Regeling vervallen per 01-01-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent parkeerbelasting Nadere regel parkeerbelasting Ede

Geldend van 01-03-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent parkeerbelasting Nadere regel parkeerbelasting Ede

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelet op artikel 225, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 11 van de Verordening parkeerbelastingen 2019.

Besluit: BTA12

Artikel 1. Definities

In dit besluit wordt verstaan onder houder, parkeren en parkeerapparatuur: dat wat daaronder wordt verstaan in de Verordening parkeerbelastingen 2019.

Artikel 2. Regels in werking stellen parkeerapparatuur

  • 1. Ter zake van betaald parkeren geschiedt het in werking stellen van de parkeerapparatuur door het inwerpen van de volgende muntstukken € 0,10 - € 0,20 - € 0,50 - € 1 en € 2 of met gebruik van telefoon of ander communicatiemiddel (belparkeren).

  • 2. Er dienen ten minste zoveel muntstukken in de parkeerapparatuur te worden geworpen als nodig zijn om gedurende de gewenste parkeerduur te kunnen parkeren.

  • 3. De maximale toegestane parkeerduur op de parkeerapparatuur vermeld staat.

  • 4. Indien bij betaald parkeren op straat gebruik wordt gemaakt van de parkeerapparatuur, welke na het inwerpen van muntstukken een parkeerkaartje afgeeft, dient dit parkeerkaartje met tijdsaanduiding aan de bovenzijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het voertuig te worden aangebracht.

Artikel 3 Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2019.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regel parkeerbelasting Ede.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 8 januari 2019, zaaknummer 105839.

Het college voornoemd,

drs. P.C.M. van Elteren,

de secretaris,

mr. L.J. Verhulst,

de burgemeester,

Toelichting

Artikel 2

De parkeerbelasting is verschuldigd voor de tijdsduur dat het parkeren gewenst is via het vooraf betalen. De houder betaalt via de parkeerapparatuur ten minste het tarief dat verschuldigd is voor de gewenste parkeerduur die voorafgaand aan het parkeren wordt afgerekend. De gewenste parkeerduur moet ten minste gelijk zijn aan de feitelijke parkeerduur.

De maximale parkeerduur is de maximale parkeertijd die op de parkeerapparatuur is ingesteld. Dit geldt in gebieden waar parkeren alleen voor een tijd is toegestaan (bijvoorbeeld maximaal één uur parkeren).