Regeling vervallen per 16-07-2014

Nadere regels Subsidie Informele Zorg

Geldend van 07-07-2012 t/m 15-07-2014

Intitulé

Nadere regels Subsidie Informele Zorg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat

gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven 2011, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet

in de vergadering van 26 juni 2012 heeft besloten met ingang van 2013 de Nadere regels Subsidie Informele Zorg, zoals vastgesteld op 12 juli 2011, in te trekken

in de vergadering van 26 juni 2012 respectievelijk 2 juli 2012 heeft vastgesteld de navolgende

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven;

  • b.

    informele zorg: zorg die onbetaald en niet beroepshalve wordt verricht en kan bestaan uit mantelzorg, respijtvoorzieningen, gebruikelijke zorg, vrijwillige zorg of zelfhulp;

  • c.

    mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

  • d.

    gebruikelijke zorg: de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden, omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van het huishouden;

  • e.

    vrijwillige zorg: zorg die vrijwilligers leveren;

  • f.

    zelfhulp: hulp die zorgvragers aan zichzelf en anderen geven;

  • g.

    vrijwilliger: persoon die vrijwillige inzet verricht ten behoeve van anderen of de samenleving als geheel;

  • h.

    vrijwilligersorganisatie: rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid of rechtspersoon in oprichting die functioneert op basis van vrijwillige inzet;

  • i.

    vrijwillige inzet: inspanning waar geen geldelijke waardering tegenoverstaat, uitgezonderd een eventuele tegemoetkoming in de onkosten en die de volgende kenmerken heeft:

  • -

    geeft vorm en invulling aan (zelf)ontplooiing en sociale contacten;

  • -

    versterkt de maatschappelijke betrokkenheid;

  • -

    bevordert de sociale cohesie;

  • -

    is geen vervanging van noodzakelijke professionele inzet;

  • -

    is ongeacht de vorm toegankelijk voor alle Eindhovenaren;

  • j.

    sociale cohesie: samenleving waarin men zich met elkaar identificeert en/of verbonden voelt;

  • k.

    vrijwilligersvergoeding: een vergoeding voor de werkelijk gemaakte onkosten aantoonbaar verbonden aan de vrijwillige inzet ten behoeve van de te subsidiëren activiteit(en);

  • l.

    respijtvoorziening: een faciliteit van informele zorg die de (tijdelijke) overname van de zorg door vrijwilligers en/of beroepskrachten regelt, zodat mantelzorgers ontlast kunnen worden;

  • m.

    deskundigheidsbevordering: alle activiteiten die de deskundigheid en/of bekwaamheid van vrijwilligers met betrekking tot de uitoefening van vrijwilligerswerk binnen de informele zorg verbeteren.

Artikel 2 Doel(groepen)

Met deze nadere regels wordt beoogd: het bevorderen en het faciliteren van informele zorg, hierbij staat centraal het stimuleren dat inwoners elkaar vaker gaan ondersteunen via informele zorg.

Artikel 3 Subsidieaanvrager

Voor subsidie komen slechts in aanmerking vrijwilligersorganisaties, zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel h van de Nadere regels .In aanvulling op de ASV is de aanvrager een rechtspersoon of rechtspersoon in oprichting zonder winstoogmerk, die functioneert op basis van vrijwillige inzet.

De aanvrager werkt vraaggericht, heeft aandacht voor integraliteit en werkt zoveel mogelijk samen met andere organisaties die dezelfde of vergelijkbare activiteiten organiseren.

Artikel 4 De te subsidiëren activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verleend voor:

    • a.

      de exploitatie van activiteiten die bijdragen aan de onder artikel 2 genoemde doelstelling;

    • b.

      de activiteiten die bijdragen aan de deskundigheidsbevordering van vrijwilligers die zich inzetten ten behoeve van activiteiten die bijdragen aan de in artikel 2 genoemde doelstelling ;

    • c.

      waardering aan vrijwilligersorganisaties die activiteiten ontplooien die bijdragen aan de in artikel 2 genoemde doelstelling;

    • d.

      de kosten van oprichting van een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor informele zorg;

  • 2. De subsidie, zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel a wordt als een jaarlijkse of eenmalige subsidie verleend.

  • 3. De subsidie, zoals bedoeld in het eerste lid, onderdelen b, c en d wordt als een eenmalige subsidie verleend.

