-horecabedrijven.

Er is strijd met het geldende bestemmingsplan

Naast een Drank- en Horecavergunning dient de ondernemer te beschikken over een exploitatievergunning. De exploitatievergunning voor een horecabedrijf wordt geweigerd, wanneer de exploitatie van een horecabedrijf strijdig is met het bestemmingsplan. Het verlenen van de ontheffing is dan strijdig met het weigeren van een exploitatievergunning.

Het betreft een paracommerciële instelling zoals bedoeld in de Drank- en Horecawet

Artikel 4 van de Drank- en Horecawet richt zich op voorkoming van mededinging in het economisch verkeer ofwel paracommercialisme. Dit artikel bepaalt dat aan een Drank- en Horecavergunning, niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaalculturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, door het college voorschriften worden opgelegd die nodig zijn om mededinging in het economisch verkeer door de verstrekking van alcoholhoudende drank te voorkomen. Bij paracommercialisme dient gedacht te worden aan sportverenigingen, culturele verenigingen e.d. Aan deze inrichtingen wordt geen ontheffing voor de verstrekking van sterke drank verleend, tenzij het

gaat om bijeenkomsten die direct verband houden met activiteiten van de rechtspersoon. Hierbij kan gedacht worden aan afscheid van de voorzitter, een jubileum e.d. Let wel: commerciële ondernemingen, die gevestigd zijn in een buurthuis, sporthal e.d. vallen niet onder artikel 4 van de Drank- en horecawet. Voor deze ondernemers dient een afweging te worden gemaakt met betrekking tot het wel of niet verlenen van een ontheffing.

Er bestaat vrees voor verstoring van de openbare orde en veiligheid

Openbare orde en veiligheid behoren tot de beleidsterreinen van een gemeente. De burgemeester dient er zorg voor te dragen dat binnen een gemeente de openbare orde en veiligheid gehandhaafd blijft. Indien er aanwijzingen bestaan dat het verlenen van de Drank- en Horecaverordening ontheffing kan leiden tot verstoring van de openbare orde en veiligheid, dan wordt geen ontheffing verleend.

Als het woon- en leefklimaat nadelig wordt beïnvloed

De burgers zijn een belangrijke factor in Ede. Ede moet een gemeente blijven, waar het ook voor burgers goed vertoeven blijft. Het verlenen van een ontheffing voor de verstrekking van sterke drank kan ertoe leiden dat het woon- en leefklimaat nadelig beïnvloed wordt, omdat een instelling bijvoorbeeld een bepaald publiek gaat trekken. Indien er aanwijzingen zijn dat dit het geval is, wordt de ontheffing geweigerd.

Artikel 5 Beslistermijn ontheffing

Als een aanvraag voor een ontheffing wordt gedaan, wordt binnen twaalf weken op de aanvraag beslist. De termijn kan voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd. Deze termijnen zijn termijnen van orde en geen fatale termijnen. Het verlopen van de termijn heeft niet tot gevolg dat van rechtswege de ontheffing is verleend. Ook na het verloop van de termijn kan de ontheffing nog geweigerd worden.

Omdat het een ontheffing van het verbod op het verstrekken van sterk drank betreft, kan de burgemeester in het kader van het reguleren van alcoholgebruik voorschriften aan een ontheffing verbinden. Daarnaast heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid voorschriften in de ontheffing op te nemen. Een ontheffing is (net als een exploitatievergunning en een Drank- en Horecavergunning) persoonsgebonden en vervalt als het horecabedrijf wordt gesloten of overgaat in andere handen. Een nieuwe eigenaar kan opnieuw een ontheffing aanvragen, waarna een nieuwe beoordeling zal plaatsvinden.

Artikel 6 Intrekkingsgronden ontheffing

De burgemeester trekt de ontheffing in als er strijd bestaat met het bestemmingsplan of als het blijkt te gaan om een paracommerciële instelling/doelstelling. Verder kan de burgemeester de ontheffing intrekken als (vrees voor) verstoring van de openbare orde en veiligheid bestaat, het woon- en leefklimaat nadelig wordt beïnvloed, of de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften die in de ontheffing zijn opgenomen.

Artikel 7 Algeheel verkoopverbod alcoholhoudende drank

In dit artikel wordt aan de burgemeester de bevoegdheid gegeven de verstrekking van alcoholhoudende drank tijdelijk geheel stil te leggen. Een dergelijk verbod treft derhalve zowel cafés als winkels, cafetaria’s en slijterijen. Dit is een verregaande bevoegdheid welke een algehele drooglegging mogelijk maakt. Een beperking ten aanzien van het werkingsgebied van het verbod is ook hier mogelijk.

Artikel 8 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden

Op grond van de Drank- en horecawet mogen slijters zowel sterke als zwakke alcohol verkopen voor gebruik elders dan ter plaatse. Supermarkten, andere levensmiddelenwinkels, slijterijen, cafetaria’s en afhaalcentra mogen op grond van artikel 18, tweede lid, van de Drank- en horecawet uitsluitend

(zwak-)alcoholhoudende dranken verkopen voor gebruik elders dan ter plaatse.

