Regeling vervallen per 01-06-2014

Nadere regels subsidie projecten Cultuur

Geldend van 16-08-2011 t/m 31-05-2014

Intitulé

Nadere regels subsidie projecten Cultuur

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat

gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet

het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 12 juli 2011 heeft vastgesteld de navolgende

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven;

  • b.

    activiteiten: inhoudelijke activiteiten in het kader van podiumkunsten;

  • c.

    adviseur: lid van de adviescommissie Projectsubsidies Cultuur waarin deskundigen op het gebied van beeldende kunst en vormgeving, podiumkunst, cultuurhistorie en Urban culture zitting hebben en die het college adviseert ten aanzien van de aanvragen;

  • d.

    artistieke kwaliteit: het hebben van een aantal unieke eigenschappen verbonden aan het voorwerp of de activiteit zijnde:

    • -

      diepgang en verdieping of;

    • -

      non-conformistisch en confronterend of;

    • -

      het hebben van een eigen karakter of;

    • -

      aanzetten tot nadenken, te maken hebben met zingeving of;

    • -

      vernieuwing en zeggingskracht wat leidt tot reflectie en nieuwe inzichten.

  • e.

    beeldende kunst en vormgeving, Urban Culture en cultuurhistorie;

  • f.

    beeldende kunsten: schilder- en tekenkunst, grafische kunst, beeldhouwkunst, fotografie, kunst in de openbare ruimte;

  • g.

    breed publiek: publiek van uiteenlopende samenstelling qua leeftijd, achtergrond en interesse;

  • h.

    creatieve industrie: combinatie van creatieve arbeid en ondernemerschap die producten voortbrengen die naast hun een functionele vorm ook een culturele meerwaarde hebben;

  • i.

    cultureel ondernemerschap: een werkwijze die erop gericht is zoveel mogelijk kunstzinnig, artistiek-cultureel, zakelijk en maatschappelijk rendement te halen uit culturele activiteiten;

  • j.

    cultuurhistorie: musea, archieven, volkscultuur

  • k.

    DNA van Eindhoven: heeft betrekking op specifieke en onderscheidende eigenschappen van Eindhoven, zoals: licht, technologie en design

  • l.

    kunstenaars: natuurlijke personen die:

    • -

      die een opleiding hebben genoten aan een erkende kunstopleiding of;

    • -

      ruime ervaring hebben in het professionele kunstcircuit aantoonbaar door exposities, publicaties, voorstellingen, projecten met voldoende artistieke kwaliteit;

  • m.

    overheadkosten: kosten die niet direct verband houden met de activiteiten zoals huisvesting, personeel en bureaukosten;

  • n.

    overige inkomsten: andere inkomsten dan de aangevraagde subsidie;

  • o.

    podiumkunsten: muziek, dans, theater, musical of opera;

  • p.

    publieksbereik: het op een doordachte, passende en zinvolle wijze bereiken van mensen met de resultaten van het creatieve proces of met het creatieve proces zelf;

  • q.

    regio Eindhoven: gemeenten behorende tot het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven uitgezonderd de gemeenten Asten, Cranendonk, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren;

  • r.

    specifiek publiek: publiek van deskundigen, collega-makers of kunstliefhebbers;

  • s.

    subsidie S: een éénmalige subsidie tot €1.000,-;

  • t.

    subsidie M: een éénmalige subsidie van €1.000,- tot €5.000,-;

  • u.

    subsidie L: een éénmalige subsidie van €5.000,- tot €15.000,-.

  • v.

    Urban Culture: een straatcultuur- sport van jongeren die typerend is voor de hedendaagse samenleving in Eindhoven en Regio;

  • w.

    vormgevers: natuurlijke personen die een opleiding hebben genoten op het gebied van vormgeving en een beroepspraktijk in die richting willen opbouwen of hebben opgebouwd;

  • x.

    vormgeving: grafische en industriële vormgeving, mode, interieurontwerp en ruimtelijke vormgeving;

Artikel 2 Doel

Met deze nadere regels wordt beoogd de ontwikkeling en versterking van het culturele klimaat in de stad Eindhoven.

Artikel 3 Subsidieaanvrager

Voor subsidie komen in aanmerking:

  • a.

    voor een S subsidie: individuele natuurlijke personen die gevestigd zijn in de Regio Eindhoven.

  • b.

    voor een M en L subsidie: rechtspersonen en groepen natuurlijke personen (minimaal 3 personen) die gevestigd zijn in de Regio Eindhoven.

Artikel 4 De te subsidiëren activiteiten

  • 1. Een eenmalige subsidie kan worden verleend voor activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling en versterking van het culturele klimaat in de stad Eindhoven.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde activiteiten hebben betrekking op:

    • a.

      Beeldende kunst,

    • b.

      Vormgeving,

    • c.

      Podiumkunst,

    • d.

      Cultuurhistorie,

    • e.

      Urban culture,

    • f.

      Amateurkunst.