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de activiteiten dragen bij aan ontwikkeling en ondersteuning van mantelzorg, mantelzorgers, zelfhulp en vrijwillige zorg;

    • b.

      de activiteiten vinden plaats in Eindhoven ten behoeve van inwoners van Eindhoven;

  • 2. Om in aanmerking te komen voor een eenmalige subsidie zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, wordt voldaan aan de volgende vereisten: a. slechts vrijwilligersorganisaties die in aanmerking komen voor een subsidie als

    bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, kunnen in aanmerking komen

    voor deskundigheidsbevordering. De subsidie draagt bij aan de ontwikkeling

    en ondersteuning van vrijwilligers binnen de informele zorg in

    Eindhoven;

    • b.

      de vrijwilligers zetten zich in voor Eindhovenaren;

    • c.

      de bekwaamheid en deskundigheid worden ingezet binnen een vrijwilligersorganisatie, gevestigd in Eindhoven;

    • d.

      de activiteiten worden, daar waar mogelijk, ingekocht bij gemeentelijke

      (gesubsidieerde) instellingen die een aanbod hebben voor deskundigheidsbevordering van vrijwilligers;

    • e.

      de aanvrager werkt vraaggericht, heeft aandacht voor integraliteit en werkt zoveel mogelijk samen met partijen die dezelfde of vergelijkbare activiteiten organiseren;

  • 3. Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      slechts vrijwilligersorganisaties die in aanmerking komen voor een subsidie

      als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, kunnen in aanmerking komen

      voor subsidie ter waardering;

    • b.

      de subsidie mag niet benut worden voor reeds gesubsidieerde activiteiten;

    • c.

      de subsidie wordt rechtstreeks ten behoeve van de vrijwilliger(s) ingezet en komt niet direct dan wel indirect ten behoeve van de organisatie. De subsidie is ter waardering van de vrijwilligers die zich inzetten voor de in artikel 2 benoemde doelstelling;

  • 4. Een subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, wordt verleend aan een vrijwilligersorganisatie in oprichting, die zich inzet voor de onder artikel 2 genoemde doelstelling.

Artikel 6 Subsidieplafond/verdeling van de subsidie

  • 1. Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in deze nadere regels, wordt jaarlijks vastgesteld met dien verstande dat er deelplafonds gelden voor:

    • -

      jaarlijkse subsidies

    • -

      eenmalige subsidies

  • 2. Indien het bedrag waarvoor op grond van deze nadere regels subsidie zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde deelplafond voor jaarlijkse subsidies, worden de betrokken subsidies naar evenredigheid verminderd.

  • 3. Indien het bedrag waarvoor op grond van deze nadere regels subsidie zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde deelplafond voor eenmalige subsidies, wordt op de aanvragen beslist in de volgorde waarin de aanvragen zijn binnengekomen.

Artikel 7 Subsidiehoogte

Het subsidiebedrag wordt als volgt berekend:

  • a.

    als grondslag voor de berekening van subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel a en b, wordt gehanteerd het exploitatietekort zoals aangegeven in de in te dienen begroting. Als subsidiabele kosten worden aangemerkt kosten die direct verband houden met de activiteiten en die in redelijke verhouding staan tot de aard en de omvang van de activiteiten;

  • b.

    als grondslag voor de berekening van subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, wordt gehanteerd het aantal vrijwilligers dat verbonden is aan de activiteit(en) die gewaardeerd wordt. De subsidie bedraagt € 25,- per vrijwilliger met een maximum van € 2.500,- per organisatie. Een subsidie ter waardering wordt maximaal 1 maal per jaar per organisatie verstrekt.

  • c.

    Als grondslag voor de berekening van subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, wordt gehanteerd 100% van de kosten van notariële akte en inschrijving bij de KvK.

Artikel 8 Aanvraag

In aanvulling op de ASV wordt de aanvraag ingediend aan de hand van een vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 9 Beslistermijn

In afwijking van de ASV geldt dat bij een gelijktijdige aanvraag van zowel een jaarlijkse als een eenmalige subsidie op de aanvraag uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar wordt beslist.

Artikel 10 Betaling en bevoorschotting

  • 1. In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de betaling en bevoorschotting worden op basis van deze Nadere regels verleende subsidies bij elkaar opgeteld en is de bevoorschotting als volgt:

    • a.

      tot €5.000,- 100% bevoorschot in 1 termijn;

    • b.

      vanaf € 5.000,- 95% bevoorschot in 4 kwartaaltermijnen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan in de verlenigsbeschikking een afwijkend bevoorschottingsritme worden opgenomen.

Artikel 11 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. In afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de vaststelling van subsidie worden op basis van deze Nadere regels aan een subsidieontvanger verleende subsidies bij elkaar opgeteld en is de verantwoording en vaststelling als volgt:

    • a.

      subsidies tot €5.000,- worden ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend.

    • b.

      voor subsidies vanaf € 5.000,- dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend. De aanvraag wordt ingediend aan de hand van een vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kan het college de aanvrager verplichten om op door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en zijn van toepassing op aanvragen om subsidie voor de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2013.

Eindhoven, 26 juni 2012.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, burgemeester.

, secretaris.

Uitgegeven, 6 juli 2012.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris van Eindhoven,

mw. drs. P.M. Pistor.

dhe/EJ12019255