Regeling vervallen per 05-12-2018

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent Diensten van Algemeen Economisch Beland van Aanwijzingsbesluit DAEB Werkkracht Ede BV

Geldend van 08-02-2018 t/m 04-12-2018

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent Diensten van Algemeen Economisch Beland van Aanwijzingsbesluit DAEB Werkkracht Ede BV

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel aan burgemeester en wethouders d.d. 12 december 2017, zaaknummer 81818;

gelet op 14 en artikel 106 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (VWEU);

gelet op het besluit van de Commissie van 20 december 2011, betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen C (2011) 9380, PbEU 2012/ L7 (hierna: Vrijstellingsbesluit DAEB);

gelet op artikel 160, eerste lid aanhef en onder a van de Gemeentewet;

overwegende dat Diensten van Algemeen Economisch Belang (hierna: DAEB) hun bestaansrecht ontlenen aan de artikelen 14 en 106, tweede lid van het VWEU. Om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese mededingingsregelgeving, moet daarvoor een onderneming specifiek met het beheer van een DAEB worden belast;

overwegende dat de markt ontoereikend is om naar sociaal-maatschappelijk verantwoorde voorwaarden de activiteiten voort te brengen omdat de markt de activiteiten niet naar aanvaardbare tarieven kan verrichten en marktwerking leidt tot negatieve factoren op het gebied van arbeidsmarktparticipatie voor diegenen die om enigerlei worden belemmerd in de toegang tot de arbeidsmarkt;

besluit vast te stellen het Aanwijzingsbesluit DAEB Werkkracht Ede BV

I Aanwijzing als DAEB, de volgende diensten

  • 1.

    het in het kader van de Participatiewet (doen) initiëren, creëren, organiseren en uitvoeren van werk en het bevorderen van de (toegang tot de) arbeidsmarkt voor diegenen die in de toegang tot de arbeidsmarkt worden belemmerd;

  • 2.

    het in het kader van de Participatiewet (doen) initiëren, creëren, organiseren en uitvoeren van werkzaamheden terzake van alsmede het ontplooien van activiteiten gericht op de re-integratie van (langdurig) werklozen, alsmede de re-integratie van arbeidsgehandicapten.

II Aard en duur van de openbare dienstverplichtingen

De openbare dienstverplichtingen komen voort uit de Participatiewet en worden voor een termijn van 5 jaar opgelegd en van rechtswege met 5 jaar verlengd indien de overeenkomst tussen gemeente Ede en Werkkracht Ede BV met 5 jaar wordt verlengd.

III Betrokken ondernemingen en betrokken grondgebied

Werkkracht Ede BV die diensten aan biedt ten behoeve van inwoners van de gemeente Ede die in de toegang tot de arbeidsmarkt worden belemmerd.

IV Aard van de uitsluitende of bijzondere rechten die de onderneming zijn toegekend

Taken op grond van de Participatiewet, behoudens het verstrekken van algemene bijstand op grond van hoofdstuk 3 van de Participatiewet en het verstrekken van aanvullende inkomensondersteuning en aanpassing bedragen op grond van hoofdstuk 4 van de Participatiewet en de daarbij behorende uitvoeringstaken opgenomen in de hoofdstuk 5 en 6 van de Participatiewet. Tevens taken op grond van de Wet sociale werkvoorziening voor zover deze van kracht is gebleven na de inwerkingtreding van de Participatiewet.

V Parameters voor berekening, controle en herziening van de compensatie

De opbouw en hoogte van de compensatie is beschreven in Overeenkomst Werkkracht Ede B.V.

VI Regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen

In de overeenkomst “Overeenkomst Werkkracht Ede B.V.” is bepaald hoe met overcompensatie moet worden omgegaan.

VII Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit DAEB Werkkracht Ede BV.

Bezwaarclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden gedurende zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit schriftelijk bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Ede, postbus 9022, 6710 HK Ede.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering 12 december 2017, zaaknummer 81818.

Het college voornoemd,

de secretaris,

Jeroen van Delden

de burgemeester,

René Verhulst

Toelichting op aanwijzingsbesluit DAEB Werkkracht Ede BV

Inleiding

Werkkracht Ede BV (hierna: Werkkracht) is opgericht en ingericht als arbeidsontwikkelbedrijf voor alle werkzoekenden van Ede die niet op eigen kracht (weer) werk kunnen vinden. In die zin gaat Werkkracht de taken die hiertoe zijn neergelegd in de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening, voor zover nog van kracht, uitvoeren voor de gemeente Ede.

