Regeling vervallen per 14-07-2016

Beleidsregel wet taaleis 2016

Geldend van 14-07-2016 t/m 13-07-2016

Intitulé

Beleidsregel wet taaleis 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, gelet op artikel 18 b van de Participatiewet.

Besluit:

Vast te stellen de Beleidsregels Wet taaleis 2016

Artikel 1 begripsbepalingen

Besluit taaltoets: Besluit taaltoets Participatiewet’.

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    taaltoets: toets, zoals bedoeld in artikel 18b tweede, tiende en elfde lid van de Participatiewet.

  • c.

    redelijk vermoeden: een redelijk vermoeden dat belanghebbende niet of niet in voldoende mate de Nederlandse taal beheerst, noodzakelijk voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden en het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid.

  • d.

    belanghebbende: persoon die een uitkering ontvangt dan wel aanvraagt op grond van de Participatiewet

Voor de overige begrippen wordt aangesloten bij de begrippen zoals die gelden in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

Artikel 2. Termijnen

  • 1. Het College neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag voor algemene bijstand een taaltoets af.

  • 2. Het College stelt de belanghebbende binnen acht weken na uitkomst van de taaltoets schriftelijk in kennis van het behalen van de taaltoets of het redelijk vermoeden dat hij de Nederlandse taal niet of niet in voldoende mate beheerst.

Artikel 3. Trajectplan en Taalcursus

  • 1. Als het redelijk vermoeden aanwezig is wordt in het individueel trajectplan vastgelegd op welke wijze belanghebbende zich gaat inspannen

  • 2. Indien uit de taaltoets blijkt dat het redelijke vermoeden aanwezig is, kan het College belanghebbende een taalaanbod doen als deze behoort tot de doelgroep van artikel 18b lid 2 van de Participatiewet

Artikel 4. Toetsingswijze

De taaltoets wordt op groepsniveau afgenomen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van computers of andere hulpmiddelen.

Artikel 5. Toetsbeoordelaar

Het College laat de taaltoetsen uitvoeren door het bedrijf Mister Dutch, gevestigd te Rotterdam, en wijst als beoordelaar, bedoeld in artikel 5 van het Besluit taaltoets Participatiewet, de medewerkers van genoemd bedrijf aan, voor zover deze voldoen aan de kwalificatie als bedoeld in artikel 5 van het genoemde Besluit.

Artikel 6. Toetsinstrument

  • 1. Het College bepaalt dat de taaltoetsen, die Mister Dutch gebruikt voor het toetsen van beheersing van de Nederlandse taal op 1F niveau, worden ingezet als toetsinstrument, bedoeld in artikel 4 van het Besluit taaltoets Participatiewet.

  • 2. De uitkomst van de bij belanghebbende afgenomen toets wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingsschaal behorend bij het toetsinstrument zoals bedoeld in lid 1.

Artikel 7. Hardheidsclausule

Het College kan in bijzondere gevallen, ten gunste van belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels taaleis Participatiewet Gemeente Ede 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 28 juni 2016, zaaknummer 50880.
secretaris, R.Wielinga
loco-burgemeester, G. Ligtelijn-Bruins.

Toelichting

De Wet taaleis is op 1 januari 2016 in werking getreden. Doel van de wet is dat iedereen die een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangt de Nederlandse taal voldoende beheerst om te kunnen participeren op de Nederlandse arbeidsmarkt. Voor degenen die op 31 december 2015 al een uitkering ontvangen geldt een overgangstermijn; voor hen gaat de Wet taaleis in op 1 juli 2016.

Uitkeringsgerechtigden kunnen met documenten aantonen de Nederlandse taal voldoende te beheersen of een taaltoets maken. Slaag men niet voor de taaltoets dan moet men zich gaan inspannen de taal te leren. Periodiek controleert de gemeente of men zich voldoende inspant. Doet men dit niet dan moet de gemeente de uitkering verlagen.

Artikelsgewijs toelichting:

Artikel 2

Lid 1. Nieuwe klanten moeten binnen 8 weken een taaltoets afnemen voor zover iemand niet heeft aangetoond dat hij de Nederlandse taal voldoende machtig is. Voor het zittende bestand geldt geen termijn waarbinnen iemand de toets moet hebben gemaakt.

Lid 2. Deze termijn van 8 weken geldt voor nieuwe en bestaande klanten

Artikel 3

Lid 1. Als blijkt dat het redelijk vermoeden aanwezig is wordt in het individuele trajectplan vastgelegd hoe belanghebbende zich gaat inspannen. Aan de hand hiervan beoordeelt de gemeente of belanghebbende zich voldoende inspant

Lid 2. Gemeente Ede kiest ervoor om actief een taalaanbod te doen aan de klant. Dit wordt vastgelegd in het taalplan dat de consulent opstelt. Het aanbod kan variëren van professioneel taalonderwijs tot individuele taalbegeleiding via een taalmaatje of een spreekgroep door vrijwilligers

Artikel 4

De toetsen worden op groepsniveau afgenomen. Dit neemt niet weg dat de groep uit 1 persoon kan bestaan, indien er geen andere kandidaten zijn. De mogelijkheid bestaat om hiervoor ook digitale of andere hulpmiddelen in te zetten.