Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2012

Geldend van 04-11-2011 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening reclamebelasting 2012

De raad van de gemeente Eemsmond;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 29 september 2011;

gelet op de artikelen 156 en 227 van de Gemeentewet;

gezien het Convenant inzake Ondernemersfonds Uithuizen, zoals overeengekomen tussen de gemeente Eemsmond en de Stichting Ondernemersfonds Uithuizen;

b e s l u i t :

De "Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2012" vast te stellen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lichaam: elk van de lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);

  • b.

    tussenpersoon: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in een vaste betrekking staat tot;

  • c.

    exploitant: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • d.

    maand: een kalendermaand;

  • e.

    jaar: een kalenderjaar;

  • f.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • g.

    object: een roerende of onroerende zaak die blijkens het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en naar opvattingen in het maatschappelijk verkeer moet worden aangemerkt als een afzonderlijk bedrijf.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt in Uithuizen (postcodegebied 9981) een directe belasting geheven ter zake van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

  • 2. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van een openbare aankondiging, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon is gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende en onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon.

Artikel 4. Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • 1.

    door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

  • 2.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • 3.

    die de oppervlakte van 0,05 m² niet te boven gaan;

  • 4.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel doel dienen;

  • 5.

    op bouwterreinen, voor zover de opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • 6.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen zaak;

  • 7.

    die door gezondheidsinstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op de eigen activiteiten;

  • 8.

    die door agrarische bedrijven zijn aangebracht en betrekking hebben op agrarische activiteiten.

  • 9.

    die door de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB of een overeenkomstig lichaam zijn aangebracht of geplaatst ten behoeve van een vlotte doorstroming van het verkeer of ten dienste van openbare ruimten;

  • 10.

    die door cultureel, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht of geplaatst en betrekking hebben op door hen georganiseerde tijdelijke activiteiten met niet-commerciële doeleinden;

  • 11.

    binnen het inwendige gedeelte van een woning of bedrijf of gedeelte daarvan;

  • 12.

    aangebracht op een voer- of vaartuig;

  • 13.

    die in hoofdzaak zichtbaar zijn op sportvelden, met uitzondering van aankondigingen op of bij sportvelden welke kennelijk gericht zijn op de weg;

  • 14.

    op terrasafscheidingen (bij horecaondernemingen), voor zover deze een oppervlak van 1 m2 per terrasschot niet te boven gaan;

  • 15.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een BORD met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • 16.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden of een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven naar de openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

  • 2. De belasting als bedoeld in het vorige lid bedraagt per object, per jaar:

    • a.

      voor detaillisten: € 275,00;

    • b.

      voor overige belastingplichtigen: € 125,00.

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De reclamebelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven reclamebelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling.

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan, meer is dan € 125,- doch minder dan € 5.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting nadere regels stellen.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reclamebelasting 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Eemsmond,
gehouden op 13 oktober 2011.
De raad voornoemd,
voorzitter,
griffier,