Op grond van de bevoegdheid in artikel 8 wordt het voor de burgemeester bijvoorbeeld mogelijk om op dagen dat men massaal grote volksfeesten (zoals het de Oud Lunterse Dag) viert - waarbij doorgaans veel alcohol wordt genuttigd met de daaruit voortvloeiende risico’s voor alcoholmisbruik door met name jongeren, voor de veiligheid van het massaal aanwezige publiek en voor de handhaving van de openbare orde - de verkoop van flessen en blikjes zwakalcoholhoudende drank vanuit cafetaria’s en supermarkten tijdelijk te verbieden.

Een beperking is niet altijd nodig voor de hele gemeente. Soms is het ook voldoende dat de beperking zich richt tot bepaalde categorieën dranken of verpakkingsvormen (blikjes bier, flesjes breezers) die een bijzondere aantrekkingskracht hebben op de groepen waarvan overlast of alcoholmisbruik verwacht wordt. In de aanwijzing kan derhalve een beperking worden aangebracht.

Artikel 9 Verkoopverbod alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse tijdens bijzondere gelegenheden

Dit artikel geeft de burgemeester de bevoegdheid om voor een bepaalde tijd de verstrekking van alcoholhoudende dranken in of vanuit inrichtingen te beperken. De gronden staan genoemd in artikel 10. De burgemeester zal bij een aanwijzing rekening dienen te houden met de eisen van propoportionaliteit (evenredigheid) en subsidiariteit (het beginsel dat zaken die door een lager orgaan kunnen worden verricht niet door een hoger ter hand behoren te worden genomen.)

Artikel 10 Aanwijzing

Lid 1: In de algemene toelichting zijn de vier motieven - handhaving van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid en volksgezondheid – die ten grondslag kunnen worden gelegd aan een tijdelijk verbod tot alcoholverstrekking reeds genoemd. Een algeheel tijdelijk verbod tot alcoholverstrekking, uitgevaardigd op grond van artikel 7 van de verordening, is ingrijpender dan krachtens artikelen 8 en 9 uitgevaardigde verboden. Daarom wordt hieraan de eis gesteld, dat één of meer van de vier motieven dringend vorderen dat een dergelijk algeheel verbod wordt gegeven. De Burgemeester zal bij een aanwijzing rekening dienen te houden met eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Dit is tot uitdrukking gebracht in de toevoeging 'dringend'.

Lid 2: Om te kunnen beoordelen of zich inderdaad een situatie voordoet waarin behoefte bestaat aan een verbod ex artikel 7, 8 en/of 9 van de verordening, is het voor de burgemeester noodzakelijk (eventueel mondeling) advies te vragen bij de Unitchef van de politie.

Artikel 11 Drankverstrekking op terrassen

Het verstrekken van dranken mag alleen geschieden aan personen die op het terras hebben plaatsgenomen.

Artikel 12 Leeftijdsgrenzen

Ingevolge de Drank- en Horecawet mag aan jongeren onder de zestien jaar geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Met name in het nachtelijk uitgaansleven blijkt dit soms een moeilijk controleerbare handhaafbare bepaling. Artikel 20 van de wet geeft daarom gemeentebesturen de bevoegdheid om voor de aanwezigheid van personen in horecagelegenheden bij verordening minimumleeftijdsgrenzen vast te stellen. Uit het oogpunt van veilig uitgaan is het zeker gewenst dat wordt voorkomen dat zeer jeugdigen met (overmatig) alcoholgebruik worden geconfronteerd. Vandaar dat in de verordening is opgenomen dat voor de toelating van personen in cafés of discotheken een minimumleeftijd van 16 jaar geldt. Deze leeftijdsgrens geldt niet indien een jongere op voldoende wijze wordt begeleidt door een persoon van 18 jaar of ouder. Daarbij kan worden gedacht aan een ouder, een oudere broer of zus, een voogd, een onderwijzer of een volwassen begeleider van de club/organisatie waarvan de jongeren deel uitmaken.

Artikel 13 Overgangsrecht

In dit artikel is het overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht komt er in hoofdzaak op neer dat besluiten genomen op grond van de vorige Drank- en Horecaverordening hun geldigheid behouden totdat zij vervallen of worden ingetrokken. Aanvragen die nog worden of zijn ingediend op grond van de oude verordening maar nog niet zijn afgewikkeld, worden afgewikkeld op basis van de nieuwe verordening.

Artikel 14 Strafbepaling

Artikel 154 van de Gemeentewet bepaalt dat de raad op overtreding van zijn verordeningen straf mag stellen met een maximum van drie maanden hechtenis of een geldboete van de tweede categorie eventueel met openbaarmaking van de uitspraak. Bij overtreding van het gestelde in deze verordening of krachtens deze verordening is de maximale straf opgenomen, zoals dat in de gemeente Ede gebruikelijk is. De geldboete van de tweede categorie is terug te vinden in artikel 23 Wetboek van Strafrecht. De uitspraak wordt gepubliceerd.

Artikel 15 Toezicht

De Drank- en horecawet wijst de ambtenaren van de Voedsel- en warenautoriteit aan als toezichthouder op de Drank- en Horecawet. Daarnaast kan het college toezichthouders aanwijzen voor het toezicht op de Drank- en horecaverordening. In de Algemene wet bestuursrecht zijn de bevoegdheden van toezichthouders opgenomen.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze verordening.

De citeertitel van deze verordening is Drank- en Horecaverordening Ede