Juridisch kader

Staatssteun en DAEB

Ter compensatie van de uitvoering van taken uit de Participatiewet en Wet sociale werkvoorziening, voor zover nog van kracht, ontvangt Werkkracht een bijdrage van de gemeente Ede. Werkkracht is opgericht als bv met de gemeente Ede als 100% aandeelhouder. De prestaties, taken en financiën zijn neergelegd in een overeenkomst. Omdat de activiteiten die worden verricht voor de gemeente Ede aangemerkt kunnen worden als economische activiteiten en ook aan de overige criteria voor staatssteun wordt voldaan, wordt de financiële bijdrage vanuit de gemeente Ede als staatssteun aangemerkt. Het aanwijzen van Werkkracht als DAEB is de enige mogelijkheid om deze financiële bijdrage staatssteunproof te verstrekken aan Werkkracht.

Overigens verricht Werkkracht naast de activiteiten voor de gemeente Ede werkzaamheden voor andere gemeenten, deze werkzaamheden zijn geen onderdeel van de prestatieovereenkomst en geen onderdeel van de aanwijzing als DAEB.

Een van de eisen voor het aanwijzen van Werkkracht Ede als DAEB is dat de aanwijzing noodzakelijk en proportioneel moet zijn Dat wil zeggen dat zonder de aanwijzing als DAEB de dienst niet uitgevoerd kan worden en dat de aanwijzing als DAEB de beste oplossing is om het doel te bereiken. Noodzakelijk omdat de markt de activiteiten niet oppakt. Het gaat om arbeidskrachten die minder rendabel zijn dan arbeidskrachten zonder afstand tot arbeidsmarkt. Als het wordt overgelaten aan de markt, is niet het gevolg dat alle werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt, naar vermogen bij voorkeur in een reguliere baan mee kunnen doen. Er zullen minder-rendabele werkzoekenden buiten de boot blijven vallen en banen onvervuld blijven. Proportioneel in die zin dat dit er geen andere staatssteunoplossing mogelijk is met een zelfde compensatieruimte.

Het publiek belang in alle activiteiten is gelegen in het belang om iedereen, alle werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt, naar vermogen bij voorkeur in een reguliere baan mee te laten doen (in het arbeidsproces). Hiermee wordt weliswaar een plek ingenomen op de arbeidsmarkt, een markt van vraag en aanbod, maar de activiteit die hierin wordt verricht, wordt niet tegen aanvaardbare tarieven door de markt zelf opgepakt. Als de markt deze zelf verricht, is dit niet gericht op participatie van alle werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt maar op de match tussen werkgever en werknemer. Marktfalen ligt hierdoor eerder voor de hand omdat de keuze van de markt is om zich te richten op andere arbeidskrachten die makkelijker bemiddelbaar of inzetbaar zijn dan de doelgroep. Bovendien hebben de doelgroepen specifieke aandacht nodig zoals arbeidsontwikkeling en het arbeidsfit maken. Dergelijke activiteiten leveren voor een bemiddelaar of werkgever minder op.

Per doelgroep worden andere activiteiten verricht om het publiek belang te bereiken. Ondanks dat er veel activiteiten en diensten bestaan, zoals uitzendwerk, arbeidsbemiddeling, coaching van medewerkers om arbeidskrachten naar passend werk toe te leiden, worden deze activiteiten en diensten voor doelgroepen met afstand tot arbeidsmarkt niet verricht omdat deze niet voor alle betrokken partijen winstgevend genoeg zijn en (hierdoor) niet de belangen van alle betrokkenen op dezelfde wijze in het proces worden betrokken.

De belangen die betrokkenen moeten worden zijn de belangen van de ondernemer als werkgever, de belangen van een arbeidskracht om algemeen geaccepteerde en passende arbeid te vinden en

de belangen van onderwijs bij het passend maken van onderwijs aan zowel de wensen van de werkgever als van de bijzondere doelgroepen.

Vrijstellingsbesluit DAEB 2012

Werkkracht wordt op grond van het Vrijstellingsbesluit DAEB 2012 aangewezen als DAEB. De staatssteun wordt dan vrijgesteld. Met het aanwijzingsbesluit en de overeenkomst wordt aan de eisen uit het Vrijstellingsbesluit 2012 voldaan.

De eisen, naast de aanwijzing als DAEB zijn:

- compensatie niet hoger dan netto kosten uitvoering DAEB;

- toezicht op overcompensatie en terugbetalingsregeling.