Artikel 5 Subsidievereisten

Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten als bedoeld in artikel 4 voldoen aan één van de volgende speerpunten:

  • -

    talentontwikkeling of;

  • -

    het versterken van de relatie tussen productie en presentatie of;

  • -

    versterking van de professionalisering van de culturele sector of;

  • -

    dragen bij aan de ontwikkeling van het cultureel ondernemerschap, ontwikkelingen in het kader van de creatieve industrie of anderszins aan de professionalisering van de deelnemende kunstenaars.

  • -

    Cultuur Totaal

  • -

    het ontsluiten van de cultuurhistorie van Eindhoven

  • -

    het stimuleren en zichtbaar maken van Urban Culture

  • -

    het stimuleren van bijzondere activiteiten en nieuwe initiatieven bij organisaties voor amateurkunst

  • b.

    de activiteit vindt plaats in Eindhoven;

  • c.

    de activiteit is van een aanmerkelijk belang voor het Eindhovense culturele leven voor kunstenaars en publiek en;

  • d.

    de activiteit heeft een openbaar karakter of wordt gevolgd door een openbare presentatie;

  • e.

    voor podiumkunsten en beeldende kunst en vormgeving bezit de activiteit artistieke kwaliteit, waarbij de mate van artistieke kwaliteit doorslaggevend kan zijn voor subsidieverlening en;

  • f.

    voor cultuurhistorie ontsluit de activiteit de geschiedenis van de stad Eindhoven op een originele manier die past binnen het DNA van de stad en een relatie legt tussen het heden en verleden;

  • g.

    voor Urban Culture draagt activiteit bij aan de professionalisering van de initiatieven of aan de verankering van Urban Culture in de stad Eindhoven;

  • h.

    de overheadkosten zijn subsidiabel zijn tot een maximum van €3.000,- (20% van het maximum subsidie of zoveel minder naar rato);

  • i.

    voor een eenmalige subsidie van € 1.000,- tot €5.000,- (subsidie M) is sprake van minimaal 40% aan overige inkomsten en betreffen kleinschalige projecten, met een vaak specifiek publiek;

  • j.

    voor een eenmalige subsidie van €5.000,- tot €15.000,- (subsidie L) is sprake van minimaal 60% aan overige inkomsten en betreffen grootschalige projecten, met een breed publiek.

Artikel 6 Subsidieplafond/de verdeling van de subsidie

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in deze nadere regels, wordt jaarlijks vastgesteld,.

  • 2.

    Aanvragen voor subsidie worden beoordeeld in vergelijking met andere aanvragen die binnen een aanvraagtermijn zijn ingediend.

  • 3.

    Alvorens het college beslist op de aanvraag vraagt het college advies aan een interne en tenminste één externe adviseur van de adviescommissie Projectsubsidies Cultuur die geselecteerd worden op expertise afhankelijk van de inhoudelijke kenmerken van een aanvraag. De adviseurs beoordelen de aanvraag aan de hand van de criteria, zoals opgenomen in artikel 5.

  • 4.

    Per aanvraagtermijn is een vierde deel van het beschikbare bedrag per jaar beschikbaar.

  • 5.

    Waar binnen een aanvraagtermijn het subsidieplafond niet bereikt wordt, wordt het resterende bedrag automatisch meegenomen naar de volgende aanvraagtermijn.

Artikel 7 Subsidiehoogte

Er zijn drie subsidiecategorieën:

  • 1.

    een S subsidie is een eenmalige subsidie tot €1.000,-.

  • 2.

    een M subsidie is een eenmalige subsidie van €1.000,- tot €5.000,-.

  • 3.

    een L subsidie is een eenmalige subsidie van €5.000,- tot €15.000,-

Artikel 8 Bij aanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de bij de aanvraag in te dienen gegevens wordt de aanvraag ingediend aan de hand van een vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de aanvraagtermijn

zijn er vier aanvraagtermijnen per jaar. De aanvraagtermijnen voor de

subsidieaanvragen zijn:

  • -

    vóór 1 maart

  • -

    vóór 1 juni

  • -

    vóór 1 september

  • -

    vóór 1 december

Artikel 10 Beslistermijn

In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de beslistermijn, wordt op een aanvraag voor subsidie beslist binnen 8 weken na de uiterlijke aanvraagtermijn zoals bedoeld in artikel 9.

Artikel 11 Betaling en bevoorschotting

In aanvullingop het bepaalde in de ASV met betrekking tot de betaling en bevoorschotting worden:

  • a.

    subsidies tot €5.000,-- 100% bevoorschot ineens;

  • b.

    subsidies vanaf €5.000,-- 95% bevoorschot ineens.

Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidies tot €5.000,--

In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de vaststelling van subsidie worden subsidies tot €5.000,-- ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

Artikel 13 Verantwoording en vaststelling subsidies vanaf €5.000,--

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de verantwoording en vaststelling van subsidies vanaf €5.000,-- dient subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling geschiedt aan de hand van een vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Eindhoven, 12-07-2011.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, burgemeester.

, secretaris.

Uitgegeven, 15-08-2011.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris van Eindhoven,

mw. drs. P.M. Pistor.

dhe/EJ11026486