Verordening op de vertrouwenscommissie Ede 2017

Geldend van 10-02-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie Ede 2017

De raad van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van de Presidium, d.d. 16 januari 2017, zaaknummer 62007;

gelet op artikel 86 en 149 van de Gemeentewet;

gezien de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 15 juli 2012 met als titel Circulaire benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester;

besluit vast te stellen de: Verordening op de vertrouwenscommissie Ede 2017

Begripsomschrijvingen

Artikel 1.

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de commissie: de vertrouwenscommissie;

b. de commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Gelderland;

c. de secretaris: de secretaris van de commissie;

d. de voorzitter: de voorzitter van de commissie.

Taakcommissie

Artikel 2.

De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voor te bereiden en daartoe een voorstel te doen aan de gemeenteraad.

Samenstelling

Artikel 3.

  • 1. De raad benoemt uit zijn midden de leden van de commissie. Plaatsvervangende leden worden niet aangewezen.

  • 2. De raad benoemt een raadslid als technisch voorzitter. De taak van de voorzitter is het op onafhankelijke wijze leiding geven aan het benoemingsproces en de vergaderingen van de commissie. De technisch voorzitter is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

  • 3. De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. Als adviseur van de commissie wordt de eerste locoburgemeester toegevoegd.

  • 5. Een adviseur is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Ambtelijke ondersteuning

Artikel 4.

  • 1. De griffier is secretaris van de commissie en verleent de benodigde ambtelijke bijstand.

  • 2. De plaatsvervangend griffier is eerste plaatsvervangend secretaris van de commissie.

  • 3. De gemeentesecretaris is tweede plaatsvervangend secretaris van de commissie.

Bevoegdheden

Artikel 5.

  • 1. De commissie bepaalt mede aan de hand van de door de commissaris geselecteerde kandidaten de voor een gesprek te ontvangen kandidaten.

  • 2. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad.

  • 3. De commissie kan gebruik maken van externe deskundige ondersteuning voor de beoordeling van kandidaten ten aanzien van persoons- en bestuursstijlkenmerken.

  • 4. De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt schriftelijk verslag uit aan de raad en aan de commissaris. Zij doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten, in voorkeursvolgorde, die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van de twee kandidaten de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

Werkwijze

Artikel 6.

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 3. Van het behandelde ter vergadering wordt door de secretaris een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de commissie vastgesteld.

  • 4. De commissie vergadert alleen als tenminste een meerderheid van de leden aanwezig is.

Artikel 7.

  • 1. De commissie legt in elke vergadering geheimhouding, als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet, op omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden voorgelegd, alsmede ten aanzien van het behandelde tijdens de vergadering.

  • 2. De voorzitter ziet er op toe dat aan het bepaalde in het eerste lid wordt voldaan.

  • 3. Aan de raadsleden, die geen zitting hebben in de commissie, en aan anderen wordt geen inzage of informatie verstrekt omtrent de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken of het behandelde ter vergadering.

  • 4. Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding, als waarvan sprake is in het eerste lid, opheffen.

  • 5. De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 8.

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken, bestemd voor de commissie, worden aan het privé-adres van de secretaris gericht en aldaar bewaard. Uitgaande post wordt vanaf dit adres verzonden.

  • 3. Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter of namens hem door de griffier ondertekend.

Artikel 9.

  • 1. De voorzitter nodigt in overleg met de commissie de geselecteerde personen uit die kandidaat zijn voor het ambt van burgemeester van Ede.

  • 2. Plaats, datum en tijdstip van dit gesprek worden zodanig gekozen dat de namen van de kandidaten niet bekend worden bij de kandidaten onderling of bij derden.

  • 3. Over de kandidaten worden geen inlichtingen - schriftelijk, mondeling of digitaal - ingewonnen dan door tussenkomst van de commissaris. Overleg met derden - met uitzondering van de commissaris - is uitgesloten.

Artikel 10.

  • 1. De commissie streeft naar een unanieme rapportage van haar opvattingen, bedoeld in artikel 5, zesde lid.

  • 2. Als geen unanimiteit als bedoeld in het vijfde lid wordt bereikt, dan wordt het gevoelen van de minderheid van de commissie desgewenst in de schriftelijke rapportage vermeld.

  • 3. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen opvattingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen opvattingen van de commissie maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de raad en de Commissaris gebracht.

Artikel 11.

  • 1. De commissie wordt ontbonden op de dag na die waarop aan de gemeenteraad bekend is gemaakt wie als burgemeester van Ede is benoemd.

  • 2. De voorzitter en de secretaris dragen er zorg voor dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, namens burgemeester en wethouders, onverwijld in verzegelde enveloppen en gerubriceerd als ‘geheim’ worden overgebracht naar de krachtens de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 3. Van de overbrenging wordt een verklaring van overbrenging volgens artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid.

  • 4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de commissaris of van kandidaten worden onmiddellijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip aan betrokkenen teruggezonden.

  • 5. Alle overige aan de commissie verstrekte bescheiden of alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip door de leden bij de secretaris ter vernietiging ingeleverd.

  • 6. De in het vijfde lid bedoelde bescheiden worden door de secretaris terstond vernietigd.

Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 12.

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op de vertrouwenscommissie Ede 2017”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar bekendmaking.

  • 3. Deze verordening vervalt op de dag volgend op die waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt wie als burgemeester van Ede is benoemd. Het bepaalde in artikel 7, vijfde lid, blijft ook na het vervallen van deze verordening van toepassing.

  • 4. Deze verordening wordt ter kennis gebracht aan de commissaris.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 2 februari 2017, zaaknummer 62007.

De raad voornoemd,

De griffier, w.g. HAGELSTEIN

de plv. voorzitter, w.g. VERSTEEG